Prins Bernhard tot ritmeester beëedigd - Esther de Boer-üan Rijk hersteld 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het huis der mysteries DE KINDEREN VAN DEN DUITSCHEN EX-KROONPRINS, Prinses Cecilie en prins Friedrich waren tegenwoordig bij het huwelijk van lady Prudence Jellicoe in Londen. Prinses Cecilie was bruidsmeisje. ESTHER DE BOER VAN RIJK VERLAAT NA EEN LANGDU RIGE VERPLEGING het Portugeesch-Israëlietisch ziekenhuis in Amsterdam. De directrice bood de 83-jarige actrice bij het afscheid bloemen aan. VOETBALWEDSTRIJD TüSSCHEN HAAGSCH ELFTAL EN EEN ELFTAL EEN GROEP AANWEZIGEN BIJ DE PARADE OP HET MALIEVELD, ter gelegenheid van de beëediging van Z.D.H. Prins LIT LIPPL-DETMOLT). In het kader der feestelijkheden vond in de residen- Bernhard als ritmeester der Huzaren. 1. Jhr. mr. dr. van Karnebeek, comm. der Koningin in Zuid-Holland; 2. minister-president dr. tie een voetbalwedstrijd plaats, gespeeld tusschen een Haagsch- en Lippe-Det- H. Colijn3. Z.H. Mangkoe Negoro; 4. mevrouw Colijn; 5. mr. S. J, R. de Monchy, burgemeester van de residentie en 6. luit. mold-elftal. Bakhuys steekt boven alles uit. generaal b.d. J. H. Borel, Uit het Engetsch door H. A. C. S. 23) „Ik hoorde kibbelen, Bayard en Allen Carick. Zij waren juist bij het keuken raam, daar op het pad. Ik was borden aan het wasschen. Ik hoorde Allen Carick zeg gen: „Ik zal je daarom vennoorden." En Bayard lachte. En dienzelfden nacht werd er op hem geschoten. Toevallig! Ik zeg, dat het met opzet was." „Maarschoot Allen Carick op hem?" Zij staarde mij achterdochtig aan, alsof ik haar in een strik wou vangen. Zij had kleurlooze wenkbrauwen, boven lichtgroene oogen, en een breed helder gezicht; haar dwaas-primitieve bijgeloovigheden pasten heelemaal niet bij haar keurige, groene kleedij. „Dat weet ik niet", zei ze. „Maar ik-weet niet, wie anders het gedaan kan hebben. En hoorde ik nem niet dreigen? Bayard en Dave waren dikke vrienden. Maar zij had den hun ruzies. Zoo zijn de Thatchers. Wanneer je ze ziet, denk je, dat er nooit zóó'n aardige familie was. Dat is anders, wanneer je hen kent, zooals ik ze ken." „Je moet zoo niet praten, Florrie." „U zult het niet verklikken", zei het meisje wat rustiger. „En ik ben wat zenuw achtig. Het schijnt, dat ik niet tot rust kan komen, 't Is uw haar, zuster, dat mij zenuwachtig maakt. En dan vlak na den moord. Te denken, dat ik in een huis ben, waar een moord is gebeurd," Haar groene oogen keken weer vreemd en alsof ze in trance was, en ze zei „Ik denk, dat alles beter zou worden, zuster, wanneer u weg ging." Ik dacht ook hetzelfde Maar niet om dezelfde reden. „Waarom ga je niet weg. als je bang bent voor nog meer ongelukken?" Zij haade haar zware schouders op. ,,'t Is een goede betrekking',', zei ze. „En ik zal 's nachts mijn deur op slot houden." Ik vond de manier, waarop ze mij aan keek, niet prettig. Ik zei: „Mijn koffer uit het ziekenhuis is er nog niet, ik vind, dat ik nog eens moet telefoneeren", en ik liep naar de deur. „Er is een telefoon in het boudoir van miss Adela. Wilt u die niet gebruiken, zuster?" „Hé. ja Of de telefoon in de studeer kamer, bij de bibliotheek." „O, gebruik die niet, zuster. Die is in Dave's kamer. Van mijnheer Dave, bedoel ik. U moet weten, wij gingen met elkaar naar school, en ik kan het niet leeren om mijnheer Dave te zeggen, zooals miss Adela wil." „Maar waarom zou ik die telefoon niet gebruiken?" vroeg ik. „Er is toch niets aan stuk?" „O, wij gaan nooit in mijnheer Dave's kamer, 't Is zijn studeerkamer, weet u. Hij schrijft gedichten of zoo iets. Tenminste, iedereen zegt, dat hij schrijft. Ik heb er zelf nooit een woord van gezien. Maar nie mand komt in die kamer. Hij houdt haar meestal op slot." „Gistermiddag was zij niet op slot." ..O neen? Meestal is ze dat wel. Dan heeft hij het vergeten, denk ik. Miss Adela zegt, dat wij hem nooit moeten storen. Zelfs niet om stof af te nemen. Zij zegt. dat wij een maal trotsch op hem zullen zijn. Dat geloof ik niet. Ik vind dat gek. Kijk eens, wat een boeken er al zijn Waarom zouden ze nog meer boeken noodig hebben?" „Maar één ding is goed", ging zij, min of meer gebelgd, door „Sinds hij dat goedje tegen geluid in de muren en in de deuren heeft, loopt ze niet meer zoo te zaniken tegen iedereen, bang als ze is, dat wij zul len hinderen." Ik stond opeens naast haar, en greep haar bij de schouders. „Wat zei je daar? Wat bedoel je?" Zij liep achteruit, maakte zich uit mijn greep los, terwijl haar oogen glinsterden als van een kat in doodsnood. „Raakt u mij niet aan", schreeuwde ze. „Blijft u van mij af. Ik kan mezelf verde digen, dat kan ik. Blijft u van mij af." „O, denk in 's hemelsnaam niet, dat ik je kwaad zal doen. Wees niet zoo'n idioot. Zeg me, wat je bedoelt. Waar is dat goedje tegen geluid? Is dat in de studeerkamer van Dave? Als je in die kamer bent, kun Je dan niets van buiten hooren van een andere kamer? Is de studeerkamer heusch beschermd tegen geluiden?" Mijn ongeduldige vragen brachten haar in de war. en verschrikten haar. Zij liep almaar achteruit, naar de deur. „Ik bedoel, hij, Dave maakte het zoo, dat, als de deur dicht is, en je bent in de kamer, dan kun je even goed een uur ver weg zijn van de rest van het huis, als je iets zoudt moeten hooren. Je kunt niets hooren. Maar u moet me niet zoo vastpakken, zus ter. Dat vind ik niet prettig. Niet van iemand met haar zooals u. Niet nu, nu mijn moeder mij dat gezegd heeft. U moet me met rust laten." „Je bent een echte idioot", snauwde ik. „Verdwijn uit mijn oogen voor ik je iets doe!" Zij werd groen en geel, haalde de hoop beddegoed bij elkaar, en verdween, terwijl ze bijna de deur met een bons achter zich dicht sloeg, en mij achterliet in een war boel van tegenstrijdige gevoelens. Ik had lust om het meisje door elkaar te ramme len. Ik voelde mij niet op mijn gemak in die kamer, die opeens zoo stil was gewor den, en vooral was ik opgewonden over mijn ontdekking. Een geluidvrije kamer! Dat zou de verklaring zijn, hoe het kwam. dat ik geen geluid van het schot gehoord had, waardoor Bayard gedood was. En het zou het bloed op het kleedje in de studeer kamer verklaren. Bayard Thatcher was werkelijk in die kleine studeerkamer ge dood. Ik was er moreel van overtuigd. Maar de wond was van dien aard, dat het niet mogelijk was, dat hij van de stu deerkamer naar de bibliotheek, waar hij gevonden was. kon geloopen zijn. En de deur naar die kleine studeerkamer was in den regel op slot. En niemand kwam er in, als Dave. Het was Dave's kamer. Waarom was Bayard naar de bibliotheek gebracht, na zijn dood? Wie had dat gedaan? Wie had zijn oogen dicht gedrukt? Dave was den geheelen middag van den moord met Allen Carick aan het visschen geweest. Met Allen Carick. Waarom hadden Allen Carick en Bayard zóó heftig gekib beld, dat Allen gedreigd had Bayard te zul len dooden? Had Allen dat werkelijk ge probeerd? Was dat de verklaring van dien eersten aanslag op Bayard? En dan was er Janice Janice met haar lieve gezicht en de ondoorgrondelijke don kere oogen. Had zij Bayard Thatcher in die rustige kleine studeerkamer gedood toen de deur geopend, en dat verbrijzelde, ster vende lichaam naar de bibliotheek ge sleept? Deze gedachte maakte mij koud. Ik kon haar in gedachten zien. hoe haar slanke lichaam zich boog onder de inspanning, hoe haar blanke handen alle bezoedeling ont weken. Onrustig liep ik heen en weer, en trachtte de afschuwelijke gedachte kwijt te raken. Haar brief: ik moest een middel vinden om hem terug te geven. Met dezen brief kon ik moeilijk naar haar toe komen, en zeggen: „Hier is uw brief. Ik vond hem, en las hem, en hier is hij." De lunch was, dien dag, een eigenaardige maaltijd, die, ondanks de ernstige en ver schrikkelijke omstandigheden, bijna iets feestelijks had, vanwege de gasten want dr. Bouligny was er ook en Hilary en Eve lyn en Allen Carick en dan begonnen tallooze telegrammen binnen te komen, nu de berichten van Evelyn, van 's morgens, op hun 'bestemming waren aangekomen en beantwoord werden. Adela was gastvrouw. Zij zag er onuitsprekelijk moe uit, maar zij was kalm, minder koel en streng, nu het gevaar van het onderzoek geweken was; haar grijze naar glansde, de glazen van haar lorgnet schitterden, en zij had zelfs de moeite genomen een zacht-grijze japon aan te trekken, met wijde mouwen, en droeg haar amethysten. Janice en Evelyn hielpen Adela, als echte aristocraten. Voor de mannen was het moelijker. Dr. Bouligny was vrij-nerveus en blijkbaar niet bij machte zijn gedachten van het onder zoek los te maken. Hij hinderde, vermoed ik, Adela een beetje. In ieder geval keek zij hem erg koel aan, toen hij iets zei, dat hij blij was, dat het alles goed en wel over was, en zij bracht klaarblijkelijk met opzet het gesprek op het weer. Hilary sprak hee lemaal niet, maar zag er erg rood en be zorgd uit; en eens, toen hij plotseling van zijn bord sla opkeek en merkte, dat ik naar hem keek ik dacht, feitelijk, erover, dat het hem geen kwaad zou doen een dieet te volgen kreeg hij een pijnlijke kleur en beantwoordde mijn blik met een, die beslist kwaadaardig was. (Slot volgt). HUWELIJKSGEStiHEXK VOOR HET PRINSELIJKE PAAR. Een picnickoffer werd Prins en Prinses aangeboden door leerlingen van de Rotterdamsche Huishoudschool. HET DEFILE DER TROEPEN TOOR Z.D.H. PRINS BERNHARD. Na af loop der beëediging op het Malieveld hebben de troepen langs het Paleis aan het Noordeinde gedefileerd voor Prins Bernhard. Aan zijn rechterhand be vond zich luit-gcneraal Röell, commandant van het veldleger.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5