R/epetitie plechtigheid van 7 Januari - Bouvier voor Prinselijke paar 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het huis der mysteries REPETITIE VOOR DE HUWELIJKSPLECHTIGHEID OP 7 JANUARI E-K. - Zoowel voor het stadhuis als voor de Groote Kerk werd geoefend met een koets in dezelfde be spanning, 2ooals deze zal zijn voor de Gouden koets op den dag van het Prinselijke huwelijk. De stoet voor het stadhuis. DE MOOIE BOUVIER, die onlangs de kampioensmedaille van Nederland be haalde en die door de Kon. Ned. Politiehond Vereeniging aan Prinses Juliana en Prins Bernhard zal worden aangeboden. EERSTE „HUWELIJKSBOOM" GEPLANT. Op Sperwershof te 's-Graveland het buiten van jhr. mr. W. G. Röell, is de eerste boom geplant van de reek# van boomen, welke de Nederlandsche schooljeugd ter gelegenheid van het huwelijk der Prinses zal planten. PRINSES CECILIE, dochter van den ex-kroonprins van Duitschland, te Londen ter bijwoning van het huwelijk •van lady Prudence Jellicoe. DE BEKENDE INTERNATIONALE VOETBALLER BAKHUYS trad te 's-Graven- hage in het huwelijk met mej. M. W. Meyer Het bruidspaar wordt in de hall van het stadhuis hartelijk begroet. DE ZOON VAN DEN AMERIKAANSCHEN STAATSPRESIDENT, JAMES ROO SEVELT, onderging den gebruikelijken doop, toen hij voor de eerste maal den evenaar passeerde. Zeegod Neptunus verscheen aan boord van het opleidingsschip „Indianopolis" en verrichtte de gebruikelijke ceremoniën. Uit het Engelsch door H. A. C. S. 17) Ik trok mijn hand terug, opeens. De hall was lang, en leeg, en slechts flauw verlicht. Was het pas den vorlgen avond geweest, dat ik daar in den spiegel had staan kijken naar een deur, die dicht ging? Daarna had woord beslag gelegd op het zwijgende huls. Die had den vrede van een zomerdag ver- woest, en had xie rustige waardigheid van het huis bezwaard met vrees en geweld. Waar moord geweest is, zal moord zijn. Alsof ik door physieke beweging mij van flie onwelkome gedachte kon bevrijden, liep ik door, en holde naar Adela's deur, klopte en ging, toen zij binnen riep, de kamer kinnen. Het was niet meer dan een uur later, flat ik den brief vond. Dr. Bouligny had, toen hij wegging, mij 'Pgedragen Adela een nogal sterk slaap middel te geven, om zeker te zijn, dat zij «e lange uren van den nacht zou slapen, w ik was aan 't zoeken, in mijn instrumen- «utasch, naar 't doosje, waarin een naald tas om in te spulten, toen mijn vingers ?en envelop te pakken kregen, die er zóó Wgestopt was, dat ze niet gauw gevonden «n worden. Zij had geen adres. Ik opende I "aar, en nam het velletje papier, dat er in fa', er uit. Het was een gedeelte van een I "bef. Ik realiseerde niet wat het was, voor dat ik een gedeelte ervan gelezen had, en toen kon ik niet ophouden. Niet dat ik inij zelf verdedig, met het oog op hetgeen ik deed; toch was het heel duidelijk een brief, die slechts voor een paar oogen bestemd was. Het begin ervan was weg; mijn oogen werden terstond getroffen door wat er ge schreven stond: vrijheid, en 't grijpen van de liefde, wanneer zij komt, en je eigen leven leven. Maar het is alles verkeerd. Het rekent niet met zuiverheid. Met iemands maatstaf van eerlijkheid en trots. Ik kan Dave niet ver laten- Ofschoon God weet, dat ik er reden voor heb, arme Dave. Jij moet gaan. Ijc kan het niet hebben, je te zien. Het is verschrikkelijk, dit te schrijven, en te weten, dat mijn oogen- blikken van werkelijk leven die oogenblik- ken zijn, wanneer ik jou kan zien, op jou mag wachten, jou kan hooren spreken. Zulke weinige oogenblikken, zij alleen tel len mee, ze zijn zóó kort en al het an dere is een vreeselijke woestenij. Ik wordt hysterisch, ik moet eindigen. Ik zal dezen brief in een zak van je jas stoppen. Jij liet die in het portaal hangen. Ik walg van mijzelf, dat ik het op deze manier doe. Maar ik moet het jou laten begrijpen, en ik kan dit niet allemaal zeg gen ik kan het niet, wanneer jij bij mij bent. Geloof mijer is geen weg om er uit te komen; geen weg, dien wij kunnen gaan. Bij slot van rekening zullen wij vergeten. Dat doen de menschen. Dat is 't allerergste Maar het is waar Janice". Een oogénblik stond ik daar en hield dat velletje papier onder de lamp. Daarna las ik het nog eens bedaard over. Het was ongetwijfeld een compromittee- rende brief. Ik werd geslingerd tusschen een gevoel van afkeuring en een soort van weerbarstig medelijden. Bij slot van reke ning had zij geprobeerd eerlijk te zijn; het was wel een beetje hysterisch, maar ont roering heeft zoo licht dien klank. En het was ernstig en direct, en het miste volko men die theatrale kunstmatige romantiek, waarmee vrouwen zoo dikwijls haar brie ven bederven, alsof zij zich voorstellen de een of andere romantische rol te spelen. Ik begreep, dat de brief voor Allen be stemd was, en ik voelde medelijden voor hen allen, voor Dave en Janice en Allen, die in zulk een tragisch conflict waren ge raakt. Maar was het Allen? Kon het Bayard Thatcher geweest zijn Bayard, die nu dood was, wiens wrange glimlach verdwenen was? Mijn instrumenten tasch was onder zijn bereik geweest, voor Allen niet. Bayard had zij misschien gesmeekt, weg te gaan. Misschien had Dave het ont dekt. Hij scheen een nerveus mensch te zijn: een man, die eerst zou handelen en daarna pas redeneeren. Maar Dave en Al len hadden samen den geheelen middag gevischt. En ik had Janice met Allen gezien, daar onder aan de trap. Neen, de man, dien zij liefhad, was Allen- Maar Janice zelf Janice zelf was volle vijf minuten alleen in huis geweest met Bayard, voor dat de moord ontdekt WkS-, Tot op dit oogénblik had ik het vergeten. Bij hun te rugkeer waren zij en Adela samen uit de auto gestapt, maar zij was dadelijk in huis gegaan, terwijl Adela tusschen de bloe men had rondgehangen en met mij ge praat had. Het konden, op zijn hoogst, vijf minuten geweest zijn, waarschijnlijk min der, maar het duurt niet lang een kogel af te schieten. Het was ongelooflijk, maar wie anders was daar geweest? Er werd zachtjes op de deur van de ka mer ernaast geklopt. Ik hoorde Adela spre-' ken en toen gillen. Het was een geluid als van taf, wanneer het scheurt. Toen was ik opeens in de slaapkamer. Adela zat overeind in haar bed. Haar oogen keken verschrikt, en haar mond was strak. Men zou nooit vermoed hebben, dat zij gegild had, zooeven. Emmeline stond naast het bed, in haar eene hand hield zij het bruine rieten eier- mandje. Er zaten nog een paar eieren in. In haar andere hand hield zij een revolver „Ik vondzei ze, en ze zag mij, en hield haar woorden in- HOOFDSTUK VI. Achteraf leek het mij vreemd en een beetje erg; dat de zoo zeldzame verstand houding, welke waarschijnlijk vele jaren bestaan had tusschen de „mevrouw" en haar dienstbode, op dat kritieke oogénblik te kort schoot. Want Adela deed haar lip pen van elkaar en zei, min of meer heesch, fluisterend: „Neem haar weg". En ik weet zeker, dat Emmeline dacht, dat zij vroeg, waar zij de revolver gevon den had, want ze zei: „Zij was in het eiermandje, in de ijs kast. 't Is die van mijnheer Dave. Er is tweemaal mee geschoten". Zij hield de re volver op een afstand van bijna een arm lengte, keek er verwijtend naar, en voegde er bij: „U moest eens voelen, hoe koud zij in ijskast geworden is" Adela deed haar oogen dicht. „Leg haar hier op tafel", zei ze. „En daar- mee-, uit, Emmeline." Nadat zij weer was weggegaan, met haar eiermandje, lag Adela daar een oogénblik haar best te doen, haar krachten te verza melen, en deed toen haar oogen open, en zei, vermoeid: ,,'t Is vreemd, dat Dave's revolver te voorschijn moest komen uit het eiermandje Maar het" heeft heelemaal niets te betee- kenen. Heelemaal niets. Waarschijnlijk was de revolver in de auto, toen Janice er-van middag mee uitging, en heeft zij haar in het eiermandje gestopt, met de bedoeling haar mee in huis te nemen, en op te ber gen, en toen vergat zij het. Ja, zoo is het gebeurd. U kunt zien, zuster Keate, dat dit niet de revolver zijn kan, waarmee zij trok een beetje met haar mond, toen zij het met moeite eruit bracht waarmee Bayard doodgeschoten werd. maar ik wil u vragen, er niets van te vertellen,, alstublieft Dr- Bouligny is een goede man, en hij meent het goed, maar hij is een beetje dom. Hij kon denkenJa, het beste zal zijn, vind ik, de dingen niet door elkaar te halen". „Een deskundige zou gauw kunnen uit maken, of dit de revolver is, waarmee Bayard gedood werd, als dat het is, wat 'u bedoelt", zeide ik scherp. Al de verschil lende gevallen, waarmee een verpleegster te maken krijgt, hebben mij eenig begrip van de misdaad gegeven. Bovendien lees ik de krant. Mijn opmerking viel bij Adela niet In den smaak. Zij keek mij met een kouden blik aan. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5