ZOEKPLAATJE
e 'n angstige Kerstmis
vreugde bracht
hoe Gijs een dapper kereltje was.
Was nog heel donker toen ze vader
jen weggebracht, hij en moeder. Ze
;n in een taxi naar het groote vliegveld
en, waar vele lichten brandden. Hij
wel een groote jongen: tenminste als
•ht jaar al oud vindt, maar toch was
onderweg in slaap gevallen en pas
:er geworden toen Vader zei: „Nou,
-;re vent, we zijn er!"
h, wat had hij een slaap gehad; werk-
lijk was hij aan de hand van zijn
er meegelooperi, maar teen de groote
hme kant en klaar was en vader na
beiden omhelsd te hebben, in de cock-
[verdwenen was. de motoren daverden,
p dat oogenblik was Gijs heel smaal
er geweest! „Vader! Dag Vader! Goeie
Vader! En gauw weer terugkomen!'
hij allemaal geroepen. En toen de
jhine in den donkeren nacht verdween,
kon Gijs geen woorden meer vinden
zijn vader toe te roepen en zijn kleine
bleef halverwege steken. „Moeder",
ij toen. En hij wilde nog een heeleboel
en meer zeggen en vragen ook. Maar
'er veegde tranen weg! Moeder huilde!
komt heusch weer gauw berug, die
r!", troostte hij haar. „En je moet niet
;n, moeder! Ik ben toch nog bij je!",
hij dapper gezegd en zijn kleine knuist
ween in haar tengere hand. Ze keek
het lieve opgeheven jongensgezichtje
een wist ze opeens dat ze flink moest
ij bent een dapper kereltje", zei ze,
moeder zal ook flink wezen, hoor! En
zijn beidjes zullen we de dagen afbel -
totdat het Kerstmis is en dan
le weken en maanden verliepen. Vader
de prachtige vliegmachine veilig over
schen en zeeën gevoerd en in het
"de land gebracht. De zomer was
bij, de herfst; de winter had een paar
en zijn intrede gedaan en Kerstmis
*rde! Met zijn beidjes hadden ze Sin
as gevierd. Het had Gijs aan niets
roken. En hoeveel dagen en weken
~n ze nu al over Kerstmis gepraat,
t dan zou vader thuis zijn en in hun
:.e huisje zou alleen vroolijkheid heer-
n's Avonds na schooltijd mocht
met moeder mee om grappige dingen
"open. En cadeaux voor vader. Gijs
had twee gulden gespaard. Tweehon-
centen en die zou hij allemaal aan
cadeau voor vader besteden. Dat had
zoo met moeder afgesproken en die had
d, dat ze dezen keer tevreden was, als
geen geschenk van hem kreeg. „Mis-
n blijft er toch nog wat voor je over,
er en dan leg ik het ook onder den
tboom!" had hij haar nog troostend
'n te zeggen.
at hadden ze al niet allemaal gekocht!
"*urd crêpe papier, waarmee de kamer
ierd werd. Een tafellooper met klokken
kerstmannetjes en besneeuwde dennen
p. Alles zou rood en wit zijn en daar-
hen allemaal hulst en mistletoe. En
sen had hij in de rood-geschilderde
"elaars gestopt!
oen kwam de Woensdagmiddag om
aux voor vader te koopen. Moeder had
beel koffertje vol gekocht. Ze zag er
Zijn. jullie wel eens midden in den win
tel' in een bosch geweest? Het is daar zoo
mooi, als een dikke sneeuwlaag den grond
en de struiken bedekt!
De man op dit plaatje heeft voor zijn
WIE VAN JU
(Nadruk verboden).
kinderen een prachtigen Kerstboom uit
het bosch gehaald, maar ergens verborgen
in een anderen boom zitten vier geschenken
verborgen, waarmee hij op Kerstmorgen
zijn kinderen wil verrassen.
3 VINDT ZE?
zoo mooi en zoo gelukkig uit en ze groette
zoo lief aile menschen. Want wie kende
Gijs' moeder niet, de vrouw van den dap
peren vliegenier? En och! wat was die Gijs
trotsch op zijn vader.
„En nu koop ik een mooie das voor
Vader;" zei hij, „die moet passen bij zijn
grijze pak."
Ze gingen in een heerenmodewinkel
binnen. „Deze kleine man wil een das voor
zijn vader koopen", zei zijn moeder tegen
den bediende. O! hoe moeilijk werd het
voor Gijs; tientallen van dassen werden
voor hem neergelegd. Roode, blauwe, grijze,
met bolletjes en streepjes. En hij kon zijn
keus maai' niet doen. Er waren er ook zoo
verschrikkelijk veel. „Maar nu heb ik nog
een das, niet eens duur. Maar één gulden
vijftig cent!"
„Die koop ik!" zei Gijs dadelijk, 't Was
een donkerblauwe, met van die witte spet
ten er op. „Net regen met sneeuw, moeder.
Die zal vader prachtig vindenHij droeg
zijn inkoop zelf.
„En nu is er nog vijftig cent voor jou,
moeder. En daar koop ik een lekker stuk
zeep voor!"
Toen ze thuis kwamen, werden de ca
deaux nogmaals bekeken. Wat zou die
vader blij zijn! Toen kwam de dag, dat de
kerstboom gekocht werd. Dat was een
feest. Daar stonden de dennen allemaal
bij elkaar. Groote ,en kleine en daartus-
schen allemaal hulst, en mandjes met
roode tulpjes erin. O, wat was het fijn op
die Kerstboomenmarkt. En toen hij een
beetje moe werd, tracteerde moeder in een
lunchroom, waar muziek was, op thee met
een slagroom taartje. Er werden nog doo-