De hertog van Windsor te Weenen - optocht in New York
Wih Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
Het huis der mysteries
EX-KONING EDWARD,
thans hertog van Windsor, bij aankomst te Weenen. Links de chef van de Weensohe poJiUo Ski^bl.
De foto is langs radiograf ischen weg overgebracht.
„TIIANKSGIVING-DAY"-OPTOCHT IN HET HARTJE YAN NEW YORK. De reusachtige
figuren in den stoet. Op den voorgrond de sprookjesfiguur van den boozen reus en
daarachter zijn bedwinger Jack.
DE KONINGIN-MOEDER VAN ROEMENIE
opende in de nationale kleederdracht den weldadigheidsbaza/r van de Militaire Club
te Boekarest.
IN DE BUURT VAN DEDEMSVAART PROCLAMATIE VAN DEN NIEUWEN KONING TB WINDSOR,
vindan vele handen ,werk in het maken van slingers van dennegroen voor de versiering Ret voorlezen van de proclamatie aan den voet van het Koningin Victc'ria-iXiionLunen.t. Op den achtergrond
van de Haagsche straten en huizen. Windsor Castle,
Uit het Engelsch door
H. A. C. S.
15)
En dat alles was In vijf minuten gebeurd,
en zóó zachtjes, dat ik er, in de kamer vlak
ernaast, niets van gehoord had.
Het bezorgde mij een rilling.
Er was iets wreeds, iets ongelooflijk-
sombers in die snel-aangerichte, zwijgende
verwoesting, in die kamer.
Zonder voorafgaande waarschuwing over
viel mij een van die vreemde oogenblikken,
waarop ik zeer sterk iets beleefde; een van
die angstig- en koud-makende oogenblik
ken, wanneer je plotseling bemerkt, dat je
contact hebt met je bestaan, en Je over je
zelf verbaast en over wat je bent, en wat
je verlangt, en waarom en dat maakt,
dat je je onuitsprekelijk nietig en onzeker
gevoelt. Het is, alsof op dat ééne oogenblik
sluiers van je oogen wegvallen, en je een
glimp opvangt van de werkelijkheid, en
dan is er altijd een gevoel van vrees een
behoefte, om te grijpen naar het bewust
zijn van je persoonlijk bestaan, alsof dat
je ook zou kunnen ontsnappen. Maar dit
maal had die onbewuste angst iets bepaalds
en Iets objectiefs om zich aan vast te klem
men.
Eensklaps was het geheele huls een ge
vangenis voor mij. Ik voelde, dat ik vluch
ten moest. Ik wilde Adela Thatcher gaan
zeggen, dat lk niet kon blijven.
Emmeline verscheen in de deur. Wanneer
de afschuwelijke wanorde in de kamer haar
een schok gaf, liet zij het in geen enkel
opzicht blijken.
„Miss Adela vraagt of u alsjeblieft bij
haar wilt komen."
Ik volgde Emmeline. Ergens in de hall
kreeg de kaleidoscoop weer een schokje,
herstelde zich, en de dingen werden meer
normaal. Ik was weer Sara Keate, en was
innerlijk weer mijzelf, ongeschonden. Maar
nog angstig.
Adela lag midden ln een enorm, oud bed.
Janice en Evelyn hadden haar een kanten
bedjasje aangetrokken; op het nachtkastje
stond een glas, met nog wat, sherry er ln.
Op elk van haar beide wangen was een
rood plekje, dat koortsig brandde, en haar
oogen schitterden erg. Janice zat naast
haar, 'stil en bleek, en Evelyn, die altijd
actief was, liep door de kamer heen,
schikte kleeren en geparfumeerde hangers,
en gaf Emmeline opdracht een blad met
eten voor miss Adela en zuster Keate boven
te brengen.
En weer stoorden zij zich niet, op een
vriendelijke en redelijke manier, aan mijn
protesten en overreedden mij te blijven. Het
gebeurde zonder overmatigen drang, en
zeer vlug. .Slechts voor een paar dagen,
zuster Keate, tot wij weer bijgekomen zijn"
zei Evelyn ten slotte. „Dit is een vreese-
bjke schok voor ons allen".
Waarop Adela zuchtte en met 'n zwakke
slem zei:
„Vreeselijk. Vreeselijk- Ik vrees, dat op
het. oogenblik de heele stad het al weet.
O Evelyn, wat zullen de menschen zeggen?"
„Hilary zal zeker meer dan een van ons,
verliezen", zei Evelyn, een beetje met na
druk.
„O, ik kan dit alles niet verdragen",
schreeuwde Janice. Zij stond op, terwijl
zij haar donkere haar met haar beide han
den naar achteren streek, met een typisch
wanhopig gebaar, en zij stapte naar het
raam toe. „Hoe kunnen jullie zoo praten!
Over Hilary. Over waj, de menschen zul
len zeggen. Over de gevolgen, die het voor
zijn bank hebben zal! Laat de menschen
praten! Wat hindert het! Wij kunnen er
niets aan doen. Jullie zegt geen woord
over dat. wat werkelijk het vreeselijke is.
Het werkelijk
„Janice! Janice, lieveling! Je bent over
spannen. Je bent hysterisch
.Janice". Evelyn greep de beide handen
van de jonge vrouw met haar stevige brui
ne handen vast, en zei met grooten ernst:
„Je weet niet, wat je zegt, liefste. Je moet
probeeren je zelf te bedwingen. Denk aan
den naam van de familie. Denk aan mijn
jongens Denk aan
„Evelyn, waarom gaan jij en Janice niet
naar Janice's kamer, en probeer wal te
rusten? Of ga naar beneden, en doe je
best, Dave en Hilary wat te laten eten,
EvelynAdela's trotsche, bedaarde
stem hield opeens stil, maar zij kon niet
duidelijker gezegd hebben: „breng Janice
hier vandaan voor zij te veel zegt".
Het was stil in de kamer, toen zij weg
gegaan waren. Adela lag bewegenloos naar
het plafond te staren, met haar blauwe
oogen open. Ik herinner mij, dat ik niet
op mijn gemak was, en rondliep, haar tem
peratuur opnam, haar pols voelde, met de
vage gedachte, dat ik iets doen moest, en
niet zoozeer met de bepaalde overtuiging,
dat zij de zorg van een verpleegster noo-
dig had. Eén of twee keer zag ik, dat zij
mij zwijgend aankeek, met een eigenaar-
cïigen peinzenden Ulik in haar rustige
blauwe oogen. En ik was verbaasd, dat ik
mij nog in dit huis bevond, en dacht er
over, hoe zonderling het was, dat ik mij
meer als een gevangene gevoelde. Wat
Idioot was. En tocheen gevangene te
zijn in dit huis, waar een moord gebeurd
was, was geen pretje.
Emmeline bracht twee bladen met eten
ln de kamer. Haar handen waren nog een
beetje rood van vruchtensap, maar zij had
een schoone witte schort voorgedaan, en
haar smalle gezicht was onbeweeglijk.
De bladen waren mei lekker eten over
laden, en ik was een beetje verbaasd, toen
ik ontdekte, dat lk aan het eten was, en
dat ik zelfs Adela overeind zag, leunend
tegen haar kanten kussens, terwijl zij van
het een en ander proefde. Zij schoof het
blad ten slotte weg, toen Hilary in de
kamer kwam,
„Nee, gaat u niet weg, zuster Keate"
zei ze, toen ik opstond. „Blijft u hier- Heb
je iets ontdekt, Hilary? Wat zei de she
riff? Had Higby iemand in de buurt ge
zien? Ga toch zitten. Je ziet er ontdaan uit.
Heb je wat gegeten?"
Hij zag er slecht uit; zijn dikke gezicht
was bleek en zijn oogen stonden hol, en
zijn handen waren onrustig. Hij zakte in
een stoel neer, wreef van moeheid, in zijn
oogen, en zei:
..Heb je er tegen dat ik rook, Adela?'
Heeiemaal niet Heelemaal niet Wat
zei Higby?" En toen Hilary naar mij mek
en aarzelde, voegde zij er bij: „Sloor )t
niet aan zuster Keate Je kunt vrijuit-
spreken, Hilary."
„Nou", zei Hilary met tegenzin, „Higby
zei, dat er niemand in de buurt ls geweest,
den geheelen middag. Dat hij den gehcelen
middag het grasveld had gemaaid, en dat
Emmeline ln de inmaakkeuken aan het
werk was bij het raam. Dat hij geen en
kelen keer met maaien was opgehouden,
en hij was, natuurlijk, aan denzelfden kant
vaft het huis, waar de ramen van de bi
bliotheek zijn. Hij zei, dat hij geen geluid
heeft gehoord, behalve ééns van de tele
foon. Wij vroegen hem of het lawaai van
de maaimachine het geluid van het schot
niet kon hebben gesmoord".
„Wat antwoordde hij daarop?"
„Hij zei. dat dit mogelijk was, maar hij
had de bel van de telefoon duidelijk ge
hoord- Dat het geratel opeens afbrak".
„Maar toen was hij dichter bij huis", zei
Adela. „Hij was aan het eind van den mid
dag bij den rand van het grasveld. Ik
twijfel er sterk aan, of hij het schot ge
hoord kan hebben, bij het geratel van de
maaimachine. Ik heb hem de laatste veer
tien dagen telkens gezegd haar te smeren.
En hij is nogal dom. Ik vind, dat het best
mogelijk is, dat iemand door de ramen van
de bibliotheek binnen gekomen is, of zcifs
door de achterdeur, zonder dat hij het ge
zien heeft".
Hilary knikte.
„Dat heb ik ook aan Jim Strove gezegd.
Strove dacht het ook. Dan Bouligny vindt
het niet zoo waarschijnlijk. Maar Strove
heeft met alle plaatsen ln de buurt gete
lefoneerd. Hij doet alles om den dief op 't
stoor te komen"
Wanneer zal de lijkschouwing plaats
vinden?,"
.(Wordt vervolgd).