De Lijsternabij Croydon verongelukt - Hollandsche Nobelprijs-winnaar
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
De ramp van de „Lijster".
Jhfe Jaargang
FEUILLETON
Het huis der mysteries
Even na den start van het vliegveld Croydon, vloog het toestel tegen een
huis en geraakte in brand. Uit de foto blijkt, hoe vreeselijk de ravage was.
Zooals bekend, vonden 14 personen bij dit ongeluk den dood.
NA DE VREESELIJK E CATASTROPHE
WERD ONMIDDELLIJK DE BRANDWEER
GEWAARSCHUWD die de vuurzee tracht^
te te blusschen. Eveneens zocht men naar over
levenden. Fotö genomen tijdens het blusscihen
DE VERNIELDE VLEUGEL VAN HET K.L.iM.-TOESTEL DE LUSTER" DE HOLLANDSCHE WINNAAR VAN DEN NOBELPRIJS PROFESSOR LADY FURNESS, de intieme vriendin van
HANGEND AAN HET DAK VAN HET HUIS, WAAROP DE MACHINE DERI JE - bij aankomst aan het station te Stockholm. V.l.n.r. mevr. Simpson dio mrs. Simpson aan Koning
Edward zou nebben voorgesteld. Lady Furnesa
IS GEVALLEN. Debije, prof. Euler en professor Debye. bij aankomst te Southampton.
Uit het Engelsch door
H. A. C. S.
11)
„Daniel Daniel, ben jij het? Ja, Ja.
Kom dadelijk. Het is Bayard. Hij is dood
geschoten. Vermoord. Vlug, Daniel". Ik kon
den tik van de andere telefoon hooren-
Heel duidelijk en ik wist, dat dr. Bouligny
den haak opgehangen had, maar Adela
B>ng door: „Inbrekers. Er waren inbrekers"
'oor zij de telefoon neerlegde.
„Nu Hilary", zei ze, verward. „Nu moet
'k Hilary opbellen. Nee, nee Daniel zal
l'el bij hem aanrijden Hilary moet het
Weten."
„Adela". Janice stond in de open deur.
door gezicht stond strak, en was zonder
schoonheid en leven. „Waar is Dave?"
Adela viel niet in een stoel neer. maar
kunde tegen de schrijftafel.
„He weet het niet. Ik weet het niet. Ja-
d'ce. Janice, wat zullen de menschen zeg-
«en?"
„Maar ze zijn gaan visschen. Dave en
«lien- Waar zijn ze nu? Waar is Dave?"
I Adela spande zich blijkbaar, en op een
ietlsche wijze, in, om flink te zijn. Dit
«as een van de twee keeren, dat ik haar
'ag wankelen. Haar gezicht was nog altijd
rjo! het van grijzen kalk was, maar, hoe
dok, ze speelde het klaar, zich weer te hul
len in dat ondoordringbare kleed van waar
digheid.
„Ze zijn waarschijnlijk nog aan het vis
schen. Ze zullen wej gauw terug zijn. Ik
moet Hilary hebben.' Ik ben overtuigd"
en hoe dapper zei ze het, door haar blauwe
lippen heen „Ik ben overtuigd, dat het
Inbrekers waren".
„Inbraak? Waarom, Adela meen je
lk zou nooit denken Janice's strakke
gezicht kreeg, een oogenblik, weer wat le
ven. „Zou dat het kunnen zijn?"
Ik ben overtuigd, dat het een inbreker
is Bayard betrapte hem, en werd doodge
schoten. Je leest daar iederen dag van,
in de krant. Dat Is het De safe Is achter
jou, Janice- Is die open?"
Maar het moet inbraak zijn. Ik zal hem
open maken. Eerst zal ik Hilary roepen".
Er klonken stemmen ln de bibliotheek.
Janice draaide zich om.
„Daar is Hilary. Met dr. Bouligny".
Dr Bouligny knielde neer. Hilary stond
naast hem. en keek naar beneden, zijn
plomp gezicht was aschkleurig. In de deur
opening stond Evelyn, die erg bleek was
onder haar bruine huid. Higby was ver
dwenen, maar Emmeline ging door met
haar purperen handen te wringen, en keek
naar dr Bouligny'3 mond.
„Hilaryzei Adela.
„Och, och, Adela, wat is dit verschrikke
lijk1 Hoe gebeurde het? Wie deed het? Wie
vond hem? Waar is Dave?"
Dave is gaar visschen met Allen Ca-
rick Zij zijn nog niet terug Kan je niets
doen. Daniel?"
Dr. Bouligny kwam met moeite over-
eind. Hij was een dikke, donkere man, met
een goedhartig rood gezicht en kleeren, die
altijd zakkerig zaten Zijn gezicht zag er
nu vlekkerig uit
„Er is niets aan te doen. Hij is dood. Wie
deed het?"
„Hoe lang is hij dood?" vroeg Hilary
scherp.
„Ik weet het niet. Ik kan het niet pre
cies zeggen". De dokter dacht even na en
zei: „Zie je. het is zoo warm vanmiddag"-
„O" hijgde Evelyn. Zij zonk neer in een
stoel, alsof haar knieën den dienst wei
gerden, en zei met een zwakke stem: „Wat
zullen de menschen zeggen?"
Drd. Bouligny këek even naar Hilary en
daarna naar Adela.
,,'t Is beroerd, maar ik was er bang
voor
„Het is duidelijk een geval van zelf
moord". viel Hilary vlug in de rede. Zijn
autorltatieve, eenigszins verwaande manier
van optreden kwam terug. „Het is duide
lijk een geval van zelfmoord, en niemand
kan bewijzen, dat het dat niet is".
„Zelfmoord?" zei dr Bouligny weifelend
zijn groote hoofd hing een beetje op zij
toen hij de tragische massa aan zijn voe
ten bestudeerde „Ja
Evelyn stnd plotseling op, greep snel een
sjaal van den divan, en legde die, met
zorg, over Bayard.
„Hij moest weggebracht worden, 't Is
eigenlijk niet fatsoenlijk, hem daar te laten
liggen. Op die manier. Op den grond 't Is
toch bij slot, van re'renin" Bayard."
..Wacht Neen Wij mc:'?n alles iaten.
zooals wij hem gevonden hebben, voor den
sherriff' ze: dr Bouligny.
„De sheriff zal zeggen, dat het aelfmoord
is", zei Hilary, met beslistheid. „En jij bent
lijkschouwer, Dan".
Dr. Bouligny zag er bezorgd uit.
„Ik houd, evenmin als jij, van een schan
daal, Hilary. Het zal mij, natuurlijk niet
zóó aangrijpen maar het is erg kwaad
voor jou, omdat iedereen weet, dat er ruzie
geweest is tusschen jou en Bayard. O, ik
weet ik weet" toen Hilary wou gaan
protesteeren „ik weet. dat jij hem niet
doodschoot, maar wat zullen de menschen
zeggen, weet je dat wel? Ik wil alles doen,
wat in mijn macht is, om het den kop ln
te drukken. Maar als het zelfmoord is,
waar is dan het- wapen?"
„Dat is hier", zei Hilary. „Dat is hier.
Dat is ja, dat- moet hier zijn!"
Wij keken allen, vluchtig, op den grond,
op de tafels, overal In de buurt van het lijk,
Ik herinnerde mij, hoe ik het opgemerkt
had, het allereerst Er had geen wapen in
de buurt gelegen, toen; daar was ik zeker
van.
„Maar het is geen zelfmoord", zei Adela.
,,'t Is een inbraak, 't Moet een inbraak ge
veest zijn. Er is wacht even, laat ik in
de brandkast kijken. Je weet. daar waren
de juweelen in, Hilary."
Wij volgden haar in de kleine studeer
kamer. De brandkast, nog een van de
ouderwetsche soort, massief en plomp, was
in een holte van den muur geplaatst, maar
zonder dat men geprobeerd had de draai
schijven verborgen te laten. Wij keken toe.
hoe zij met haar handen zenuwachtig
lastte en draaide. Fn toen de zware deur
open zwaaide, keken we. noe ze aan het
onderzoeken was. En de juweelen waren
verdwenen. Sle<&ts een stapel leege doozen
was overgebleven, je zag hun gele satijnen
voering, toen Adela's vlugge handen ze een
voor een open maakten.
„Ik wist het", ze ze. „Ik wist het. Kijk
maar, ze zijn weg. Het was inbraak. De dief
was hier bezig de brandkast leeg te halen,
Bayard hoorde hem, en kwam tusschen-
beide en de dief schoot op Bayard, en
vluchtte." Zij was waardig en bedaard. Zij
stak haar hand uit, en raakte een rood-
leeren doos aan. ..Daarin", zei ze, „zat de
broche van moeder."
Het was eigenaardig te zien, hoe de ge
zichten langzamerhand hun uitdrukking
van schrik verloren, en kalmer werden; al
leen Janice's gezicht bleef strak en koud.
Dr. Bouligny's oogen keken in die van
Hilary, en hij knikte flauwtjes.
„Dat is het", zei hij, opgelucht, ,,'t Is
precies zoo gebeurd als Adela zegt. Ieder
een heeft van de Thatcner-juweelen ge
hoord. En niemand in de buurt zou geloo-
ven, dat Bayard Thatcher zichzelf heeft
doodgeschoten."
„Maar", zei Hilary, die plotseling in de
war gebracht was en opnieuw een schrik
kreeg, „de juweelen! Het is de familie-
verzameling. Zij zijn een klein fortuin
waard. Wij moeten ze te pakken krijgen."
„Dat is de zaak van den sheriff", zei dr.
Bouligny, bijna vroolijk, en op hetzelfde
oogenblik keek Adela, met koude en ver
blufte oogen, op een vreemde manier, naar
Hilary.
„Denk je niet, dat het de kosten waard
is?" zei ze. op een kouden toon.
(Wordt vervolgd).