De Pietje een Pieter werd Jaargang Donderdag 3 December 193i No. 49 je Stam was al bijna tien jaar en was St. Nicolaas in het steegje, waar nisje stond, geweest. Dit steegje was >0 nauw en 't liep dood, doordat heel einde een steenen muiy: stond. En 's moeder zei, dat het schimmeltje, voor dien muur, daarom het steegje 'n wilde gaan. Maar dit jaar zou t-och echt aan Sinterklaas vragen, n het steegje te willen komen, want it zou over eenige dagen de school :en. es nu vandaag eens niet verlegen, sprak op den morgen van dien groo- ig meester Wins tot het vlijtige, maar erlegen Pietje. „En geef den Sint een ijk antwoord, wanneer hij je iets t zal 'k doen, meester," beloofde het Maar ach, toen dien dag St. Nico- de klas binnenkwam, durfde Pietje liet op te kijken. En.daar stond al voor zijn bank! Maar gelukkig hij het allereerste aan Bartje Bol, die verlegen was: „Wel, Bartje, wat wil rden, als je groot bent?" t een kar langs de huizen loopen en „Wie heeft er vodden en beenen?" t Sinterklaas," zei Bartje. een vodden-koopman, hè?" lachte nt en daarna liep hij naAr de ach- bank, deed ook daar een vraag en kwam hij bij Pietje en zei: „Wel, Stam. wat wil jij graag worden?" ikstamelde Pietje en hij laar meester, die hem aanmoedigend kte, „o, ik wil gr.... graag een zwarte Piet worden." dit antwoord lachte heel de klas ja, de onderwijzer. Alleen St. Nicolaas it hii bleef ernstig en vroeg verbaasd: „Waarom wil jij zoo iets vreemds worden?" „Omom het lekkers te strooien voor de kinderen en voor u den zak te dragen, en omdat u zoo goed bent, meneer Sinter klaas", was het verlegen antwoord. „Wel jammer, dat 'k maar één Zwarte Piet noodig heb." sprak de Sint vriendelijk. „Maar je kunt nooit weten.Waar woon je, Pietje?" „In het Hazen-steegje, meneer Sinter klaas," legde de jongen hem uit. ,,'t Is een nauw steegje met een hoogen muur heel aan 'teinde. En 'tis alleen om dien muur, dat uw schimmeltje nooit in ons steegje komt, zegt moeder. O, hoe had hij het toch durven ver tellen! Met een kleur van schrik keek hij den Sint aan. en.... die lachte, en zei heel zacht: „Mijn schimmeltje loopt toch óók over de hooge daken en is nooit bang. Waarom zou hij nu bang zijn voor dien muur in jullip steegje?" Maar. dat hij in 't steegje zou komen, dat zei de Sint niet. En Pietje durfde hem dit ook niet vragen. Juist kwam ook Pieter de klas binnen en begon het lekkers naar alle kanten te strooien. Lachende keek toen St. Nicolaas naar de grabbelende jongens. Hii zag. hoe Bartje Bol ziin broekzakken volpropte en hoe gulzig Kees Knol, met vollen mond cn reeds met lekkers gevulde handen, de laaMe suikerbeestjes opraapte. Hij zag ook. hoe weinig Pietje had bij- eengegrabbeld. Doch niets zei de Sint tot de gulzige jongens, nóch tot Pietje. En weldra verbet hij, gevolgd door Pieter, het schoollokaal. Toen Pietje dien namiddag thuiskwam, vertelde hij dadelijk aan moeder, wat St. Nicolaas over het schimmeltje had gezegd. „Dit is nooit bang, moeder," zei hy. „Maar toch zal ook dit jaar Sinterklaas niet bij ons komen, mijn jongen," sprak moeder. ,,'kHoop toch maar, dat Sinterklaas de kinderen van buurvrouw Rand wat zal brengen," zei Pietje. „Die krijgen óók nooit iets lekkers." Met de gedachten aan buurvrouws kin deren, die óók hoopten op de komst van den Sint, sliep Pietje dien avond in. Hij droomde toen, dat hij als Zwarte Piet. op een ezeltje over het dak van zijn eigen huisje reed. En op eens stootte het ezeltje zijn kop tegen den hoogen muur en viel van het dak! Daardoor viel hij zelf ook en.... werd wakker! Maar toen hij ver schrikt de oogen opende, zag hij,.dat hij vóór zijn bed. op den grond lag, en dat het al dag was. Hij hoorde toen ook. dat moeder de kachel aanmaakte. Vlug stond hij op en liep naar het keukentje. „Zoo, jongen, behoef ik je vandaag niet wakker te schudden?" vroeg moeder. „Ze ker omdat het vandaag 5 December is, hè?" „Ja, en vanavond zetten de kinderen hun schoenen onder den schoorsteen," zuchtte Pietje. „En Sinterklaas rijdt met Pieterbaas over de daken Moed*er zei niets; ze rakelde in de asch en daarna maakte zij het ontbijt, brood met spekvet, gereed. Vroeger dan gewoonlijk kwam Pietje dien morgen in de klas. „Wel Piet, wat ben jij vroeg vandaag," sprak meester Wins. „Kon je soms ruiken, dat 'k een boodschap voor je heb?" „O, moet 'k een boodschap voor u doen, meester? Waarheen?" vroeg de jongen. „Neen, 'k kreeg een boodschap vo?r jou van St. Nicolaas," legde meester hem - uit. Al heel vroeg vanmorgen kreeg ik Sints boodschap, dat Pieter heel erg verkouden is, zóó erg, dat hij in zijn bed moet blijven. Daarom vraagt nu Sint Nico laas, of jij vandaag Piets werk wilt doen. Je moogt dan ook zijn mooi pakje aan trekken en „Ook op een ezeltje over de daken rij den?" viel Pietje, aan zijn dToom den kende, in. „Neen, dit is geen werk voor kleine jon gens", sprak meester. „Jouw werk is pakjes neerleggen op de drempels van huizen welke de Sint je aan wijzen zal; daarna aanbellen en.... weg- loopen. En je zult ook lekkers moeten strooien „O, zeker in de huizen van de rijke menschen, hè meester?" vroeg Pietje. „Neen. daar is Sint Nicolaas gisteren al geweest", was het antwoord. „Maar overal, waar de Sint vandaag heengaat, mag jij met hem mee hoor!" „Wat fijn, dat ik nu echt eens het knechtje van Sinterklaas mag zi.in!" juichte Pietje. „En wat zal moeder blij zijn." „Dat zal ze. jongen", zei meester. „Maar denk er vooral aan dat je vanmiddag heel schoon gewasschen bij den Sint komt en niet met vuile handen zooals nu". Pietje keek naar zijn handen, ,,'t Was in ons keukentje ook nog zoo erg donker, toen 'k me waschte, meester", vertelde hij wat verlegen. „Maar 'k zal ze wel flink schoonmaken. Hoewel Pietje dit beloofde, begreep hij niet, waarom hij zoo schoongewasschen moest zijn. Want als hij er moest uitzien als de echte Pieter. zouden zijn handen en ook zijn gezicht wel zwart gemaakt worden, dacht hij. Doch over dit zwartmaken nog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 15