yoorstellen van B. en W.
van Leiden
TMHKILAT
FOTO-PAKKETTEN
Ufo Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 1 December 1936
Vierde Blad No. 23524
Steun aan de N.V. Sportfondsen
De gemeente borg voor 95.000
Aeejft uiteen
Tiieutüó
■n
.i.
/Vyó 25 cit
■onAouxi.
-4 ómaA&ti
VOLLÊMELK
HAZELNOOT
OE3SERT
NATUREL (BITTER)
ZWITSERSCHE
&n e&nbue&t
fcucuxiefoto
tüe£/U pjJuist iAattS
ZteeSi (jfuwvne sujuCt witteen Sehtttc^n
cljLbA foto ió iató Ttieuwó en A&ei moot.
In den loop van de maand Februari 1935
deelde de kort te voren opgerichte afdee
ling Lelden van de N.V. „de Sportfondsen"
mede. dat plannen bestonden om ook in
onie gemeente te geraken tot de stichting
tan een z.g. sportfondsenbad. Met het oog
op het sociaal-hygiënisch belang, dat de
bevolking bij de totstandkoming van een
joede. Weilziekte-vrije zweminrichting
heeft, verzocht het bestuur der afdeellng
8 en W. na te gaan, op welke wijze de ge
meente een spoedige totstandkoming van
een sportfondsenbad zou kunnen steunen.
Van de zijde van de burgerij bestond
voor de plannen dadelijk belangstelling en
ook het College van B. en W. nam van het
voornemen der afdeellng met ingenomen
heid kennis. Vooral de omstandigheid, dat
je gemeente, sedert de zweminrichting
jan het Rijn-Schlekanaal moest worden
jesloten, nog slechts over één zweminrich
ting beschikt, was aanleiding de medewer-
ting van de gemeente in nader te bepalen
vorm en mate dadelijk In ernstige over-
leging te nemen.
Gelijk toch de Commissie van Financiën
In een harer rapporten opmerkt, moet voor
«n stad van de grootte en structuur aca
demie, enz.) als Leiden, één zweminrich
ting, die bovendien alleen des zomers kan
wrden gebruikt, beslist onvoldoende wor
den geacht, en is de gemeente aan het
klang der zwemsport, dat tevens het be
ling van de volksgezondheid is, verplicht
en tweede inrichting tot stand te helpen
rangen.
Hu zou de gemeente ook zelf een zwem
bad kunnen bouwen, maar de vorm van
en sportfondsenbad is voor haar veel aan
trekkelijker, omdat op deze wijze de nood-
Bkelijkheid voor de gemeente, om in het
(•kort aan zwemgelegenheid te voorzien,
t? gelukkige wijze kan worden gecombi-
ard met de pogingen van het particulier
aitiatief. om een bad te verkrijgen, ge-
ihikt voor het zwemmen des zomers en
des winters. In dat geval heeft de gemeente
net den bouw en de exploitatie geen
jchtstreeksche bemoeiingen, vermits een
li ander door en voor rekening van de op
z richten N.V. Leidsch Sportfondsenbad
pchiedt. Alleen verleent de gemeente
pre medewerking door voor een gedeelte
tin de bouwkosten een leening te ver-
pekken of te garandeeren, terwijl de wijze
Rn organisatie van de sportfpndsen, niet
K minst het spaarinstltuut, er op is ge-
:ht de financiëele medewerking van de
ien duurzaam te maken, waardoor het
der gemeente gunstig wordt be-
brloed.
In overleg met adressante werd dan ook
Btond nagegaan, welke gemeentelijke
hemen voor de stichting van een sport-
odsenbad in aanmerking zouden kunnen
Imen.
Als algemeene eisch moest worden ge-
tld, dat het terrein een gunstige en vrije
®ng heeft in een aantrekkelijke om
ging, en dat het voldoende groot is om
hst de eigenlijke overdekte bad- en
''-".inrichting een flink buitenbassin te
Mnen bevatten. Door bultendienststel-
«8 van de zweminrichting aan het Rijn-
raekanaal bestaat immers vooral des
«kers een groot tekort aan zwemgelegen-
zoodat een buitenbassin onmisbaar
wuiraiu«sui uniinsoaar
i, de exploitatie van de inrichting in haar
Itteel is daarmede trouwens ook gebaat.
LP,?e eerste plaats viel het oog op het
jrauttersveld, als zijnde centraal gelegen
ij de stadszijde van den spoorwegover-
MS aan den RIJnsburgerweg. met goede
«gangen van uit de verschillende stads-
Aan de keuze van dit terrein
«en toentertijd echter twee belangrijke
«waren verbonden.
to de eerste plaats gold de bedenking, dat
«deputeerde Staten geen goedkeuring
naden verleend aan het uitbreidingsplan
Mrzooveel het Schuttersveld betrof, als
«joig waarvan voor het stratenplan te
•'h plaatse een nieuwe oplossing moest
ii, Ün gezocht. Het tweede bezwaar was,
jnnet Schuttersveld als militair oefen-
wem is verhuurd aan het Rijk; hoewel
W militaire autoriteiten onderhande
len werden gevoerd over een geheel
exercitieterrein, was het zeer de
of binnen den termijn, dien men
v?°r de oprichting van het sportfond-
"oao had gedacht, over het benoodlgde
eelte de beschikking zou kunnen wor-
verkregen.
en ander had ten gevolge, dat de
met volledige instemming van de
j Ondsen", ten slotte op het eveneens
kiiH geIeSen terrein aan de zuidzijde
"den Wassenaarschen weg viel. Inmid-
JJ werden ook belangrijke detailpunten
ÏT °<*en gezien, waarna B. en W„ ten-
ImL 1 definitieve plannen te komen, in
Tröstemming met de adviezen van de
«missies van Fabricage en van Finan-
thfii n het bestuur der afdeeling bij
Sven van 29 November 1935 mcde-
dat het College bereid was het
Mdeeren van rente en aflossing te be-
ij. ren voor een geldleenlng tot dekking
;«n gedeelte der kosten van een sport-
fin, d °P genoemd terrein aan den
J^arschen weg; B. en W. verzochten
w";5!uur alsnu plannen met daarbij be
t, ™e stichtings- en exploitatiebegroo
'n te dienen, doch zij gaven
®r>en, dat met het oog op de
„0 tijds-
ht|» I Sheden de plannen en de explol-
!*Set mogehjk moesten worden
kaldus een belangrijke voorarbeid
'frlcht, deelde het bestuur der afdee-
^®1 missive van 10 Januari 1936 mede,
Khii terrein aan den Wassenaarschen
S,nader onderzoek voor het doel on-
•t bleek te zijn, daar de Poelwete-
liw,'mitreinigd water afvoert, wat ge-
't-,''°°r een goede exploitatie opleverde.
'>,!n hierin alleen afdoende veran-
■fc, 011 worden gebracht door aanslul
I ttf10 deze stadswijk op de centrale
I en toen nog niet viel te zeggen,
wanneer deze aansluiting aan de beurt
zou komen, werd van dit terrein afge
zien, en viel wederom het oog op het
Schuttersveld, dat, gelijk werd opgemerkt,
van den aanvang af reeds de meest gun
stig gelegen plaats werd gevonden.
Eenige dagen later zond de afdeeling
een voorontwerp in voor de stichting van
een sportfondsenbad met buitenbassin op
een gedeelte van het Schuttersveld, met
het verzoek, om dit terrein in erfpacht te
mogen ontvangen. Tevens voegde zij daarbij
een stichtings- en exploitatiebegrooting.
De bouwkosten werden (exclusief grond)
geraamd op max. f. 175.000, waarvan de
leden zelf f25.000 zouden fourneeren, ter
wijl voor het restant dan een leening on
der garantie van de gemeente zou moeten
worden aangegaan.
Het College besloot thans allereerst den
Minister van Defensie te vragen, of tegen
den afstand van het benoodlgde gedeelte
van het Schuttersveld bezwaar bestond;
aangezien inmiddels de onderhandelingen
met het Rijk over een nieuw exercitie-ter
rein vorderingen hadden gemaakt, mocht
de hoop worden gekoesterd, dat in dit
opzicht geen onoverkomenlijke moeilijk
heden meer zouden worden ondervonden.
Hetzelfde kon worden verwacht ten
aanzien van de kwestie van het uitbrei
dingsplan; pok deze zaak was in een ver
der stadium gekomen, terwijl ook overi
gens, wegens de ligging van het terrein
in dit deel van het uitbreidingsplan een
hoekperceel benoorden de bestaande be
bouwing aan de Schutterstraat en beoos
ten den Maredijk de mogelijkheid van
een tijdige oplossing thans niet terzijde
behoefde te worden gesteld. Na ingewon
nen advies van de Commissie van Fabri
cage traden B. en W. dan ook in April 1936
ter zake in overleg met de Gewestelijke
Commissie voor de uitbreidingsplannen.
Dit overleg is op dit oogenblik nog niet
beëindigd, doch er bestaat gegronde ver
wachting, dat de plannen voor het sport
fondsenbad geen belemmeringen uit dezen
hoofde zullen ondervinden; ook wat het
Rijk betreft, mag er, gelet op den huidlgen
stand der onderhandelingen, op worden
gerekend, dat over den grond tijdig kan
warden beschikt.
Het door de Sportfondsen ingediende
plan was intusschen. zooals B. en W. op
merkten, slechts een voorontwerp. Het be
stuur, het belang inziende van een zoo
goedkoop mogelijken en toch degelijken
bouw, bleef overeenkomstig den door
B. en W. gegeven wenk voortdurend be
dacht op zoo eenigszins mogelijke verla
ging van de bouwkosten.
Nadat het bij schrijven van 4 April 1936
de bouwsom voor een overdekte bad- en
zweminrichthig met buitenbassin had ver
laagd tot f. 150.00, diende het einde Aug.
1936 een nieuw, en ditmaal definitief plan
in, waarvan de kosten exclusief den
grond op f. 120.000 werden geraamd.
Dit project bevat een binnenbassin van
25 x 12 M., met een voldoend aantal ca
bines en twee gemeenschappelijke kleed
zalen, en voorts een buitenbassin met een
lengte van 50 M en een breedte van 15 M.
De overdekte inrichting kan later, desge-
wenscht, op betrekkelijk eenvoudige wijze
met een afzonderlijk ondiep, z.g kinder
en instructiebassin worden uitgebreid
Oorspronkelijk is er sprake van geweest
de overdekte Inrichting met een ver
schuifbare kap te maken; het nieuwe plan
sluit deze mogelijkheid uit, daar er geen
ruimte is voor een plat dak, waarover de
kap kan worden geschoven. Evenwel be
staat tegen een vaste kap geen bezwaar,
aangezien er tevens een vrij groot buiten-
bassin komt.
De canon van het in erfpacht te
geven terein, dat een grootte heeft van
pl.m. 4370 vierk. M„ dient te worden
berekend naar een rente van 4*/i en
een grondwaarde van f. 33.200, welke
laatste als volgt is becijferd:
Van het terein is bij het uitbreidingsplan
een gedeelte voor sport- en speelterrein
bestemd, en het restant voor woningbouw.
Voor laatstgenoemd gedeelte is verschul
digd de waarde van bouwrUpen grond:
voor het andere gedeelte kan worden vol
staan met vergoeding van den kostprijs.
Men komt alzoo tot een totaal bedrag van
rond f33.200 of, naar 4 tot een canon
van f. 1.328.Ten aanzien van dit terrein
zal de gemeente kunnen volstaan met ver
breeding van het betrokken gedeelte van
den Maredijk; de kosten, welke ten laste
van het Grondbedrijf komen, als behoo-
rende tot de kosten van bouwrijp maken,
worden geraamd op f. 5000.
De Sportfondsen participeeren zelf
voor een bedrag van ten minste f 25.000
in de bouwkosten (zonder gTond), zoo
dat de gemeente zal hebben te ga
randeeren de rente en aflossing van
een leening van ten hoogste f. 95.000,
met een looptijd van 20 a 30 jaren.
Op de exploitatiebegrooting wordt der
halve slechts rente uitgetrokken over dit
bedrag van f. 95.000. De verdere uitgaven
ramingen zijn geschied met inachtneming
van de ervaring, die bij overeenkomstige
inrichtingen elders is opgedaan.
De raming van het aantal baden, die
uiteraard de voornaamste ontvangsten le
veren, is, wanneer men vergelijkingen met
andere inrichtingen trekt, eveneens ver
antwoord. Bij het ontwerpen van de ta
rieven moest natuurlijk rekening worden
gehouden zoowel m*' het belang der ge
meente, als m<-* van de Sportfondsen
zelf bij een slu"-nd- rekening, doch deze
omstandigheid belet niet, dat des zomers
v HOLLANDSCH
CHOCOLADEFABRIEK
VRAAGT DUS UW WINKELIER DEZE TJOKLAT FOTOPAKKETTEN,
3049
(Ingez. Med.)
populaire tarieven in uitzicht kunnen wor
den gesteld van 12'/; cent voor volwassenen
en van 10 cent voor kinderen, ongeveer
overeenkomende met de gewone tarieven,
die voor de inrichting van het Rijn-Schie-
kanaal golden. Ook ligt het in het voor
nemen om vereenigingen en dgl. in de ge
legenheid te stellen haar leden tegen aan
zienlijk gereduceerde prijzen te laten
zwemmen; door deze maatregelen zal de
inrichting voor een breede laag der bevol
king toegankelijk zijn.
Tenslotte nog enkele korte opmerkingen
over het risico, dat.de gemeente door het
verleenen van de garantie loopt. B. en W.
wezen er boven reeds op, dat het risico
der gemeente gunstig wordt beïnvloed door
het instituut der spaarders. Niet slechts,
dat een gedeelte der bouwkosten uit eigen
middelen wordt gefinancierd momen
teel zijn er bijna 500 spaarders met een
gestort bedrag van pl.m. f. 22.000 maar
door de voortgaande stortingen zal op de
leening ook extra kunnen worden afge
lost, waardoor de rentelast vermindert en
het risico voortdurend kleiner wordt. En
wanneer bekend wofdt, dat de gemeente
de plannen definitiefsteunt, zal het aan
tal spaarders, en daarin ede de stortingen,
ongetwijfeld in sterkere mate toenemen.
Verder wordt er de aandacht op ge
vestigd, dat de exploitatieraming nog
is opgezet naar een rente van 4'/i
terwijl wellicht tegen een lagere rente
zal kunnen worden geleend.
Een andere voor de exploitatie gunstige
factor is, dat aan uitbreiding van zwem
gelegenheid een dringende behoefte be
staat; dit zal het gebruik van de inrich
ting zeer zeker stimuleeren en B. en W.
hebben dan ook alle vertrouwen, dat de
onderneming zal slagen.
Voorts zij opgemerkt, dat de gemeente
de kosten van onderhoud ,enz. der inrich
ting aan het Rijn-Schiekanaal voor het
grootste gedeelte uitspaart.
Bovendien mag bij de beoordeeling van
het risico, dat de gemeente in deze zou kun
nen loopen, vooral niet uit het oog worden
verloren dat de gemeente door de uit
schakeling van de zweminrichting aan het
Rijn-Schiekanaal in een uitzonderlijke po
sitie is geplaatst, die haar noopt op kor
ten termijn in meerdere zwemgelegenheid
be voorzien. En gesteld voor de vraag op
welke wijze daarin het best kan worden
voorzien, aarzelen B. en W. niet te ver
klaren, dat de thans voorhanden oplossing
met het daaraan verbonden, beperkte ri
sico, verre de voorkeur verdient boven het
andere alternatief, den bouw van een eigen
inrichting met de daaraan verbonden zor
gen en lasten van de exploitatie.
Men bedenke daarbij, dat zelfs een een
voudige open zweminrichting een belang
rijke uitgaaf vergt, en dat de gemeente
daartegenover thans in de gelegenheid is,
behalve een buitenbassin, een overdekte
Inrichting te verkrijgen, dit onder geen
andere verplichting dan de garantie van
een leening, welke door de exploitatie
mogelijkheden gedekt mag worden geacht.
Volledigheidshalve voegen B. en W. aan
het bovenstaande nog toe. dat van den
heer A Koster te Haarlem in Maart 1935,
nadat dus het overleg tusschen de „Sport
fondsen" en de gemeente reeds was ge
opend, eveneens een aanvrage inkwam om
met financiëele medewerking van de ge
meente een bad- en zweminrichting te
mogen bouwen. Deze aanvrage en verdere
aanbiedingen van den heer Koster open
den geen zoodanige perspectieven, dat er
aanleiding bestond om met hem, ondanks
de aan den gang zijnde onderhandelingen
met de Sportfondsen, in contact te treden.
HET CAPITULANTENSYSTEEM.
Bij de wet van 29 November 1935 tot ver
laging van de openbare uitgaven is het
zgn. Capitulantenreglement vastgesteld,
welk reglement beoogt overgang van mili
tair personeel naar den burgerlijken dienst
mogelijk te maken.
Ter bereiking van dit doel bepaalt artikel
1 van het Capitulantenreglement, dat
dienstplichtige onderofficieren met rang
van sergeant, die ingevolge vergunning van
den Minister van Defensie in den zin van
artikel 35 der Dienstplichtwet een tijdvak
van zes jaren in werkelijken dienst hebben
doorgebracht, onder meer aanspraak heb
ben op benoeming tot ambtenaar in dienst
van een gemeente in een ambt of betrek
king aan te wijzen bij een ingevolge de be-
-alinsen van genoemd reglement door het
daartoe bevoegd gezag vast te stellen
regeling.
Op een dergelijke benoeming kunnen
krachtens het bepaalde in artikel 2 van het
reglement mede aanspraak maken: vrijwil
lig dienende manschappen der Koninklijke
Marine, behoorende tot het Korps Mari
niers. korporaals van het Korps Politie-
troepen, marechaussees, remonterijders en
eervol uit den dienst bij het Koninklijk
Nederl.-Indisch leger ontslagen Euro-
peesche militairen beneden den rang van
sergeant, die gedurende een bij dat artikel
bepaalden tijd als zoodanig hebben ge
diend.
De in de artikelen 1 en 2 genoemde mi
litairen en gewezen militairen worden aan
geduid met de benaming „capitulant".
Krachtens het bij artikel 12 van het
Capitulantenreglement aan artikel 179 der
Gemeentewet toegevoegde nieuwe lid is de
Gemeenteraad verplicht, onder goedkeu
ring van Gedeputeerde Staten, de ambten
en betrekkingen aan te wijzen, welke
met uitsluiting van andere gegadigden
slechts kunnen worden vervuld door mili
tairen of eewezen militairen, die ingevolge
een wettelijke regeling aanspraak hebben
op benoeming tot ambtenaar in dienst
der gemeente, terwijl ingevolge het bepaal
de in art. 15, tweede lid. van meer genoemd
reglement de raad vóór 9 December 1936
aan deze haar bij de wet opgelegde ver
plichting zal moeten hebben voldaan.
Weliswaar is in het nieuwe tweede lid
van artikel 179 der Gemeentewet aan de
Kroon de bevoegdheid voorbehouden om
van deze verplichting ontheffing te ver
leenen. doch, blijkens de toelichting op 't
ontwerp van wet, heeft men daarbij al
leen het oog gehad op enkele kleine ge
meenten, zoodat onze gemeente voor het
verkrijgen van zoodanige ontheffing zeker
niet in aanmerking zal kunnen komen.
Teneinde te bereiken, dat de door capi-
tulanten te vervullen ambten en betrek
kingen zooveel doenlijk worden aangewe
zen naar gelijken maatstaf als voor het
Rijk is geschied, heeft de Directeur van 't
Centraal Capitulantenbureau ter zake
overleg gepleegd; het leidde tot volledige
overeenstemming inzake een verordening.
Ter toelichting daarvan moge nog het
volgende worden medegedeeld.
Bij de aanwijzing van de voor capitu-
lanten te bestemmen functiën, waarom
trent uit den aard der zaak mede overleg
is gepleegd met den Burgemeester als
hoofd der politie en met de hoofden var.
takken van dienst, moest er allereerst re
kening mede worden gehouden, dat alleen
die betrekkingen in aanmerking kunnen
komen, waaraan een zoodanige wedde is
verbonden, dat de betrokkene daarmede in
zijn levensonderhoud en dat van zijn ge
zin kan voorzien; nevenbetrekkingen ko
men dus voor aanwijzing niet in aanmer-
kin. Gelet op de schoolontwikkeling, die
de capitulanten zullen bezitten en die in
het algemeen niet zal uitgaan boven die,
welke door het met vrucht volgen van het
uitgebreid lager onderwijs wordt verkre
gen, komen voor aanwijzing voorts alleen
in aanmerking zgn. „begiri'-betrekkingen,
waarvoor in den regel geen bijzondere
vakbekwaamheid wordt vereischt, al is de
aanwijzing van betrekkingen. waarvoor
eenige vakbekwaamheid of bijzondere ken
nis wordt vereischt, niet geheel uitgesloten.
Door alleen zgn. „begin"-betrekkingen
aan te wijzen, wordt bovendien het voor
deel verkregen, dat de bevordering van 't
reeds in dienst zijnde gemeentepersoneel
niet wordt belemmerd.
Tenslotte moest er bij de aanwijzing van
de betrekkingen rekening mede worden ge
houden dat capitulanten in de voor hen
aangewezen betrekkingen uitsluitend in
vasten dienst kunnen worden benoemd
Deze eisch maakt mede een wijziging van
het Ambtenarenreglement 1934 noodig.
welke B. en W- binnenkort aanhangig zul
len maken.
BENOEMINGEN EN ONTSLAG.
De Commissie van Toezicht op het Mid
delbaar Onderwijs beveelt aan ter voor
ziening in de vacature van den heer M. G.
Bon: 1 de heer B. Moolenburgh. 2. de
heer ir F Stokhuyzen.
De bestuurderen der Stedelijke Werkin
richting dragen voor in de vacature van
den heer G. J. van Deene- 1- de heer B.
Bouchier, 2. de heer J. Th. Perquin.
B. en W, stellen voor op verzoek eervol
nntslag te verleenen aan den heer F. Nuys
als tijdelijk leeraar in de Oude Talen aai.
het Gymnasium. Curatoren bevelen in deze
vacature aan: 1. den heer J. Smits te Haar
lem; 2. mej- I. Gerhardt, te Groningen.
In de vacature van mej. dra. M. E. Jo^
kerWesterveld als leerares in de wis-,
natuur-, werktuigkunde en cosmographie
aan de H.B.S. voor Meisjes bevelen B. en
W. aan: 1. mej. dra. A C. Bakker te Am
sterdam, 2. mej. dr. C. G. Overhoff te Arn
hem.
B. en W. stellen voor op verzoek eervol
ontslag te verleenen aan den heer P. W-
Hasselbach als boekhouder-directeur van
de Stedelijke Werkinrichting.
B. en W. stellen voor de heer W. H. den
Hartigh, Administratief-Hoofdambtenaar
bij den dienst der Gemeentewerken, thans
ingedeeld in den rang van hoofdcommies,
met ingang van 1 Juli 1936 te bevorderen
tot den rang van hoofdambtenaar, met
bepaling, dat de vervaltijd van de eerst
volgende periodieke verhooging in den
nieuwen rang met 6 maanden wordt be
spoedigd.
VERHUUR GEBOUWEN.
Bij raadsbesluit van 12 October 1936
werd aangekocht het winkelhuis Haarlem
merstraat No. 263, dat van maand tot
maand verhuurd ls aan den fotograaf A.
van Vliet voor den prijs van f. 80per
maand. Hij zou gaarne huurder van dit
perceel blijven, maar verzoekt de huursom
te verlagen tot f-600per jaar, straat
belasting inbegrepen. In dat geval is hij
bereid een huurcontract aan te gaan tot
1 Mei 1938, en vervolgens van jaar tot jaar
B. en W. stellen voor dit voorstel te aan
vaarden.
24 September 1934 werd besloten het
gymnastieklokaal en vier leslokalen van
het voormalige schoolgebouw Nieuwe Mare
No. 13 en de bovenwoningen Lammermarkt
Nis 65a en 67a te verbouwen voor uitbrei
ding van de kantoorruimte van den dienst
van Maatschappelijk Hulpbetoon.
De vergoeding voor het gebruik van dezo
nieuwe kantoorlokalen behoort alsnog te
worden vastgesteld. Maatschappelijk Hulp
betoon betaalt, ingevolge Raadsbesluit van
18 Dec. 1933 voor het gebruik van het
perceel Nieuwe Mare No. 15 f. 1.200.per
jaar, en voor het gebruik van het voor
malige IJkkantoor aan de Lammermarkt
f-200 per jaar. De Gemeentelijke Com
missie kan er zich mede vereenigingen,
dat de vergoeding voor het gebruik van de
lokalen in het voormalige schoolgebouw
Nieuwe Mare No. 13 wordt bepaald op
f. 500.— per jaar, en die voor het gebruik
van de voormalige bovenwoningen Lam
mermarkt Nis 65a en 67a op f. 400.per
jaar, zoodat Maatschappelijk Hulpbetoon
in totaal f. 2.300.zal betalen voor de bij
dezen dienst in gebruik zijnde kantoren.
VERBETERING KIPPENBRUG.
Over de Kippenbrug, welke tusschen de
leuningen een totale breedte heeft van
4.50 M., moet zoowel het rijverkeer als het
verkeer met voetgangers plaats vinden.
Het behoeft geen betoog, dat deze geringe
breedte gevaren oplevert en wel in de eer
ste plaats voor de voetangers- Hierbij komt
nog. dat motorrijtuigen van eenigen om-
vane moeilijkheden ondervinden bij het
oprijden van de zijde van de Aalmarkt,
aangezien daar ter plaatse verbreede op
ritten ontbreken.
Afdoende verbetering is te verkrijgen
door verbreeding van de brug tot 11 M.,
waarbij aan weerskanten op trottoirs van
2.5 M. gerekend is, terwijl aan alle zijden
schuine vleugels zullen worden gemaakt.
De kosten van dit werk worden in totaal
geraamd op f. 6500.
SCHOOLKWESTIES.
B. en W. stellen voor medewerking te
verleenen aan het bestuur der Geref.
Schoolvereeniging alhier tot aanschaffing
van leermiddelen voor de U.L.O.-school
Hoogl. Kerkgracht ad f. 500
HERDOOPING STRATEN.
Het standbeeld van Boerhaave en de
naar hem genoemde straat, beide gelegen
in de onmiddeellijke nabijheid van het
Academisch Ziekenhuis, hielden vroeger
tezamen de herinnering aan den grooten
geneeskundige levendig. Door de verplaat
sing van het. Ziekenhuis en vervolgens van
het standbeeld is deze éénheid verbroken.
Het verdient naar meenin van B. en W.
aanbeveling, indien mogelijk, de oude toe
stand te herstellen, hetgeen zou kunnen
plaatsvinden door aan de Oegstgeesterlaan
den naam Boerhaavelaan te geven. Welis
waar verdient het wijzigen van bestaande
straatnamen in het algemeen geen aan
beveling, doch in het onderhavige geval is
er om de zooevengenoemde reden wel aan
leiding, om tot naamsverandering over te
gaan, temeer omdat de naam Oegstgees
terlaan minder juist is. daar deze laan
niet naar Oegstgeest voert.
Om verwarring te voorkomen, zouden
B. en W- den naam van de Boerhaavestraat
ook wenschen te wijzigen. Aan deze straat
ware haar oude naam le Binnenvestgracht
terug te geven, waardoor deze gracht zich
aerhalve zou uitstrekken van de Nieuwe
Beestenmarkt tot aan de Morschstraat.
OPZEGGING LIDMAATSCHAP.
Op 19 Maart 1934 besloot de Raad tot
het aangaan van een gemeenschappelijke
regeling met gemeenten van 40.000 of meer
Inwoners ter bevordering van een doelma
tige behandeling van gemeentelijke perso
neelsaangelegenheden. Krachtens deze re
geling is door de gemeente een jaarlijk-
sche bijdrage verschuldigd van f. 1.50 per
1000 inwoners, d.i. gerekend naar het aan
tal inwoners op 1 Januari j.l„ van:
73 X f. 1.50 f. 109.50.
Aangezien, gelijk B. en W. ook reeds in
den geleide-brief betreffende ds ontwerp-
gemeentebegrooting voor 1937 hebben me
degedeeld, de financieele toestand der ge
meente noopt, mede op haar uitga
ven wegens subsidiën en lidmaat
schappen, zooveel mogelijk te bezui
nigen, dient ook de aansluiting aan de
bovenbedoelde gemeenschappelijke regeling
te worden beëindigd en dit te eer, nu B.
en W. in hun verwachtingen omtrent het
nut, dat het nieuwe instituut voor onze
gemeente zou kunnen hebben, wel eenigs-
zijn teleurgesteld.
Ingevolge het bepaalde in art. 20 van de
-emeenschappelijke regeling moet van de
beëindiging ten minste één jaar van te
voren aan het in die regeling bedoelde
centraal orgaan worden kennis gegeven en