Ugeroefeningen - De herdenking van Neerlands onafhankelijkheid LARS HANSEN LEIDSCH DAGBLAD tweede Blad 77ste Jaargang FEUILLETON DE NATIONALISTEN TE MADRID Op onze foto ziet men hen in de straten van het dorp Alcorcon, één der voorsteden van Madrid BEELD VOOR DE MO ER DIJK BRUG. De Amsterdamsohe beeldhouwer F. J. van Hall aan den arbeid aan een beeld, dat in brons zal worden uitgevoerd en bestemd is voor de Moerdijkbrug, Het stelt voor een triomfeerende figuur, die Noord- en Zuid-Nederland verbindt. geraakt en wij hadden het sohip verloren". Afgemat zette hij zich neer. De Adjunct wachtte even; toen zei hij, nadat hij de woorden van Sivert in het proces-verbaal had genoteerd: ,Je antwoord bewijst dus, dat je zeer goed in de richting van de sloep hadt kunnen zeilen. Je waart dan dichter in de buurt van de vier mannen gekomen dan door Zuidwaarts te koersen. Dat je dan je schip had verloren.daarvan weet noch jij, noch een ander iets af, en daarom schijnt liet mij dat de zaak zóó ligt, dat ten op zichte van schipper Olsen bewezen is een onverschilligheid men zou het ook een lafheid kunnen noemen door maar weg te zeilen en de vier mannen aan hun lot over te laten. Verder heb je zelf verklaard, dat het zeer onwaarschijnlijk is, dat de vier menschen er het leven zullen afbrengen. Na het Inzicht dat ik van je handelwijze heb gekregen, is het nu de vraag, of er om trent deze zaak een aanklacht bij het zee- gerecht behoort te worden ingediend en met het oog op de overtuigende bewijzen is dit het geval en moet de zaak als volgt worden geformuleerd; Strafzaak tegen schipper Olsen van Tromsö, wegens van vier man op Spitsber gen te zijn weggezeild, deze aan hun lot overlatende, terwijl hij overtuigd was, dat zij moesten omkomen". Met duisteren blik en vuurrood aange zicht stond Lange Sivert op. In zijn linker hand kneep hij zijn rooden zakdoek kramp achtig samen hij hief zijn rechterhand hoog op en terwijl hij één schrede om de tafel kwam. trof zijn zware gebalde vuist den Adjunct-Schout juist tusschen de oogen. Zonder geluid te geven zakte de Adjunct ineen en viel op den vloer, waar hij bleef liggen. Het werd doodstil in het bureau tussohen deze beproefde oude zeerobben. Gedurende eenige seconden werd er geen woord ge sproken. Sivert draaide zich om naar zijn menschen, Mikal, Knut en Anders, die als lamgeslagen van schrik bijeen zaten, en zeide „Kom, laten wij gaan. Hij beschuldigt ons immers dat we niet veel beter dan moordenaars zijn!" Hij keek om zich heen en naar den vloer, waar de Adjunct nog lag. Het zag er naar uit alsof hij grooten lust had, om hem nog eens weer beet te pakken, doch de oude kapitein Albrichtsen stond op en zeide: „Hoort eens jongens, laten we weggaan!" en zich tot den schrijver wendende: „Zie toe, dat je weer leven in dien vent krijgt en zeg den Schout dat hij, als hij een verkla ring wil hebben van wat hier vandaag is voorgevallen, die bij mij kan krijgen. Groet Mijnheer van mij en zeg hem, dat hij mij den geheelen namiddag thuis vindt en dat ik hem gaarne ten dienste sta". Daarna pakte hij Lange Sivert onder den arm en wandelde met hem kalm Zuidwaarts door de Groote straat, terwijl Mikal, Knut en Anders naar de bovenstad trokken. Zü proestten van het lachen en zij waren het er gloeiend over eens, dat Lange Sivert een duivel was, als iemand probeerde hem te tergen. Den volgenden dag dineerde kapitein Albrichtsen bij den Schout zij waren oude schoolkameraden en na tafel ver huisden zij met hun sigaren naar de stu deerkamer, waar zij de zaak van Lange Sivert gingen bespreken. De Schout had gisteren gedurende den verderen loop van den dag zelf het kantoor moeten waarnemen, want de Adjunct kon met zijn gezwollen hoofd niet voor den dag komen. De Schout was van meening, „dat hij na zulk een brutale handelwijze Lange Sivert gevoegelijk maar niet zoo ongestraft kon laten loopen, echter, alvorens de zaak bij het gerecht aanhangig te maken, wilde hij gaarne Albrichtsens meening hooren. Dat een publiek-rechterlijk ambtenaar, terwijl hij in de uitoefening van zijn functie was, op zulk een wijze werd mishandelddit kon, noch mocht men maar zóó niet laten loopen en daaromDe ander viel hem in de rede met te zeggen: „Maar beste vriend, je weet immers zelf zeer goed. dat Sivert Olsen een van onze beste en flinkste ijszee-schippers is en ook, dat hij nauwgezet is in zijn beroep. Je weet, hoe hij verschillende keeren in de ijszee menschen en schepen heeft gered en niet alleen als het zijn eigen belang betrof. Je zult je nog wel herinneren hoe hij, eenige jaren geleden, onder Groenland, twee Tromsösohe schepen en een uit Ham- merfeest uit het ijs heeft gehaald. Indien hij er niet was geweest, waren ze hoogst waarschijnlijk verloren gegaan. Niet alleen, dat hij toen zijn eigen leven en dat van zijn manschappen op het spel heeft gezet, doch hij waagde er ook zijn schip aan, ter wijl hij met volle vangst was beladen. Drie zieken behield hij aan boord. Hij verpleeg de hen en bracht hen weibehouden thuis. Nu heeft deze schipper een sloep met vier mannen verloren. Als je het geval de gezamenlijke ijszeeliii voorlegt, dan zal niet een van hen je anders vertellen, dan dat Lange Sivert tot redding van zijn man schappen, meer heeft gedaan, dan dat een andere schipper op een ijszeevaartuig had durven doen. Nu heeft jouw Adjunct, in zjjn onervaten- heid, zich precies aan de droge, juridische wet gehouden en daarmee heeft hij niet alleen Lange Sivert een schrik op het lijf gejaagd, neen, hij heeft den man gewoon weg tot vertwijfeling gebracht. Ik ben van meening, dat de schuld geheel bij jouw Ad junct ligt, die niet berekend is voor zijn taak en hij mag blij zijn, dat hij er zóó is afgekomen, want, had Sivert hem nog zoo'n klap gegeven, dan was hij om zeep geweest!" De Schout stond er op, dat Sivert toch een les moest hebben. Hij kende hem vol doende om te wéten, dat hij een beste kerel was. „Doch" zeide hij „het is toch noodlg, die ijszeelui een beetje respect in te boezemen. Je weet zelf wel, beste Al- brichtens, dat verscheidene, ja de meeste van onze goede ijszeevaarders lang niet gemakkelijk zijn en vooral, als zij een paar borrels of een glas bier te veel op hebben." Lange Sievert zat thuis aan zijn middag maal, toen zijn oude vriend, de politie agent Mikkelsen, binnen trad. Toen de maaltijd beëindigd was, schonk Sivert twee groote borrels in en hij zette een paar flesschen bier op tafel. Na den borrel, schonk Mikkelsen zich herhaaldelijk een glas bier in en eindelijk, nadat hij een boordevol glas in ééns naar binnen goot, kwam hij zoo langzamerhand onder zeil. Toen haalde hij een papier uit zijn zak, vouwde dit op tafel breed uit, schommelde een beetje vóór en achterover en begon langzaam en met luider stem te lezen: „Hierbij wordt schipper Sivert Olsen op- geroepen, om hedennamiddag 4 uur te „verschijnen op Tromsö's politiebureau, om „een verklaring af te leggen omtrent de „mishandeling van den Adjunct-schout „op diens bureau, tijdens de zeeverklaring „op 10 November IJ." (Wordt vervolgd). „Je zegt, schipper Olsen, toen je genood- Jwkt Werd van Noorseiland weg te zeilen, Maat de ijsbank in aantocht was en je p'P gevaar liep te worden ingesloten, dat e toen Zuidwaarts bent gaan koersen. Nu mijn vraag: Kon je niet Oostwaarts zel- di» de richting van Skagersbaai en op :e toenier in de buurt van de vier man- komen, om dezen weer aan boord te bigen...,? Had je dit gedaan, dan had je sloep zeker teruggekregen. Zóó begrijp wtw z^ak' gezien de hier voor mij liggende "naringen van je drie mannen en, in de plaats volgens jou eigen bekentenis, «rom vraag ik je nogmaals, of je, in SS0 van naar het Zuiden, niet beter j~wraarts, dus de sloep te gemoet, hadt taan6n zeilen- K°h ie dit niet hebben ge- Mn Verklaar ons dit nu eens met Paar eenvoudige, duidelijke woorden." kjPK Sivert stond op en verklaarde: Wa 'lat' "p Oostwaarts in de richting jj, jje sloep kunnen zeilen, doch dan zou aooP" tusschen het ijs zijn bekneld TWEE-DAAG SCHE EEGEROEEENINGEN VAN HETZES- MAX SCHMELIXG OP SCHIPHOL DE REGIMENT VELD-ARTILLERIEin den Haarlemmer- viQri;;„ „„O t j op doorreis vaai Berlijn naar Londen, meerpolder. Tijdens hot overtrekken van de ringvaart nabij Sassenheim. De bokser verlaat het vliegtuig. N OVERWINTERING OP SPITSBERGEN (I SPITSBERGENS VOLD) Een schets uit het leven der Uszeevaardcrs. Uit het Noorsch vertaald door PH. ROOS Mz. HERDENKING VAN NEERLAND S ONAFHANKELIJKHEID. - Op Plein 1813 in de residentie vond des middags voor het onaf- hankelijkheidsmonument een kinderzanguitvoering plaats. De heer [van Ringelesteijn, insp. v. k. onderwijs, hield een herdenkingsrede. MARY PICKFORD VERLOOFD. - De filmster met haar toekomstigen echtgenoot, Buddy Rogers. BEëEDIGING VAN GRIEKSCHE RECRUTEN IN TEGENWOORDIGHEID VAN DEN KONING. Voor de eerste maal woonde de Koning in de Grieksche hoofdstad de beëediging der recruten bij,. Het défilé der troepen voor den Koning.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5