Het Koloniale Vraagstuk
LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Zaterdag 14 November tl;
De strijd in Spanje
PARLEMENTAIR OVERZICHT
door Prof. Dr. B. Schrieke
RECHTZAKEN
TWEEDE KAMER.
AGENDA
LUCHTVAART
IV.
Nederlandsch-Indië.
In onze voorafgaande artikelen lieten wij
de voornaamste aspecten van liet Kolo
niale Vraagstuk, zooals dit zich thans ten
gevolge van de door Duitschland, Italië en
Japan in de laatste jaren gestelde expan-
sie-eischen voordoet, de revue passeeren;
het wordt nu tijd, dat wij ons rekenschap
geven van de positie, die Nederlandsch-
Indlë daarin inneemt. In overeenstemming
met de bij onze vorige beschouwingen in
acht genomen volgorde, schetsen wij der
halve eerst den historischen achtergrond
en vervolgens de beteekenis van Ned.-Indië
voor het bevolkings-, handels- en grond
stoffen-probleem, om op deze wijze de bij
zondere plaats, die Ned.-Indië in de kolo
niale wereld inneemt, te doen uitkomen.
De ontwikkelingsgeschiedenis, die het
Koloniale Vragstuk sedert 1800 heeft door
gemaakt en de internationale, economische
en geestelijke stroomingen, die de vorming
en de groei daarvan hebben beïnvloed,
hebben ook ons koloniaal beheer niet on
beroerd gelaten. Aan het einde van de 18de
eeuw was de Oost-Indische Compagnie fail
liet. te gronde gegaan aan haar dubbel
slachtige positie van handelslichaam, dat
zij beoogde te zijn en bestuurslichaam, dat
zij zooveel mogelijk wilde vermijden te
worden en waarop haar financieringswijze
ook niet was berekend. Deze laatste was
gebaseerd op periodieke handelskaarten,
waarvoor telken male werkkapitaal be
schikbaar werd gesteld en waarop dus
winst of verlies kon worden geleden, maar
onvoldoende werd daarbij rekening gehou
den met de vaste uitgaven in Indië, be-
noodigd voor de beveiliging van den han
del tegen buitenlandsche concurrenten,
die haar monopolie trachtten te ondermij
nen en tegen contractbreuk van de zijde
van inlandsche vorsten en hoofden. Vooral
vanwege laatstgenoemden, die anders, aan
zichzelf overgelaten, óf voor dreigementen
of geschenken van de concurrenten zouden
bezwijken, óf onvoldoende aandacht aan
de verzameling of de cultuur van de door
de Compagnie gewenschte producten zou
den schenken, was permanent, toezicht
r.oodig, op de kosten waarvoor bij de ge
volgde financieringswijze feitelijk niet was
gerekend. Temidden van de veelbewogen
tijden, die op de Fransche revolutie volg
den. nam dus de Bataafsche republiek de
Indische Zaken over. Het was Daendels,
die gedurende den „Franschen tijd" met
een leege schatkist voor de taak stond om
èn de Defensie van Ned.-Indië tegen den
algemeen verwachten Engelschen aanval
te organiseeren èn een bestuursstelsel in
te voeren. De financieele toestand was in-
tusschen nog nijpender geworden. Daarin
kon. tijdens het Britsche tusschenbestuur
ook Raffles geen verbetering brengen, die
na het harde regime van Daendels, een
meer liberale politiek geïnspireerd op de
nieuwe leer van Adam Smith, poogde in
praktijk te brengen. De depressie na de
Napoleontische oorlogen, de Belgische
opstand en de Java-oorlog maakten de
situatie nog wanhopiger. In dit kader
moeten wij eenerzijds de bereidheid der
Engelschen om ons, ondanks Raffles' hard
nekkig verzet, onze koloniën terug te geven
en anderzijds de invoering van het cul
tuurstelsel zien. Daarbij mogen wij voorts
niet uit het oog verliezen, dat Van den
Bosch, de vader van dit stelsel, een der
eerste philantropen in ons land was; dat
hij te goeder trouw overtuigd was, dat dit
stelsel volkomen in de structuur der in
landsche maatschappij en bij de inland
sche psyche paste en dat, tenslotte, het lot
van den inlander minder hard was dan
dat van den Britschen industrie-arbeider
uit het begin van de 19de eeuw of dat van
den negerslaaf in het Zuiden der Vereen.
Staten, voor wien juist de meest onbarm
hartige periode van zijn bestaan (1830—
18651 aanbrak. Het cultuurstelsel, dat Ne
derlands economisch herstel hielp verwe
zenlijken, den opbouw onzer industrie mo
gelijk maakte en den aanleg van ons
spoorwegnet hielp financieren, bewaarde
ons voor het pessimisme der andere kolo
niale mogendheden dier dagen, die in het
bezit van koloniën geen heil meer zagen.
Teen de herstelde welvaart kapitaal had
vrijgemaakt voor belegging in den groot-
landbouw. slaagde het veldwinnende libe
ralisme na onvermoeiden strijd erin de af
schaffing van het aan het cultuurstelsel
inhaerente systeem van gedwongen arbeid
door te zetten: de weg werd vrijgemaakt
voor het particulier initiatief en den parti
culieren ondernemingsgeest. De liberale
geestesstroomlng, die in de zestiger en in
het begin van de zeventiger jaren over de
Westersche wereld voer, kwam bij ons o.a.
tot uitdrukking in het feit, dat voor het
eerst het inlandsche onderwijs systema
tisch werd aangepakt. Op dien weg naar
vooruitgang werden wij geremd door de
depressie van 1876 en 1884. Ook het opko
mend economisch nationalisme en de
daarmede gepaard gaande jacht op kolo
niën lieten ons niet onbewogen. Ze deden
ons de waarde van het bezit, dat op onzen
naam stond, bedenken, onzen plicht tot
openlegging daarvan begrijpen en het ge
vaar dat dit bezit, gezien de activiteit der
Groote Mogendheden in de Pacific, be
dreigde, beseffen. Een periode, waarin het
onbekende binnenland der Buitengewesten
werd geëxploreerd en onder ons gezag ge
bracht,. volgde. De expansie, die anderen
door het veroveren vah koloniën of het
zich verzekeren van invloedssferen zochten,
vonden wij binnen het gebied, dat wij van
onze voorvaderen hadden geëerfdl Dank
zij de exploitatie van de daarin gelegen
hulpbronnen, konden wij het ontwikke
lingstempo van de wereld óm ons bijhou
den. konden wij onze positie behouden en
versterken. Een nieuwe geest maakte zich
van ons geheele volk meester, die tot uiting
kwam in de Troonrede van 1901. Alle poli
tieke partijen werden zich bewust van den
plicht, dien het bezit van Ned.-Indië ons
oplegde, een plicht tegenover onszelf,
tegenover de buitenwereld en tegenover
de inheemse're bevolking. Wierp het par
ticuliere initiatief zich met behulp van de
Overheid op de economische ontwikkeling
van het gebied, Overheid, Protestantsche
Zending en Roomsch-Katholieke Missie
vonden een groote taak op het terrein
der geestelijke ontwikkeling en der sociale
voorziening. Indië heeft van 1907—1930
een periode van snellen groei doorgemaakt,
waarin het door den wereldoorlog en de
depressie van 1922 23 nauwelijks is ge
remd Vooral na 1918 is de ontwikkeling
met. groote sprongen vooruitgegaan. Dit
maakte de reactie, die daarop tengevolge
van de crisis van 1929 en later volgde, des
te grooter. Wat is nu de beteekenis van
Ned.-Indië bij de huidige internationale
constellatie? De bevolking neemt nog
steeds met een 100.000 zielen per jaar toe.
maar. zooals wij in ons tweede artikel al
opmerkten, Nederlandsch-Indië is nooit
voor ons een uitlaat geweest voor onze
..overbevolking" en zal dat nooit worden.
Wel vinden duizenden bij ons een bestaan
dank zij ons koloniaal bezit: dat zijn in
de eerste plaats degenen, die in overheids-
of particulieren dienst hun werk in Indië
vinden en, als die dienst is volbracht, hun
pensioen en spaargelden in Holland komen
verteren en dank zij hun vermeerderde
koopkracht weer anderen werkgeven; dat
rijn zij, die hetzij in scheepvaart of bank
bedrijf, hetzij in industrie, import of ex
port handel geëmploieerd zijn, chef of ar
beider. die dank zij de betrekkingen, welke
wij met Indië onderhouden, zich een in
komen kunnen verschaffen, dat weder
anderen in staat stelt werk te vinden of te
behouden om hen van al het noodige te
voorzien: dat zijn zij, die hun geld belegd
hebben in Indische Staats-obllgaties of
Indische ondernemingen, en, dank zij ren
ten en dividenden een levensstandaard
kunnen voeren, die aan bedrijfstakken ten
goede komt. Het bezit van Ned.-Indië raakt
alle standen en klassen in Nederland.
De economische betrekkingen tusschen
Nederland en Ned. Indië berusten op een
gezonden grondslag. Toen de vrede na den
wereldoorlog de voormalige Duitsche ko
loniën en gedeelten van het Turksche rijk
aan de overwinnende mogendheden als
mandaten toewees, werden die mogend
heden als trustee met het beheer van die
mandaten belast, een beheer, dat diende
te geschieden in het belang der mensch-
heid in het algemeen en van de betrok
ken koloniale bevolking in het bijzonder.
Daarom is ook het beginsel van de Open
Dem: aan het mandatenstelsel inhaerent.
Noch de gedachte van het trusteeship. noch
die van de Open Deur was aan Nederland
en Ned. Indië nieuw. Wij hebben altijd de
politiek van de Open Deur gehuldigd, om
dat dit een grond voor jalouzie van anderen
wegnam. Waar preferentieele rechten en
andere beschermende maatregelen ontbra
ken, kon ieder buitenlander op gelijken
voet met den Nederlandschen staatsburger
mededingen en kregen dus alle mogend
heden bij de Nederlandsche suprematie
over dit gebied, die aan allen gelijke kan
sen bood. Aangezien Nederland een klein
land en Ned. Indië een welhaast onmetelijk
domein is, werd op deze wijze tevens bui-
tenlandsch kapitaal aangetrokken, dat aan
de openlegging van ons koloniaal bezit kon
deelnemen. Tegelijkertijd werd de Open
Deur aan de defensie dienstbaar gemaakt,
omdat men meende te mogen verwachten,
dat, ingeval een der mogendheden zich
van onze koloniën zou willen meester
maken, de anderen zich in hun eigen be
lang daartegen zouden verzetten. Zoolang
ons beheer dus geen gegronde aanleiding
zou geven tot klachten, zou ons bezit,
dank zij den internationalen wedijver,
veilig zijn gesteld. Deze internationale
constellatie vormde derhalve voor ons een
heilzame prikkel tot een conservatieve doch
tevens voortvarende en vooruitstrevende
politiek. Dank zij de rijke "hulpbronnen,
hebben wij ook na het cultuurstelsel, nooit
een cent op Ned. Indië behoeven toe te
leggen, zoodat de in ons vorig artikel be
sproken „Do colonies pay?" voor ons nooit
een vraag is geweest.
Toen met name na den wereldoorlog het
grondstoffenprobleem een steeds grootere
plaats ging innemen in het Koloniale
Vraagstuk, nam de beteekenis van Ned.
Indië als producent van petroleum, tin,
bauxiet, plantaardige oliën en vetten, sisal,
rubber, enz. hand over hand toe. Als zoo
danig neemt het een zeer bijzondere positie
onder de koloniale gebieden ln. al zijn er,
vooral onder de Britsche Koloniën, natuur
lijk wel eenige die hetzij van wege deze of
van gene grondstof van ongemeen belang
zijn. Dit maakt het bezit van Ned. Indië
des te begeerlijker en.des te riskanter.
De huidige tijdsomstandigheden houden
voor ons dan ook in meer dan één opzicht
ernstige gevaren in. In de eerste plaats is
er het siinds den wereldoorlog en bepaalde
lijk sedert het intreden van de jongste
depressie tot in zijn uiterste consequenties
verscherpte economisch nationalisme, dat
ons gedwongen heeft in Ned. Indië op onze
traditloneele Open Deurpolitiek door con-
tingenteeringen en door onze immigratie
wetgeving inbreuk te maken en daardoor
in de praktijk te discrimineeren. Hoewel
niet goed te zien is, hoe dit vermeden had
kunnen worden, kan dit niet nalaten hen,
die er door getroffen worden (Japan) te
prikkelen. Daarbij komt, dat door het op
treden van desperate agressieve naties, die
zich aan de bestaande Internationale
moraal weinig meer gelegen laten liggen,
het evenwicht in de internationale samen
leving is verstoord. De jongste ervaringen,
die aan het prestige van den Volkenbond
ernstige schade hebben berokkend (Mants-
joekwo, Noord-China, Abessynië), hebben,
vooral ook doordat de Ver. Staten zich op
maken om zich uit de Philippijnen terug
te trekken, ernstige twijfel doen ontstaan
aan de effectiviteit van onze Open Deur-
politiek als defensiemiddel, in geval, bij
voorbeeld, de Japansche expansie in China
tot stilstand mocht worden gebracht en,
onder aandrang van de vlootpartij in
Japan, een uitweg mocht zoeken naar ons
gebied, waarop zijn economische penetratie
al lang is gericht. En, ten slotte, al is, gelijk
wij in ons vorig artikel duidelijk maakten,
de grondstoffen-questie allerminst een
specifiek-kolonlalc questie. het gevaar it in
het geheel niet denkbeeldig, dat men zal
trachten het koloniale vraagstuk, nu dit
De kamp om Madrid.
Niet alleen, dat Franco's troepen geen
verdere successen behalen, het schijnt
zelfs, dat de regeeringstroepen momenteel
in het offensief zijn.
In den loop van den vorigen nacht
slaagden de loyale troepen er in vier kilo
meters op te rukken in den sector van
Estremadura. Tijdens een aanval in het
zuidelijke deel van de buitenwijk Lausera
wisten de regeeringstroepen verder eenige
kanonnen op de rechtschen buit te maken.
Om 10 uur heeft generaal Miaja, de voor
zitter van de commissie van verdediging,
een 'dagorder uitgevaardigd aan de „vijf
tigduizend republikeinsche strijders, die
zich op het oogenblik ln de vuurlinie be
vinden".
Hij geeft hun hierin bevel aan te vallen
„„teneinde deze week te besluiten'met een
beslissende overwinning."
Om 12 uur werd per radio een officieel
communiqué verspreid, bestemd voor „de
soldaten, die strijden onder de bevelen van
de opstandige generaals, die hen laaghar
tig bedriegen". De republikeinsche autori
teiten noodigen de „opstandelingentroe
pen" hierbij uit gehoorzaamheid te weige
ren aan de chefs, die „aan het buitenland
tegen materieele hulp een deel van het
door onze voorouders veroverde SDaansche
land hebben verkocht".
Naar Reuter verneemt, heeft de Spaan-
sche minister van buitenlandsche zaken,
Del Vayo in een telefoongesprek met Lon
den bevestigd, dat de regeeringstroepen
aan het Madrileensche front een groot
tegen-offensief hebben ingezet. Hij consta
teerde met voldoening, dat de zaken een
keer hebben genomen.
Dit laatste schijnt vooralsnog echter ook
weer overdreven, want concrete successen
worden verder niet gemeld.
Volgens de nationalistische lezingen zijn
alle aanvallen der regeeringstroepen afge
slagen onder zware verliezen. Steeds meer
hoort men van Russisch wapentuig van
modern kaliber Over en weer meldt men
meester in het luchtruim te zijn. De rege
ring zegt, dat boven Madrid 6 nationalis
tische vliegtuigen zijn neergehaald. Franco
meldt het omlaag-schieten van 13 regee-
ringsvliegtuigen.
Aan beide zijden zouden de verliezen
zeer zwaar zijn. De kruiser „Almlrante
Cervera" blijft Marokkaansche troepen en
munitie van Ceuta naar Algeciras over
brengen, deze troepen worden naar Madrid
gedirigeerd. Volgens een officier der recht
schen heeft Franco een versterking van
20.000 man noodig om Madrid te kunnen
nemen. In de laatste zes dagen zijn reeds
10.000 manschappen uit Ceuta aangeko
men.
Executie van mijnwerkers.
Een lid van het hoogere personeel der
Rio Tinto-mijnen in Zuid-Spanje. heeft
Reuter medegedeeld, dat meer dan 1500
communistische mijnwerkers, onder wie 'n
honderdtal vrouwen, zijn gefusilleerd bij de
zuiveringsactie, door de rechtschen georga
niseerd. nadat zij de mijnen hadden bezet.
De executies geschiedden, vaak in het
openbaar, in het bijzijn van leden van het
mijnpersonert. I
Monetaire maatregelen der
rechtschen.
Gemeld wordt, dat in verband met het
feit, dat de regeering te Madrid het goud
uit de bank van Spanje heeft doen weg
vloeien. de regeering te Burgos een decreet
heeft uitgevaardigd, krachtens hetwelk alle
bankbiljetten in Spanje gestempeld moe
ten worden, om hun waarde te behouden.
Een termijn van 15 dagen is toegestaan
voor de biljetten, die in de Europeesche
landen in omloop zijn.
De raad van beheer van de Bank van
Spanje, die te Burgos bijeengekomen is,
heeft besloten, de biljetten, welke na 19
Juli door de Madrileensche regeering zijn
uitgegeven, niet meer te erkennen. Voorts
is de uitvoer van gouden en zilveren mun
ten verboden.
De non-interventie.
Te Londen zijn de luchtvaart-attachés
an de landen, welke zitting hebben in
de sub-commissie van de non-interventie
commissie bijeengekomen op het Foreign
Office om te spreken over de mogelijk
heden het controle-systeem tn Spanje uit
te breiden tot de vliegvelden in dit land
Dit is het voornaamste punt dat nog niet
geregeld is. Het andere punt, dat nog niet
geregeld is, is de betaling van de leden
van de controle-commissie.
Zoodra de algemeene toestemming is
ontvangen, zal het plan aan beide partijen
in Spanje worden voorgelegd. De leden
van de controle-commissie zullen naar men
gelooft geen diplomatieke immuniteit ge
nieten, aangezien men van meening is, dat
dit de erkenning van de regeering Franco
zou insluiten, doch zij zullen een bijzon
dere positie bekleeden en speciale voor
rechten hebben, waarvan wel de voor
naamste is, dat zij buiten censuur met
elkaar en met Londen in contact zullen
kunnen treden.
DE ONTSLAGEN POLITIECHEF
TE NAARDEN.
Het Scheidsgerecht voor Ambtenaren,
bij hetwelk de vroegere politiechef van
Naarden, beroep had aangeteekend, tegen
het hem door den burgemeester oneervol
verleende ontslag, heeft dit beroep afge
wezen. De burgemeester heeft hem in Juli
j.l. ontslagen, omdat zijn gedragingen het
gezag van het corps in opspraak brachten.
eenmaal als zoodanig door het optreden
van Japan, Duitschland en Italië is gesteld,
te isoleeren en afzonderlijk tot een oplos
sing te brengen De geschiedenis heeft ge
leerd, dat de grooten dezer aarde dit bij
voorkeur ten koste van de zwakken pogen
te doen. Niemand gelooft, dat men aan
Duitschland zijn voormalige koloniën zal
teruggeven noch dat men bereid zou zijn
een internationale verdeeling van alle
grondstoffengebieden de koloniën
nemen daarin zooals we zagen slechts een
zeer bescheiden plaats in te bewerkstel
ligen, noch dat men op één slag alle be
lemmeringen, die aan het internationale
handelsverkeer worden opgelgd, zal op
offeren. Zoolang het agressieve econo
misch nationalisme den toestand be
heersen'. en het einde daarvan is nog
niet te v>n blijft het Koloniale Vraag
stuk een latent gevaar.
DR. COLIJN OVER DE
RIJKSBEGROOTING.
De Minister-President heeft gisteren zijn
rede gehoudeh ter beantwoording der spre
kers. In 't kort hebben wij daar al iets
over meegedeeld.
In den aanvang zijner rede heeft hij al
dadelijk iets gezegd over de politiek der
Regeering met betrekking tot de defensie.
Het kabinet zei hij wenscht de ver
antwoordelijkheid volstrekt niet af te
schuiven op de kiezers, maar tal van maat
regelen van technischen en personeelen
aard eischen nu eenmaal een voorberei
ding, die ettelijke maanden duurt, en dan
wordt het toch te laat, om ze vóór de ver
kiezingen nog te behandelen. In ieder ge
val zou het dus na de verkiezingen, d.w.z.
onder het nieuwe kabinet, worden. Daar
om geeft het kabinet er de voorkeur aan,
de maatregelen voor te bereiden, dan kan
het nieuwe kabinet een beslissing nemen,
en dan kan het volk er bij de stembus
mede over oordeelen, want het is de be
doeling in de Memorie van Antwoord op
ce Defensie-begrooting de plannen uiteen
te zetten. Volgens den Minister zou 't niet
aangaan, b.v. een belangrijke contingents
uitbreiding of diensttijd-verlenging er nog
gauw voor de verkiezingen door te jagen.
De Minister heeft het algemeene beleid
van het kabinet op zijn rustige, sterke
wijze verdedigd.
In de eerste plaats: de gezagshandha-
ving. De Minister meende dat op dit punt
het kabinet niets te verwijten valt. Men
kan er op rekenen, dat de Regeering in de
komende maanden zal waken tegen orde
verstoring op vergaderingen. Tot het uit
vaardigen van een algemeen colportage-
verbod is de Regeering echter niet bereid.
Natuurlijk aldus de Minister kunnen
bij colportage orde-verstoringen plaats
hebben, maar daartegen wordt zooveel
mogelijk opgetreden. „De Tribune" is nog
niet verboden!" had mr. Westerman ge
roepen. „Neen", antwoordde de Minister
„maar „Volk en Vaderland" ook niet, en
tusschen die twee bladen maak ik niet veel
verschil." Voorts zei de Minister dit:
„Naar de meening der Regeering heeft
noch het fascisme noch het communisme
kans van slagen in Nederland. De persvrij
heid is een zoodanig groot goed, dat men
er zeer voorzichtig mee moet zijn," (n.l.
met maatregelen er tegen).
Een verklaring, waarvan wij met instem
ming en voldoening kennis nemen.
De Minister heeft in het verdere verloop
van zijn rede de opvatting van mr. Gose-
ling, dat moet worden opgetreden tegen
bepaalde groeps-vorming (b.v. van dicta
tuur- en ongeloof-partijen) bestreden.
Zeker:
er kunnen omstandigheden komen, waar
in dit gerechtvaardigd wordt, maar op dit
oogenblik is het niet zoo, want dan zou
men feitelijk komen tot een wettelijke re
geling van het pqftij-wezen.
Inzake het verbod voor ambtenaren om
lid van zekere partijen te zijn, erkende de
Minister, dat de bestaande regeling onvol
doende is. De toepassing er van stuit op
moeilijkheden, want er worden personen
uit den staatsdienst geweerd die eigenlijk
wel aangenomen konden worden, en er
worden £>ersonen aangenomen (enkel om
dat ze een lidmaatschap opzeggen) die
toch niet voldoende betrouwbaar zijn. Bo
vendien is er deze moeilijkheid, dat er
bonden zijn die den geest onder het perso
neel blijven aantasten. Intusschen. al moet
er een betere regeling komen, de Regeering
beeft de oplossing nog niet gevonden; zij
blijft er naar streven.
De Minister heeft, tegenover den heer
Albarda, het economisch beleid van het
kabinet verdedigd.
Hij toonde, evenals trouwens in de Me
morie van Antwoord reeds was geschied,
met feiten en cijfers aan, dat de aanpas
singspolitiek wel degelijk vruchten heeft
afgeworpen: export, import, scheepvaart
vertoonen een stijgenden tendenz. En hij
wees het betoog van den heer Albarda.
wat een vergelijking met andere landen
betreft, volstrekt af. ook wat het aantal
werkloozen betreft, dat in andere landen
naar verhouding hooger is dan bij ons.
Men prijst Amerika zoo aldus dr. Colijn
maar midden 1936 had Amerika 81
werkloozen per 1000 en Nederland 45. In
zake het Werkfonds verzekerde de Mi
nister heeft de Regeering het mogelijke
gedaan. Ongelimiteerde productie-opdrij
ving zonder afzet-gebied zou een groote
fout zijn geweest. Overigens deed de Minis
ter de sombere, maar eerlijke profetie,
dat het groote euvel der werkloosheid in
dc naaste toekomst niet zal verdwijnen.
Allerlei oorzaken werken daartoe, buiten
de economische verschijnselen om, mede,
zooals de toeneming der bevolking, het sur
plus der vestiging en de toenemende ratio
nalisatie in de bedrijven.
Krachtig handhaafde de Minister de
Juistheid der economische politiek van het
kabinet. En hij verklaarde niets te kun
nen voorspellen omtrent de gevolgen der
monetaire maatregelen.
HEDEN.
Stadszaal: Uitvoering „Kunst ene
noegen".
Vrije Evang. Gem.: Samenkomst kj
uui nam.
Zondag.
Casino-theater: Filmliga Jeter Vijl
gradoff"; 10 uur voorm.
Hoogewoerd 37Doofstommentoom
7.15 uur nam.
Jeruël: Samenkomsten te 10 uur voorn
en 6'/s uur nam.
Morschweg 59: Stadsevangelisatie tj j
uur nam.
Stadszaal: Bouwmeesters revue. 8 tj
nam.
DAGELIJKS.
Lakenhal: Tentoonstelling van schild
rijen van R. Martinez (tot 6 Dec.) up
uur, 's Zondags 14 uur.
DIVERSEN.
's Woensdags: Inst. v. Praeventleve C
neeskunde. Medisch Opvoedkundig Burd
Boerhaavestraat 21). Half drie tot 1
vier: Inenting tegen diphterie 4—5 rj
nam.
's Woensdags: Inst. v. Praeventleve i
neeskunde. Consultatiebur. v. AlcohoU
8 uur nam.
's Vrijdags: Inst. v. Praeventleve Gent
kunde. Consultatiebureau v. Beroepskei
45 uur nam.
Toch zeide hij wel iets in verband met
de naaste toekomst.
De gulden zal voorloopig nog moeten
blijven zweven. Trouwens, alle valuta's
zweven op twee na: de dollar en de Bel
gische franc. Maar riep de Minister
onder den gouden standaard heeft de gul
den soms meer gezweefd dan op het oogen
blik. En de crisis-politiek? De Minister be
greep dat er wordt gesnakt naar meer vrij
heid voor het bedrijfsleven, maar het is
onmogelijk op staanden voet de maatrege
len af te schaffen. De landbouw kan niet
worden losgelaten en contingenten kunnen
niet worden opgeheven zonder wederkeerig-
heid. Wat de prijsopdrijvingen betreft,
deelde de Minister mede, dat er slechts in
25 gevallen proces-verbaal is opgemaakt
moeten worden, hetgeen hij als een be
vredigenden toestand beschouwde.
De Premier verklaarde, zeer begrijpelijk,
niet te zullen spreken over wat er politiek,
na de verkiezingen zou kunnen gebeuren.
Wat de verhouding tusschen kabinet en
Kamer betreft, sprak hij als zijn meening
uit, dat parlementaire kabinetten, in den
klassieken zin van het woord, in ons land
onmogelijk zijn geworden. In onze omstan
digheden kan men elk kabinet parlemen
tair noemen, dat er in slaagt in goede ver
houding tot het parlement zijn taak te
vervullen. Het parlement mag zich de ult-
BIOSCOPEN.
Luxor-Theater, Stationsweg: 8 uur na
„Papsoldaat".
Woensd., Donderd. en Zaterd. nam. 1
Zondag van 27 uur doorl. voorstel
en 8 uur nam.
Trianon-Theater, Breestr. 31: 8 uur nu
„Ave Maria".
Woensdag en Zaterdagnam. 2.15
Zondag 27 uur doorl. voorstelling er.
uur nam.
Lido-Theater, Steenstr. 39: 8.15 uur
„Komedie om geld".
Woensdag en Zaterdagnam. 2.30
Zondag doorl. voorstelling van 2—7
en te 8.15 uur.
Het Nieuwe Roxy-Theater, Haarlstr, I
uur of 8.15 uur nam. „Juffertje BlaiuJ
baard."
lederen middag 2.30 u. Zondag v.af 1J
Zaterdag, Zondag en Woensdag 2 uxf
Jeugdvoorstelling.
Casino-Theater, Hoogewoerd, 8 uur i
„Bedreigde levens".
Woensdag en Zaterdagnam. 2.30 uur. I
Zondagnam. 47 en 811 uur.
De apotheek Hooigracht 48 is dajl
nacht geopend voor leden v. h. zlekenisl
„Tot Hulp der Menschheid", echter r
nam. 8 uur tot v.m. 8 uur alleen
spoedrecepten.
De avond-, nacht- en Zondagdienst i
ajjotheken wordt van Maandag 9 tot 4
met Zondag 15 Nov. a.s. waargenomen d
de apotheken: G. H. Blanken, Hoogei
171, Telef. 502, D. J. v. Driesum, Marei
Telef. 406 en J. Doedens, Wllhelminapart
Oegstgeest, telef 274.
De geneeskundige Zondagsdienst te k
den wordt vah Zaterdagavond 8 uur
Maandagmorgen 8 uur waargenomen dm
de doctoren Jasperse, Kortmann, MeybM
Poortman en Simons.
Te Oegstgeest wordt deze dienst
waargenomen door dr. Hugenholtz, tel.
BALLONTOCHT NAAR DE STRATOSFEH
De bekende stratosfeerballonvaarder j
Jean Piccard heeft medegedeeld, dal
vandaag of morgen te St. Cloud in WW®
sota (V. St.) met een ballon zal opsUifj
om een tocht naar de stratosfeer te man
Hij zal od dezen tocht vergezeld
door prof John. Akerman. van de uniïtw
telt van Minnesota.
DE POSTVLUCHTEN.
Hedenmorgen om half acht is de ..W®
valk" van Schiphol naar Indië vertrok*!
Het toestel heeft zes passagiers aan «en
en wel twee voor Karachi, een voor IW
doeng, twee voor Batavia, en een voor
habad. In Calcutta komt een passagier
boord voor Batavia.
Het toestel vervoert verder 333 kg..
post, 60 kg. pakketpost, 11 kg. vractit
140 kg. bagage.
voerende macht niet toeëigenen. De Kr
regeert en de Ministers zijn dienaren
Kroon, al moeten zij streven naar over"
stemming met het parlement. In t s™,
bestuur moeten de grondbegrippen van
christendom erkenning vinden, want
derland is een christelijke natie, maan
mag, wat de samenwerking betren
grenzen niet te eng trekken, en oaa
verdedigde de Minister aan het slot
zijn rede een zienswijze, die hierop n
kwam: pr«
dat in de regeering ook naar sanrM'L
king kan worden gestreefd met nen,
hoewel geen voorstanders van een pa
christelijke staatkunde, toch de grootets
telijke beginselen uit traditie gehanon
willen zien.
Tegen de verwoestende en ontpinu y
machten van dezen tijd, ligt allee
sterke waarborg aldus de Minister
een christelijke levensovertuiging, a»«a
looft dat een God regeert over a«
maatschappij en staat; hierin ligt o»
waarborg voor de democratie.
Minister Oud heeft hierna het
oieele beleid nader toegelicht.
HAGENA^