De Traankabouter CORRESPONDENTIE Een aardig spelletje het zelf voorgelezen, dus zou het toch waar zijn et was een klein, verdrietig Jongetje, nog een iroos later in het nu geheel ker geworden bosch dwaalde, doodmoe o, zoo droevig, omdat hij de bloemen de gouden hartjes niet vinden kon lelijk ging hij tegen een boom zitten, en uitrusten!" dacht hij, „even maar!" et was een hevig ongeruste Vader, die eenige uren later rustig slapend op zachte mos vond, en toen Vader hem am, werd Dik wakker en vroeg slaperig eft Oma de bloemetjes opgegeten en is ïu beter. ader zei niets. Met den kleinen jongen 'n armen liep hij het bosch uit, dwars hei over, naar huis. Daar stond Moe- al. ïoddank!" zei ze, terwijl ze Dik van er overnam en hem vast tegen zich drukte, „waar was hij?" lij lag in het bosch te slapen," zei Va- „en ik geloof niet, dat er iets met hem urd is. lug droeg Moeder Dik in huis en toen hem wat afgewasschen had, was hij r klaar wakker en vroeg direct om een rham. met Vader en Moeder aan weers- ten van de tafel, moest Dik vertellen, hij in het bosch gekomen was. k wilde de bloemeties met het hartje goud zoeken om Oma beter te ma- en toen vertelde hij van het de verhaal, dat Tini's moeder voorge- n had. k heb zóó lang gezocht en nu heb ik log niet!" zei Dik een beetje verdrietig. Vader en Moeder troostten hem, maar moest beloven, nooit meer alleen van weg te gaan en volgenden dag vertelde Moeder alles Oma. „Die lieve Dik!" zei ze en er ik een traan in haar oog, „maar ik ge- dat ik nu toch beter word, want Diks ne hartje is ook van goud en die bloe- moesten immers een gouden hartje ben. 't, leek wel of Oma eelük had. Lang- erhand werd ze beter, tot vreugde van (Nadruk verboden). Dik, die het heerlijk vond. „dat zijn gou den hartje haar beter gemaakt had!" zooals Oma zei! Maar hij moest haar be loven, dat hij nooit meer alleen naar bloe men met gouden hartjes zou zoeken. Die bestaan niet; alleen menschen kunnen soms gouden hartjes hebben. RO FRANKFORT—WERKENDAM. (Nadruk verboden). Er is heel goed gewerkt. Ik kreeg zeer vele brieven met goede oplossingen en maar een paar zonder leeftijd er bij. Maar wel eenigen hadden vergeten achter op de enveloppe den naam en het adres te ver melden. Allen worden nogmaals verzocht Verhaaltje op rijm door JO DAEMEN. ansje huilt verschrikk'lijk gauw; Om de kleinste kleinigheden. Zou haast zeggen: zonder reden) Stort hij tranen! Bah wat flauw! Wat ons Hansje is geschied? Hij zag zitten, op z'n deken, Reuzendruppel die ging spreken: .Hansje Traan, ken jij me niet? r raankabouter ben ik zeg! En ik raad jou. wat te sparen ie traantjes te bewaren!" Floep was Traankabouter weg! I laar gedroomd!" zei 'smorgens vroeg Hansje „Moesje moet ie hóóren! Zal me tóch niet aan hem storen! Tranen zijn er tóch genoeg!" feiar vannacht een vreemde man Wipte zóó maar. met een zetje lansje uit zijn warme bedje: „Hansje, trek Je kleeren an!" n Want nu ga ie met mij mee. 't Jonge prinsje wenscht een vrindje. En jij wordt een koningskindje! Ben ie met dien ruil tevree?" O. wat had die Hans een strop! Want toen Hansje wou gaan huilen: ,.'k Blijf bij Moes! Ik wil niet ruilen!" Waren juistzijn traantjes op! „Ja", heeft toen de man gedacht. „Hans is met zijn ruil tevreden!" „Hansje huilde zonder reden." Spotte Traankabouter zacht. „En toen hii ze noodig had. Zat hij zonder traantjes! Stakker!" Met een gil werd Hansje wakker: Wat een bange droom was dat! Maar nu weet Hans. dat hii niet Om de kleinste, flauwe grillen. Weer ziin traantjes mag verspillen: Tranen ziin voor echt verdriet! (Nadruk verboden). om voortaan naam en adres achter op de enveloppe te plaatsen. En nu wilde ik graag nog eens iets aan de raadseljeugd vragen, ik zal heusch geen namen noemen, dat vind ik niet prettig. Waarom zijn er altijd kinderen, die, in plaats van zelf te schrijven, het door een ouder zusje of broertje laten doen. Ik vind dat vooral bij prijsraadsels niet aar dig, dan kan men toch wel zelf de oplossin gen opschrijven en als men dat niet kan ja dan is men nog te jong om mee te doen. Als nu iemand een prijs loot, die het door een broer of zus heeft laten schrijven, dan krijgt zoo iemand 'n belooning. die eigen lijk aan den schrijver of schrijfster van den brief toekomt. Vinden jullie dat nu eigen lijk ook niet? Bij gewone raadsels is dat nog heel iets anders, maar bij prijsraadsels kan men toch zelf wel de moeite doen om te schrijven, als men graag een prijs heeft. Denken jullie daar nu eens aan, en als ik in December weer prijsraadsels geef. laat ieder dan zelf de oplossingen opschrijven dan heb je ook veel meer het gevoel, als je gelukkig loot, dat je den prijs hebt ver diend. Dat kinderen met ouders, broers, zusters of andere familieleden over de raadsels praten en dat de ouderen dan de jongeren wat raad geven of op weg helpen, dat vind ik opperbest en zelfs heel aardig hoor, dan heeft men er met elkaar plezier van, maar dat vele kinderen niet eens zelf de oplossingen opschrijven (en dat kan ik best zien) och dat behoeft toch niet, op school schrijft men toch ook zelf. niet waar? Laten degenen tot wie dit gericht is, zonder dat ik een enkelen naam wil noe men, mij nu eens toonen. dat ze zelf ook graag wat doen. Ik heb altijd zoo'n plezier in de briefjes door de kinderen zelf ge schreven en daar zijn er heusch wel heel jonge kinderen bij van 7. 8. 9 jaar. Alle vier die gelukkig hebben geloot, ver tellen mij zeker wel welk mooi boek ze hebben gekregen. Alle nieuwelingen zijn welkom! Alle jarigen gefeliciteerd. Alle zieken van harte beterschap. Ve"le hartelijke groeten van Mej. A. KOOPMANS V. BOEKEREN. Den Haag, Joh. v. Oldenbarneveltlaan 64. Ik zie. ik zie. wat üi niet ziet! Dat is een aardig snel. Doen jullie op een regendag Dit spelletje ook wel? Wii kiezen biina altijd dit En maken 't moeilijk hoor! Maar dat is niets, het is iuist echt Daar raden w'immers voor! Het leukst is 't: doet ons Moesje mee. Die kan goed raden nou! Zoo vlug als zii het antwoord weet.... Wij kunnen 't niet zoo gauw! Maar laatst kon Moes 't niet zeggen toch. Ze raadde, raadde maar. Hoe of ze ook haar best al deed. Zij kwam er niet mee klaar. Wat 't was?ik zeg 't ie in 't geheim. 'k Praat even dus heel zacht Haar eigen roode bovenlip! Had jullie dat gedacht? (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 15