Uit den Leidschen Raad 77de Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 10 November f936 Derde Blad No. 23506 GEMENGD NIEUWS De werkinrichting voor de blinden aanvaard - De Raad legt zich neer bij de ministerieele beslissingen inzake het tractement van den Commissaris van Politie als hoofd der Brandweer en inzake de salarisregeling van het gemeente-personeel. werkinrichting voor blinden. 14e. Voorstel inzake het verstrekken van randstoffen aan daarvoor In aanmerking omende werkloozen gedurende het win- -seizoen 1936—1937. (196) Conform besloten. 15e. Voortzetting van de behandeling van et voorstel inzake het bij wijze van proef richten van een werkinrichting voor linden in de v.m. bewaarschool aan de roenesteeg en tot vaststelling van de des- treffende begrootingsregeiing. (177) De heer GOSLINGA heeft den indruk, at alleen te werk gesteld kunnen worden linden, gesteund door M. H. Er zijn ech- er ook andere gesteunden. Zijn die uitge- oten? Daartegen zou hij ernstig bezwaar ebben. Spr. bestrijdt het amendement van evr. De Cler om 2 raadsleden in de com- issie te benoemen. Dat versterkt den vloed van den raad niet, daar ieder lid delt naar eigen inzicht. Bovendien, er 'n ook zaken, waarvan de raadsleden wel eras geen verstand kunnen hebben! Wethouder v. STRALEN is de oppositie 't den raad tegengevallen, daar vroeger II den raad altijd volop bereidheid tot leun in dezen bleek. Dat de opzet der werkinrichting gewij- gd zal worden, blijkt reeds uit de stuk- ui, doch spr. licht dit niettemin nog na- er toe, zie de bepalingen over voorraden, --nen enz. Tot uitdrukking komt tevens, t blinden en andere onvolwaardige ar- Idskrachten, bij geval van steun voor re- ning der gemeente komen Van de 10 blinden, werkzaam in de vo- j>e inrichting worden er 9 door M. H. ge- eund, 1 niet. doch de inrichting zalopen- aan voor alle blinden, die daar werken nnen en willen. Het loon zal nader door p commissie moeren worden geregeld. Het bedrag, dat B. en W. vragen, is niet -ger dan vroeger, zooals spr. voorrekent izet te vinden voor de vervaardigde pro- ucten blijft moeilijk en aller hulp is daar- ii noodig, in de eerste plaats van de ge rente-diensten, doch ook van de partl- lieren waarop spr een beroep doet. Ze- rheid van slagen kunnen B. en W. niet even doch het moet geprobeerd Vandaar I voorstel tot een proefneming van een Wat de lokalen en ligging betreft, ook zou liever elders onderdak zien voor werk, doch momenteel ging het moei- r. anders- Misschien is later een betere laats te vinden. De bezwaren van den heer Beekenkamp i spr. niet deelen. Blinden zouden gaar- zelfstandig willen zijn, doch practisch at dat niet; vandaar is ook niet te ver- ijden. dat de overheidssteun verleent, elijk zelfs geschiedt bij particuliere steun- erleening door vereenlglngen etc. 80 pCt. omt voor rekening der gemeenschap, aarom dan hier nu principieel verzet van en heer Beekenkamp, terwijl vroeger araan in den raad niet is gedacht? B. n W. hebben alle mogelijkheden onder de gen gezien, doch konden niet op particu- ieren steunen, daar deze het werk had- 'en stopgezet. Unaniem hebben B. en W. ch voor dit voorstel verklaard, waardoor e overheids-invloed groeit- Terecht, waar ie overheid ook de gelden verstrekt. Spr. eelt wel goede hoop op slagen, wanneer blinden zelf meewerken. (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplage) (Vervolg van gisteren). Dan de motie der rechtsche fractie-lei- ers. B. en W. hebben de samenkoppeling an blinden en de andere onvolwaardigen el onder de oogen gezien, doch oordeelen e moeilijkheden te groot, om op zoo kor- n termijn van een half jaar tot een op ing te kunnen komen. Blijkbaar wil de ei Beekenkamp hem dit op den hals huiven! Hij had zoo'n voorstel eerder bij "n vorig college moeten indienen, dan are het misschien mogelijk geweest. Nu it niet is geschied al heeft het vorig "Hege er wel eens over gesproken, zonder eer kan men van hem niet een be- ssing vergen binnen zoo kort tijdsbestek. Ook de staatscommissie op dit terrein eeft het nog niet tot besluiten kunnen engen. Slechts in enkele plaatsen is er een re- ng-begin. doch spr. wil gaarne toezeg- n alle aandacht aan deze kwestie te be- «den, die zijn volle sympathie heeft, en aarvoor wellicht een commissie van on- erzoek zal worden voorgesteld. Spr. vraagt rugnemen der motie van rechts, "en opzichte van het voorstel van mevr. Cler, de meerderheid van B en W. is aartegen, de minderheid heeft geen be- aar. De heer v. d. KWAAK oordeelt de prin- Pieele zijde afgedaan, waar betrokkenen mrh reeds worden gesteund door M. H. ?Pr. tracht echter aan te toonen met cij- ers van 1933—34, dat de exploitatie niet 1 mogelijk zijn om boven het steun- dag uit te komen. Spr. handhaaft, dat u reeds direct meer wordt gevraagd, ge rat op de gemiddelden van alle jaren, a. j, raadt aan, een organisatie te vin- oan, die zich achter het werk stelt, b.v. het t,u>cr das Heils en den wethouder niet aan 'W te binden. Is het perceel hoekhuis laterskerkgracht niet te gebruiken? Het "aat toch leeg. De heer BEEKENKAMP bestrijdt het j'ije'Pa. dat blinden en onvolwaardigen no» "aoben op steun der gemeenschap. «.Leaos pleitend voor inschakeling der ,'c™ere liefdadigheid. Onjuist is, dat v .Rhohtingen grootendeels op de over al r?uneh, dat is slechts voor een klein «het geval colW "®eert;. dat reeds onder het vorige CTr.ni ?lt onderwerp is aangesneden en H^aels afgedaan en daarom had hij hjnulf voor zijn voorstel, dat hij tin»Ook mer bet oog op de begroo- 7? "oor 1938. bat- v GÓSLINGA merkt op, hoe de Stralen steeds de vroegere wethou ders lastig viel met allerlei, waarvoor hij de oplossing in zijn zak heette te hebben. En nu zegt hij dat deze zaak moet worden bestudeerd, die reeds is onderzocht! Spr. begrijpt dat niet. De VOORZITTER wijst er op, hoe beide vorige sprekers zich vergissen, zij halen twee dingen door elkaar. Wel is een on derzoek ingesteld naar opheffing en reor ganisatie der werkinrichting, niet naar concentratie von onvolwaardigen. De heer VOS pleit voor een kleine com missie. Dat bevordert de vruchtbaarheid van werken. De heer v. WELZEN komt er fel tegen op, dat de blinden zonder meer worden in gedeeld bij alle onvolwaardigen. Dat is z.i. een degradatie. Spr. juicht het experiment van B en W. in dezen toe. De heer v. ECK noemt den uitval van den heer Goslinga onbehoorlijk. De VOORZITTER zegt, dat men het ant woord daarop toch aan den heer v. Stralen zelf kan overlaten. De heer v. ECK: Neen, zoo'n uitval geldt ook onze partij. Zulke korte termijnen en onmogelijke eischen zijn nooit door zijn partij gesteld. Mevr. DE CLER verdedigt nader haar voorstel 2 raadsleden te benoemen in plaats van 1. waardoor h.i. de invloed van den raad wel groeit. Wethouder v. STRALEN wil een „afschu welijk misverstand" uit den weg ruimen. De heeren Goslinge en Beekenkamp heb ben twee zaken dooreengehaald, die niets met elkaar te maken hebben. De reorga nisatie van de Werkinrichting was nage noeg afgestudeerd, niet de centralisatie van onvolwaardigen. In de werk-inrichting komen a-socialen en dat is toch heel iets anders! Spr. wil die persoonlijke critiek echter den heeren vergeven. Nergens heeft het Leger des Heils invloed op werk van onvolwaardigen. zich in hoofd zaak ook bewegend op het gebied der a-socialen. In 't kort gaat spr. nog even in op de financieele opmerkingen van den heer v. d. Kwaak, de bedoelingen van B. en W. nader toelichtend. Wat het aantal leden der commissie be treft. bedoeling is dat klein te houden, kan hij den heer Vos ter geruststelling me- dedeelen. De heer BEEKENKAMP zegt, dat voor maatschappelijk onvolwaardigen dan te voren toch een onderzoek was ingesteld, en daarom had hij gehoopt, dat binnen kor ten tijd ook voor de lichamelijk onvol waardigen kon worden gezorgd. Spr. wil echter den. termijn van '/s jaar terugne men. De VOORZITTER vraagt intrekking der gansche motie, daar lichamelijk onvol waardigen en maatschappelijk onvolwaar digen toch twee geheel andere categorieën zijn. Men kan toch altijd op de kwestie terugkomen, zoo men wil. De gansche motie wordt daarop inge trokken. Het voorstel De Cler wordt verworpen met 17—15 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heeren v. d. Kwaak en v. Weizen. Het voorstel van B. en W. wordt z.h.st. aangenomen. DE BRANDWEERKWESTIE. 16e. Voorstel inzake het toekennen van een vergoeding aan den Commissaris van Politie, in verband met het onderbrengen van de brandweer bij de Politie. (197) De heer v. ECK zegt, dat de minister de meerderheid van den raad in een moeilijk parket brengt. Spr. herinnert er aan. waar om zijn partij tegen het voorstel van B. en W. zich uitsprak. Natuurlijk had de minis ter het recht zijn goedkeuring te onthou den aan de samenvoeging van beide func ties in de persoon van den commissaris. Hij gaf deze echter. Maar nu gaat hij in op de bevoegdheden van den raad, die toch de bezoldiging heeft te regelen. De raad kan den minister niet tot de orde roepen, doch hij protesteert tegen deze nieuwe bekorting van 's raads bevoegdheden. Zijn partij is voor orde en daarom zal zij thans zich neerleggen bij de beslissing van den minister, al blijft zij deze afkeuren. Zulks ter wille van handhaving der orde. De heer v. WELZEN blijft zijn verzet handhaven, betwistend, dat dit zou betee- kenen te zijn voor wanorde. Het voorstel wordt z h. st. aangenomen met aanteekening dat de heeren v. Weizen en Tobé geacht willen worden tegen te hebben gestemd. DE SALARISREGELING VAN HET GEMEENTEPERSONEEL. 17e. Voorstel inzake herziening van de loonen en salarissen van het personeel in dienst der gemeente. (199) De heer v. d. VOORT wijst er op, hoe sinds behandeling van dit voorstel nog een factor in het geding is gekomen: de deva luatie. Het is een reden te meer. zich tegen iedere verdere verlaging te verzetten. Vele baten werpt deze verlaging niet af voor de gemeente, doch betrokkenen zul len de riem weer wat nauwer moeten aan halen. De salarissen der werklieden worden zelfs meer dan l'/s maal zoo erg getroffen als die der ambtenaren. Wat de gemeente-boden betreft, deze zijn niet zonder meer te vergelijken met de boden aan de departementen naar hij uit eenzet. Vandaar, dat hun z.i. hooger sa laris volledig toekomt. Dan de politie. De heeren Lombert en Eikerbout pleiten nu ook voor verlaging, gezien hun voorstel, al beteekent het een kleine verbetering van het voorstel van B. en W. Spr. verdedigt het voorstel van de politie-organisatie daartegenover. Spr. geeft voorbeelden, hoe het in enkele andere plaatsen veel gunstiger is dan hier. Spr. verwerpt de voorstellen, doch wil als con cessie voorstellen de periodieke verhoogin gen op te voeren met f. 0,25 en den looptijd terug te brengen van 5 op 4 jaar. Ook voor den hoofdagent verwerpt spr. de voorgestelde regeling. I Volle Melt 'Drie smoken Hozelnoor Dessen 1967 Zendt ons: 3 etiketten von 5 ets. Tioklat reepen 1 etiket von een 10 ets. Tjoklat reep 1 etiket von een 25 ets. T|oklat tablet en gij ontvangt von ons een „prachtige foto" (form. 60 x 46 c.M.I, welke vrijwel ieder Nederlonder(sche), hetzij jong of oud, zeer gaarne zal willen bezitten. Vraagt Uw winkelier om inlichtingen. (Ingez. Med.) De heer MANDERS verzet zich tegen de voorstellen van B. en W. om bekende rede nen. Des te klimmender is verzet tegen salarisverlaging met het oog op de deva luatie, die de loonsverlaging nog komt accentueeren. Spr. raadt aan aanhouding der voorstel len tot de gevolgen der devaluatie meer bekend zijn. De heer ELKERBOUT dankt B. en W., doch vooral den wethouder voor het toege paste Georganiseerd Overleg, waardoor heel wat is bereikt. Uit den aard der zaak is hij voor zoo klein mogelijke verlaging en spr. breekt nog een lans voor de politie agenten 2e klasse, al moest in 't algemeen de regeling worden aanvaard, daar de minister weigert verder te gaan, zoodat het voorstel v. d. Voort onmogelijk is. Dit voor stel is voor betrokkenen een leege dop, het voorstel van spr. en den heer Lombert is het halve ei en heeft kans op succes. Zooals bekend, luidt dit voorstel: Ondergeteekenden stellen voor, de vol gende „overgangsbepaling'' in de verorde ning van 21 Februari 1936, betreffende de wedden van het personeel der politie aan te brengen De ambtenaar 2e klasse die op 1 Februari 1937 niet in het genot van het maximum salaris is, gaat niet in salaris achteruit, doch zijn eerstvolgende periodieke verhoo ging zal een jaar worden uitgesteld. Uit het G. O. is gehaald wat kon Voor den hoofdagent valt mets meer te bereiken, gelet op de houding "van den minister. Spr. heeft daarom geen voorstellen gedaan, 't zou het dragen van water haar de zee zijn. De devaluatie kan thans niet onder de oogen worden gezien, daarvoor is de tijd nog niet rijp. Dat erkenden de leiders der organisaties zelve. Blijkt dit later noodig, dan zal het moeten geschieden over de gansche linie. Wethouder TEPE zegt, dat men aan 2 dingen moet denken: le de geschiedenis en 2e het algemeene standpunt der regeering. Spr. releveert in het kort de geschiedenis. De in Febr. aangenomen voorstellen kon den niet de goedkeuring van den minister wegdragen. Na het G. O. te hebben gehoord, hebben B. en W. bij den minister aange drongen op nog eenige concessies, trots de gedragslijn van de regeering, geldend voor het heele land die spr. in 't kort releveert en deze aandrang is niet zonder succes ge bleven voor diverse categorieën, waar de minister de opmerkingen als juist erkende In eenige gevallen erkende de minister de juistheid niet, zulks op goede argumenten, o.a. ten aanzien van de boden en agenten en dan hield hij vast aan zijn verlangens. Wanneer de raad thans het onderste uit de kan wil hebben, neemt z.i. de raad een deloyale houding tegenover den minister aan. Daarom alleen raadt hij alle voorstel len al af, afgezien van het feit, dat de mi nister niet verder wil gaan dan hij gedaan, heeft. Alleen het voorstel LombertEikenbout willen B. en W overnemen, daar de minis ter zich daarmede accoord kan verklaren. Naast het gemeentebelang staat het landsbelang, dat erkenne men tevens en daarom beveelt spr. aan om deze voorstel len verder ongewijzigd te aanvaarden. Nu te praten over de devaluatie heeft geen zin. De minister heeft deze zelf met het G. O. trouwens reeds behandeld, doch de tijd is niet rijp voor een algemeene be handeling. De heer Lombert vindt het onpractisch, nu nog wijzigingen aan te brengen, waar van men weet, dat zij niet zullen worden goedgekeurd. De waarde van het G. O. is duidelijk genoeg gebleken en de minister heeft reeds tal van concessies aangebracht. Zelfs bestaat de vrees, dat nieuwe wijzigin gen de gedane concessies in gevaar zouden kunnen brengen. De heer v d. Reyden sluit zich daarbij aan. Art. 1 wordt na re- en dupliek aangeno men met 1716 stemmen. Tegen de S.D.A.P. en de heeren Manders, Vos en v. Weizen. Het voorstel v. d. Voort wordt verworpen met 1815 stemmen. Voor de S D.A.P. en de heeren Vos en v. Weizen. De voorstellen van B. en W. worden z. h. st. aangenomen. 18e. Voorstel tot wijziging van de verorde ning op de wateren in de gemeente Leiden. (184) Aangehouden daar zeer technische be zwaren zijn ingebracht, die nader door de Commissie voor de Strafverordening zullen worden onderzocht. 19e. Voorstel inzake aanhouding van de uitvoering van het aangenomen voorstel van de heeren Beekenkamp c.s. betreffende de voorbereiding van een regeling met be trekking tot de vestiging van nieuwe win kelbedrijven. (198) Conform besloten. 20e. Interpellatie van den heer Schüller inzake de circulaire van den minister van sociale zaken van 31 Juli 1936, betreffende woninghuren. Aangezien de heer Schüller de zitting moest verlaten, stelt voor hem de heer Hessing de volgende vragen: 1. Hebben Burgemeester en Wethouders kennis genomen van de Ministrieele cir culaire d.d. 31 Juli 1936 Afdeeling Vh. No. 6650 M. M.P. betreffende woninghuren. 2. Indien bovenstaande vraag bevesti gend wordt beantwoord, willen Burgemees ter en Wethouders den Raad dan mede- deelen, welke maatregelen zij reeds geno men hebben, of voornemens zijn te nemen oin aan het gestelde, vervat in vernoemde circulaire, tegemoet te komen. 3. Indien Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn, dat voor wat betreft de Gemeente Leiden aan het verzoek van den Minister niet kan of behoeft te worden vol daan, willen Burgemeester en Wethouders den Raad dan mededeelen welke motieven en feiten hen daartoe hebben gebracht? 4. Willen Burgemeester en Wethouders den Raad mededeelen, welke omstandig heden. respectievelijk overwegingen er toe hebben geleid, om nog geen uitvoering te geven aan het bepaalde in de art. 29, 29a, 29b en 29c van het woningbeslult (K.B. d.d. 9 Januari 1935 (Staatsblad 7). Wethouder SPLINTER antwoordt ad 1: ja ad 2 en 3: Er is geen aanleiding meer er op in te gaan, daar de omstandigheden zich in middels hebben gewijzigd; ad 4: deze kwes tie is in bewerking. Na re- en dupliek wordt de interpellatie gesloten. RONDVRAAG. De VOORZITTER antwoordt op een vraag van den heer Coster uit vorige zitting dat een autobushalte op het parkeerterrein aan de Steenstraat niet wel mogelijk is voor het verkeer, komend van het station, met het oog op het gevaar voor de tram Trou wens, bij Amicitia is een goede halte. De heer WtiRTZ vraagt, of reeds iets wordt gedaan voor luchtbescherming. De VOORZITTER zegt, dat dit in voorbe reiding is. Hierna 5 3/4 uur sluiting. DE OVERVAL TE DEN DUNGEN. Een arrestatie. (Speciale Berichtgeving). Als vermoedelijke dader van den overval op 2 meisjes te Den Dungen. is gister avond door de politie iemand uit den Bosch gearresteerd. Hij is nog vannacht gecon fronteerd met de Duitsche dienstbode, mej. Roedlx, die in hem pertinent den dader herkende. (Wij merken op dat de meisjes gisteren verklaard hebben dat zij den da der niet zouden herkennen. - Red. L.D.). Er zijn nog meer aanwijzingen tegen den verdachte, die heden zal worden gecon fronteerd met mej. van Pinksteren, die het bed nog moet houden. IN HET WATER GEWAAID EN VERDRONKEN. Noodlottig arbeidsongeval op een werf te Utrecht. Op de werf van de firma R. J. Koker, houthandel en zagerij, gevestigd Lau werecht te Utrecht, heeft zich tengevolge van den hevigen wind gistermorgen een ernstig ongeluk voorgedaan, waarbij een 31-jarige arbeider het leven heeft gelaten Op deze werf lag langs den waterkant een partij hout opgestapeld. In verband met de windkracht bestond er gevaar, dat dit hout in het water zou waaien, zoodat den 31-jarigen arbeider H. werd opgedra gen het hout in een huisje op de werf te bergen. Toen H. zijn werk aanving en een plank optilde, werd deze door den wind gegrepen, waardoor H. zijn evenwicht ver loor en in het water viel. Eenige voorbij gangers slaagden er na eenige minuten in den man met behulp van een dreg uit het water te halen. De inmiddels ontboden Geneesk Dien-t heeft getracht de levensgeesten bij het slachtoffer op te wekken, hetgeen niet meer mocht baten. DE DIEFSTAL IN DE KON. VILLA TE APELDOORN. Nog vier arrestaties. In verband met den onlangs gepleegden diefstal in een leegstaande villa van H. M. de Koningin te Apeldoorn heeft de mare chaussee aldaar nog vier personen gear resteerd, w.o. van V. en v. d. M„ beiden werkloos en te Apeldoorn niet ver van de betreffende villa woonachtig. In de wo ningen van v. d. M. en een broer van Van V., gelegen aan den Looschen weg zijn de gestolen goederen, bestaande uit tapijten, gordijnen en huishoudelijke voorwerpen teruggevonden. Volgens hun verklaringen zou de broer van v. V. er niet mee bekend zijn geweest, dat de goederen van diefstal afkomstig waren. De gestolen goederen waren door de be treffende gezinnen deels in gebruik ge nomen en voor het overige op zolder ge plaatst. De marechaussee heeft alles in beslag genomen. De arrestanten zijn naar het Huis van Bewaring te Zutphen overgebracht. De marechaussee is op het spoor van de dievenbende gekomen, doordat haar ter kennis kwam, dat een van dezen op straat was gezien met een pendule onder den arm, waarvan de herkomst verdacht was. VROUW TE AMSTERDAM DOOR AUTO DOODGEREDEN. Gisteravond te kwart voor acht is op den hoek van de Cornells Krusemanstraat en de Hendrik Jacobstraat te Amsterdam een ernstig verkeersongeluk gebeurd. Een 65-jarige vrouw weifelde bij het oversteken van de straat ën werd door een personenauto, die uit de richting van den Amstelveenscheweg kwam, gegrepen en overreden. Zij is bijna onmidellijk na het ongeluk overleden. De naam van het slachtoffer is tot op heden nog niet bekend. WOONHUIS AFGEBRAND TE HEILOO. In den nacht van Zondag op Maandag is een woonhuis, gelegen aan de Spanjaards laan te Heiloo en bewoond door het gezin J. Graf. tot den grond toe afgebrand. Door de zieke echtgenoote van den heer Graf werden wollen doeken gewarmd op een petroleum-vergasser. Toen zij enkele doeken van het verwarmings-apparaat wilde afnemen, werd de vrouw door een duizeling bevangen en kwam zij te vallen, daarbij het brandende toestel meeslepende. De terstond ontwaakte heer G. kon niets anders doen dan trachten de brandende kleeren van zijn vrouw te dooven, hetgeen hem inderdaad gelukte. Zonder iets te kunnen redden, kon het echtpaar slechts door een snelle vlucht aan de vlammenzee, welke door den storm werd aangewakkerd, ontkomen. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, slaagde erin uitbreiding van den brand te voorkomen, dank zij de windrichting en de omstandigheid, dat het aantal belendin gen gering was. Het woonhuis is echter ge heel door het vuur verwoest. De schade wordt door verzekering gedekt. MET EEN MESTVORK GESTOKEN. Gisterochtend heeft het zoontje van den heer Tj. Koster te Twijzelerheide bij het spelen zijn 2-jarig broertje met een mest vork in het oog gestoken. Op medisch ad vies werd het kind naar het academisch ziekenhuis te Groningen gebracht. Zijn toestand is zeer ernstig en waarschijnlijk zal het kind een oog moeten missen. „N.R.Crt." o KAPITALE BOERDERIJ AFGEBRAND TE GROENLO. Gistermiddag tegen twaalf uur is te Groenlo de kapitale boerderij het zgn. Groot Stikken, eigendom van het gasthuis en provisoriefonds aldaar, bewoond door den landbouwer Tuinte, geheel in vlammen opgegaan. De brand is ontstaan in een groote schuur, welke vlak bij de woning is ge bouwd. Hier brandde een fornuispot en het vermoeden bestaat dat hierdoor de brand is ontstaan. De hevige wind, welke in de lengterichting op het huis stond, was oor zaak dat de brand zich zeer snel voort plantte. Niet alleen de groote nieuwe schuur maar ook het hoofdgebouw, hetwelk enkele jaren geleden grondig werd ver bouwd. stonden weldra in lichter laaie. Een buurjongen ontdekte den brand en waar schuwde de bewoners, die aan tafel zaten. Met de grootste moeite slaagde men erin het vee te redden. Van het huisraad kon zoo goed als niets behouden worden. Groote hoeveelheden rogge en hooi, benevens een roggemijt van veertig vim gingen verloren. De brandweren van Groenlo en Lichten voorde. die spoedig ter plaatse waren, kon den vrijwel niets uitrichten tegen de vuur zee. Slechts de muren zijn gedeeltelijk blij ven staan. De schade wordt door verzeke ring gedekt. Pesoonlijke ongevallen hebben zich niet voorgedaan. (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplage) BUITENLANDSCH GEMENGD. DE ISIS VERGAAN. Bevestigd wordt, dat het Duitsche schip „Isis" met man en muis vergaan is. De uit negen en dertig leden bestaande beman ning is omgekomen, op den scheepsjongen na, die door het stoomschip „Westernland" werd gered. o ZES DOODEN BIJ EEN AUTO-ONGELUK. Op den straatweg Milaan-Bergamo is een auto. die in botsing was gekomen met een vrachtwagen, in brand geraakt door een breuk in de benzineleiding. De zes in zittenden kwamen in de vlammen om. VIER DOODEN BIJ E">' TREINBOTSING Eü een botsing tu-scher wee goederen- deinen nabij Georgetown (Louisiana. V. St werden vier spoorweg-beambten ge dood en zes gewond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9