ft ELIXER De ontploffingsramp te Schiedam LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 2 November 1936 Derde Blad No. 23499 Het aantal dooden tot 13 gestegen 77sie Jaargang Nog een arbeider wordt vermist Omtrent de oorzaak staat nog niets vast. LUCHTVAART RECHTZAKEN Intrede van ds. I. de Bruijne. Bij de Chr. Geref. Kerk te Sassenheim. Ds. I. de Bruijne. Het was gisteren voor de Chr. Geref. Ge meente te Sassenheim een zeer belangrijke >8- Immers: nadat zij 14 jaar geleden was ge sticht, verbond nu ds. I. de Bruyne zich als eerste predikant aan die gemeente. Hij werd eerst door zijn vader ds. J. de Bruijne uit Zwolle bevestigd. Het kerkgebouw aan de Kerklaan was ge heel gevuld. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op de beide wethouders en den secre taris van Sassenheim, prof. van der Schuijl van Apeldoorn, afgevaardigden van de clas sis Amsterdam en van de nabuurgemeente Lisse. Na het uitspreken van het votum liet ds. de Bruijne zingen Ps. 121 1, waarna voor gelezen werd Ps. 103. Na het uitspreken van het gebed zeide de leeraar, dat deze stonde door de gemeente en ook door hèm, vele jaren is verbeid. Moge onze dank voor deze zegeningen op stijgen, en laten wij nooit één van Zijn wel dadigheden vergeten, want het is God, die ie U bewees! Zich verantwoordelijk gesteld te voelen vwr uwe zielen, is bijna te zwaar voor een jongen herder. Wat zullen wij in dezen eer- s«i dienst tot u zeggen? Spr. ontleende zijn toespraak aan den Ito zendbrief van Paulus aan de Corin- fen 2e hoofdstuk vers 5: „Want wij predl- fcn niet ons zelve." Paulus wendde zich troostend en verma nend tot de gemeente van Corinthe, die in het gevaar verkeerde om Christus uit het oog te verliezen en naar menschen te zien en verschUlende groepen gingen vormen, die elkaar bestreden. Bij het aanvaarden van het werk in deze gemeente wenschen wij allen te wijzen naar de prediking in Jezus Christus en verdeelen deze prediking als volgt: „Wat zij inhoudt; wie haar brengt en wat zij bevat." Na deze prediking volgden de gebruike lijke toespraken. Aan zijn vader bracht spr. zijn innlgen dank voor de inleiding tot dit werk. Hiermede is een levenswensch van hem vervuld. Tot de kerkeraad zeide spr.: Ontvang uwen herder. Langen tijd hebt ge er naar uitgezien. Hij vroeg het gebed van den Kerkeraad en bijstand met zijn meerdere ervaring. Moge er soms verschil zijn, dan zal dit zeker niet blijvend zijn. Het is spr. een eer B. en W. te mogen begroeten. Hij dankte hen voor hun tegen woordigheid. Al mogen uwe werkzaamheden op een ander terrein liggen, er zullen zeker zele punten van samenwerking zijn. Na de afgevaardigden van de classis Am sterdam en van Lisse toegesproken te neb- hen, richtte spr. zich tot de gemeente. Veer tien jaar hebt ge biddend uitgezien naar deze ure. Draagt ons op in uw gebed, bidt veel voor ons! Spr. bracht, ook namens zijn 'rouw, dank voor de vele bewijzen van be langstelling en liefde, alsmede voor de har telijke ntvangst hun bereid. Hij hoopte, tot de band der liefde steeds nauwer aan gehaald zal worden en vroeg met de ge meenteleden mede te mogen leven in droeve en blijde dagen. Tot de catechisanten en jeugdverenigin gen zeide ds. de Bruijne: „komt met uw 'ragen bij ons; gij zult dan niet den domi nee vinden, doch iemand die de nooden en 'ragen der jeugd verstaat. Ten slotte dankte spr. zijn ouders, die hem en zijn vrouw reeds vanaf de prilste kugd wezen op den Christus. Ds. de Bruijne van Zwolle heeft In zijn '■jarige loopbaan als predikant veel ambtelijk werk verricht, doch zooals van daag nog nooit. Het is een heuglijk feit zijn jongste zoon in het ambtswerk in te leiden en getuige zijn van het feit, dat deze zich aan de gemeente verbindt. Namens den kerkeraad en gemeente riep de heer Joh. van Nieuwkoop den predikant een hartelijk welkom toe. Moge uw arbeid zijn tot verheerlijking van Zijn Naam. Voorts bracht spr. dank aan prof. v. d. Schuit voor het vele werk, dat in de 14 Jaren door hem is verricht. Ook de overige dienaren des Woords, die steeds bereid wa ven gevonden hier voor te gaan, bracht spr. dank. Op zijn verzoek werd den herder en 'eevar toegezongen: „Dat 'sHeeren zegen °P U daal! Namens de classis Amsterdam en de ge meente Lisse sprak de heer van Rossen "e verhouding van Lisse tot Sassenheim is ®e van een moeder tot haar dochter; en welke moeder zou zich niet verheugen, als net haar dochter goed gaat? laatste spr. trad naar voren prof. v. d. va a van Apeldoorn, die de verhouding Pvedikant tot de gemeente vergeleek de eerste liefde. Moge deze eerste liefde van langen duur zijn! Hij heeft ds. de 'U'Jnu in een climax van verhoudingen sesend. Eerst als student, toen als schoon- zoon en nu als ambtsbroeder. zijn verzoek werd gezongen Ps. 99 5. llik»' Bruljne dankte voor de vriende- i"e woorden tot hem gericht, waarmede dienst geëindigd was. In den loop van den Zaterdagmiddag verschen in de rookkolom, die uit het ach terschip van de „Petrarkis Nomikos" te Schiedam opsteeg, een steeds feUer wor dende vuurgloed, en tegen 4 uur laaiden de vlammen hoog op. Gelukkig kwamen deze vlammen niet van binnen uit. doch werden zij veroorzaakt doordat het hout werk van de verblijven van officieren en bemanning op het achterschip, dat als een ouderwetsche campagne omhoog is ge bouwd, in lichter laaie stond. Nog steeds was de omgeving van het schip afgezet en de verzamelde leden van de Schiedamsche brandweer en de weinige andere personen, die op de werf aanwezig waren, bleven zoo veel mogelijk achter de dekking, die de groote loodsen boden, aan gezien men nog steeds ontploffingsgevaar vreesde. Het was een griezelig denkbeeld, dit brandende schip aan de kade. dat aan stonds als een bom kon werken en dat op sluipende wijze zijn onheU kon verrichten op een oogenblik, dat niemand er op ver dacht zou zijn. Zooals men weet was Zaterdagmorgen de tweede ontploffing, die het grootst aan tal slachtoffers maakte, omdat toen reeds de Schiedamsche brandweer en de red dingsploegen van het personeel van Wil- ton-Feyenoord aan boord waren, veroor zaakt door het springen van een kleine bunkertank aan stuurboordzijde. De ont ruiming van de werf was gelast met het oog op het gevaar van ontploffing, voor namelijk van een soortgelijke kleine tank aan bakboordzijde. Een nieuw onderzoek. Toen tegen vier uur de wind steeds meer uit het noorden kwam en de vlammen joeg uit de richting van de gevreesde tanks, besloot na overleg met inmiddels ge arriveerde deskundigen de commandant der Schiedamsche brandweer, ingenieur Eikema, een onderzoek aan boord te doen instellen. Gearriveerd waren namelijk de hoofd inspecteur voor de scheepvaart ir. Van Driel uit Den Haag en de commandant der Amsterdamsche brandweer de heer C. Gor dijn, resp. voorzitter en lid van de in 1927 door het Rijk ingestelde benzine-commis- sie, die speciaal belast is met het ontwer pen van maatregelen voor de veiligheid van het vervoer van brandbare vloeistof fen te water en te land. Het resultaat van 't onderzoek was, dat men besloot het vuur te lijf te gaan. Met twee stralen naar het ach terschip werd het vuur aangetast, en tegen 't vallen van de duisternis wer den de noodige schijnwerpers op het schip gericht, om het blusschingswerk te kunnen doen voortgaan. De eerste droeve taak. die men had toen men het schip sedert Zaterdag morgen half elf voor het eerst weer betrad, was het bergen van dë drie deerlijk verminkte lijken, die de vrij- wiUigers, die des middags omstreeks twaalf uur even aan boord waren ge weest, op het dek hadden zien liggen. Het was het stoffelijk overschot van den arbeider J. A. Wolters, van den omgekomen hoofdbrandmeester Nieu- wenhuis en van den Schiedamschen politieagent Hoek. In jassen gewikkèld werden de lijken naar één der loodsen overgebracht en te gen den avond vervoerd naar het R. K. Ziekenhuis de Dr. Nolet-stichting. In een der ruimen werd nog een vierde lijk waar genomen, vrijwel zeker van een der leden der Grleksche bemanning, doch aan ber ging daarvan viel voorloopig tengevolge van den vuurgloed niet te denken. Wat is de oorzaak? De reeds genoemde autoriteiten, alsmede de burgemeester van Schiedam de heer Van Haaren, en de leden der directie van Wilton-Feyenoord, hebben in den namid dag den kapitein en den eersten stuur man van het Grieksche tankschip een uit voerig verhoor afgenomen, wat trouwens tevoren reeds met de overige leden der be manning was geschied. Duidelijke gegevens heeft dit ver hoor niet opgeleverd, zoodat men ook thans nog in het duister tast omtrent de oorzaak der eerste ontploffing. Met nadruk hielden zoowel kapitein als eerste stuurman echter vol, dat de kleine stuurboordtank, die bij de twee de ontploffing in de lucht ls gevlogen, sedert eenige weken niet in gebruik is geweest en niet met vloeistof gevuld was. De meening van den heer Gordijn. De aanwezigheid van den commandant der Amsterdamsche brandweer, den heer C. Gordijn, noopte ons dezen autoriteit zijn meening te vragen. De heer Gordijn verklaarde, dat het uiterst moeilijk zou zijn, de oorzaak van de eerste ontploffing in het ketelruim op te sporen. Zoo vele factoren kunnen daar toe hebben bijgedragen. Aan boord van een tankschip kan allicht ergens een lek ont staan, waardoor olie wegvloeit, die in ge val van reparaties aan boord door een of andere oorzaak verwarmd wordt en als zij de goede verbrandingswarmte heeft gekre gen, vlam vat. Hoewel men niet met volkomen zeker heid kan spreken, achtte de heer Gordijn het toch wel zeer waarschijnlijk, dat de tv/eede ontploffing als indirect gevolg van de eerste moet worden beschouwd. Dit is te meer mogelijk, doordat een noodzakelijk geachte constructie voor tank schepen in de „Petrarkis Nomikos" niet geheel aan de voorschriften voldeed. De heer Gordijn doelde op de z.g. „coffer dam", bestaande uit twee zware ijzeren schotten, welker tusschenruimte met wai ter is gevuld, zoodat er een waterschot ontstaat, dat van de kiel tot het dek loopt. Aan weerskanten van de groote tankruim te, die het geheele middenschip van een tankboot vult, bevindt zich een dergelijke „cofferdam", waardoor dus zoowel vóór als achterschip van de tankruimte worden gescheiden. Welnu, de „cofferdam" van het achterschip der „Petrarkis Nomiokos" liep niet geheel tot het dek door en op de hoogte waar zich de ontplofte kleine stuur boordstank bevond, niet zoover onder het dek, werd deze slechts door een enkele ijzeren wand van het achterschip geschei den. Het ligt derhalve voor de hand, dat de warmte-ontwikkeling tengevolge van den aanvankeiijken brand en de eerste ontploffing tot explosie van de kleine tank heeft geleid. Wij wezen den heer Gordijn er op, dat het schip, alvorens in reparatie te zijn ge nomen, het certificaat had verkregen gas- vrij te zijn, terwijl de heer Gordijn zelf aanwezig was geweest bij de verklaring van den kapitein, dat de beide kleine tanks in weken niet meer gebruikt waren. De heer Gordijn sprak als zijn overtui ging uit, dat het certificaat was uitgereikt na een zorgvuldig onderzoek, dat inder daad op volkomen afwezigheid van gas had gewezen. Dikwijls blijven er echter aan de wan den der tanks met hun vele oneffenheden, klinkbouten enz., dikke korsten opgedroog de olie kleven. Bij warmteontwikkeling kunnen de meest vluchtige deelen van deze olieën, gassen vormen, die in verbin ding met lucht explosief kunnen zijn en als er ook wel eens benzine in deze tanks heeft gezeten, wat aan boord van het Grieksche schip wel eens het geval schijnt te zijn geweest, zelfs hoogst gevaarlijk kunnen zijn. Of dit alles ook hier zoo is gegaan, valt niet met zekerheid te zeggen, doch moge lijk is het in elk geval. Daarbij komt. dat de „cofferdam" van het achterschip ook nagenoeg geen water bevatte, toen de Schiedamsche brandweer vanmorgen na de eerste ontploffing aan boord kwam. Men was o.a. bezig met het pompen van water in de „cofferdams", toen de noodlottige weder-ontploffing volgde. Toen men het tegen vier uur waagde aan boord te gaan, kon men duidelijk waarnemen hoe de bedoelde kleine tank aan bakboordzijde uiteen was gereten. De overeenkomstige tank aan stuurboordzijde, waarvan men den geheelen dag ontplof fing had gevreesd stond rood gloeiend. Had er ontploffingsgevaar bestaan, dan had dit natuurlijk reeds ingetreden, lang voordat de tank een zoo hooge temperatuur had bereikt. Zooals reeds hierboven werd verklaard, tastte men het vuur dan ook met twee stralen aan en richtte men een dezer stralen op de gevreesde tank. Hoewel natuurlijk in de overige tanks soortgelijke reacties als in de kleine stuur boordtank zouden kunnen optreden, achtte de heer Gordijn dat niet waarschijnlijk meer. omdat, nu men eenmaal met blus- schen is begonnen, het vuur eerder zal af- dan toenemen en de temperatuur aan boord van het tankschip zal dalen, waardoor het ontploffingsgevaar geringer wordt. Een ketelbikker vertelt. Als dooi- een wonder is de ketelbikker P Verhoef, die met de andere werk lieden beneden in de machinekamer werkzaam was op het moment dat de explosie geschiedde, aan den dood ont snapt, aldus het Hldib. Hij had alleen een vrij ernstige bles sure aan de hand opgeloopen. „Ik stond op het tweede rooster van de machinekamer", adus Verhoef, „en ik stond te wachten op een kraan waarmede twee vaten vuil naai' boven geheschen zouden worden. Opeens hoor de ik een hevigen slag. Ik werd onder ste boven geworden en was half versuft toen ik weer tot mezelf kwam. Later zag ik, dat alles om me heen in een ruïne herschapen was. Toen ik naar boven wilde loopen, zag ik dat de trap van de machinekamer aan flarden was gerukt. Ik zocht 'n uitweg, maar deze was niet te vinden. In zag dat drie Grieken langs de pijp van de machinekamer naar boven klauterden, ik ging deze Grieken achterna en juist toen ik aan dek kwam begonnen de sirenes te loeien, het teeken dat er een ernstig ongeval op de werf is geschied. Aan dek ont moette ik een van de voormannen, wien ik vertelde dat er nog vele gewonden "in de machinekamer lagen. Voor zoover ik me kan herinneren, waren we met z'n achten in de omgeving van den ketel toen de exploisie gebeurde. Ik heb gezien dat een van mijn coUega's, Kees Faassen. tegen den wand van de machinekamer werd gedrukt en daar roerloos bleef liggen. Mijn maat Dorus Hiller kreeg een zwaren ijzeren balk op het hoofdeen andere bikker Willem de Broeder, liep als een wanhopige in het rond. De man was volkomen de kluts kwijtgeraakt. Bas Verhoef heeft den man later naar boven gedragen. Ik heb ook gezien dat Bas Verhoef een Griek uit een krukkeput heeft gehaald, laarbij geholpen door drie andere bik kers. De man was echter zoo zwaar ge wond, dat hij eenige minuten later is overleden." De chauffeur Schellenberg stond op den wal. Hij ontving van een ambtenaar van Wilton opdracht gasmaskers te halen. Nauwelijks waren de woorden tegen hem gezegd of hij werd door een stuk ijzer, dat door de lucht geslingerd werd, getroffen en gedood. Nog twee slachtoffers. In den loop van den Zondag zijn de heeren van Galen, behoorende tot het werfpersoneel van Wilton-Feyenoord en de heer van der Plas, plaatsvervan gend commandant van de Schiedam sche brandweer, aan hun verwondingen overleden. De namer der slachtoffers. Hierdoor is het totaal aantal slachtoffers dus gestegen tot 13, terwijl nog 1 persoon wordt vermist. Blijkens een officieel rapport zijn de vol gende personen om het leven gekomen: K. L. Schellenberg, 36 jaar, Rotterdam, chauffeur bij Wilton. M. Nieuwstraten, 45 jaar, Schiedam, ar beider bii Wilton. G- J. H. P. Schulz, 22 jaar, Rotterdam, arbeider bij Wilton. W. B. de Jong. leeftijd niet bekend Vlaardingen, arbeider bij Wilton. P. Mohn, 22 jaar, Rotterdam, arbeider bii Wilton. J Wolters. 44 jaar Rotterdam, arbeider bij Wilton C. Verweijs. 57 jaar. arbeider bij Wilton C. Nieuwenhuijse. 44 jaar. hoofdopzich ter bij de bestratingen en kringcomman dant bij de brandweer, Schiedam. J J. Hoek. 33 jaar, rechercheur van politic, te Schiedam A. Alafouzus, 33 jaar. Griek, donkeyman C. Evangelos. 26 jaar. Griek, vierde ma chinist. J. van der Plas. 52 jaar. Schiedam, hoofdopzichter van gemeentewerken en plaatsvervangend brandweercommandant. J. van Galen, 56 jaar, Rotterdam- Als vermist wordt nog opgegeven de ar beider Wessel. De gewonden In het gemeente-ziekenhuis te Schiedam werden ODgenomen: H. J Foort 56 jaar. Schiedam, gecom pliceerde armbreuk en verbloeding; J. P. Verboom. 45 jaar, Rotterdam, ge compliceerde onderarmbreuk; I. v. d. Broek, 59 jaar, Rotterdam, ge broken enkel; C. Paesschen, 38 jaar, Rotterdam, gebro ken been; J. Onderdelinden, 22 jaar, ernstige brandwonden aan armen, handen en beenen; W.den Broeder, 51 jaar, Rotterdam, In wendige kneuzingen en brandwonden; C- van Pelt, Schiedam, overspannen; A.de Krom, Rotterdam, hoofdwonden en brandwonden; M. Kionlekas, Griek, olie in de oogen; Th. Leonardos. Griek, brandwonden. In het R.K. Ziekenhuis te Schiedam zijn opgenomen: P. de Smit, 53 jaar, Rotter dam, tweo gebroken beenen; N. van Genderen. 50 jaar, Schiedam, ruggewervel- en schouderfractuur; C van Baarle (brandweerman), 40 jaai, Schiedam, enkelbeuk; D. van der Hoeven CRoodo Kruisman), 29 jaar. Schiedam, hersenschudding. De toestand van den Broeder en Onderdelinden was gisteravond zeer zorgwekkend. De overige patiënten maken het vrij goed- Wat betreft de pogingen, welko aange wend worden om mogelijke slachtoffers te bergen, vernemen wij dat het dreggen in ae omgeving zeer wordt bemoeilijkt door hel hooge water. SfcëfB T? IN UW BORREL EfJfóg U COCKTAIL LIKEUR laasa X vermouth sherry CAIZ&Zn.VAN PEKELA-GRONINGEN 1994 (Ingez. Med.) Vliegtuigongeluk in Thuringen. Tien dooden, drie gewonden. Het vliegtuig van de lijn Berlijn op Frankfurt a. d. Main, is gistermiddag in het Thuringer woud tijdens den dikken mist verongelukt, nadat het met den grond in aanraking was gekomen. Het toestel werd vernield. De drie leden der beman ning en zeven passagiers kwamen bij de ramp om het leven, terwijl drie passagiers gewond werden. DEMONSTRATIE ITALIAANSCH VERKEERSVLIEGTUIG OP SCHIPHOL. De Italiaansche industrie heeft een nieuw type verkeersvliegtuig ontworpen en ge bouwd, de Savoia Marchetti s 84, een zeer modern toestel voor 18 passagiers, met twee motoren van elk 1000 p.k Het eerste vliegtuig van deze nieuwe serie bevindt zich thans te Brussel. Het zal waarschijnlijk heden naar Schiphol wor den gevlogen, in verband met een demon stratie boven Amsterdam's luchthaven op morgenmiddag. 1131 (Ingez. Med.) JKIIN/T IM LITTEKEN PROP. DR. WILLEM MENGELBERG TE LONDEN. Prof. dr. Willem Mengelberg is gisteren te Londen aangekomen. Hij zal Woensdag het symphonieorkest van de B.B.C- din- geeren. Dit is het eerste bezoek van prof. Mengelberg aan Londen sinds 1931. TIJDSCHRIFTEN. „Het R.-K. Bouwblad" van 29 October heeft den volgenden inhoud: Het parochiecentrum van Huissem. Hoe men de techniek der dakbedekking in. vroeger eeuwen oploste. Van de Vereeni- ging. Rechtskunde. Opzegging van het aannemingscontract door den aanbeste den Allerlei: Cursus voor architectenoplei ding. De Paus over de Christelijke Kunst. De prijsvraag voor den bouw van het nieu we Raadhuis te Amsterdam. Prix de Rome 1936. Crisis. Tentoonstellingen. Weekstaten van 16 tot 29 October. NIEUWE UITGAVEN. Wij ontvingen van de Uitg.-Mij. van Holkema en Warendorff in een aardige goedkoops uitgave de 3 volgende boeken van de welbekende mevrouw G. van Nes— Uilkens: „Het verlaten Eibernest"; „De Bergmannetjes" en „Duikelaartje"; en ver der in de Écho-Serie: „Blank en Bruin", door Pamela Wynne; „Kitty", door War wick Deeping; „Onze Heer Wrenn", door Sinclair Lewis. Verschenen bij de N.V. Uitgevers-Mij „De Tijdstroom" te Lochem: „Wimpie Lodigijs, de Steendammer Sportclub", door Jac. van der Klei; „Pietje Blank", hoofdman van de roversbende van Wimpie Lodigijs. van denzelfden schrijver; „Vriendinnetjes", een verhaal voor meisjes, door Clémence M. H. Bauer; „Blondje", van dezelfde schrijf ster. „Haar Avontuur", een spannende en geestige roman, spelend in den romanti- schen tijd van Gustaaf Adolf. „Diamanten, het raadselachtige testa ment". door ir. J. P. Valkema Blouw. Bij W. J. Thieme en Cie, te Zutphen: „Jongens en Scheikunde", interessante proeven, chemische industrieën door J. C. Alders. „Graphologie, toegepast op kinder schrift". door M. Israël M. O. Paedagogiek A en B. „Met z'n Elven naar Spanje", door A. M. de Beurs. Bij A. W. Bruna en Zoon's Uitgev. Mij. te Utrecht: „Het Geheimzinnige Eiland", een detective-roman door E. Philips Op- penheim. Bij Andries Blitz, Uitg. Mij. te Amster dam: „In het schijnsel van de mijnlamp", door dr. ir. E. M, Bunge, mijningenieur. Een interessante en instructieve beschrij ving van zoowel de ondergrondsche als de bovengrondsche werkzaamheden in het mijnbedrijf. Bij Drukkerij Wed. van Soest, te Am sterdam: „Kachels en Haarden", door G. de Clercq. stook, technisch adviseur. DE SPORTVLUCHT VAN HEYMANS EN SLUYTER. De sportvliegers Heymans en Sluyter heb ben op hun tocht naar Nederlandsch-Indië Zaterdagmorgen om 4.50 uur Dj ask ver laten om eerst te dalen te Gwadar. Van hier startten zij om elf uur naar Karachi, uit welke plaats men om 14.45 vertrok naar Jodphur. Hier arriveerden de vliegers, wier tocht ook Zaterdag door mooi weer werd begunstigd, om 18.10 uur plaatselijke tijd. Heden wordt de vlucht voortgezet. HAAGSCHE RECHTBANK. De rechtbank bevestigde met verbetering van gronden, het vonnis van den kanton rechter te Alphen a/d. Rijn, waarbij L. V. en A. J. die geverbaliseerd waren, omdat zij op Zondag 27 October 1935 in de gemeente Bodegraven met een bootje in den Ouden Rijn hadden gevischt, waren ontslagen van rechtsvervolging op grond dat art. 52 a der politieverordening dier gemeente te ruim is geïnterpreteerd. Het OM. had daartoe ge concludeerd. De ondernemer van een autobusdienst A. E. te Hazerswoude is door den Leidschen kantonrechter veroordeeld tot een geldboe te van f. 50 subs. 25 dagen, wegens over treding van de wet op de openbare ver voermiddelen. Verdachte bezat een concessie tot ver voer van reizigers vanaf de R.K Kerk te Hazerswoude tot Leiden. Daar met het oog op het verkeer de standplaats bij de R.K. kerk in eerstgenoemde gemeente bezwaar lijk werd geacht kreeg E. van den burge meester vergunning om die standplaats te verleggen naar de Hervormde Kerk. Toen hij op zekeren dag een passagiere aldaar opnam werd hij geverbaliseerd omdat hij voor het traject tusschen de Hervormde Kerk en de R.K. Kerk geen concessie had. Mr. E. L. Visser heeft in deze zaak gecon cludeerd tot vrijspraak omdat E. krachtens de hem verleende vergunning zich niet aan wetsovertreding heeft schuldig gemaakt. De rechtbank heeft thans op grond van nietigheid der dagvaarding den verdachte ontslagen van rechtsvervolging

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9