Lustrumfeest van de Delftsche vrouwelijke studenten - Strijd om Madrid 17sle JatSS&J LEIDSCH DMAD Tweede Blad LARS HANSEN FEUILLETON IÏET ZESDE LUSTRUM VAN DE DELFTSCHE VROU WELIJKE STUDENTEN-VEREENIGING. De feeste lijkheden werden ingezet met een ontvangst der reünisten en een rijtoer door de stad. DE OCEAAN VLUCHT VAN JIMMY MOLLISON. De aankomst van den be kenden vlieger op het vliegveld Croydon nabij Londen. Binnen niet al te langen tijd wil Mollison trachten het record Londen—Kaapstad te verbeteren. EEN SNELLE MOTORBOOT geconstrueerd door den Amerikaan Wood. De boot is uitgerust met twee motoren, met een capaciteit van elk 900 P.K. Wood ig er van overtuigd, een snelheid van 200 K.M. per uur te bereiken. PRINS BERNHARD BEZOEKT DE PHILIPSFABRIEKEN TE EINDHOVEN. De aankomst van den Prins bij de fabrieken in gezelschap van dr. Philips. DERDE LUSTRUM ROTTERDAMSCU STUDENTEN- TOONEELGEZELSCHAP. Opvoering in den grooten Schouwburg van Erasmus" Tijdens de receptie kwam prof. Slotemaker de Bruine den Senaat complimenteeren DE SPAANSCHE BURGEROORLOG. Met man en macht wordt er aap ge werkt om Madrid bestand te doen zijn tegen de aanvallen der nationalisten. Spaansche volksmilitie met klein model kanon. een overwintering op spitsbergen (i spitsbergen® vold) Een schets uit het leven der IJszcevaarders. Uit het Noorsch vertaald door PH. ROOS Mz. i» k°°r die een harpoenier was Isïnuwd, zooals bijv. Marie Troms, stond de ISt anders- Een harpoenier immers had I alleen aandeel in de vangst, doch I i een gage. Deswege had Marie maan- Iw haar 20 kronen betrokken, en zij I ze* s'echts één kind, terwijl Kristine die er I Bern =een cent bad gekregen, sinds I in het voorjaar met „De Hoop" was I '«trokken. j^^Une zat met haar kinderen in de tras' i ou<JsJe> een jongen van elf jaar, I liJst naar huis gekomen met twee e»in en een klompje boter. Het geheeie eeti„ sinds een week niets anders ge werd g0?t' ecJ)ter °P drieërlei wijze ceni °t>geciiend. lederen morgen werd er dm P°J versche gort gekookt. Voor Kn.F'i'lag bakte Kristine er van in de zii n„üan met oucl rendiervet hetwelk tn ki Van het vorig jaar had bewaard Bt«n werd de rest opgewarmd ge er doorme'' een beetJe water pn siroop Juist waren de twee brooden met boter verdwenen, toen er op de deur werd geklopt. De kinderen sprongen op als verschrikte katten, doch toen het bleek, dat het Marie Troms was, kwamen zij weer tot rust. Marie en Kristine zagen elkander aan. „Heb je iets over „De Hoop" vernomen Marie. „Neen maar wat denk jij er van Kris tineZeg mij de waarheid, denk je dat het schip verloren is Toen gingen de twee vrouwen hun zor gen beredeneeren en de vraag of hun man nen wel of niet nog in leven zouden zijn. Marie bemerkte dat Kristine nog andere beslommeringen had en weldra kwam deze er mee voor den dag. „Ja Marie ik kan Je helaas niet een kop koffie of tets anders aanbieden. Ik zou mij er anders voor geneeren, doch ik ver zeker je dat wij 's avonds niet altijd ver zadigd te bed gaan. Dikwijls zijn wij hon gerig, zoowel ik als de kinderen en toen het zoo hard vroor je weet wel, twee dagen geleden toen heb ik de vier jongsten bij elkander in bed moeten leggen, om ze 's nachts warm te houden en hét kleintje, dat nu een jaar oud is, moest ik tegen mij aandrukken, opdat het niet zou doodvrie- zen. Wij hadden niets in de kachel. Heere Godhet is wel verschrikkelijk als je zoo arm bent. En nu moet mij ook dit nog overkomen!" Marie had een kleine jongen op schoot genomen; hij was vier jaar, klein eh ma ger, met groot.e lichtblauwe oogen en rood- achtigblond krullend haar. met slechts een dunne gelapte klei aan, die ternauwernood een versteld en verscheurd wollen hemdje verborg. Het broekje zag er evenzoo armoe dig uit. Marie luisterde naar hem. Hij vertelde, dat hij een paar ski's had gemaakt van twee duigen van een ton. Deze waren zoo glad, dat hij er Anders en Karl mee kon voorbij rennen en hij beloofde Marie, als zij ging vertrekken, dat hij haar zou laten zien hoe goed ze waren. „Marie", zei Kristine, „je weet dat ik wel eens een glaasje neem en het is ook wel eens voorgekomen, dat het te veel was, doch nooit in mijn leven heb ik zoo opge past als nu, om hieraan één cent te be steden!" „Beste Kristine praat daar toch thans niet over, laat dit nu rusten", doch Kris tine viel haar in de rede en zeide, terwijl de tranen over haar mager gelaat rolden: „Ik heb nooit gedronken terwijl mijn- man of kinderen er bij waren en nooit nooit, ben ik een anderen mansnu je begrijpt mij welen toch mijn troep kinderen en mijn armoede verlagen m(j tot een dier. Zelfs die mij goed kennen mijden mij. De evangelist van de afgescheiden kerk was hier je kent hem immers Mathin- sen zelfs hij, die uren in het huis bij Lotte kan zitten, hij was hier. doch hij trok de deur weer achter zich dicht, toen hij bemerkte, hoe ik er uit zag. Lotte had hem gezegd, toch eens naar mij om te zien. „Marie" zij zonk op haar knieën „weet je wat ik eens geprobeerd heb, eenige winters geleden, toen wij hier in ,,de Hel" zonder eten en brandstof zaten.. Toen had ik twee kinderen en nu heb ik er zes. Marie, geloof mij, ik weet dat, wij zullen verhongeren en bevriezen en ik weet zeker dat noch jou man. noch de mijne dit jaar thuiskomen neen neen, Marie zij komen niet. Zij zonk uitgeput op den vloer. De op twee na jongste kinderen liepen huilend rond. Marie, doodsbleek, beurde haar op en zette haar weer op haar stoel en zeide: „Kristine, heb je wel eens beproefd te bidden. „Ja Marie, maar dit is slechts larifari. Hij, die hoort of zietik heb het gepro beerd ja, dien winter, toen heb ik gebe den. Ik huilde, ik baïi, ik smeekte.en het eenige dat God mij zond, was een be kende vrouwen verleider uit de stad en daar hij niet gedaan kreeg wat hij wilde, heeft hij zijn best gedaan om mij uit mijn woning te laten zetten. Hij was geheel onthouder en koopman en getrouwd. Neen, spreek mij niet van God". Marie knielde en zij drong Kristine aan haar zijde en zij bad: „Heere God om der wille van uw zoon zie in genade neer op Johan Troms en Berner Jörgensen en de anderen aan boord van „De Hoop". Lieve, almachtige, God, help ons en alle menschenamen. En nu Kristine, laten we het „Onze Vader bidden". Op dit oogenblik werd er op de deur ge klopt en Andr. Dreyer stapte binnen, de koopman, van wien Lange Sivert zijn uit rusting had betrokken. Hij nam zijn hoed af en zeide: „Goeden dag! Hoe ziet het er hier uit.. Je bent immers Bemer Jörgensens vrouw en dit zeker zijn kinderen....?" Hij kreeg antwoord op alles, waarnaar hij vroeg en Dreyer was iemand die het „vragen" verstond. Hij zat daar op den bedrand, groot zwaar en stoer. Het was niet de eerste keer dat Dreyer in een huis kwam. als dit. Hij zat daar en vroeg en vertelde. Hij vertelde dat hij juist zijn 21ste kind had gekregen. „Jij meent Kristine, dat zes er al heel wat zijn, maar wat zeg je van 21 Kristine glimlachte en zei: „U bent rijk!" Dreyer had dadelijk gezien hoe het er bij stond en eveneens, dat hij niet te vroeg was gekomen. Hij zeide: „Zeg mij eens waar jelui het over had den toen ik binnen kwam, maar ant woord eerlijk!" Beide vrouwen sloegen de oogen neer en werden vuurrood. Marie Troms hief het hoofd op, zag Dreyer flink in de oogen, ter wijl zij zeide: „Wij wilden juist het „Onze Vader" bid den en toen „Wat toenvroeg Dreyer. „Ja toen kwam u binnen". „Wel, daar deed je goed aan. Maar nu „De Hoop" nog buitengaats is, daar zul JU, Kristine, wel wat proviand en ook wat brandstof, dringend noodlg hebben of heb je nog hout en kolen, ik ken dat of ten minste, wel eenigszins maar we hebben immers een armbestuur. Ben je daar al geweest „Neen", .antwoordde Kristine, „eer zou ik verhongeren!" „Nu zal ik je eens wat zeggen. Ik heb een drie-, vier-, vijftal jongens, ware werk ezels. Twee er van zal ik je sturen met proviand en brandstof. Je kunt dan ten minste vooreerst verder leven". Hij haalde zijn beurs uit z'n zak, legde vijf kronen op tafel, en zeide: „Nu kunnen jelui „Onze Vader" bidden", en meteen vertrok hij. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5