'Noodlottige gevolgen van den laatsten storm - Brand te Uithoorn
77iie JfiCi jarg
UiDKH DAGDL
TweeGe BM
LARS HANSEN
FEUILLETON
Budolf Caracciola is er in geslaagd op de rijksautobaan FrankfortDarmstad met
D'UITSCH STOOMSCHIP BIJ HOEK VAN HOLLAND AAN DEN GROND GERAAKT EN WEER VRIJ GEKOMEN.
De „Schwaben." op de Zuiderpier van den Nieuwen Waterweg vastgeloopen. Een foto van het schip in zijn benarde.positie,
waaruit het inmiddels weder is bevrijd.
de RAMP VAN DEN 8CHEVENINGSCHEN LOGGER BINNEN DE
PIEREN VAN IJMUIDEN. De burgemeester van IJmuiden, mr. M. M.
Kwint onderhoudt zich met de geredde bemanning van de Sch. 68.
FELLE BRAND TE UITHOORN. -
brand. Aangewakkerd door den storm
de boerderij in de asch. Foto
In een boerderij te Uithoorn ontstond
greep het vuur snel om zich heen en legde
genomen tijdens het blusschingswerk.
MUSSOLINI ONTHULT TE BOLOGNA EEN STANDBEELD
ter nagedachtenis aan één der pioniers voor het fascisme. Ter ge
legenheid daarvan hield de Duce een rede.
Mussolini tijdens deze redevoering.
zijn nieuwen 12 cylinder-Mercedes ren wagen, drie snelheidsrecords op zijn naam
brengen. De renner tijdens zijn snelle n rit gefotografeerd.
te
CARACCIOLA BREEKT DRIE RECORDS. De bekende Duitsche autorenner
EX-KONINGIN VAN SPANJE IN ENGELAND. Met
de Queen Mary" arriveerde te Southampton de gewezen
Koningin van Spanje. Zij had te New York haar zieken
zoon bezooht.
een overwintering op spitsbergen
(I spitsbergens vold)
Een schets uit het leven der
IJszeevaarders.
Uit het Noorsch vertaald door
PH. ROOS Mz.
4)
Er heerschte een bijna volkomen stilte
cn na vijftien minuten waren zij nog
slechts tien meter van de slapende dieren
verwijderd. Deze waren zoo zwaar, dat de
vracht bijna te groot was voor de slechts
fdeine Ijsschots. Twee van de walrussen
ragen met hun nek naar den kant van de
sioep gekeerd- Tusschen deze en de dieren
'ras er slechts een klein verschil van
hoogte.
Anders kroop als een worm over den
Joepkant en bewoog zich in dezelfde hou
sing voorwaarts, totdat hij de verhooging
bereik,;- Hij bevond zich thans zoo
Ment bij de dieren de afstand was nau
welijks drie meter dat hij ze bijna kon
raken. Toen hief een der walrussen zijn
™p op. De geweldige slagtanden schitter
en m de zon. Een schot knalde en. terwijl
hȕ n,00t<i als een steen neerviel, gingen in
omho!Jf?e °°Senblik de drie andere koppen
Het geluid van een schot verschrikt deze
dieren bijna nooit en wekt evenmin hun
achterdocht.
Zoo ging het ook thans. De dieren keken
in het rond, snoven en bliezen, doch zij
keken hoofdzakelijk naar hun dooden ka
meraad. Zij stootten hem aan, porden hem
met hun slagtanden en toen dit niet hielp,
legden zij zich weer ter ruste. Opnieuw een
knalen thans vlogen twee koppen om
hoog, want, terwijl de dieren zich neerleg
den, had Anders bij een van hen een ge-
..trekten nek waargenomen en ln deze hou
ding werd het dier gedood. Terwijl de ko
gel in de hersenen drong, liep een bijna
onmerkbare siddering door het groote li
chaam. (De hersenen van een walrus kun
nen slechts op één wijze door een kogel
worden geraakt, namelijk van achteren, en
slechts door een gestrekte huid) 3)
Het een en ander moest toch de achter
docht van de beide overlevende dieren heb
ben gewekt, want zij gingen de zee ln. An
ders (die nog steeds op zijn buik lag) rees
op en sprong in de sloep en, terwijl de wal
russen weer naar de oppervlakte kwamen,
was de sloep er ook reeds, en een van de
dieren werd geharpoeneerd, de lijn vastge
maakt en in een volgend oogenblik zat ook
de andere vast. De dieren werden met de
lans afgemaakt.
Nu kwam de groote vraag hoe ze te vil
len en de huiden met het spek aan boord
te brengenDit is zelfs voor viei man
een zwaar karwei. Doch Anders en Knut
zagen er niet naar uit, of zij er aan twij-
3) De huid van een walrus is zeer dik, en
in den nek zeer ruim, zoodat zij, als zij
rimpels vormt, nog dikker wordt, en door
een kogel niet te doordringen is.
felden, dat het werkje was op te knappen,
want, zonder zich lang te bedenken, boeg
seerden zij de walrussen naar de ijsschots,
legden de sloep vast en vilden zij de twee
dieren die op de schots lagen. Daarop na
men zij de twee andere onder handen, door
déze tusschen de sloep en het ijs te klem
men. Eén man hield de sloep aan, terwijl
de ander sneed en scheerde, zoodat het
bloed en de traan in zee vloeiden.
Nadat het werk was afgeloopen, kon men
een sloep zien, die met moeite zich een weg
door de fjord baande. Zij was zoo zwaar
belast, dat de rand slechts even boven het
watervlak uitstak. Anders en Knut zaten
op twee walrushuiden,, terwijl de twee an
dere achter de boot op sleeptouw waren
genomen.
Na vier uren zwaar roeien naderden zij
„De Hoop", waar Lange Sivert en Mikal
hun kameraden met een hartelijk welkom
ontvingen en bovendien met een dampen
de koffiekan, met boterhammen, scheeps
beschuit en soep van gevogelte. Terwijl zij
hun maaltijd verorberden, werd de ren-
dierjacht besproken. Deze moest nu aan
schipper Sivert en Mikal worden overge
laten.
IN HET IJS.
Troms met zijn mannen wisten maar al
te goed wat „kruien van het ijs" betee-
kent. Het was geweldig gevaarlijk er mid
den in te zitten, terwijl het ijs landwaarts
werd gedreven, mijlen ver omringd door in
beweging zijnde schotsen, die over elkan
der schoven en de sloep dreigden te ver
pletteren.Het kruien werd langza
merhand zoo hevig, dat het zware vaar
tuig gevaar liep, als een stroohalm te wor
den platgedrukt. De ijsschotsen werden de
een na de ander omhoog geheven en sloe
gen tegen elkander tot gruis. Dit ging ge
paard met zulk een oorverdoovend lawaai,
als ware een onweer losgebarsten- De sloep
met de vier mannen werd herhaaldelijk in
de lucht omhoog geheven en nu den éénen,
ian weer den anderen kant op geduwd.
Slechts met de uiterste krachtsinspanning
en.de oplettendheid van Johan Troms kon
men de neerstortende massa's ontwijken.
Plotseling barstte juist onder de sloep, de
geweldige ijsschots doormidden; het eenen
deel werd omlaag gedrukt en het andere
omhoog, dreigende hen te verpletteren.
Johans scherp commando klonk: „Niet
omlaag zien! Grijp de schots, als ze om
hoog komt en zich keert, komen wij er mee
naar boven!"
Het commando was nog niet half uitge
sproken of de boot werd in een opening
gewrongen. Dit was het eenig juiste, want
de schots die omlaag was gegaan, perste
zich juist in deze opening weer naar bo
ven en hief sloep en manschappen omhoog,
waardoor de neerstortende kolos den door
Troms voorzlenen kant uitviel. De sloep
met de menschen was nu ongeveer 20 voet
boven den zeespiegelToen ontdekten
zij in de verte land!
Dit ziende viel een der matrozen op zijn
knieën, terwijl zijn lippen zich bewogen,
alsof hij. bad. Een ferme trap van Johan
Troms deed hem opzij vallen en hij zou
door de opening tusschen het ijs terecht
zijn gekomen, als Tioms vuist hem niet bij
zijn arm had gegrepen Troms schreeuwde:
„Bid, als je tijd hebt, ellendeling!" Dit
oogenblik had hun allen het leven kun
nen kosten, want van weerszijden kruide
het ijs tegen hen op.
Uur na uur ging voorbij. Iedere zenuw
was gespannen. Troms' moed, ervaring en
tegenwoordigheid van geest redde hen keer
op keer. Van tijd tot tijd was van de boot
niets te zien, zoo was deze dan onder de
vracht ijs begraven, maar dan kwam zij
weer uit de opening te voorschijn tusschen
twee hooge schotsen of op den top van
een geweldige ijshoop- Zoo werd de geheele
namiddag gekampt, totdat tegen zeven
uur Troms zei; „Goddank nu schijnt
het wat te verminderen. Het zal nu wel
spoedig uitgeraasd zijn".
Voor het eerst keek Troms nu om naar
zijn drie kameraden. Toen zijn blik Berner
trof, zei hij:
„Heb jij je bezeerd....?"
Deze toch lag op zijn knieën en had zijn
schoenen uitgetrokken. Zijn rechtervoet
bleek bij den enkel uit het lid te zijn. De
voet was omhoog gebogen en zoo sterk ge-
zwoilen en met bloed beloopen, dat zij wel
een stuk koper geleek.
Johan ging op zijn knieën liggen, legde
zijn linkerhand om Berners been, terwijl
hij met den rechter den voet beetpakte.
Daarop kromde hij zijn rug, drukte den
voet omlaag en zoo werd de enkel weer in
het lid teruggewrongen. Johan had hier
heel wat kracht voor noodig gehad. Het
was een reuzentoer!
Gedurende den nacht zetten zij hun
tocht naar het land voort. Berner liep op
een stuk hout, dat stevig op het been was
gebonden, waardoor hij den voet niet op
het ijs behoefde te zetten. Na verloop van
twaalf uren kwamen zij aan het strand.
Zij vonden voldoende brandstof en de pot
met berenvleesch en de koffieketel werden
op het vuur gezet-
(Wordt vervolgd).