ERNSTIG SPOORWEGONGELUK NABIJ WOERDEN MECHANISATIE IN DE SIGARENINDUSTRIE GOEDERENTREIN RIJDT IN OP ONTSPOORDEN PERSONENTREIN WAT DE REIZIGERS VERTELDEN LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 8 October 1936 Derde Blad No. 23478 Tht Jaargang OOGENBLIKKEN OM NOOIT TE VERGETEN met 2 oU&kehje stuM&n Het wetsontwerp beoogt slechts aan het proces der mechanisatie leiding te geven De laatste trein, die gisteravond uit Utrecht naar Gouda, Den Haag en Rotterdam, was vertrokken, is ongeveer 300 Meter vóór het station Woerden ontspoord en zeer kort daarna door een goederentrein aangereden. De gevolgen waren ontzettend: de ontspoorde trein werd voor een groot gedeelte in elkaar gereden, terwijl de goederentrein eveneens voor een gedeelte werd vernield. De heer Buiterman, majoor bij het Leger des Heils te 's-Graven- hage en de 30-jarige zoon van den Goudschen wethouder P. D. Muylwijk hebben bij dit ongeluk, dat wel een van de ernstigste is dat de laatste jaren in ons land heeit plaats gehad, het leven gelaten. De heer Ginjaar, een 30-jarige cargadoor uit Zoeter- woude, is zwaar gewond; hedenmorgen was zijn toestand rede lijk. Een aantal andere reizigers liep lichtere verwondingen op en kon na ter plaatse verbonden te zijn, huiswaarts keeren. Het treinverkeer ter plaatse is volkomen gestremd, hetgeen voor- loopig nog wel zoo zal blijven. Het treinongeluk, dat vannacht even buiten het station Woerden is gebeurd, is wël een van de ergste, dat de laatste jaren in ons land heeft plaats gehad. Majoor Buiterman van het Leger des Heils te 's-Gravenhage en de 30-jarige zoon van den Goudschen wethouder P, D. Muylwijk, zijn bij dit vreeselijk ongeluk gedood, de heer Ginjaar, een 30-jarige cïrgadoor, is zwaar gewond. Hij is met een lljckken- en schouderfractuur benevens zware inwendige kneuzingen in het zieken huis te Woerden opgenomen. Bij informatie aan het ziekenhuis te Woerden, waar de heer Ginjaar wordt ver pleegd. deelde men ons mede, dat zijn toe stand hedenmorgen redelijk was. Nog 5 of 6 passagiers hebben lichtere verwondingen, schaafwonden, ontvellingen Qf lichte kneuzingen opgeloopen. Zij kon den na verbonden te zijn naar hun wonin- ge worden overgebracht. Direct nadat de spoorwegramp te Woer den bekend werd, werd de hulpverleening georganiseerd. Op het station Woerden werd een eerste-hulp-dienst ingericht, waar o.a. dr. W. van der Giesen en dr. A. Schreuder aanwezig waren. Hier werden de lichtgewonden geholpen, doch geen van hen behoefde naar het ziekenhuis te wor den vervoerd. De chaos in de nabijheid van het Woer- densche station is volkomen. Twee trei nen zijn voor een groot gedeelte vernield. De personentrein 648, die om 23.16 uit Utrecht vertrekt, bestond uit een zware lo comotief van de serie 3700, 4 rijtuigen voor Dén Haag, een bagagewagen en achteraan vjer rijtuigen voor Rotterdam. De goede rentrein, die eveneens door een sneltrein locomotief van het type 3700 werd getrok ken. had 38 wagens achter zich. Hoeveel van die 38 wagens zijn vernield staat nog niet vast. in totaal zijn van den den goederentrein 16 rijtuigen ontspoord. De oorzaak. Betreffende de oorzaak van dit on geluk bestaat nog geen zekerheid. Uit den aard der zaak is deze pas vast te stellen, wanneer het opruimingswerk verder gevorderd is en meerdere ge tuigen uitvoerig zijn gehoord. Op de plaats van de ramp liggen vier sporen, nj. tusschen blokhuis C. aan den Kat- tenbroekdijk en het station Woerden. De machinist van den personentrein heeft na de botsing bij een eerste ver hoor aan de politie medegedeeld, dat hij de oorzaak van de ontsporing, die mede de botsing tot gevolg heeft ge had, niet weet. Volgens hem stonden alle signalen veilig. Hoe het gebeurde. De personentrein uit de richting Utrecht, die daar ter plaatse nog een snelheid heeft van 85 a 90 K.M., verlaat even voorbij blokhuis C. het hoofdspoor om op spoor B. te komen. Vlak bij den wissel is de trein ontspoord en op spoor C. geloopen. Waarschijnlijk ook dit is nog niet ab soluut zeker is eerst de locomotief uit de rails gewipt, eenige wagons volgden en met daverend gekraak kwamen twee wa gons geheel dwars over de baan te staan. De machinist had zijn tegenwoordigheid van geest niet verloren. Hij had onmiddel lijk stoom afgesloten en alles gedaan om zijn uit de rails geloopen machine zoo vlug mogelijk tot stilstand te brengen. Alles is veel sneller gegaan, dan wij dit kunnen beschrijven. De ontsporing is het werk van enkele oogenblikken geweest. Voor de ma chine naar de linkerzijde overhelde heb ben zoowel de machinist als de stoker zich in veiligheid kunnen stellen. Een groot deel van de passagiers de trein was ge lukkig matig bezet was, doodelijk ver schikt uit den trein gesprongen. Gelukkig, want binnen enkele oogenblikken zou de ramp nog op ontstellende wijze worden vergroot. Het tweede ongeluk. Op dat moment, misschien een halve minuut na de ontsporing komt van de an dere zijde, dus van Gouda naar Utrecht, de snei-goederentrein no. 4043. Er is geen sigmaal meer dat den machinist van den goederentrein een halt kan toeroepen, het is niet zoo spoedig tot hem door kunnen dringen, dat daar enkele oogenblikken ge leden een trein is ontspoord en hem den doortocht verspert. Er liggen wagons dwars over zijn weg en met een daverenden slag rent de goederentrein op de versperring. Een daverende slag, die tot zeer ver in den omtrek den stillen, kouden October- nacht verscheurt. Het tweede ongeluk is gebeurd. De zware sneltrein-locomotief van den goederentrein komt er slecht af. Het gevaarte slaat om en komt op zijn rechterzijde in een slootje naast den spoor baan terecht. Den stoom kon de machinist nog afsluiten. Hij zelf springt van zijn machine en valt in het water. Met een blauw oog en een nat pak kwam hij vrij. Hij was echter wat niet te verwonderen is erg overstuur. „Ik zat er bovenop voor ik er erg in had", luidde zijn verklaring. Ook zijn helper was in veiligheid, ook hij was op het laatste nippertje van de ma chine gesprongen. De treinleider, die zich in het achterste gedeelte bevond, had even min letsel bekomen. Wat de passagiers ondervonden. Onbeschrijfelijk, zoo vertelde ons een der pasagiers. was de chaos direct na het on geluk. Iedereen was het hoofd kwijt. Het was een vreeselijk moment, een oogenblik om nooit te vergeten. Op het moment, dat de trein derailleerde, werden we in de coupé dooreengeworpen. Bagage viel uit het net, een hevig gekraak en gegil van passagiers voltooide de paniekstemming. Alles speelde zich in minder dan geen tijd af. De trein stond met een geweldigen schok stil. We zijn zoo gauw mogelijk naar buiten gesprongen en dat is ook de reden, dat zoo betrekkelijk weinig persoonlijke ongelukken hebben plaats gehad. We zagen kans ons in veiligheid te stellen voor de tweede ramp plaats had. Nog geen minuut later reed de goederentrein op onze wa gens in. De trein was gelukkig slecht bezet. Naar de opgave van den conducteur be vonden er zich in totaal 42 personen in. Helaas heeft het ongeluk een menschen- leven gekost. Reeds spoedig vond men tus schen de wrakstukken van een der voor ste wagons het lijk van majoor Buiterman, die onmiddellijk dood moet zijn geweest. Aan den kant van de breede sloot lag een tweede lichaam. Het was de zwaar gewon de cargadoor Ginjaar. De verwoesting. Toen wij vannacht op het terrein van de ramp kwamen was het opruimingswerk in vollen gang. Het was een onbeschrijfe lijke chaos. De voorste wagens van den personen trein zijn volkomen vernield. Overal liggen stukken versplinterd hout, kromgebogen ijzeren stangen, ge broken glas, vaneengcrukte banken, daartusschen wordt nog bagage gevon den en het is dan ook niet geheel uit gesloten, dal onder de puinhoopen nog een slachtoffer zal worden gevonden. Een personenrijtuig is geheel van hetf onderstel geslagen, de rijtuigen daarach ter zijn zwaar beschadigd. Ze staan dwars over den weg. Daarboven op hangen twee leege goederenwagens, die over den gede- railleerden trein zijn heengeschoven. Over al in het rond lagen de wrakstukken. Het centrum van den chaos wordt gevormd door een meterhooge berg van onontwarbare, Ineengeschoven, ver wrongen en gebarsten brokstukken. Gelukkig is er geen brand ontstaan, want dan zou de ruïne nog volkomener zijn dan zij dit nu reeds is. (Van onzen verslaggever. Zoodra het ons bekend werd dat er bij Woerden een spoorwegongeluk was ge beurd zijn we naar het station hier ter stede gegaan en hebben de aankomst van den extra trein uit Woerden die hier om ongeveer tien minuten over halftwee aan kwam afgewacht. Met dezen trein kwamen ongeveer 40 reizigers mee die allen in den verongelukten trein hadden gezeten en waarvan de mees ten op weg waren naar Gouda, den Haag of Rotterdam. De heer Woltring uit den Haag, de eenige gewonde van 't geheele gezelschap, hij had een hoofdwonde en zijn linkerarm was uit de kom, vertelde ons dat hij met twee an dere heeren in een tweede klasse compar timent in het voorste rijtuig van den trein was gezeten. Wij zaten gezellig te praten, toen er plotseling, wij waren naar schat ting enkele honderden meters van het station Woerden verwijderd een geweldige slag weerklonk. Wat er toen precies ge beurde weet ik niet meer, alles ging zoo razend vlug in zijn werk, het eenige wat ik me nog herinner was dat ik mijn beenen optrok en dat is waarschijnlijk heel geluk kig geweest, want alles brak. schoof op en over elkaar. Kortom er bleef niets op zijn plaats. Toen ik mij goed realiseerde wat er was gebeurd zat ik in de modder, onder den blooten hemel, het dak was geheel wegge schoven, te midden van een onbeschrijflijke warboel van wrakstukken. Mijn twee mede reizigers die direct weer op de been waren en zagen, dat ik mij niet gemakkelijk kon bewegen, mijn linkerarm leek verlamd, kwamen mij direct te hulp. Nauwelijks hadden wij de ravage verla ten of wij zagen tot onze groote ontstel tenis een anderen trein met groote snel heid naderen. De geheele omgeving werd fel verlicht door de enorme vuurgloed van de locomotief van onzen trein. Het mag wei een zeer groot geluk genoemd worden dat de locomotief van den goederentrein direct na de botsing kantelde en in de sloot terecht kwam Met groot geweld en onder oorverdoovend geraas reden de eer ste goederenwagens op onzen trein in en zoo dat mogelijk was werd alles nog verder op en over elkaar geschoven. Het was een ontzettend angstig oogenblik, dat gelukkig slechts zeer kort duurde, want tusschen 't oogenblik dat wij den tweeden trein zagen naderen en het kantelen der locomotief verliepen slechts enkele oogenblikken. die ik echter mijn leven lang niet zal vergeten Heel spoedig was er geneeskundige hulp aanwezig, een tweetal militaire semi- artsen verrichtte zeer verdienstelijk werk en ook waren zeer spoedig doctoren en an der verplegend personeel uit Woerden aanwezig. Toen mijn wonden voorloopig verbonden waren, ben ik te voet naar het station Woerden gegaan, waar wij op den extra trein voor den Haag en Rotterdam hebben gewacht. Van een paniek, aldus onze zegsman, is in het geheel geen sprake geweest; alle reizigers en vooral het trein personeel gedroegen zich zeer rustig. Niet tegenstaande zijn verwondingen en de doorstane angst, was de heer Woltring op gewekt en met een lachend gezicht vertel de hij ons het bovenstaande alsof hij over een alledaagsche zaak sprak. De machinist van den verongelukten personentrein bleek niet in staat om iets te vertellen. Met een aschgrauw gezicht, een blauw oog en wild over zijn gelaat hangende haren zat hij zenuwachtig in een hoekje van den extra-trein gedoken. Op onze vraag of hij bereid was iets van het gebeurde te vertellen wist hij slechts te antwoorden: ..Ik weet niets meer en ik kan niets vertellen". De conducteur van den personentrein, die in het Rotterdamsche, d. i. het aph- terste gedeelte van den trein had gezeten, legde er ook den nadruk op, dat er van een paniek geen sprake is geweest, de reizi gers hadden zich niet voorbeeldiger kun nen gedragen. Wij, aldus onzen zegsman, hebben, in het Rotterdamsche gedeelte dat uit vier wa gons bestond, waarvan alleen het voorste in gebruik was. eigenlijk niet veel anders van het ongeluk gemerkt dan een gewel dige schok. In ons gedeelte werd niemand gewond. De wagens schoven niet in elkaar en slechts een ervan ontspoorde. Ik verliet direct den trein en ben naar achteren geloopen om de roode lantaarns weer aan te steken en goed zichtbaar op de rails te plaatsen, om zoodoende eventueel ons achterop rijdende treinen te waarschu wen. Alle reizigers, die hier vannacht om twee uur op het station waren vol lof over de uit stekende hulp, die reeds zeer kort na het ongeluk werd geboden. Het ongeluk werd zooals begrijpelijk druk besproken maar niemand, behalve dan de machinist, scheen zich het gebeur de erg te hebben aangetrokken. Nadat de locomotief was gerangeerd ver trok den trein na ongeveer 15 minuten weer in de richting den Haag. Machteloos liggen daar de beide zware locomotieven. De personentreinlocomotief is zoo op het oog slechts betrekke lijk weinig beschadigd. Anders is het met dien van den goederentrein. Het zware ge vaarte is bijna geheel weggezakt in het modderige slootje. De linkerzijkant steekt nog boven het water uit. Er zijn wat plan ken overgelegd en deze hulpbrug dient om via een welland aan de andere zijde van de brokstukken te komen zonder al te veel kans op ongelukken. Over alles heen ligt de seinbrug, die de geheele baan overspant. De brug is volko men vernield, als kinderspeelgoed zijn de zware ijzeren stangen en binten opgevou wen en kromgetrokken. Alleen het cemen ten voetstuk staat nog. Ook de telegraaf palen langs den weg zijn als stroohalmen afgebroken. Op sommige punten is het een onontwarbaar kluwen van draden. Het telefoonverkeer is gedurende een groot gedeelte van den nacht geheel ge stremd geweest. Ongeveer anderhalf uur na het ongeluk is de eerste werktrein met de volledige pn- gevallenploeg uit Utrecht onder leiding van den hoofd-lngenieur van de spoorwe gen, de heer Laumans ter plaatse aange komen. Met kracht wordt er aangepakt. De passagiers zijn lntusschen voor een deel via Leiden verder gereisd, met den aan- sluitenden trein uit Woerden. Deze trein is te Woerden vastgehouden tot de reizi gers op het station bijeenwaren. Een an der deel is met A.T.O.-bussen verder ge reisd. Direct heeft de stationschef te Woerden maatregelen getroffen om die gedeelten van den trein, die gespaard gebleven zijn, weg te halen, zoodat de werktreinen zoo dicht mogelijk bij de plaatst van de ramp kunnen komen. Laat in den nacht was men nog steeds bezig met het zoeken naar eventueele slachtoffers. Fakkels wierpen een fantas tisch licht op de ravage, hier en daar sissen steekvlammen Zwijgend en vlug werkt de hulpploeg. Ieder kent zijn taak en het opruimingswerk vordert. Werktreien uit Den Haag en Rotterdam zijn in aantocht en arriveeren in den vroe gen ochtend. Ook de groote kraanwagen uit Utrecht is besteld, terwijl die uit Nij megen via Amsterdam naar Woerden wordt gedirigeerd. We hadden nog een onderhoud met den heer Laumans, dié ons over de oorzaak uiteraard nog geen inlichtingen kon geven. De ontsporing had niet precies op den wissel plaats, deze is zelfs nog intact. De machinist van den personentrein, de heer Suiker uit Den Haag. remde op die plaats reeds omdat hij te Woerden moet stoppen. Hij reed op veilig signaal. De goederentrein werd gereden door machinist Ditmarsch, eveneens uit Den Haag. Het zal nog geruimen tijd duren voor een van de vier sporen bcreidbaar is. Van daag en vannacht zal zeer zeker nog moe ten worden doorgewerkt. De baan is op alle sporen over ca. 150 M versperd en het buitenspoor zal het eerst worden vrijgemaakt Vanavond komt een hulpploeg uit Amsterdam (Rietlanden) naar Woerden. Od het terrein van de ramp waren van nacht o.a. aanwezig de burgemeesters van Woerden en Gouda, de heeren Van Kem pen en Gaarlandt. Hoe de treinen voorloopig rijden. Het treinverkeer ter plaatse is geheel gestremd, hetgeen voorloopig nog zoo zal blijven. Overstappen te Woerden ter plaatse van het ongeval is uitgesloten. Reizigers, die van plan zijn te reizen van of naar Leiden, Den Haag. Rotterdam, via Woerden, worden aangeraden te reizen over Amsterdam of Dordrecht. Tusschen Rotterdam-Maas, Gouda en Woerden en ...en 6on oov-tpeScAente* 214 (Ingez. Med.) tusschen Leiden-Woerden en Den Haag (SS.)Gouda en Woerden zal een uur treindienst worden onderhouden. Tusschen Utrecht en Woerden zal een AT.O.-busdienst worden gereden in aan sluiting op de uurtreinen uit de richtingen Den Bosch en Arnhem. Reizigers van Amsterdam zullen te Utrecht hun gewone aansluiting vinden. Nadere berichten geven alle stations. De vermoedelijke oorzaak. De heer H. van Maren, een van de directeuren der Ned. Spoorwegen, dien onze speciale verslaggever op de plaats van de ramp aantrof, heeft hierbij me degedeeld, dat de machinist van den personentrein met een snelheid van 90 K.M. den wissel is gepasseerd, terwijl volgens het sein slechts een snelheid van 45 K.M. geoorloofd is. Dit moet dus voorloopig beschouwd worden als de oorzaak van de ontsporing. De achter de locomotief gekoppelde postwagen, die eveneens ontspoorde, kwam daarbij dwars over het andere spoor te staan, waardoor de goederentrein met dit rij tuig in botsing kwam. Op last van den rechter-commissaris mr. Altena en den officier van Justitie, jhr. mr. Quarles van Ufford is het seinhuis te Woerden hedenmorgen verzegeld. Majoor Buitermans werd in 1884 te Den Haag geboren. In 1907 werd hij on der-kapelmeester der stafmuziek. In 1910 maakte hij een tournee door Nederland en in 1914 door Engeland. Hierna is de heer Buiterman belast ge weest met het bevel over de grootste evan- gelisatieposten in ons land. In 1927 werd hij aangesteld als divisie officier voor de Noord-Nederland-divisie met standplaats Amsterdam. In 1932 werd hij overgeplaatst naar Den Haag. Majoor Buiterman laat een vrouw en vier kinderen na. Hoewel het ongeval eerst tegen half twaalf plaats had, waren spoedig tal van nieuwsgierigen uit de omgeving samenge stroomd. De politie van Woerden en de rijkspolitie zorgden echter voor een goede afzetting om het opruimingswerk niet te doen belemmeren. Aan de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake het ontwerp van wet, houdende tijdelijke maatregelen be treffende de mechanisatie in de sigaren- industrie wordt het volgende ontleend: Het onderhavige wetsontwerp beoogt niet de mechanisatie in de sigarenindustrie tegen te gaan doch slechts aan dit proces in dier voege leiding te geven, dat de toe passing van machines in een tempo ge schiedt. waarbij ernstige schokken op so ciaal gebied kunnen worden voorkomen. De regeering kan zich derhalve in geenen deele vereenigen met de opvatting van die leden, welke in het wetsontwerp den eer sten stap zien op den verkeerden weg. In dien zich in de toekomst ten aanzien van andere tak/ken van industrie soortgelijke omstandigheden voordoen als in de siga renindustrie. rekent zij het zioh tot een plicht na te gaan, of wederom maatrege len dienen te worden voorgesteld. Zij is echter niet voornemens zich dan op een uitspraak van de Kamers over het voor liggende ontwerp van wet te beroepen. De regeering is van oordeel, dat de zeer bijzondere omstandigheden, welke zich thans bij de sigarenindustrie voordoen, zich in andere bedrijfstakken in het alge meen niet vertoonen. Met name dient er op te worden gelet, dat in de ondernemingen zelf in zekere mate een natuurlijk evenwicht in het ra tionalisatietempo wordt verkregen. De ondernemer immers, die tot mechanisatie wil overgaan, staat uiteraard voor de vraag of hij het risico, verbonden aan de mechanisatie, t.w. de verstarring gelegen in de grootere kapitaalintensiviteit, kan dra gen dan wel het voordeeliger is de elastici teit van zijn bedrijf te behouden in een meer loontntensieve productie. Aangezien de regeering zioh er van bewust is, dat bij de rationalisatie en mechanisatie groote volksbelangen zijn betrokken, is zij bereid te dezen de meest nauwgezette waak- en werkzaamheid te betrachten. Zij is echter van oordeel, dat het in de huidige omstan digheden niet noodzakelijk is nieuwe be drijfsorganen te scheppen om de regeering bij het nemen van maatregelen van advies te dienen. De thans bestaande bedrijfsorga nen en de door de regeering in het leven geroepen advies-colleges stellen haar in staat zich volledig omtrent de ten behoeve van het bedrijfsleven te nemen maatrege len te oriënteeren. Indien in de toekomst echter mocht blijken, dat er aan nieuwe adviseerende instanties behoefte bestaat, is dè regeering bereid aan het scheppen daarvan haar medewerking te verleenen. Naar aanleiding van de vraag, waarom de regeering nu de export van sigaren van weinig beteekenis is het voorbeeld van Duitschland en Zwitserland niet wenscht te volgen, waar de mechanisee ring in het sigarenbedrijf om werkverrui ming te verkrijgen, werd verboden, wijst de regeering er op, dat zij het economisch niet verantwoord acht den vooruitgang in de sigarenindustrie tegen te houden. Een dergelijke maatregel zou een onbillijkheid beteekenen tegenover de fabrikanten, die een verbetering der productiemethoden hebben tot stand gebracht en de alge- meene prijsverlaging in de hand hebben gewerkt. Bovendien mag niet uit. het oog worden verloren, dat de maatregel zooals deze thans wordt voorgesteld voor de siga renindustrie in de toekomst de mogelijk heid openlaat den export belangrijk op te voeren. Om deze redenen is van de regee ring dan ook niet de indiening van een ontwerp tot afschaffing van de mechani satie in de sigarenindustrie te wachten. Alhoewel de regeering van oordeel is, dat aan het door verscheidene leden geuite denkbeeld, om aan werkgevers de verplich ting op te leggen, bij invoering van machi nes bijdragen te storten in een fonds, be stemd om aan de op die wijze overbodig gemaakte arbeiders wachtgelden te ver strekken, ongetwijfeld een svmpathieke gedachte ten grondslag ligt. is zij van meening, dat de kwestie van het verstrek ken van wachtgelden in ieder geval bij een incidenteele regeling als de onderhavige buiten beschouwing moet blijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9