KLEURPLAATJE VOORLEZEN Iet verzoek aan de school (Nadruk verboden). „Kinderen, ik heb jullie wat te zeggen". Het deze woorden richtte Juffrouw Vee- ïendaal zich tot haar klasse. In minder dan geen tijd, waren alle «gen met spanning op haar gericht. Als de juffrouw zóó begon, dan was er ets bijzonders, dat was zeker. „Jullie weet," ging de onderwijzeres 'OOrt, „dat er eenige weken geleden, hier ii de stad een kinderziekenhuis is geopend, llisschien ben je er al wel eens langs ge neest. 't Is dat mooie nieuwe gebouw, over ie spoorlijn, weet Je wel?" Nu. van de directrice van die inrichting, nevrouw Dijkhuis, ls er een verzoek aan ?nze school gekomen, of wij haar ook zou- ien kunnen helpen, met wat boeken voor iet huis. De bibliotheek is er nog maar leel slecht voorzien en geld om die uit te ireiden is er niet. Nu heeft het hoofd van onze school besloten, er uit onze biblio theek wat heen te sturen. Maar juffrouw Kaak vond het ook wel aardig om jullie te vragen of je thuis nog wat goede boeken hebt, die Je voor dit doel af wilt staan. Natuurlijk mogen het geen oude, havelooze boeken zijn, want die kunnen daar niet gebruikt worden. En zou je geen boeken hebben, maar wel er eenig geld voor wil len geven, dan is dit ook heel welkom. Want voor 't geld dat dan binnenkomt, kunnen we boeken koopen. En zóó is 't ziekenhuis even goed geholpen". Toen juffrouw Veenendaal ophield met spreken, ontstond er een geroezemoes van stemmen in de klas. Even Het ze het gaan, doch toen tikte ze met haar liniaal om stilte te krijgen. Aan jullie gezichten zie ik wel. dat je Ir een aardig idee vindt, meisjes," zei ze. „Natuurlijk kun je nu dadelijk geen besluit nemen, maar dat behoeft ook niet. Spreek er eerst thuis maar eens over, denk er eens rustig over na en breng dan over een paar dagen maar mee, wat je voor dit doel af wilt staan. We gaan nu aan het werk". Even later zaten de meisjes over haar rekenboeken gebogen. Maar telkens als juffrouw Veenendaal zich even van haar klas afkeerde, probeerden de meisjes met elkander te fluisteren. Het plan dat de juffrouw geopperd had. hield ze nog steeds bezig. En na schooltijd werden er in de gan gen en op 't plein, drukke gesprekken ge voerd. De een zou twee, de ander drie boe ken meebrengen. En kinderen, die geen boeken hadden, dachten dat ze wel wat geld mochten geven. "■■ze Burger was, nadat ze bij een zij straat haar vriendinnen had verlaten, langzaam en in gedachten verdiept naar huis geloopen. 't Plan van de school hield haar ook druk bezig. Alle kinderen gaven wat, dat had ze best gemerkt. Dus zou zij het ook wel moeten doen. 't Zou toch te raar zijn, als zij alleen met niets aankwam. Maar wat moest ze geven? Boeken? Ja, die had ze wel. Boven op haar kamertje had ze een mooi boekenrekje hangen, waar wel meer dan twintig boeken op stonden. Want Suze hield zóóveel van boeken, dat ze steeds weer met Sint Nicolaas en ver jaardagen, titels van boeken op haar ver langlijstje zette. En zoo had ze langza merhand een eigen kleine boekenschat ge kregen. 't Was met recht een schat voor haar, want o, wat hield ze veel van haar boeken. Doch juist, omdat ze er zooveel van hield, wist ze nu al bijna zeker dat ze cr geen afstand van zou kunnen doen. Zou ze dan maar iets uit haar spaarpot geven? Ja, dat zou ze dan wel willen als het niet anders kon, maar die spaarpot was zoo goed als leeg. Ze wist het precies er zat nog acht en een halve cent in. Daar mee kon ze toch niet aankomen? Ze had gehoord, dat een van de meisjes had ge zegd. dat, als je geen boek gaf, je toch minstens een kwartje moest geven. Twee was natuurlijk beter, maar minder dan één kwartje kon toch beslist niet. Llze Verduin kon makkelijk praten, liep Suze nu te denken. Ze kreeg van haar ouders veel meer zakgeld dan zij. Toen 't gezin Burger aan tafel zat, merk te moeder dadelijk dat haar dochtertje veel stiller was dan anders. „Is er wat op school Suus?" vroeg ze vriendelijk. „Toch geen straf gehad?" Verschrikt keek 't meisje op. „Nee moeder, heelemaal niet." „Waar zit je dan over te denken?" plaag de vader. „Je hebt toch geen zorgen kind? Zeg ze dan maar aan je vader hoor". „Hè toe", zei Suze, ,,u hoeft er heuscli geen grapje van te maken". „Is 't zóó erg?" vroeg vader, nu met een ernstig gezicht, „vertel 't dan maar gauw" Ook moeder keek haar dochtertje vra gend aan. En dus begon Suze maar het verzoek van Juffrouw Veenendaal mee te deelen. Vader en moeder luisterden oplettend toe, en toen Suze uitverteld was, zei vader ernstig: „Dat is een heel mooi plan kind. Wat ben je van plan te doen of ben je 't nog met jezelf niet eens?" „Me dunkt, je kon best een boek geven", meende moeder, ,,'k Geloof dat er wel achttien op je plankje staan" „Nee moeder, drie-en-twintig" verbe terde Suze, „maar.maar 'k houd zoo veel van mijn boeken". „Ja kind, dat weten we wel", stemde va der toe. „Maar als'je iets weggeeft, waar je zelf niet van houdt, kun je dat dan wel geven noemen?" Suze draaide onrustig op haar stoel heen en weer. Ze voelde best dat vader gelijk had. Maar tochmaar toch, 't was toch wel heel moeilijk om boeken weg te geven, waar je zóóveel van hield. „Denk er nog maar eens over, kind" ried moeder haar „Je behoeft toch niet dade lijk te besluiten is 't wel?" „Nee moeder, over een paar dagen moe ien we meebrengen wat we geven willen". 's Middags voor schooltijd werd het plan weer druk besproken. „Ik geef twee boeken", zei Stien Haar man. „En ik drie", vertelde haar vriendin. „Ik mag twee kwartjes geven", zei Annie van Galen. „En wat geef jij, Suze?" .,'k Weet het nog niet", antwoordde Suus ontwijkend „Moet je daar zoolang over denken? vroeg Stien weer. „Ik niet hoor, ik wist het dadelijk". Toen Suze dien middag naar boven was gegaan, om haar huiswerk te maken, stond ze eerst een heele poos voor haar boeken rekje. 't Eene na het andere deeltje nam ze in haar hand. Maar alles zette ze weer terug op hun plaats. Nee, hoor, ze kon er geen afstand van doen. Maar wat dan? Een blik in haar spaarpot bracht haar niet verder. De acht en een halve cent waren er nog in, maar ook geen enkele meer. Met een beslist gebaar zette ze haar spaarpot weer neer. Ze wist het: ze zou geld aan moeder vragen. Als 't kon twee kwartjes, maar als dat niet ging dan maar één. Minder kon niet, dat was vast. „Moeder", begon ze 's avonds, toen ze met moeder in de keuken bezig was aan 't afwasschen, „moeder krijg ik 2 kwartjes van u, voor 't kinderziekenhuis?" „Twee kwartjes?" vroeg moeder en keek heel verwonderd „Nou ja", aarzelde Suze, „anders maar één moeder, maar.maar is dat niet een beetje weinig?" „Hoor eens kind", zei moeder, terwijl ze een bordje op de afdruipbak neerlegde, „hoor eens Ik vind dat er voor dit goede doel, als je geen boeken af wilt staan, best twee kwartjes gegeven mag worden. Maar moet ik dat geld geven of jij? 't Verzoek is toch niet aan de ouders, maar aan de kinderen gedaan, is 't niet? „Ja, moeder, maar.... maar... „Wat maar Suze, neem een flink besluit en geef een paar boeken. Of als je dat niet wilt, neem dan een paar kwaitjes uit je spaarpot. Als je snoepen wilt uit je spaar pot. dan ben ik er legen, dat weet je wel. Maar voor dit doel mag je gerust twee kwartjes uit je spaarpot geven. Maar be denk Suus, dat het ook echt geven moet zijn. Als je iets eigenlijk tegen je zin af staat dan kun je dat toch geen geven noemen is 't wel? Stel je die zieke stum- perds eens voor Suus, die daar maar dag in dag uit, wie weet hoe lang, op hun bed moeten liggen. En jij bent altijd gezond. Jij kunt loopen en spelen, je kunt naai school en uitgaan. Je bent door niets ge bonden. Als je aan al dien zegen denkt kind, voel je je dan niet gedrongen om iels voor die arme zieke kinderen af te staar." Ben je zóó weinig dankbaar dat het je dan nog zwaar valt om iets te geven?" ,,'k Zou best wel iets uit mijn spaarpot willen geven moeder, lieusch wel, maar. maar.er zit niet genoeg in." „Niet genoeg?" vroeg moeder verbaasd. „En je had na vaders verjaardag, dat is nu vier weken geleden, nog dertig cent over- Daar is toch vier weken zakgeld bijgeko men, dus moet je nu toch zoo ongeveer zeventig cent hebben?" IWordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 17