PE PERS OVER DE MILLIOENEN-NOTA Eerste steenlegging te Katwijk aan Zee LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 17 September 1936 Vierde Blad No. 32461 l/sfe Jaargang BINNENLAND Van de nieuwe Ned. Herv. Pastorie De eerste vraag die bij kennisneming nn de cijfers der rijksbegrooting rijst, is jiteraard: is het geringer tekort 'n aan- tijziging voor een langzaam herstel! Is de je diepste inzinking overwonnen en be- teegt de staatshuishouding zich weer in opwaartsche richting? Is de aanpassings politiek, althans op budgetair gebied, dus geslaagd? De regeering zelf is over het resultaat nogal tevreden, merkt „De lijd" op. Oi deze visie Juist is, zal de toekomst moeten leeren. Als het zoo is, zal ons dat hartelijk verheugen, en zal aan dit kabinet je posthume lof toevallen die toekomt aan ten, die ondanks alles hebben doorgezet dl tenslotte gewonnen hebben. Maar voor het zoover is blijven wij sceptisch. Is de regeering bij de opstelling van haar ramin- en niet eenigszins vooruitgeloopen op de eiten, en heeft zij daarin niet reeds een pleving verdisconteerd die in feite nog niet aanwezig is? Begaat zij niet 'n peti- tio principii, redeneert zij niet „in een kringetje", door eerst een gunstige raming te maken in de hoop dat er 'n keerpunt nabij is omdat haar cijfers gunstig zijn? Op het eerste gezicht maakt de inge diende Begrooting voor 1937 nog zoo'n kwa den indruk niet schrijft het „Huisgezin". Het tekort, dat het vorig jaar nog op ruim 108 millloen gulden moest worden geraamd (maar dat door intusschen ge- trollen maatregelen, ondanks eenlge bij komende tegenvallers tot beneden 45 mil- lioen gulden kon worden teruggebracht), behoeft thans niet hooger dan bijna 48 mlllioen gulden te worden gesteld. Als daarenboven de tijdelijke opcenten, roor 1936 toegestaan, worden gecontinu eerd. kan dit tekort zelfs tot rond 35 mil lloen gulden worden teruggebracht. En dat zonder verdere belastingverhoo- ging. behoudens de meerdere opbrengst van enkele technische herzieningen en een belasting op de Naamlooze Vennootschap pen, die alles bijeen rond 3 mlllioen zul len opbrengen. Zelfs de befaamde relsbelasting behoeft slechts pro memorie te worden uitgetrok ken! Intusschen. dit resultaat is niet verkre gen, zonder dat de vele „boekhoudkundige" bezuinigingen, waarvan de Begrooting stil aan vol geraakt, opnieuw met 14 millioen gulden zijn vermeederd. De afstand, die er ligt tusschen de posi tie, die het kabinet aanvankelijk, op grond van het Inzicht in den aard en het ver loop van de crisis meende te kunnen inne men, en waarin het thans door de feiten wordt gedrongen, blijkt inderdaad eerst duidelijk, als men de Begrootingsstukken van dit jaar met voorafgaande vergelijkt. De „Volkskrant" zegt: Plachten in den goeden tijd ministers san Financiën pessimistisch te zijn de Joyeuze Kolkman maakte daarop een uit zondering in dezen slechten tijd, nu het nog slechts weinigen vergund is lichtpun ten te zien, legt de huidige minister van Financiën een onbegrijpelijk optimisme aan den dag. Terwijl hij erkent ln de afgeloopen Jaren soortdurend te hebben moeten vechten met dalende inkomsten en stijgende behoeften; terwijl hij ln de nagenoeg vier jaren dat zijn bewind reeds duurt een tekort van in ronde cijfers 200 millioen heeft te boeken, spreekt hij nu ineens van voor teekenen, dat een keerpunt nabij is. Met name dus niet alleen schijnt de catastrofale daling in de opbrengst der middelen tot staan gekomen, zoodat ver wacht mag worden, dat op het stuk van inkomsten zekere stabiliteit is bereikt. Moge de minister zich niet vergissen: vergete hij niet dat de door hem zoo ge- wenschte verdere aanpassing, zich uiten de in daling van loonen en salarissen, on middellijk haar terugslag vindt in de op brengst der belastingen, indirecte en di recte. De „Standaard". De Millioenennota heeft ons een zeker niet opwekkend beeld van den financieelen toestand gegeven. In de slotbeschouwingen van dit stuk klinkt echter ditmaal een eenigszins optimisti sche toon door concludeert het blad. Na erop gewezen te hebben, dat het ka rakter van het in de loopende parlemen taire periode gevolgde beleid het best kan worden omschreven als een aanhoudende strijd tegen dalende inkomsten eenerzijds en stijgende behoeften, onmiddellijk ver band houdende met de ernstige tijdsom standigheden anderzijds, zegt de Minister van Financiën, dat thans, als de voortee kenen niet bedriegen, een keerpunt nabij is. De catastrophale daling van de op brengsten der middelen schijnt tot staan te zijn gekomen en daarmee is het onmid dellijk gevaar voor onze staatsfinanciën Mgewend, al blijft er nog zeer veel te doen over. Wij hopen van harte, dat de werke lijkheid zal beantwoorden aan de verwach ting, welke uit dit ietwat optimistisch ge luld spreekt. Het zou een zegen zijn. De „Nederlander". De financieele toe stand blijft somber. Dat is de indruk, dien ook thans de lezing der millioenennota nalaat. Laat ons hopen, dat de regeering bij het bespeuren van de eerste symptomen, dat straks land in zicht zal komen, zich niet vergist. Dan zal het sombere beeld, dat deze begrooting nog moet vertoonen, eer lang voor een vriendelijker aspect kunnen Plaats maken. Het „Handelsblad" schrijft: Een betrek kelijk d.w.z. in vergelijking met vorige jaren klein tekort op den Gewonen Dienst van 47.7 millioen gulden, of eigen lijk na verlenging der „tijdelijke" opcenten °P de Successie-, Registratie-, Zegelrechten en op de Dividend- Tantième-belasting (wie had anders verwacht?) maar van on- teveer 36 millioenhet is bijna te mooi om waar te zijn. Wij zijn de laatste Jaren gewend geraakt aan begrootingen met tekorten van ver boven de 100 millioen. Wij hopen, dat mr. Oud zijn verwachtin gen in vervulling zal zien gaan. Indien wij mderdaad op het keerpunt zijn. ook voor oe staatsfinanciën, dan zullen wij de re- teering-Colijn niet dankbaar genoeg kun nen zijn, dat zij het juiste midden heeft weten te vinden tusschen. bezuiniging en handhaving van de wenschelijke finan cieele verzorging van essentieele belangen. Al moet het ons van het hart, dat wij op het punt van Defensie in dit opzicht niet gerust zijn. „Nieuwe Rotterdamsche Courant". De Nota betreffende den toestand van 's rijks financiën gisteren door den minister van financiën aan de Tweede Kamer aangebo den, ademt een optimistischer geest dan haar voorgangster van 1935. Bedriegen de voorteekenen niet. zoo leest men daarin, dan is thans een keerpunt nabij; met name schijnt de catastrophale daling in de opbrengst der middelen tot staan te zijn gekomen. Dat de minister van financiën wijs doet, zich hier met de noodige voorzichtigheid uit te drukken wordt wel bewezen door den gang van zaken in het vorige jaar. De schatkist was toen als een blikken pan netje: snel afwisselend koud en heet. In April 1935 werd eenlge belastingverlaging in uitzicht gesteld; drie maanden later reeds maakte die mogelijkheid plaats voor tijdelijke belastingverhoogingen, welke thans ln den vorm van 20 opcenten op de dividend- en tantièmebelasting, de zegel rechten, de registratierechten en de suc cessierechten tot een bedrag van f. 11.8 mlllioen voor continuatie in 1937 in aan merking worden gebracht. Ook afgescheiden hiervan is de bud- getaire toestand nog verre van gunstig. De „Maasbode". Zonder namen te noe men neemt de Nota, misschien in te alge- meene termen, stelling tegen de koop krachttheorie. Voor haar is blijkbaar een van de groote factoren voor economisch herstel behoud van het vertrouwen der geldleeners en in dit verband wijst de minister terecht op het belang van een lagen rentestand en op dat van mogelijke conversies. Inderdaad zijn vooral de laat ste van het hoogste gewicht. Want wel wijst de Nota er op, dat de credietwaar- digheid van den Staat ongeschokt is ge bleven, maar men vergete niet, welke offers dit van ons volk eischt en eischen blijft. Het blad komt tot de volgende con- clusie Alles en alles wel beschouwd, zijn de cijfers der Millioenennota ons meegevallen. Zouden wij Inderdaad, zooals sommigen meenen, het ergste geleden hebben, dan is er wel reden voor zorg, maar kan met moed aan wederopbouw, met name aan een hernieuwd bedrijfsleven worden begon nen. Al zijn wij dan geslagen, verslagen is Nederland niet en het wordt tijd, dat ons volk zich daarvan doordringt en zich niet overgeeft aan een bodemloos en perspec tiefloos pessimisme. „De Vooruit" ziet in de Millioenennota „het bankroet der aanpassing". Minister Oud aldus het blad ziet zich in zijn nota genoodzaakt, het beleid der regeering sedert haar optreden in 1933 te schetsen als „een aanhoudende strijd te gen dalende Inkomsten eenerzijds en stij gende behoeften anderzijds" en moet ver klaren, dat, al „werd het uiterste beproefd" d. w. z. al werd er nog zoo barbaarsch be zuinigd, niettemin herstel van het begroo- tingsevenwicht „telkenmale opnieuw ver hinderd werd" door verdere daling van de belastingopbrengst en verdere verhooging der crisisuitgaven, zoodat ook deze vierde en laatste rijksbegrooting van het kabinet Colijn met een nieuw tekort van 36 mil lioen gulden sluit, dat wil zeggen: niet sluit. Niemand, behalve de regeering en haar tot den dood getrouwe liberale en anti- revolutionnalre aanhangers, zal zich hier over verwonderen en wij zeker niet. Wij hebben dit allemaal haarfijn voorspeld en het is precies zoo uitgekomen als wij het op goede gronden voorzegd hebben. Na tuurlijk, als door krasse bezuiniging na krasse bezuiniging de koopkracht der be volking steeds verder ondermijnd wordt, de winkeliers daardoor steeds minder kun nen verkoopen aan de uitgemergelde klan ten, dan kunnen aldus de productiebedrij ven steeds minder met kans op afzet pro- duceeren, stort het bedrijfsleven in, neemt de werkloosheid steeds verder toe, dalen de loonen dientengevolge immer meer en zin ken zoo onontkoombaar de rijksinkomsten steeds verder, terwijl de noodzakelijkheid van crisisuitgaven steeds toeneemt. Der halve is de al weer slechtere toestand der rijksfinanciën een onvermijdelijk gevolg van de aanpassingspolitiek der regeering. „Het Vaderland" Het zou verkeerd zijn, de zwakke onderdeelen van het bud get in een fraaier daglicht te stellen dan zij verdienen. Daarmede zou voet worden ge geven aan de onverantwoordelijke politici, uit het roode en uit het Roomsch-Katho- lieke kamp, die de tering eigenlijk nooit naar de nering hebben willen zetten en die aanstonds gereed zullen staan om hun onvervulbare eischen met vernieuwde kracht naar voren te brengen. Het zou ons niet verwonderen, zoo deze weerslag van het uiterlijk niet ongunstige budget zich reeds zal openbaren bij de interpellatie Kupers over de wijziging in de steunnor- men voor werkloozen, wanneer de Tweede Kamer de aanvrage hiertoe zal toestaan". Tegenover zulk een financieele kwakzal verij moet het volle licht worden gewor pen op de zwakke plekken van de begroo ting. Minister Oud camoufleert deze dan ook niet. Het blad merkt nog op, dat, hoewel er stabiliteit bereikt is, deze op een veel lager vlak staat dan in 1930. Doch het peil van de uitgaven, aldus het blad, is nog niet op dit vlak aangeland. De hiervoor toegelichte cijfers van een eigen lijk niet sluitende begrooting bewijzen dit ten volle. De aanpassing van het over heidsapparaat zal dus, zoo constateerden wij gisteren nog, voortgang moeten hebben. Geschiedt dit niet, dan zal, vreczen wij, een nieuwe daling der middelen niet uitblijven. Het blad besluit als volgt: Alle experimenten, die de aanpassing be lemmeren, zullen zich daarentegen ln een stijging der werkloosheid uitspreken. Orde ning en verder gaande steun en bescher ming zijn daarom verwerpelijk. Een mil- PRINSES EN PRINS IN DE STALLEN. ONGEDWONGEN BEZOEK AAN HET PERSONEEL. De Prinses en Prins Bernhard met Prins Aschwin, hebben, gelijk reeds gemeld, Maandag een bezoek gebracht aan het Koninklijk Staldepartement. Dit bezoek had de volgende aanleiding. De vorige week Woensdag had een depu tatie uit het personeel van het Kon. Stal departement, bestaande uit een wagen- meester en rijknecht, en een koetsier, aan de Prinses ter gelegenheid van Haar ver loving een bloemenmand aangeboden, welke zij op Haar kamer in tegenwoordig heid van Phins Bernhard in ontvangst had genomen. Daarbij was een gelukwensch van het personeel gevoegd. Maandag kwam nu het verloofde vorste lijke paar met Prins Aschwin aan het staldepartement en bezichtigde daar onder geleide van den eerste-stalmeester het ge- heele gebouwencomplex, zoowel de stallen als het museum van uniformen, paarden tuigen en andere merkwaardigheden van vroeger op den dienst van het staldepar tement betrekking hebbende Bij dit bezoek heeft de Prinses alle leden van het personeel zonder uitzondering de hand gegeven en hen bedankt voor de mooie bloemen, evenals Prins Bernhard. Het was een treffend schouwspel, te zien hoe de mannen, die bezig waren met ros kammen, wagen poetsen, smeden en an dere bezigheden, waarbij men nu juist geen schoone handen kan hebben, inderhaast trachtten hun handen af te vegen of af te wasschen. terwijl de Prinses naderde om hun hand te drukken. Dit staaltje van groote hartelijkheid en eenvoud heeft op allen, die daarvan ge tuige mochten zijn, een onvergetelijken indruk gemaakt. HET VERLOOFDE VORSTELIJKE PAAR NAAR WASSENAAR. Gistermiddag om half zes heeft het vor stelijk paar het paleis Noordeinde te Den Haag door het tuinhek aan den Hoogewal verlaten, om een bezoek te brengen aan de lamille Del Court van Krinipen, te Wasse naar. De heer G. M. Del Court van Krimpen is een zeer bekend golfspeler. Een zijner dochters is met jhr. ir. Röell, den waar nemend secretaris van Prins Bernhard, verloofd. De Prins chauffeerde de open auto van zijn moeder, de groote, groene Maybach- Zeppelin. en Prinses Juliana had naast hem plaats genomen. Voor de auto waarin het vorstelijk paar was gezeten, reed de auto van den wnd. secretaris van den Prins, jhr. ir. W. Röell, die zelf achter het stuur zat en naast wien Prins Aschwin was gezeten. -b o Het bezoek duurde ongeveer tot zeven uur, waarna het gezelschap, met uitzon dering van jhr. Röell, naar het paleis Noordeinde terugkeerde, in welks omge ving het natuurlijk aan belangstelling niet ontbrak. Hartelijk toegejuicht door de wachten den, reed het vorstelijk gezelschap Prins Aschwin had thans in denzelfden wagen plaats genomen het voorplein op. Nog even vertoefden de Prinses en de beide Prinsen op het bordes van het paleis, om te danken voor de geestdriftige toe juichingen. PRINSES VON LIPPE EN PRINS ASCHWIN. VERTREKKEN ZATERDAG WEER NAAR DETMOLD. Naar wij vernemen, zullen de Prinses van LippeBiesterfeld en Prins Aschwin heden, na afloop van de plechtigheid in het stadion te Amsterdam niet met de Koningin, Prinses Juliana er. Prins Bern hard naar Den Haag terugkeeren. De kamerheer i.b.d. van Hare Maje steit, jhr. mr. W. F. Röell, zal de moeder en den broer van Prins Bernhard, van Amsterdam geleiden naar de buitenplaats „Boekesteijn" in 's-Graveland, bewoond doo jhr. J A. Röell, die getrouwd is met een dochter van de dame du palais van Hare Majesteit, mevr. Van LoonEgldius. Vandaar zullen de Prinses van Lippe Biesterfeld en Prins Aschwin Zaterdag naar Detmold vertrekken. O Foto Kruyt. Ds. R. P. A. Rutgers verricht de plechtigheid der eerste steenlegging van de nieuwe pastorie der Ned. Herv. Gemeente aan de Voorstraat te Katwijk Zee. Gistermiddag te 3 uur had de eerste steenlegging plaats van de nieuwe pastorie van de Herv. Gemeente te Katwijk Zee, die verricht werd door ds. R P. A. Rutgers. Deze plechtigheid werd bijgewoond door de predikanten P. Pras, F. J. Broeyer, leden van de kerkvoogdij, van den kerkeraad en notabelen; mej. C. M. Ellermeijer. mevr. Pias', mevr. Broeyer. de administrateur en ontvanger van de Herv. Gemeente, de architect D. Verloop en de aannemer A. de Best. Ook was aanwezig ds. J. C. Helders em. pred. H. Bilthoven. De voorzitter van de kerkvoordij, de heer C. Zwitser heette allen hartelijk welkom. Een 1ste steenlegging, aldus spr., is een groote gebeurtenis! Als we in het verleden terug zien heeft de Prediker reeds gezegd: „Er is een tijd om steenen weg te werpen en een tijd om steenen te vergaderen". Het vorige college kerkvoogden liet alles bij het oude. Het nieuwe college wist niet wat met het oude gebouw te beginnen; ieder jaar drukte het op de financiën. Toen besloot het college er een bordje aan te spijkeren „te koop". Dit is een levensteeken geweest. Het heeft zijn diensten gedaan. Dit bordje heeft aanstoot en ergernis gegeven. De aandacht was gevestigd en de blijde tijding kwam, dat iemand, die onbekend wilde blijven, een milde gift gaf, die dankbaar werd aanvaard. Deze N.N. wilde deze plechtigheid ook niet bijwonen; hij zal ech ter met blijdschap de nieuwe pastorie zien verschijnen. De oude pastorie is een stuk historie van Katwijk aan Zee. Er is zooveel lief en leed in doorgebracht. Ds. Rutgers heeft er alle jaren, dat hij hier is in ge- wooiid. Meer en meer kwamen er klachten over het gebouw, die wel gegrond waren. Velen waren van meening, dat het nog niet zoo slecht was. Bij de afbraak bleek, dat er slechts kaf en slof overbleef, zélfs onge schikt voor brandhout. Het is nu de tijd om steenen te vergaderen. Straks zal het een andere blik in de Voorstraat worden! Spr. verzocht hierop ds. Rutgers om den eersten steen te leggen. Ds. Rutgers merkte op dat, hoewel er reeds 30.000 steenen verwerkt zijn. hij gaarne nu zoogenaamd den eersten steen zou leggen. Van de 120 jaar, dat deze pasto rie heeft bestaan, heb ik, aldus spr. er wel het langst van alle predikanten ingewoond. Er ls veel in gestreden en gebeden. Hoeve- len zijn er niet met hun stoffelijke en geestelijke nooden heengetrokken? Hoeve- len hebben niet als bruidspaar deze woning betreden. Wij hebben er 25 jaar met ge noegen in gewoond. Ook spr. wilde N.N. hartelijk danken voor zijn milde gift. Ook betuigde spr. zijn dank aan de Kerkvoog den en den architect. Met de beste wen- schen voor een voorspoedigen bouw ein digde spr., waarna hij de plechtigheid der eerste steenlegging verrichtte. Ds. Pras sprak als voorzitter van den kerkeraad. Spr. haalde de bijzondere han deling aan in 1 Koningen 16 vers 34, waar in sprake is van den bouw van Jericho. In het woord pastorie zit de heerlijke betee- kenis van weiden, de kudde hoeden. De gemeente moet gebouwd zijn op het fun dament van Jezus Christus. Spreker ver klaarde de beteekenis van „pastor", Wij staan onder bescherming van den opper sten Herder, den oppersten Leidsman, den opziener des geloofs. Moge de nieuwe pastorie tot in lengte van dagen tot zegen der gemeente strekken. De heer P. van Rijn bracht namens de notabelen dank aan den onbekenden gever. De heer Zwitser dankte ds. Pras voor zijn woorden, evenals ds. Rutgers voor de ver richtte handeling. Eveneens richtte hij woorden tot den architect, den heer Verloop en tot den aannemer de Best: „doe je best om het werk op tijd af te hebben", aldus spr. Hij noodigde tenslotte allen uit de thee te gebruiken. HANDELSOVEREENKOMST MET BRAZILIË. Blijft tot 1 October van kracht. Naar Hr. Ms. gezant te Rio de Janeiro bericht, zal de voorloopige overeenkomst van 16 September 1931, welke, in afwach ting van de onderteekening van een nieuwe overeenkomst, tot 15 September jl. was verlengd, voorloopig tot 1 October a.s. van kracht blijven. RIJKSMIDDELEN IN AUGUSTUS. De Rijksmiddelen brachten in Augustus 31.46 millioen op, tegen f. 30.82 millioen in Augustus 1935 en f. 30.96 millioen als 1/12 der raming. In de eerste acht maanden van het jaar bedroegen de totale ontvangsten f. 235.59 millloen (v. j. f. 243.60 milioeni bij f. 247.68 millioen als 8/12 der raming. Wat de kohierbelastingen betreft, was eind Augustus in totaal f.81.62 millioen op kohier gebracht, tegen f. 72.45 mlllioen op 31 Augustus 1935. lioenen-verslindend Plan van den Arbeid, dat het zoo wankele staatsbudget met nieuwe bedragen voor rente en aflossing belast, zal de stabiliteit, welke thans be reikt schijnt, na een korte periode van schijnopleving, wellicht verstoren. Onrust als de onverantwoordelijke politiek van sommige partijen te vorigen jare heeft ver wekt, zal hiervan het gevolg zijn. Daarom: de boeien los, opdat de aan passing aan gewijzigde wereldomstandig heden zich ten volle kan voltrekken. DE PHOBI BIEDT PRINSES JULIANA EEN AANDENKEN AAN HAAR VERLOVING AAN. Naar wij vernemen heeft de directie van den Phobi-kortegolfomroep, H. K. H. Prin ses Juliana een cassette met gramofoon- platen aangeboden, op welke platen de radiotoespraken zijn vastgesteld, die door H M. de Koningin, H.K.H. Prinses Juliana en Z. H. Prins Bernhard ter gelegenheid van de verloving van Prinses Juliana tot het Neóerlandsche volk gericht werden en door de Phobi naar de overzeesche ge westen werd uitgezonden. Onder dankbetuiging voor de aardige attentie werd het geschenk door Prinses Juliana aanvaard. DE DISTRIBUTIE VAN VARKENSGEHAKT IN BLIK. Zij vangt in de week van 2026 dezer aan. De minister van sociale zaken heeft aan de gemeentebesturen een brief gericht waarin wordt medegedeeld, dat het in zijn voornemen ligt met de distributie van var kensgehakt in blik aan werklooze arbeiders aan te vangen in de week van 20 tot en met 26 September. Voor de verstrekking van het gehakt ko men voorloopig slechts in aanmerking werkloozen die ondersteund worden inge volge de uit het Werkloosheids-subsidie fonds gesubsidieerde steunregeling of bij een uit dat fonds gesubsidieerde werkver schaffing zijn te werk gesteld. Aan gezin nen tot' en met vier personen kan één bus, aan grootere gezinnen kunnen twee bussen per week worden verstrekt. Nader zal wor den overwogen of ook ondersteunden inge volge de Armenwet in de distributie van gehakt kunnen worden betrokken. De in koopsprijs voor de gemeente bedraagt 30 cent per bus; de verkoop aan de onder steunden en tewerkgestelden moet ge schieden tegen 32'/: cent per blik. Voor het geval de slagers bij de distribu tie van het gehakt zullen worden inge schakeld, behoort aan hen de uniform vastgestelde vergoeding van 1' cent per blik te worden uitgekeerd. Zoo ook de grossiers te dezer zake mede hierin worden betrokken, zooals in enkele gemeenten ge schiedt, zal de vergoeding aan grossier en slager tezamen niet meer dan IV; cent be dragen. Indien in de gemeente de distribu tie van gehakt met uitschakeling van de slagers rechtstreeks van gemeentewege ge schiedt wordt de inkoopsprijs voor de ge meente met 1 cent verhoogd en bedraagt 4556 (Ingez. Med.ï deze aizoo 31 cent per bus. De minister wijst er op, dat de voormelde vergoedingen vastgestelde vergoedingen zijn, waarvan afwijking niet mogelijk is. De minister acht het gewenscht dat de winkeliers bij deze distributie niet worden uitgeschakeld; daarom verzoekt hij de ge meentebesturen met aandrang de verstrek king van dit gehakt door de daarvoor in aanmerking komende winkeliers, die daar toe den wensch te kennen geven, te doen geschieden. UIT NED. OOST-INDIË. DOODELIJK VLIEGONGELUK. Tegen sergeant-vlieger zware straf geëischt. BANDOENG, 16 Sept. (Aneta) De auditeur-militair bij den krijgsraad te Tji- mahi eischte tegen den sergeant-leerling vlieger K„ die op 26 April j.l. met de „Kriel" tegen een hoogspanningskabel bot ste en waarbij zijn passagiere, mevrouw Van Lierop, werd gedood, wegens grove loekelooshcid. onvoorzichtigheid en onop lettendheid, acht maanden hechtenis. De uitspraak is bepaald op 25 Sept. a.s. Dr. HEINSIUS BATAVIA, 16 Sept. (Aneta) Dr. A. J. R. Heinsius, adviseur voor decentralisatie is, na een ernstige longontsteking, heden nacht in het Tjikini-ziekenhuis overleden. Het stoffelijk overschot zal morgenochtend ter aarde worden besteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 13