PE PERS OVER DE MILLIOENEN-NOTA
Eerste steenlegging te Katwijk aan Zee
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 17 September 1936
Vierde Blad
No. 32461
l/sfe Jaargang
BINNENLAND
Van de nieuwe Ned. Herv. Pastorie
De eerste vraag die bij kennisneming
nn de cijfers der rijksbegrooting rijst, is
jiteraard: is het geringer tekort 'n aan-
tijziging voor een langzaam herstel! Is de
je diepste inzinking overwonnen en be-
teegt de staatshuishouding zich weer in
opwaartsche richting? Is de aanpassings
politiek, althans op budgetair gebied, dus
geslaagd? De regeering zelf is over het
resultaat nogal tevreden, merkt „De
lijd" op.
Oi deze visie Juist is, zal de toekomst
moeten leeren. Als het zoo is, zal ons dat
hartelijk verheugen, en zal aan dit kabinet
je posthume lof toevallen die toekomt aan
ten, die ondanks alles hebben doorgezet
dl tenslotte gewonnen hebben. Maar voor
het zoover is blijven wij sceptisch. Is de
regeering bij de opstelling van haar ramin-
en niet eenigszins vooruitgeloopen op de
eiten, en heeft zij daarin niet reeds een
pleving verdisconteerd die in feite nog
niet aanwezig is? Begaat zij niet 'n peti-
tio principii, redeneert zij niet „in een
kringetje", door eerst een gunstige raming
te maken in de hoop dat er 'n keerpunt
nabij is omdat haar cijfers gunstig zijn?
Op het eerste gezicht maakt de inge
diende Begrooting voor 1937 nog zoo'n kwa
den indruk niet schrijft het „Huisgezin".
Het tekort, dat het vorig jaar nog op
ruim 108 millloen gulden moest worden
geraamd (maar dat door intusschen ge-
trollen maatregelen, ondanks eenlge bij
komende tegenvallers tot beneden 45 mil-
lioen gulden kon worden teruggebracht),
behoeft thans niet hooger dan bijna 48
mlllioen gulden te worden gesteld.
Als daarenboven de tijdelijke opcenten,
roor 1936 toegestaan, worden gecontinu
eerd. kan dit tekort zelfs tot rond 35 mil
lloen gulden worden teruggebracht.
En dat zonder verdere belastingverhoo-
ging. behoudens de meerdere opbrengst
van enkele technische herzieningen en een
belasting op de Naamlooze Vennootschap
pen, die alles bijeen rond 3 mlllioen zul
len opbrengen.
Zelfs de befaamde relsbelasting behoeft
slechts pro memorie te worden uitgetrok
ken!
Intusschen. dit resultaat is niet verkre
gen, zonder dat de vele „boekhoudkundige"
bezuinigingen, waarvan de Begrooting stil
aan vol geraakt, opnieuw met 14 millioen
gulden zijn vermeederd.
De afstand, die er ligt tusschen de posi
tie, die het kabinet aanvankelijk, op grond
van het Inzicht in den aard en het ver
loop van de crisis meende te kunnen inne
men, en waarin het thans door de feiten
wordt gedrongen, blijkt inderdaad eerst
duidelijk, als men de Begrootingsstukken
van dit jaar met voorafgaande vergelijkt.
De „Volkskrant" zegt:
Plachten in den goeden tijd ministers
san Financiën pessimistisch te zijn de
Joyeuze Kolkman maakte daarop een uit
zondering in dezen slechten tijd, nu het
nog slechts weinigen vergund is lichtpun
ten te zien, legt de huidige minister van
Financiën een onbegrijpelijk optimisme
aan den dag.
Terwijl hij erkent ln de afgeloopen Jaren
soortdurend te hebben moeten vechten met
dalende inkomsten en stijgende behoeften;
terwijl hij ln de nagenoeg vier jaren dat
zijn bewind reeds duurt een tekort van
in ronde cijfers 200 millioen heeft te
boeken, spreekt hij nu ineens van voor
teekenen, dat een keerpunt nabij is.
Met name dus niet alleen schijnt
de catastrofale daling in de opbrengst der
middelen tot staan gekomen, zoodat ver
wacht mag worden, dat op het stuk van
inkomsten zekere stabiliteit is bereikt.
Moge de minister zich niet vergissen:
vergete hij niet dat de door hem zoo ge-
wenschte verdere aanpassing, zich uiten
de in daling van loonen en salarissen, on
middellijk haar terugslag vindt in de op
brengst der belastingen, indirecte en di
recte.
De „Standaard". De Millioenennota
heeft ons een zeker niet opwekkend beeld
van den financieelen toestand gegeven. In
de slotbeschouwingen van dit stuk klinkt
echter ditmaal een eenigszins optimisti
sche toon door concludeert het blad.
Na erop gewezen te hebben, dat het ka
rakter van het in de loopende parlemen
taire periode gevolgde beleid het best kan
worden omschreven als een aanhoudende
strijd tegen dalende inkomsten eenerzijds
en stijgende behoeften, onmiddellijk ver
band houdende met de ernstige tijdsom
standigheden anderzijds, zegt de Minister
van Financiën, dat thans, als de voortee
kenen niet bedriegen, een keerpunt nabij
is. De catastrophale daling van de op
brengsten der middelen schijnt tot staan
te zijn gekomen en daarmee is het onmid
dellijk gevaar voor onze staatsfinanciën
Mgewend, al blijft er nog zeer veel te doen
over. Wij hopen van harte, dat de werke
lijkheid zal beantwoorden aan de verwach
ting, welke uit dit ietwat optimistisch ge
luld spreekt. Het zou een zegen zijn.
De „Nederlander". De financieele toe
stand blijft somber. Dat is de indruk, dien
ook thans de lezing der millioenennota
nalaat.
Laat ons hopen, dat de regeering bij het
bespeuren van de eerste symptomen, dat
straks land in zicht zal komen, zich niet
vergist. Dan zal het sombere beeld, dat
deze begrooting nog moet vertoonen, eer
lang voor een vriendelijker aspect kunnen
Plaats maken.
Het „Handelsblad" schrijft: Een betrek
kelijk d.w.z. in vergelijking met vorige
jaren klein tekort op den Gewonen
Dienst van 47.7 millioen gulden, of eigen
lijk na verlenging der „tijdelijke" opcenten
°P de Successie-, Registratie-, Zegelrechten
en op de Dividend- Tantième-belasting
(wie had anders verwacht?) maar van on-
teveer 36 millioenhet is bijna te mooi
om waar te zijn. Wij zijn de laatste Jaren
gewend geraakt aan begrootingen met
tekorten van ver boven de 100 millioen.
Wij hopen, dat mr. Oud zijn verwachtin
gen in vervulling zal zien gaan. Indien wij
mderdaad op het keerpunt zijn. ook voor
oe staatsfinanciën, dan zullen wij de re-
teering-Colijn niet dankbaar genoeg kun
nen zijn, dat zij het juiste midden heeft
weten te vinden tusschen. bezuiniging en
handhaving van de wenschelijke finan
cieele verzorging van essentieele belangen.
Al moet het ons van het hart, dat wij op
het punt van Defensie in dit opzicht niet
gerust zijn.
„Nieuwe Rotterdamsche Courant". De
Nota betreffende den toestand van 's rijks
financiën gisteren door den minister van
financiën aan de Tweede Kamer aangebo
den, ademt een optimistischer geest dan
haar voorgangster van 1935.
Bedriegen de voorteekenen niet. zoo leest
men daarin, dan is thans een keerpunt
nabij; met name schijnt de catastrophale
daling in de opbrengst der middelen tot
staan te zijn gekomen.
Dat de minister van financiën wijs doet,
zich hier met de noodige voorzichtigheid
uit te drukken wordt wel bewezen door
den gang van zaken in het vorige jaar.
De schatkist was toen als een blikken pan
netje: snel afwisselend koud en heet. In
April 1935 werd eenlge belastingverlaging
in uitzicht gesteld; drie maanden later
reeds maakte die mogelijkheid plaats voor
tijdelijke belastingverhoogingen, welke
thans ln den vorm van 20 opcenten op de
dividend- en tantièmebelasting, de zegel
rechten, de registratierechten en de suc
cessierechten tot een bedrag van f. 11.8
mlllioen voor continuatie in 1937 in aan
merking worden gebracht.
Ook afgescheiden hiervan is de bud-
getaire toestand nog verre van gunstig.
De „Maasbode". Zonder namen te noe
men neemt de Nota, misschien in te alge-
meene termen, stelling tegen de koop
krachttheorie. Voor haar is blijkbaar een
van de groote factoren voor economisch
herstel behoud van het vertrouwen der
geldleeners en in dit verband wijst de
minister terecht op het belang van een
lagen rentestand en op dat van mogelijke
conversies. Inderdaad zijn vooral de laat
ste van het hoogste gewicht. Want wel
wijst de Nota er op, dat de credietwaar-
digheid van den Staat ongeschokt is ge
bleven, maar men vergete niet, welke offers
dit van ons volk eischt en eischen blijft.
Het blad komt tot de volgende con-
clusie
Alles en alles wel beschouwd, zijn de
cijfers der Millioenennota ons meegevallen.
Zouden wij Inderdaad, zooals sommigen
meenen, het ergste geleden hebben, dan is
er wel reden voor zorg, maar kan met
moed aan wederopbouw, met name aan
een hernieuwd bedrijfsleven worden begon
nen. Al zijn wij dan geslagen, verslagen is
Nederland niet en het wordt tijd, dat ons
volk zich daarvan doordringt en zich niet
overgeeft aan een bodemloos en perspec
tiefloos pessimisme.
„De Vooruit" ziet in de Millioenennota
„het bankroet der aanpassing".
Minister Oud aldus het blad ziet
zich in zijn nota genoodzaakt, het beleid
der regeering sedert haar optreden in 1933
te schetsen als „een aanhoudende strijd te
gen dalende Inkomsten eenerzijds en stij
gende behoeften anderzijds" en moet ver
klaren, dat, al „werd het uiterste beproefd"
d. w. z. al werd er nog zoo barbaarsch be
zuinigd, niettemin herstel van het begroo-
tingsevenwicht „telkenmale opnieuw ver
hinderd werd" door verdere daling van de
belastingopbrengst en verdere verhooging
der crisisuitgaven, zoodat ook deze vierde
en laatste rijksbegrooting van het kabinet
Colijn met een nieuw tekort van 36 mil
lioen gulden sluit, dat wil zeggen: niet
sluit.
Niemand, behalve de regeering en haar
tot den dood getrouwe liberale en anti-
revolutionnalre aanhangers, zal zich hier
over verwonderen en wij zeker niet. Wij
hebben dit allemaal haarfijn voorspeld en
het is precies zoo uitgekomen als wij het
op goede gronden voorzegd hebben. Na
tuurlijk, als door krasse bezuiniging na
krasse bezuiniging de koopkracht der be
volking steeds verder ondermijnd wordt,
de winkeliers daardoor steeds minder kun
nen verkoopen aan de uitgemergelde klan
ten, dan kunnen aldus de productiebedrij
ven steeds minder met kans op afzet pro-
duceeren, stort het bedrijfsleven in, neemt
de werkloosheid steeds verder toe, dalen de
loonen dientengevolge immer meer en zin
ken zoo onontkoombaar de rijksinkomsten
steeds verder, terwijl de noodzakelijkheid
van crisisuitgaven steeds toeneemt. Der
halve is de al weer slechtere toestand der
rijksfinanciën een onvermijdelijk gevolg
van de aanpassingspolitiek der regeering.
„Het Vaderland" Het zou verkeerd
zijn, de zwakke onderdeelen van het bud
get in een fraaier daglicht te stellen dan zij
verdienen. Daarmede zou voet worden ge
geven aan de onverantwoordelijke politici,
uit het roode en uit het Roomsch-Katho-
lieke kamp, die de tering eigenlijk nooit
naar de nering hebben willen zetten en die
aanstonds gereed zullen staan om hun
onvervulbare eischen met vernieuwde
kracht naar voren te brengen. Het zou ons
niet verwonderen, zoo deze weerslag van
het uiterlijk niet ongunstige budget zich
reeds zal openbaren bij de interpellatie
Kupers over de wijziging in de steunnor-
men voor werkloozen, wanneer de Tweede
Kamer de aanvrage hiertoe zal toestaan".
Tegenover zulk een financieele kwakzal
verij moet het volle licht worden gewor
pen op de zwakke plekken van de begroo
ting. Minister Oud camoufleert deze dan
ook niet.
Het blad merkt nog op, dat, hoewel er
stabiliteit bereikt is, deze op een veel lager
vlak staat dan in 1930.
Doch het peil van de uitgaven, aldus het
blad, is nog niet op dit vlak aangeland. De
hiervoor toegelichte cijfers van een eigen
lijk niet sluitende begrooting bewijzen dit
ten volle. De aanpassing van het over
heidsapparaat zal dus, zoo constateerden
wij gisteren nog, voortgang moeten hebben.
Geschiedt dit niet, dan zal, vreczen wij, een
nieuwe daling der middelen niet uitblijven.
Het blad besluit als volgt:
Alle experimenten, die de aanpassing be
lemmeren, zullen zich daarentegen ln een
stijging der werkloosheid uitspreken. Orde
ning en verder gaande steun en bescher
ming zijn daarom verwerpelijk. Een mil-
PRINSES EN PRINS IN DE
STALLEN.
ONGEDWONGEN BEZOEK AAN
HET PERSONEEL.
De Prinses en Prins Bernhard met Prins
Aschwin, hebben, gelijk reeds gemeld,
Maandag een bezoek gebracht aan het
Koninklijk Staldepartement. Dit bezoek
had de volgende aanleiding.
De vorige week Woensdag had een depu
tatie uit het personeel van het Kon. Stal
departement, bestaande uit een wagen-
meester en rijknecht, en een koetsier, aan
de Prinses ter gelegenheid van Haar ver
loving een bloemenmand aangeboden,
welke zij op Haar kamer in tegenwoordig
heid van Phins Bernhard in ontvangst
had genomen.
Daarbij was een gelukwensch van het
personeel gevoegd.
Maandag kwam nu het verloofde vorste
lijke paar met Prins Aschwin aan het
staldepartement en bezichtigde daar onder
geleide van den eerste-stalmeester het ge-
heele gebouwencomplex, zoowel de stallen
als het museum van uniformen, paarden
tuigen en andere merkwaardigheden van
vroeger op den dienst van het staldepar
tement betrekking hebbende
Bij dit bezoek heeft de Prinses alle leden
van het personeel zonder uitzondering de
hand gegeven en hen bedankt voor de
mooie bloemen, evenals Prins Bernhard.
Het was een treffend schouwspel, te zien
hoe de mannen, die bezig waren met ros
kammen, wagen poetsen, smeden en an
dere bezigheden, waarbij men nu juist geen
schoone handen kan hebben, inderhaast
trachtten hun handen af te vegen of af te
wasschen. terwijl de Prinses naderde om
hun hand te drukken.
Dit staaltje van groote hartelijkheid en
eenvoud heeft op allen, die daarvan ge
tuige mochten zijn, een onvergetelijken
indruk gemaakt.
HET VERLOOFDE VORSTELIJKE
PAAR NAAR WASSENAAR.
Gistermiddag om half zes heeft het vor
stelijk paar het paleis Noordeinde te Den
Haag door het tuinhek aan den Hoogewal
verlaten, om een bezoek te brengen aan de
lamille Del Court van Krinipen, te Wasse
naar.
De heer G. M. Del Court van Krimpen
is een zeer bekend golfspeler. Een zijner
dochters is met jhr. ir. Röell, den waar
nemend secretaris van Prins Bernhard,
verloofd.
De Prins chauffeerde de open auto van
zijn moeder, de groote, groene Maybach-
Zeppelin. en Prinses Juliana had naast
hem plaats genomen. Voor de auto waarin
het vorstelijk paar was gezeten, reed de
auto van den wnd. secretaris van den
Prins, jhr. ir. W. Röell, die zelf achter het
stuur zat en naast wien Prins Aschwin
was gezeten. -b o
Het bezoek duurde ongeveer tot zeven
uur, waarna het gezelschap, met uitzon
dering van jhr. Röell, naar het paleis
Noordeinde terugkeerde, in welks omge
ving het natuurlijk aan belangstelling niet
ontbrak.
Hartelijk toegejuicht door de wachten
den, reed het vorstelijk gezelschap Prins
Aschwin had thans in denzelfden wagen
plaats genomen het voorplein op.
Nog even vertoefden de Prinses en de
beide Prinsen op het bordes van het paleis,
om te danken voor de geestdriftige toe
juichingen.
PRINSES VON LIPPE EN
PRINS ASCHWIN.
VERTREKKEN ZATERDAG WEER
NAAR DETMOLD.
Naar wij vernemen, zullen de Prinses
van LippeBiesterfeld en Prins Aschwin
heden, na afloop van de plechtigheid in
het stadion te Amsterdam niet met de
Koningin, Prinses Juliana er. Prins Bern
hard naar Den Haag terugkeeren.
De kamerheer i.b.d. van Hare Maje
steit, jhr. mr. W. F. Röell, zal de moeder
en den broer van Prins Bernhard, van
Amsterdam geleiden naar de buitenplaats
„Boekesteijn" in 's-Graveland, bewoond
doo jhr. J A. Röell, die getrouwd is met
een dochter van de dame du palais van
Hare Majesteit, mevr. Van LoonEgldius.
Vandaar zullen de Prinses van Lippe
Biesterfeld en Prins Aschwin Zaterdag
naar Detmold vertrekken.
O
Foto Kruyt.
Ds. R. P. A. Rutgers verricht de plechtigheid der eerste steenlegging van de nieuwe
pastorie der Ned. Herv. Gemeente aan de Voorstraat te Katwijk Zee.
Gistermiddag te 3 uur had de eerste
steenlegging plaats van de nieuwe pastorie
van de Herv. Gemeente te Katwijk Zee, die
verricht werd door ds. R P. A. Rutgers.
Deze plechtigheid werd bijgewoond door
de predikanten P. Pras, F. J. Broeyer, leden
van de kerkvoogdij, van den kerkeraad en
notabelen; mej. C. M. Ellermeijer. mevr.
Pias', mevr. Broeyer. de administrateur en
ontvanger van de Herv. Gemeente, de
architect D. Verloop en de aannemer A. de
Best. Ook was aanwezig ds. J. C. Helders
em. pred. H. Bilthoven.
De voorzitter van de kerkvoordij, de heer
C. Zwitser heette allen hartelijk welkom.
Een 1ste steenlegging, aldus spr., is een
groote gebeurtenis! Als we in het verleden
terug zien heeft de Prediker reeds gezegd:
„Er is een tijd om steenen weg te werpen
en een tijd om steenen te vergaderen". Het
vorige college kerkvoogden liet alles bij het
oude. Het nieuwe college wist niet wat met
het oude gebouw te beginnen; ieder jaar
drukte het op de financiën. Toen besloot
het college er een bordje aan te spijkeren
„te koop". Dit is een levensteeken geweest.
Het heeft zijn diensten gedaan. Dit bordje
heeft aanstoot en ergernis gegeven. De
aandacht was gevestigd en de blijde tijding
kwam, dat iemand, die onbekend wilde
blijven, een milde gift gaf, die dankbaar
werd aanvaard. Deze N.N. wilde deze
plechtigheid ook niet bijwonen; hij zal ech
ter met blijdschap de nieuwe pastorie zien
verschijnen. De oude pastorie is een stuk
historie van Katwijk aan Zee. Er is zooveel
lief en leed in doorgebracht. Ds. Rutgers
heeft er alle jaren, dat hij hier is in ge-
wooiid. Meer en meer kwamen er klachten
over het gebouw, die wel gegrond waren.
Velen waren van meening, dat het nog niet
zoo slecht was. Bij de afbraak bleek, dat er
slechts kaf en slof overbleef, zélfs onge
schikt voor brandhout. Het is nu de tijd om
steenen te vergaderen. Straks zal het een
andere blik in de Voorstraat worden! Spr.
verzocht hierop ds. Rutgers om den eersten
steen te leggen.
Ds. Rutgers merkte op dat, hoewel er
reeds 30.000 steenen verwerkt zijn. hij
gaarne nu zoogenaamd den eersten steen
zou leggen. Van de 120 jaar, dat deze pasto
rie heeft bestaan, heb ik, aldus spr. er wel
het langst van alle predikanten ingewoond.
Er ls veel in gestreden en gebeden. Hoeve-
len zijn er niet met hun stoffelijke en
geestelijke nooden heengetrokken? Hoeve-
len hebben niet als bruidspaar deze woning
betreden. Wij hebben er 25 jaar met ge
noegen in gewoond. Ook spr. wilde N.N.
hartelijk danken voor zijn milde gift. Ook
betuigde spr. zijn dank aan de Kerkvoog
den en den architect. Met de beste wen-
schen voor een voorspoedigen bouw ein
digde spr., waarna hij de plechtigheid der
eerste steenlegging verrichtte.
Ds. Pras sprak als voorzitter van den
kerkeraad. Spr. haalde de bijzondere han
deling aan in 1 Koningen 16 vers 34, waar
in sprake is van den bouw van Jericho. In
het woord pastorie zit de heerlijke betee-
kenis van weiden, de kudde hoeden. De
gemeente moet gebouwd zijn op het fun
dament van Jezus Christus. Spreker ver
klaarde de beteekenis van „pastor", Wij
staan onder bescherming van den opper
sten Herder, den oppersten Leidsman, den
opziener des geloofs. Moge de nieuwe
pastorie tot in lengte van dagen tot zegen
der gemeente strekken.
De heer P. van Rijn bracht namens de
notabelen dank aan den onbekenden gever.
De heer Zwitser dankte ds. Pras voor zijn
woorden, evenals ds. Rutgers voor de ver
richtte handeling. Eveneens richtte hij
woorden tot den architect, den heer
Verloop en tot den aannemer de Best: „doe
je best om het werk op tijd af te hebben",
aldus spr. Hij noodigde tenslotte allen uit
de thee te gebruiken.
HANDELSOVEREENKOMST
MET BRAZILIË.
Blijft tot 1 October van kracht.
Naar Hr. Ms. gezant te Rio de Janeiro
bericht, zal de voorloopige overeenkomst
van 16 September 1931, welke, in afwach
ting van de onderteekening van een
nieuwe overeenkomst, tot 15 September jl.
was verlengd, voorloopig tot 1 October a.s.
van kracht blijven.
RIJKSMIDDELEN IN AUGUSTUS.
De Rijksmiddelen brachten in Augustus
31.46 millioen op, tegen f. 30.82 millioen in
Augustus 1935 en f. 30.96 millioen als 1/12
der raming.
In de eerste acht maanden van het jaar
bedroegen de totale ontvangsten f. 235.59
millloen (v. j. f. 243.60 milioeni bij f. 247.68
millioen als 8/12 der raming.
Wat de kohierbelastingen betreft, was
eind Augustus in totaal f.81.62 millioen op
kohier gebracht, tegen f. 72.45 mlllioen op
31 Augustus 1935.
lioenen-verslindend Plan van den Arbeid,
dat het zoo wankele staatsbudget met
nieuwe bedragen voor rente en aflossing
belast, zal de stabiliteit, welke thans be
reikt schijnt, na een korte periode van
schijnopleving, wellicht verstoren. Onrust
als de onverantwoordelijke politiek van
sommige partijen te vorigen jare heeft ver
wekt, zal hiervan het gevolg zijn.
Daarom: de boeien los, opdat de aan
passing aan gewijzigde wereldomstandig
heden zich ten volle kan voltrekken.
DE PHOBI BIEDT PRINSES JULIANA
EEN AANDENKEN AAN HAAR
VERLOVING AAN.
Naar wij vernemen heeft de directie van
den Phobi-kortegolfomroep, H. K. H. Prin
ses Juliana een cassette met gramofoon-
platen aangeboden, op welke platen de
radiotoespraken zijn vastgesteld, die door
H M. de Koningin, H.K.H. Prinses Juliana
en Z. H. Prins Bernhard ter gelegenheid
van de verloving van Prinses Juliana tot
het Neóerlandsche volk gericht werden en
door de Phobi naar de overzeesche ge
westen werd uitgezonden.
Onder dankbetuiging voor de aardige
attentie werd het geschenk door Prinses
Juliana aanvaard.
DE DISTRIBUTIE VAN VARKENSGEHAKT
IN BLIK.
Zij vangt in de week van 2026 dezer aan.
De minister van sociale zaken heeft aan
de gemeentebesturen een brief gericht
waarin wordt medegedeeld, dat het in zijn
voornemen ligt met de distributie van var
kensgehakt in blik aan werklooze arbeiders
aan te vangen in de week van 20 tot en
met 26 September.
Voor de verstrekking van het gehakt ko
men voorloopig slechts in aanmerking
werkloozen die ondersteund worden inge
volge de uit het Werkloosheids-subsidie
fonds gesubsidieerde steunregeling of bij
een uit dat fonds gesubsidieerde werkver
schaffing zijn te werk gesteld. Aan gezin
nen tot' en met vier personen kan één bus,
aan grootere gezinnen kunnen twee bussen
per week worden verstrekt. Nader zal wor
den overwogen of ook ondersteunden inge
volge de Armenwet in de distributie van
gehakt kunnen worden betrokken. De in
koopsprijs voor de gemeente bedraagt 30
cent per bus; de verkoop aan de onder
steunden en tewerkgestelden moet ge
schieden tegen 32'/: cent per blik.
Voor het geval de slagers bij de distribu
tie van het gehakt zullen worden inge
schakeld, behoort aan hen de uniform
vastgestelde vergoeding van 1' cent per
blik te worden uitgekeerd. Zoo ook de
grossiers te dezer zake mede hierin worden
betrokken, zooals in enkele gemeenten ge
schiedt, zal de vergoeding aan grossier en
slager tezamen niet meer dan IV; cent be
dragen. Indien in de gemeente de distribu
tie van gehakt met uitschakeling van de
slagers rechtstreeks van gemeentewege ge
schiedt wordt de inkoopsprijs voor de ge
meente met 1 cent verhoogd en bedraagt
4556
(Ingez. Med.ï
deze aizoo 31 cent per bus. De minister
wijst er op, dat de voormelde vergoedingen
vastgestelde vergoedingen zijn, waarvan
afwijking niet mogelijk is.
De minister acht het gewenscht dat de
winkeliers bij deze distributie niet worden
uitgeschakeld; daarom verzoekt hij de ge
meentebesturen met aandrang de verstrek
king van dit gehakt door de daarvoor in
aanmerking komende winkeliers, die daar
toe den wensch te kennen geven, te doen
geschieden.
UIT NED. OOST-INDIË.
DOODELIJK VLIEGONGELUK.
Tegen sergeant-vlieger zware
straf geëischt.
BANDOENG, 16 Sept. (Aneta) De
auditeur-militair bij den krijgsraad te Tji-
mahi eischte tegen den sergeant-leerling
vlieger K„ die op 26 April j.l. met de
„Kriel" tegen een hoogspanningskabel bot
ste en waarbij zijn passagiere, mevrouw
Van Lierop, werd gedood, wegens grove
loekelooshcid. onvoorzichtigheid en onop
lettendheid, acht maanden hechtenis. De
uitspraak is bepaald op 25 Sept. a.s.
Dr. HEINSIUS
BATAVIA, 16 Sept. (Aneta) Dr. A. J.
R. Heinsius, adviseur voor decentralisatie
is, na een ernstige longontsteking, heden
nacht in het Tjikini-ziekenhuis overleden.
Het stoffelijk overschot zal morgenochtend
ter aarde worden besteld.