HET LEIDSCH DAGBLAD
HET LEIDSCH DAGBLAD
Inschrijving van Leerlingen
Ze duiken weer
in de boeken..!
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Maandag 7 September 1936
UIT DE BONTE WAERELD
FRY's Conversatielessen
SECRETARESSE
BEZOEKT DE
JAARBEURS
UTRECHT
HISTORISCHE FIGUREN.
FRANSCH C's Vrijdags)
DUITSCH C's Maandags)
ENGELSCH moor Mr, fred fryi
FRY's Taal-lnst. (Tel. 3529)
Avondteekenschool van den Ned. R.K. Volksbond
ADVERTEEREN IN
N.V. LEIDSCH DAGBLAD
REMONSTRANTS»
GER. GEMEENTE
Jscoui
STETHOPLAAT
IETS UIT DE NEDERLANDSCHE
OPVOEDKUNDE DER 18e EEUW.
Laat mij heden eens spreken over uitin
gen van opvoedkunde of onkunde in ons
land, in de 18e eeuw. Ook een systeem van
opvoedkunde, of een deel er van. kan eene
..historische figuur" zijn. Ik heb wel eens
de kinderen van thans benijd om de opvoe
ding. die zij in de scholen en in de huls
gezinnen krijgen en ik meende, dat die in
mijn jeugd heel wat minder goed was. Toch
zou er destijds voor mij reden geweest zijn
om zeer dankbaar te zijn. zoo ik toen ge
weten had. hoe. lang vóór mijn schoolon
derwijs. in de scholen van Nederland en in
de gezinnen omgehaspeld werd met op
voedkunde. Deze erkentelijke gedachte dank
ik aan eenige uren lectuur in oude boekjes,
waarvan ik den indruk heb overgehouden,
als ademde ik in een te zware lucht en
snakte naar wijd geopende vensters. Zie
hier iets van hetgeen ik las: Een vader ver
telt de geschiedenis van Jan van Leyden
aan zijn kinderen. Hij doet het lang, breed
sprakig. sterk moraliseerend. En hij ein
digt aldus:
„Hoe noodzakelijk, o lieve jeugd, is
het dus voor u, om den leertijd, dien
voor u zoo dierbaaren tijd, vlijtig waar
te nemen. En hoe onontbeerlijk is het
voor u, bi] verworven kundigheden, al
tijd de deugd naar (sic!) te streven?
Dit doende zult gij, in rijper leeftijd,
niet behoeven: uwen hoop op een el
lendig kleed te stellen; maar uwe kunde
en deugd zullen u, bij alle Braaven,
aanbeveelen."
Dezelfde vader beantwoordt den uitroep
van zijn jongen, die voor het eerst de zee
ziet, op deze wijze:
„Ja, Hendrik, zie hier de zee. Over
dit wijde water worden ons de koop
manschappen aangebragt, en de sche
pen welke gij daar ziet zeilen; koop
manschappen uit alle waerelddeelen
gehaald en door welke het ons Land zo
bijzonder wel gaat, wanneer er geen
oorlog op de waereld en bijzonder in
ons vaderland heerscht."
Beide citaten zijn deftig; het tweede zelfs
zeer zakelijk en zonder poëzie: een kind,
dat voor 't eerst de zee ziet en blijkbaar
getroffen wordt door haar grootschheid. zou
men nog over iets anders kunnen spreken
dan over „koopmanschappen" en 's lands
welvaart. Maar beide doen ten minste geen
groot kwaad aan de kinderziel. Iets anders
is het volgende:
Men heeft aan het eind der 18e eeuw
en uit dien tijd dateert de lectuur, die ik
moest genieten ontspanningslectuur ge
schreven voor kinderen en zelfs tooneei-
spelen. die men dan ook nog door hen en
voor hen liet opvoeren. Ik heb vóór mij
liggen drie deeltjes van een uitgave, die
gedagteekend is van 1791 en 1792. Er moe
ten daarvan meer deeltjes bestaan, want
één van de drie heet „het zevende deel"
Vermoedelijk werden ze veel gelezen, want.
de uitgave in mijn tijdelijk bezit is een
derde druk. Ze heeten: „De Vriend der Kin
deren" en werden uitgegeven te Haarlem
bij Francois Bohn.
Hun inhoud zou thans alle paedagogen
van beroep doen omvallen van schrik en
alle ouders ach en wee doen roepen over
de onware gevoelens, die daarin aan groote
menschen en kleine kinderen worden toe
geschreven. In die deeltjes bevinden zich
dan de tooneelspelen. waarop ik doelde. Ze
werden door kinderen gespeeld en daarna
werd over de stukken geredeneerd met de
kinderen, welke redenaties dan als „aan
merkingen over dit tooneelspel" in het
boekje werden opgenomen.
Laat ik er één van vertellen: het is zeker
nog het zotste niet. al is het heel zot, maar
het is het eenige, dat ik ten einde heb kun
nen lezen. De andere maakten mij dit on
mogelijk.
Ziehier den inhoud:
Een jongen, zoon van een officier, heeft
een paar pistolen zien liggen, er een op
genomen. en voor de aardigheid zijn zusje
er mee bedreigd. Het schot is afgegaan;
het zusje, „de lieve Julia", valt bloedend
neer, dood. naar de jongen meent.
Hij vlucht naar de kamer van zijn broer
onder het geweeklaag: „Ach! Ach! Ach!
Lieve Willem! Ik ben een man des doods:
wat heb ik gedaan?" Hij smeekt den broer
hem te verbergen, te verbergen tegen de
woede van den vader, die, naar de lieve
Willem verzekert, zoo „verschrikkelijk haas
tig" is. Ik vreeze zegt dezelfde hij
zal u den hals breken".
Dat vindt de ongelukkige afschieter van
het pistool nog niet zoo erg. „Laat hij mij
ombrengen! laat hij mij dooden! Ik wil
toch Julia niet overleeven! Ach, schoot hij
mij slegts dood! als hij mij maar niet
doodslaat of op een wreede wijze ver-
moort", enz
De broer, de lieve Willem, verklaart
gaarne voor Julia en Karei te willen ster
ven, maar ziet toch de zaak donker in. Hij
ontraadt Karei zelfmoord te plegen, waar
aan deze, gedachtig aan „Papa's" verschrik
kelijke haastigheid, ernstig denkt. Maar
Karei wil „volstrekt" niet langer leven, als
Julia dood is. „Hetzij ik onthoofd, of door
Papa vermoord worde, of
Hij eindigt den zin niet. Iemand komt
nader.
„Daar is hij! mijn hemel! daar is hij.."
gilt de lieve Willem en hij denkt daarbij
aan zijn vader. En Karei „begint te bee-
ven. word geheel stijf, en valt in onmagt
op den grond".
Er was reden voor. Zeker, er was reden
voor. De majoor de „teerbeminde vader"
uit den tijd der „teer beminde kinderen"
komt „woedende" met een pistool in de
hand binnen. Hij is blijkbaar zenuwach
tig. althans, zooals later blijken zal, „ver
schrikkelijk haastig". De karakteristiek,
door den „lieven Willem" gegeven, was in
derdaad juist.
„Wie van u beiden zoo vraagt deze be
proefde vader, die den dood van een lief
kind te beweenen heeft, wie is die ver
vloekte Booswicht, die mijn beste, mijn
l'efste kind. doodgeschoten heeft?" „Wie?"
Daar Karei niet meer bij zijn positieven
is, valt de lieve Willem voor den vader
neer en wil zijn knieën omhelzen. Hij sta
melt iets over Karei:
„Zo, is 't Karei! is Karei die hondsvot!"
Maar de lieve Willem is een beste jon
gen. Niet voor niet heeft hij zooeven ver
klaard voor Julia en Karei te willen ster
ven. „Karei niet", roept hij uit. „Schiet op
mij! Schiet op mij!"
Waarop de vader:
„Dan zijt gij de daader? gij?, gij, ver
vloekte jongen. (Hij vat hem bij 'thair.)
Welaan! Sterf op dit oogenblik.
Gelukkig wordt juist op het oogenblik,
dat des vaders „schrikkelijke haastigheid"
een tweede ongeluk zou veroorzaken, Karei
uit zijn bezwijming wakker. Hij wil zijn
vader verhinderen een moord te begaan.
Deze is nu eenmaal goed op weg en oppo
neert tegen die belemmering; hij wil „een
kleinen moordenaar van kant helpen, die
ihen) reeds in (zijne) Julia gedood heeft!
Een Moordenaar van Zijnen Vader, Moe
der en Zuster! Ja, die in haar (hen) allen
van het leven berooft!" enz. enz.
Dan beweren beide jongens, het nood
lottig schot gelost te hebben. De vader, lo
gisch, beweert, dat een van beiden liegt.
„Ik zal u beiden den hals breken, als gij
't mij niet zegt!
Beide jongens houden vol.
„Ha, brult de vader, ongetwijfeld twee
schurken, kom aan dan maar, de eerste
de beste! er is toch aan geen van bei
den verbeurd
Enhij schiet? Neen, hij schiet niet.
Want een chirurgijn komt tusschenbeide,
vertelt, dat Julia leeft, alleen een onbe
duidende wond heeft gekregen en weer bij
gekomen is na te zijn flauw gevallen. De
razende vader gelooft er niets van; hij
meent, dat men hem wil beletten als vader
te straffen, maar eindelijk dringt toch
iets van de waarheid tot hem door, al
dreigt hij „niet den spot met (hem) te
drijven". „Dat komt al heel (slecht) te
passé, daar (hem) de kop op hoi is en
(zijn bloed) van gramschap kookt in de
aderen
Ge begrijpt het eind wel. 't Komt alles
in orde. Julia's onbeduidende wond incluis.
Zelfs meent de vader, dat hij eigenlijk wel
zelf vergeving mocht vragen. Hij zal zich
„nooit weder door dolle drift laten ver
voeren" en het stuk eindigt met een lof
prijzing van de „edelaartige" kinderen,
van welke „door den tijd", „nog zooveel is
te verwagten". Laten we hopen, dat de
vader zich óók voorgenomen heeft nimmer
meer geladen pistolen te laten rondslin
geren
Deze belachelijke geschiedenis, tot een
tooneelstuk inéén geknoeid enopge
voerd!heet „Broeder- en Zusterliefde".
„Toen het stuk was opgevoerd, „op den
derden Paaschdag" door „mijn kinderen en
hun makkertjes" zegt een vader, die het
blijkbaar mooi vond („zeer wel uitge
voerd en vertoond"), werd aan de kleinen
gevraagd, „of zij in dergelijke omstandig
heden wel zoo grootmoedig handelen zou
den als deze broeders en zuster". Hierop
keeken zij elkander eens met veel teeder-
heid aan, doch niemand durfde dat met
ja beantwoorden".
Gelukkig maar! De kinderen waren ver
standiger dan de pedante zot, die dit ge
drochtelijk spel in één zette, verstandiger
ook dan de ouders, die zulke tooneelstukjes
in hun woning toelieten. Maar welk een
tijd, welk een gedachtensfeer, welk een
opvoedkundige, die zulke ergerlijke dwaas
heden als ernstig deed beschouwen!
We klagen tegenwoordig wel eens over
te groote vrijheid en vrijmoedigheid onzer
kinderen, over hun te groote zelfbewust
heid. hun te grooten zelfstandigheidszin,
over een onafhankelijkheid te ompas. Toch
schijnt mij het beter, te ademen in een
vrije atmosfeer, dan opgevoed te worden
in 'n pruikerigen, aan theorieën zich be
dwelmenden geest, die wanstaltige men
schen zou vormen, caricaturen van den
echten, gezonden mensch, en die van het
zieleleven van het kind en van de atmos
feer. waarin het zich geleidelijk en ge
zond kan ontplooien, geen begrip schijnt
te hebben.
Tusschen 1791 en nu is een groot ver
schil. Onze tijd is zoo slecht, zeggen velen.
Onze tijd heeft zijn gebreken, ook in de
kinderwereld, zou ik willen antwoorden.
Maar De Vriend der Kinderen van 1791
heeft mij doen zien, dat we in sommige
opzichten, althans ten aanzien van de op
voeding onzer kinderen, kunnen zeggen:
„gezegende tijd, tijd waarin gezocht wordt
naar echtheid en oprechtheid, in de eer
ste plaats met betrekking tot de kin
deren
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
SCHILDERIJENVERHHUR,
Te Londen is een picturotheek geopend
dit is een gelegenheid, waar men schil.'
derijen kan huren. Het betreft hier geen
centsprenten of copieën maar orlglneele
doeken van moderne en oude meesters. De
kostbaarste werken worden alleen aan be
trouwbare personen verhuurd, men moet
er een groot bedrag voor neerleggen, soms
borg storten en eenige papieren teekor.en.
Maar op deze manier kan men werkelijke
kunst in zijn huis hebben hangen zonder
dat men millionnair is. Bovendien varen de
artisten er over het geheel wel bi], want
zij krijgen zooveel procent van de verhuur-,
som. De „Picture Hire Ltd" verhuurt zij
doeken voor onbepaalden tijd aan dezelf
de persoon; de redenen, waarom een doek
tciuggeëischt mag worden zijn nauwkeurig
ir. het contract vastgelegd. Een dezer re
denen is natuurlijk wanbetaling. Maar 't
kan niet gebeuren, dat men. zooals bij
sommige bibliotheken 't geval is, na eenige
weken een kaartje krijgt met het verzoe'
het geleende in te leveren, daar een ander
het aangevraagd heeft.
De idee van schilderljenverhuur is niet
nieuw. Eenige jaren geleden heeft een New
Yorksch hotel het geprobeerd in samen
werking met het Artist Aid Comittee. De
resultaten waren niet slecht; de huur be
droeg gemiddeld vijf dollarcenten per
week. De directeur van de Londenschj
schiiderijenverhuurmaatschappij oftewel
picturotheek is van meening, dat in de
toekomst misschien weinig menschen meer
een schilderij zullen aankoopen: iedereen
zal huren. Alleen de allerrijksten zullen nog
eigenaar van een doek mogen heeten. en
meent de directeur wijsgeerig dit
zijn meer de verzamelaars dan de werke
lijke kunstliefhebbers. Kunstminnaars heb
ben zelden geld.
De Japanners bezaten in vroeger
eeuwen, wanneer ze tot een welgesteld fa
milie behoorden, groote aantallen schilde
rijen, die ze om beurten ophingen, al naar
de weersgesteldheid, hun stemming of het
jaargetijde. Iets dergelijks zullen wester
lingen kunnen doen door aldoor andere
schilderijen te huren. Zij zullen hun huls
wat dat betreft, wanneer zij willen, tegen
geringe vergoeding een ander aanzien
kunnen geven.
Een waarlijk goed automobilist
maakt van zijn claxon slechts
een matig gebruik.
Beginners: v. 89 11.; Gevord.:
Y. 78 u.', Conversatie v. 9-dO u.
Beginners v. 8—9 u.; Gevord.
78 u.; Conversatie 910 u.
Begin.: Vrijd. 8—9 u.; Maand.
7—8 uur; Woensdag 7—8 u.;
Gevord: 910 u.; Vrijd. 810
uur; Conversatie: Maand. 89
uur; Vrijd.t 78 uur.
FRT's Methode is EENIG
(Lesgeld f. 10.— per 3 mnd.;
PRIVÉ lessen billijk).
Inschrijving dagelijks
BREESTR. 52 (ing. Vr.steeg).
8721
VEREEN. TOT CHRISTELIJKE
VERZORGING VAN KRANK
ZINNIGEN IN NEDERLAND.
Algemeene Ledenvergadering
op Vrijdag 18 September a.s.
des namiddags te twee uur
in het kerkgebouw op de
Stichting „Vogelenzang", te
Bennebroek.
In deze vergadering zal
tevens een referaat worden
gehouden door Prof. Dr. L.
VAN DER HORST te Amster
dam, getiteld: „Psychotherapie
en hedendaagsche crisis".
Aan de bezoekers zal door
het Bestuur des middags te
12 uur een koffietafel worden
aangeboden, Zij, die daarvan
gebruik wenschen te maken,
worden verzocht hiervan vóór
16 September as. kennis te
geven aan den Heer Genees-
heer-Directeur der Stichting
„Vogelenzang". 8722
HET CENTRAAL BESTUUR.
's-Gravenhage,
Sweellnckplein 1.
gevraagd op advocatenkantoor
te Lelden. Ver.: uistekend
steno-typiste met veel practl-
sche ervaring, liefst behoorlijk
op de hoogte met vreemde
talen en tachotype. Leeftijd
niet beneden 20 jaar.
Br. met voll. inl. omtr. opl.
practijk, referenties en verl.
sal. onder no. 8727 Bur. van
dit Blad.
8 t/m 17 SEPTEMBER 1936
ZONDAG 13 SEPTEMBER
IS DE BEURS GESLOTEN
DE JAARBEURS STELT DEN
BEZOEKER IN DE GELEGEN
HEID DE WIJZIGINGEN IN
DE TIJDSOMSTANDIGHEDEN
OP DEN VOET TE VOLGEN.
VOOR DE EERSTE MAAL ZAL AAN DE JAARBEURS
VERBONDEN ZIJN EEN AGRARISCHE AFDEELING
8710
AFD. LEIDEN.
op DINSDAG 8 cn WOENSDAG 9 SEPTEMBER 1936,
telkens van 7V*9 uur 's avonds, in het schoolgebouw
Van der Werfstraat 70.
OUD-LEERLINGEN MOETEN ZICH OPNIEUW AANMELDEN.
8704 HET BESTUUR.
BETEEKENT EEN GOEDKOOPE EN
AFDOENDE RECLAME, OMDAT HET
LEIDSCH DAGBLAD, ZOOWEL TE
LEIDEN ALS IN DE OMLIGGENDE
DORPEN ALGEMEEN GELEZEN WORDT
HET LEIDSCHE BLAD MET VERREWEG HET
GROOTSTE AANTAL BETALENDE A B O N N É'S
VRAAGT ADVERTENTIETARIEF
VOOR REGEL-ABONNEMENTEN
NOORDEINDSPLEIN. LEIDEN - TEL 2500
INSCHRIJVING VAN NIEUWE
LEERLINGEN
op het spreekuur van den
predikant op Woensdag 9 Sept.
van l'l,2'/i uur in het Kerk
gebouw of bij Ds. H. J. MIS
PELBLOM BEYER, Rooden-
burgerstraat 32, Telef. 221.
8705
CORSETTEN
Kousen Tricotages
Opgericht 1886 29 Filialen
Rechthouder, Borstverbreeder
Wordt ten zeerste aanbevolen
tegen spierslapte, gebogen rug,
hooge rug e.d. Bi| het dragen
van de Stethoplaat wordt men
steeds op niet-hinderlijke wijze
eraan herinnerd, dat men
rechtop moet staan en zitten.
MAAT 2.
MAAT 4 en 6.
AMSTERDAM M 0 Fil.J, HAARLEM,
LEIDEN, DEN HAAG (7 Filialen),
ROTTERDAM (4 Fill, ARNHEM,
APELDOORN, DEN BOSCH, EIND
HOVEN, UTRECHT. HILVERSUM
LEIDEN:
BREESTRAAT 99-101
TELEF 1770
8724
Die goeie
voor Vader en Zoon
('t Is gek, daar slijten hun schoenen van!!)
Ja, Vader en Moeder, 't is nu eenmaal
zgfi - de scholen zijn weer begonnen en
nu moet Uw jongen natuurlijk weer netjes
op stap. Maar U ziet hem graag lang
netjes blijven. Geef hem dan schoenen,
die tegen „zwaar" werk kunnen. Schoe
nen, die de „kuren" van zoo'n echten
Hollandschen jongen kunnen verdragen.
Geef hem ROBINSON, model 74, de sterk
ste schoolschoen, die ooit gemaakt is.
Zóó sterk, dat ieder paar onvoorwaar
delijk gegarandeerd wordt.
ROBINSON, model 74. Een hooge schoen
van sterk bovenleer met rubberzooi, leeren
binnenzool en extra leeren tusschenzool.
26/27 28/31 32/35 36/39
Prijzen: I. 2.75 2.95 3.50 3.95
Alle heerenmaten (No.40t/m 48) f
Voor dezelfde prijzen ook verkrijgbaar
in laag-model 71.
ROBINSON N.V. - NIJMEGEN.