De burgerkrijg in Spanje - Kranslegging op het graf van Prins Hendrik I HET HELSCH COMPLOT ?7sle Jaargang LE1DSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE BURGEROORLOG IN SPANJE. Foto genomen VAN VLIET GEHULDIGD. Na zijn schitterende aan het Noordelijke front, tijdens gevechten op de So- prestatie te Zürich. Hollandsche renners dragen den mosierra. ^Soldaten van de regeeringstroepen worden nieuwen wereldkampioen sprinten op de schouders door nationalisten gevangen genomen. TER GELEGENHEID VAN HET FEIT, DAT HET INSTRUCTIE- A AARTUIG .PRINS HENDRIK" van het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart 15 jaar in de vaart is, werd een krans gelegd op het graf van Prins Hendrik te Delft. WEDSTRIJD OP TANDEMS VOOR PAREN gisteren in het Stadion te Amsterdam gehouden. HOUTBOOT VASTGELOOPEN. Op de Pier te Terneuzen kwam een houtboot, afkomstig uit Letland, vast te zitten. De boot in haar ongewone positie. DEFILE MET PANTSERWAGENS TE 's-HERTOGENBOSCH. Ter gelegenheid van Koningin's verjaardag werd in de Brabantsche hoofdstad op het marktterrein een parade gehouden, waaraan door het regiment wielrijders met fietsen, motoren, en pantserwagens werd deelgenomen. Vrij naar het Engelsch door ANNIE S. SWAN. 55) ,.Ja, dat deed ze. Ze had twee bossen. Ze heelt er minstens twintig geprobeerd, voor dat zij de kast open kreeg." „En wat gebeurde er toen?" „Ze bekeek alles, wat er in was. Ze nam de fleschjes er een voor een uit en het kistje." „Welk kistje?" ,Dat kistje," zei het meisje onverwachts, op het medicijn-kistje wijzend, dat op de tafel stond. „O, dat kistje! Heeft ze er Iets uitge nomen? En wat voor dingen?" „Fleschjes, die ze tegen het licht hield. Aan een paar ervan heeft ze geroken. Toen heeft ze 'het weer op zijn plaats gezet en oen paar brieven ingekeken, die in een Wandje op een van de planken lagen brieven van miss Harman. Ik heb gezien, dat zij ze er neer legde, toen ik den haard aan het schoonmaken was. Het waren Engelsche brieven." „Dus mrs. Dalgleish heeft ze allemaal bekeken?" „Ja, maar voordat ze ermee klaar was, 6ing de bel en liep ze naar beneden om don dokter binnen te laten." „Hoe laat was dat?" „Vijf en twintig minuten voor twaalven. Ik kon de klok op den schoorsteenmantel ben." „Kwam de dokter met haar mee naar Doven?" „Ja, ze kwamen samen weer binnen." „En hadden ze er geen vermoeden van, dat jij ln de tyeedkamer zat?" „Neen, Edelachtbare, ze hebben me niet gezien of gehoord." „Maar je bent wel gebleven?" „Ja." „Kon je hen hooren spreken?" „Ja, maar ze zeiden niet veel. De dokter ging niet naar het bed en keek heelemaal niet naar miss Dempster om. Hij deed het eerste de kastdeur open. Ze had hem er zeker van verteld, toen ze naar boven kwamen." „Onderzocht hij de dingen ook?" „Ja, hij haalde alles te voorschijn. Hij was het langste met het kistje bezig en hij zei tegen Dalgleish, dat het hem niets beviel en dat alles in zoo'n kistje gestopt kon worden en eruit komen. Hij zei, dat hij de fleschjes wel mee zou willen nemen om ze te onderzoeken." „Heeft miss Dalgleish daarop eenig ant woord gegeven?" „Ja, zei zei, dat hij ze een voor een mee kon nemen, daar zij den sleutel had, waar mee de kast geopend kon worden." „Wat gebeurde er toen?" „Hij keek langen tijd naar de fleschjes en wat er verder nog in zat. Toen zette hij ze neer en ging naar het bed. Hij zei, dat miss Dempster erg koud was en stuurde Dalgleish naar de keuken om heet water te halen." „En wat toen?" Ze drukte een oogenblik haar hand op haar hart en beet op haar lippen. Mr. War- burton had haar verteld, dat ze moest zorgen heel goed op te letten, als ze aan dat gedeelte van haar verhaal gekomen was, daar dat van het groosle belang was het punt, waar alles van af zou hangen. De herinnering aan die waarschuwing en het besef, wat dit alles wel voor haar meesteres kon beteekenen, deed haar haar gewone kalmte verliezen. De advocaat, die haar gespannen gadesloeg, merkte haar oogenblik van aarzeling op, maar schreef het aan een verkeerde oorzaak toe. „Hij haalde iets in een blauw papiertje uit zijn zak, ging naar de tafel toe en loste een gedeelte ervan in een glas water op. Het was een wit poeder." „Ben je er zeker van, dat het een poe der was?" „Ja, een wit poeder in een blauw pa piertje." „Wat deed hij daarna?" „Hij ging naar het bed en gaf het aan miss Dempster." „Hoe kon je dat weten? Je hebt de lig ging van haar kamer zoo juist uitgelegd en verteld, dat je vanuit de kleedkamer 'het bed niet kon zien?" „Ik kon het in den spiegel boven den schoorsteenmantel zien. Ik zag, hoe hij miss Dempster oprichtte en haar het drankje ingaf." „Wat gebeurde er toen?" „Hij ging naar de kast en haalde het kistje eruit, waar hij al eerder naar ge keken had." „En?" „Hij deed het open en stopte het blauwe pakje, waar hij miss Dempster's drankje van gemaakt had, er in. Hij deed het in het kistje in een van de laatjes." „Een blauw papier als dit?" De advocaat tilde het kistje op, waarbij een trilling van opwinding door de zaal voer. Het deksel werd opengedaan en uit een van de laatjes haalde hij een klein pakje, in blauw papier gewikkeld. „Dat was het. Er zat een roze touwtje om, net zooais om dat pakje. Het was pre cies zoo een." „Wat gebeurde er daarna?" „Hij sloot het kistje weer, stopte het in de kast en sloot die af. Even later kwam Dalgleish weer boven." „Zei hij iets tegen mrs. Dalgleish over wat hij gedaan had?" „Hij zei, dat hij miss Dempster haar drankje ingegeven had en ging onmiddel lijk weg, dat wil zeggen, nadat hij de krui ken in het bed gelegd 'had. Toen gingen ze samen naar beneden en hen ik weg gehold." „Den volgenden dag stierf miss Demp ster. Heb je aan iemand verteld, wat je gezien had?" „Aan niemand. Ik heb er voor het eerst over gesproken tegen dr. Guthrie op den dag, dat miss Harman naar de gevangenis gebracht werd." Er was een kleine pauze, waarna het kruisverhoor begon. Het duurde heel lang en was heel grondig en werd door een van de knapste advocaten van de balie afge nomen, die er echter niet in slaagde haar getuigenis ook maar in het minst aan het wankelen te brengen. Christina was in zijn geheel drie volle uren in de getuigen-bank. Eindelijk werd haar medegedeeld, dat het genoeg was. Terwijl ze naar buiten ging. keek ze miss Harman aan, die een kleine beweging met haar hand maakte en haar zoo'n dank baren blik toewierp, dat de tranen over Christina's wangen stroomden. Buiten ge komen, zonk ze uitgeput en bevend op een bank neer, doodelijk bevreesd, dat ze niet genoeg gedaan had, of dat zij iets vergeten had te zeggen, dat had kunnen helpen. Ze had niet bang behoeven te zijn. Na haar getuigenis was er een duidelijk merk bare kentering in de gevoelens en werd de publieke belangstelling en verdenking in geheel andere banen geleid. De Ruth- vens, die een betaald mannetje in de zaal hadden, werden tijdig gewaarschuwd, hoe het verloop van de behandeling was. Ze riepen het eerste het beste rijtuig aan en reden naar de kamers van den advocaot in de St. Andrewstraat. Daar keken ze elkaar in de grootste wan hoop aan. „Het is mis, Pat. Ik heb het aan hun ge zichten gezien," zei de oude man moei zaam. „We moesten er maar vandoor gaan, voordat het te laat is." Patrick ging zitten en veegde zijn lijk bleek gezicht af, niet in staat een woord te zeggen. „Als ik geweten had. dat zij dat allemaal wist, zou ik allang een manier gevonden hebben om haar onschadelijk te maken," zei hij tenslotte woest. „Goden, de slag komt altijd uit den hoek, waar je hem niet uit verwacht had. Wie had kunnen den ken dat dat straatkind de boel op het allerlaatst voor ons zou bederven?" „Het is noodeloos, daar nog verder over te spreken. We moeten handelen, Pat. Jij moest vanavond nog naar Leith gaan en de boot naar Holland nemen. Ik heb haar na gekeken, ze vaart om tien uur. Ik zal op een andere manier weg zien te komen en me na een paar dagen ergens in het buitenland bij je voegen en dan gaan we samen naar Amerika op een van de Noord- Duitsche booten van Bremen of van een andere haven uit. Ik heb een wissel naar Torrey in New York gezonden, die kun je innen, als je er eerder komt dan ik." .(Wordt vervolgdi.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5