m m, %H i. m m nieuwe vla vloot met Nieuw Amsterdam - Uitbreiding van de IT HELSCH COMPLOT B«^f5S!ris ir Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. -ga srm - ■ft. 1 m jT f ATI *h- I "tzy.yxfcy.? y"T»A uï+ - iF 6..U~MT~ \JT -srr NIEUWE ENGELSCUE POST ZEGELS met beeltenis van Koning Edward. GENERAAL CABANELLAS - de es- jarige aanvoerder der Spaansche nationa listen in het Noorden. «*ÊÊdk KONINGIN EN PRINSES IN- ENSCHEDE waar zij een bezoek brachten san de tentoonstelling ,,'t Volle Profijt". De hooge bezoeksters bij aankomst op het tentoonstellingsterrein. „Ah, de dokter. Hoe stonden miss Har man en de dokter tegenover elkaar?" Mrs. Meikle aarzelde een oogenblik. „O, zij haatten elkaar, vanaf het eerste oogenblik. De dokter kende miss Dempster heel goed en was boos over de veranderin gen, net zooals wij. Maar hij zei er niet veel over, totdat hij zich verplicht voelde te spreken." „Was de toestand zoo, toen miss Demp ster stierf?" „Ja, Edelachtbare." „Wie regelde de verpleging?" „O, zij miss Harman, bedoel ik. Ze wou mij 's nachts niet laten waken en heeft mijn meesteres tegen mij opgestookt, zoo dat zij mij zelfs niet bij zich in de kamer wilde hebben," zei mrs. Meikle, diep ver ontwaardigd. „Wilt u daarmee zeggen, dat miss Har man haar al dien tijd dag en nacht ver pleegd heeft?" ;,Ja en hoewel sommigen van ons al bij miss Dempster in huis waren, toen zij nog geboren moest worden, stond zij ons geen van allen toe haar zelfs haar drankje in te geven. De dokter vond dat heelemaal niet in den haak. Hij zei, dat hij er zoo doende nooit zeker van was, of zij het wel kreeg. Hij dacht, dat ze het niet kreeg." „En was u het met hem eens?" „Ik heb het haar door den gootsteen zien gooien," antwoordde zij, waarop een groote opwinding in de zaal ontstond. „Wees voorzichtig, met wat u zegt. Wilt u daarmee zeggen, dat u met uw eigen oogen gezien hebt, dat miss Harman de drankjes, die de dokter voorgeschreven had. door den gootsteen gooide, terwijl hij dacht, dat ze aan zijn patiënt gegeven werden?" „Ja, en ik geloofde en hij ook, dat zij alleen het drankje kreeg, dat hij haar zelf ingaf. Tegen het eind deed hij dat steeds meer en liet het steeds minder aan miss Harman over. Hij was er niet gerust over, dat kon ik aan zijn gezicht zien. Meikle en ik hebben samen beraadslaagd en we von den, dat het mijn plioht- was hem te ver tellen, wat ik gezien had en wat ik dacht." „U hebt uw vermoedens aan hem mede gedeeld?" „Ja." „Wat zei hij?" „Hij was erg ongerust en toen ik hem vertelde, dat miss Dempster zijn drankjes niet kreeg, maar dat ze door den gootsteen weggespoeld werden, was hij heel kwaad en zei, dat hij er met miss Harman over zou spreken," „Met wat voor resultaat?" „Ik kreeg toestemming dien nacht bij mijn meesteres te waken." „Scheen miss Harman het daarmede eens te zijn?" „Ze zei niet veel. Ze haatte mij en ik ,.U haatte haar waarschijnlijk?" Mrs. Meikle glimlachte flauwtjes. „We konden in ieder geval niet bepaald goed met elkaar overweg." „Dus u waakte en miss Harman ging op den gewonen tijd naar bed?' „Om ongeveer tien uur, nadat de profes sor er geweest was en zijn diagnose ge maakt had." „Dus miss Harman ging op den gewonen tijd naar bed. En wat is er daarna ge beurd?" „De dokter kwam om elf uur terug." „In wat voor toestand bevond miss Demp ster zich toen?" „Ze was bewusteloos, maar scheen wel pijn te lijden. Ze lag geen minuut stil. De dokter maakte zich bezorgd over die pijnen. Dat had hij me al eens eerder gezegd." „Kon hij er geen verklaring voor vin den?" „Neen, hij zei, dat zij die niet behoorde te hebben en ik geloof, dat hij, net zooals wij, vermoedde, dat ze iets kreeg, wat niet goed voor haar was. Ik heb ook gezien, dat miss Harman haar iets gaf uit een klein, houten kistje, dat ze in de kast gesloten hield." „Zegt u me precies, wat u gezien hebt." „Het was op een avond, ik was naar bo ven gekomen om naar mijn meesteres te gaan en stond in de kleedkamer en hoorde hen samen praten. Ik hoorde miss Demp ster zeggen: „Ik wil hun middeltjes niet meer gebruiken, Alice. Geef me nog iets uit dat kleine, bruine fleschje van je. Dat heeft me meer dan iets anders gekalmeerd." „Het is een heel onschadelijk goedje, tante, mijn arme vader nam het altijd in. Het was hem door een oude baboe gegeven, die heel wat van kruiden en inheemsche medicijnen afwist." „Toen zag ik haar naar de kast gaan, die zij met den sleutel, dien zij in haar zak bewaarde, open maakte. Ze haalde er het kistje uit, nam er een fleschje uit, goot een paar druppels in een glas, deed daar water bij en gaf het aan mijn meesteres. Ze viel bijna direct in slaap." „Maar dit is niet in den nacht gebeurd, waar u daarnet over gesproken hebt?" „Neen, toen heeft miss Harman de kamer verlaten, zoodra ik binnen kwam. Miss Dempster sliep toen. Ik heb haar niets ge geven, totdat de dokter kwam, die haar toen zelf haar drankje ingegeven heeft." „Vond hij haar dien nacht veel erger?" .(Wordt vervolgd). VERSTERKING VAN ONZE MARINE. Van de werf der firma P. Smit jr. te Rotterdam is met goed gevolg te water gelaten één der twee op deze weirf in aanbouw zijnde mijnenvegers. Het schip, dat voorloopig nog geen naam heeft, glijdt te water. Toen haar verzocht werd op te staan om in het openbaar van moord beschuldigd te worden, deed Alice Harman dat heel kalm en met een opvallende en treffende waar digheid, die onovertroffen was. „Ik verklaar hieraan onschuldig te zijn, Edelachtbare." Toen werden de getuigen charge ge hoord, wat iedereen aandachtig volgde. Nadat de medische getuige verklaard had. dat er arsenicum ln het lichaam ge vonden was, werd Rebecca Dalgleish of Meikle als getuige geroepen. Dalgleish trok haar splinternieuwen, bruin glacé handschoen uit en legde zon der aarzelen den eed af. „U was bij wijlen miss Katherine Demp ster in dienst, toen miss Harman bij haar in huis kwam, nietwaar? Konden zij en miss Dempster goed met elkaar overweg?" Mrs. Meikle schudde haar hoofd. „Neen, Edelachtbare. Tenminste niet ln het begin. Daarna scheen zij mijn me vrouw onder den duim te krijgen en zij was bang voor haar." „Bedoelt u hiermede, dat miss Harman onvriendelijk of wreed tegen miss Demp ster was?" „Ik dacht er het mijne van. Ze scheen te vergeten, dat zij de meesteres van het huls was en behandelde ons, alsof wij oud vuil waren. Dat vonden wij natuurlijk niet prettig." „Hebt u ooit daarover met iemand ge sproken. of aan iemand medegedeeld, dat u miss Harman er van verdacht onvrien delijk tegen haar tante te zijn?" „Alleen maar met Meikle en het andere personeel," antwoordde zij. „Het kan ook wel, dat lk het aan den dokter verteld heb." DE „NIEUW-AMSTERDAM" IN AANBOUW OP DE WERF VAN DE NEDERLANDSCHE DROOGDOK-MAATSCHAPPIJ TE ROTTERDAM. Het schip, dat thans definitief Nieuw-Amsterdam" gedoopt is, is op stapel gezet voor rekening vau de Holland- Amerika-lijn. Een overzichtsfoto van de werkza-amiheden. Vrij naar het Engelsch door ANNIE S. SWAN. 52) Wat daarna gebeurd is, weet niemand. 51aar, hoewel twee menschen langs den Radicalweg naar boven geloopen waren, |jhg er slechts één langs de steile helling, "ie naar Duddington leidde, naar beneden w bereikte met een omweg langs den Zuid- «nt van de stad zijn huis. Den volgenden dag bevatten de kranten "«bericht, dat aan den voet van de Sam- Ws Ribben het lichaam van een armoe- gekleed man gevonden was en dat het uit te maken was, hoe hij daar geko men was. De arme Gardiner had Inderdaad, zooals Withven voorgesteld had, een reis voor zijn gezondheid ondernomen. HOOFDSTUK XXXVI. De eerste dag. Het Gerechtshof was stampvol, de deu- [®n waren gesloten en de stralen van een «ebt April-zonnetje vielen door de ramen binnen en verliohtten een zee van ««Pannen gezichten. Toen Allee Harman Plotseling ln het beklaagden-bankje ver been een slank, klein figuurtje ln het wart viel er een bijna pijnlijke stilte Wst het geheele hof.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5