LEIDSCH DAGBLAD Donderdag 20 Augustus 1936 RAADSELS OPLOSSINGEN 1HMB Moeder, dat ik nu een eigen 1 An keek met voldoening ine stukje grond, heel achter in tuin. Het allerzonnigste plekje, t voorjaar van Vader gekregen al ver in den zomer, al groote wat zag het lapje grond er ers uit dan toen kleine perkjes met bloemen soort had ze er van gemaakt, d ook gewerkt in de afgeloopen iral in de eerste dagen, toen ze hulp den grond had omgespit hte, weeke aarde voorzichtig de uitgestrooid, die in de aardige hadden gezeten, welke ze van opgespaarde weekgeld had ge- keurige hekje er om heen was werk geweest, maar zelf had ze lantjes begoten en het onkruid was het een ware verrassing die in dat achterste hoekje van eens voor al die weelderige am te staan. ote verscheidenheid had ze ook! en, witte margrieten, klqurige ?rus! Geen wonder, dat An met ening naar dat alles keek! ook zoo prettig om Moeder tel- assen met een kleurigen ruiker, e zoo oud al was, dat ze nooit kwam. Telkens als An haar i, bracht ze bloemen mee en ze vol trots: Oma, ze zijn uit tuintje, hoor! te Oma blij en verzekerde, dat lukkig mee was! niddag, toen An met Vader en de koffietafel zat, vertelde Va- huis op den hoek van de straat, ge maanden had leeggestaan, ewoond. ïsgierig wie de nieuwe bewoners Vader wist daar verder niets ,en ging dienzelfden middag Ijken. Veel wijzer werd ze niet! en een grooten verhuiswagen, innen, die allerlei huisraad naar _en en heel even zag ze ook een ten vriendelijk, zacht gezicht. was ook dadelijk weer verdwe- r! vertelde ze 's avonds haar Dpgetogen ging ze voort: Wat k zijn, als er ook kinderen wa- Bij voorbeeld een meisje, waar r school kon gaan! nikte. Ja, dat was zeker ge hoonde namelijk in de straat meisje van Ans leeftijd. Dat zou Sn uitkomst zijn! Enkele dagen n al geheel op de hoogte, dochtertje is er wel, Moeder! met een teleurgesteld gezicht, in een Iedikantje voor het raam naanden ziek! Dat had de haar verteld, die haar 's mor- wagen een eindje meegenomen sr, hè Moeder! zei ze spijtig, k dus den geheelen zomer toch t zieke meisje zelf lijkt het me iet allernaarste! zei Moeder een kleur en zweeg beschaamd, d ze eigenlijk nog niet aan ge vervelend had ze het voor zich- sn! Maar ja, natuurlijk, Moeder Voor dat meisje zelf was het 't Weet je wat! zei Moeder op eens ga haar eens bezoeken, An! Wat zal ze zich vervelen, in een vreemde stad, waar ze na tuurlijk niemand nog kent. Ja, maar Moeder.... An aarzelde, is dat niet mal? Mal? vroeg Moeder verbaasd, mal, om als je gezond bent, naar een zieke te gaan? Ik geloof, dat het alleen maar heel mooi is enheel goed An sprong op. Ja, Moeder, ik doe het! zei ze en fijn, dat ik nu juist een eigen tuintje heb. Ik breng haar wat bloemen, Mams, daar zal ze vast blij mee zijn! Dat is een aardig idee! knikte Moe der verrast. Een oogenblikje later stond An met een kloppend hartje op de stoep van de nieuwe menschen en belde aan. Stijf hield ze een bouquet van haar mooiste bloemen vast. De dame met het vriendelijke, zachte ge zicht deed open. Met een kleur als vuur, maar toch flink, zei An: Dag Mevrouw! Ik ben An Verstraten. Ik woon in deze straat en ik hoorde vanmorgen van den groentenboer, dat U een ziek dochtertje hebt. Mag ik haar wel wat bloemen bren gen uit mijn eigen tuintje? Of dat mag. Kom maar gauw binnen! zei een lieve stem. Wat is dat aardig van je en wat zal mijn meisje daar blij mee zijn. Vóór An het wist ,zat ze al gezellig bij het bed van het zieke meisje, dat Mieke heette en stonden de bloemen al in 'n mooie vaas, waar Mieke telkens met verrukte oogen naar keek. En 't werd zoo'n prettig uurtje! Moe der, 't was, of we etkander al heel lang kenden, vertelde An bij haar thuiskomst. Mieke is zoo'n aardig meisje. We zijn even oud en als ze weer beter is, komt ze misschien wel op mijn school! Maar Me vrouw vertelde me, dat het nog wel heel lang duren zou! Fijn, dat ik er heen ben gegaan! besloot ze dan. Mevrouw vroeg of ik nog eens heel gauw terug wiide ko men en Moeder, dat doe ik vast! Dan neem ik weer van mijn bloemen mee. Nu vind ik het nog veel, veel prettiger, dat ik een eigen tuintje heb! Al spoedig was An iederen dag bij haar zieke vriendinnetje op bezoek. En iederen dag werd het tuintje geplunderd. De mooi ste bloemen werden voortaan verdeeld tus- schen Oma en Mieke, die er zoo gelukkig mpe waren, dat begrijp je wel! Toen het herfst werd en het na een vries- nacht op eens met de fleur van de l'atste bloemen was gedaan, stond An 's morgens wel even bedroefd te kijken naar het eens zoo mooie tuintje, maar haar gezichtje klaarde plots weer op en ze zei: wat is het prettig geweest, hè Moeder, dat ik met mijn bloemen Oma en Mieke zooveel plezier heb gedaan! Ze hebben niet vergeefs ge bloeid! Dat hebben ze zeker niet! zei Moeder zacht. Ze dacht aan de oude Oma, die nooit meer buiten kwam en aan het z'eke meisje, dat zoo lang nog zou moeten wachten, voor ze beter was Dan bukte ze zich en gaf An een zoen. Ik ben zoo blij, dat je de bloemen niet voor jezelf alleen hebt willen houden, An zei ze warm. De bloemen schonk God, maar jij, m'n lieve kind, jij hebt je best ge daan om er anderen gelukkig mee te maken en dat verheugt me nog het allermeest! R. WINKEL (Nadruk verboden). RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN. DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. Ingezonden door Jod van Klarenbosch. Wat voor een pak ontvangt niemand graag? 'II Ingezonden door Yvonne de Vries. Welke plaatsnamen staan hier? Rogo, Onroh, Made. in. Ingezonden door Janneman Bronsgeest. Welke vorst kan er vliegen (niet met eeri vliegmachine maar met vleugels). IV. Ingezonden door Anneke Sloos. De kop van een kip. Het lijf van een haas De staart van een muis. Zoo maken wii een V. Ingezonden door Alida Stikkelorum. Waarom draait een haas altijd zijn kop om. om achter zich te kijken als hij achtervolgd wordt. VI. Ingezonden door Geertruy en Emma I de Groot. Welk werk kan men in donker het besté zien? VU. Ingezonden door eenige raadselkinderen. Welke ziekte heeft in geen enkel land ooit geheerscht? OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. 1. Aan de buitenkant. 2. Hortensia, Begonia, Dotterbloem. Speen kruid, Kamperfoelie, Klaproos. 3. Jas vest broek heel pak. 4. Otto. Reinier. Anna, Ada. 5. Geen enkele want als het paard al goed is beslagen, ziin er geen spijkers meer noodig. 6. Leem. Eem 7. Leeuwarden, den, eeuw. Nel. ren. a.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9