Osendarp in Rijswijk gehuldigd - Zeilwedstrijden op het Sneekermeer 77,le Jccrpcj LEIDSCH DAGBLAD T i/eeile Blad HET HELSCH COMPLOT FEUILLETON. DE REGENBOGEN AAN DEN START. DE OLYMPISCHE KAMPi OEN JESSE OWENS - bij DE BURGEROORLOG IN SPANJE. tijdens de zeilwedstrijden op het Sneekermeer, georganiseerd door de Koninklijko aankomst aan het Waterloo station te Londen. Thans is die^deel "uitmaakt zeilvereeniging „Sneek". hij op weg met de Queen Mary" naar New York. vaQ cje rebellen. Vrij naar het Engelsch door ANNIE S. SWAN. 45) .Luister, Alice. Vandaag nog, toen ik dan ooit in de verleiding was om je te '"tellen, wat mijn gevoelens voor jou wa- "n, heb ik gezwegen, omdat jij rijk was j® ik arm en omdat je had kunnen denken, ik niet jou. maar je geld liefhad. Een ""J geleden dacht ik nog dat jij voor mij onbereikbaar was; nu echter, nu jij in ®°eilijkheden verkeert, bied ik je alles aan, mt ik je te geven heb. Als je me zelfs nu nog het recht daartoe geeft, zal ik met je trouwen, voordat dit verschrikkelijke geval »lch ook maar iets verder ontwikkelt. Het f net eenige, wat ik doen kan om je te ~onen.dat ik in ie geloof. En als alles goed "loopt, wat wel moet gebeuren, wanneer fr nog eenige rechtvaardigheid in den nontel is, zal je daarna vrij zijn om je «gen gang te gaan, tenzij", voegde hij er "telend aan toe, „tenzij mij het groote ES? te bcurt mocht zijn gevallen, jouw "erae voor mij gewonnen te hebben." Ue oog en van de vrouw, wie dit onzelf- •uentige aanbod gedaan werd, begonnen ais "jeven te schitteren. Ze liep de kamer en bood Traquair haar hand met een «War van oneindige dankbaarheid. JVat er ook gebeurt, ik zal dit nooit "geien," zei ze eenvoudig. „Nee, ik zal 8 n misbruik maken van je edelmoedig aanbod, maar wat het einde hiervan ook mag zijn, de gedachte aan je moed en toe wijding zullen mij geen oogenblik verlaten. Je hebt me moed gegeven om die mannen te ontvangen. Waar zijn zij?" „Voor ze komen, Alice?" zei Marshall King, „wil ik je nog even zeggen, dat je erop kunt vertrouwen, dat we alles zullen doen om je onschuld te bewijzen. Het ge recht heeft eenige formaliteiten te ver vullen, maar je kunt er op rekenen, dal, wanneer het mogelijk is, dat je tegen borg tocht vrijgelaten wordt, wij geen steen op de andere zullen laten. Ik heb gelukkig overal nogal veel invloed en zal daar zoo veel mogelijk gebruik van maken." „Wanneer mij dat geweigerd wordt, zal ik zeker in de gevangenis moeten blijven?" Hij knikte en beet op zijn lippen. „Zelfs dat zou ik kunnen verdragen, wanneer ik er zeker van ben, dat jullie in me gelooven. Zeg me, dat jullie niet den minsten twijfel hebben. Dat jullie geloo ven, dat ik aan zoo iets verschrikkelijks niet schuldig kan zijn!" „Maar natuurlijk! Zeg zoo iets niet, Alice, Zelfs daarop te zinspelen is een beleediging aan jou en aan ons zelf. En laat ik je ver der nog verzekeren, dat degenen, die deze schandelijke beschuldiging tegen je inge bracht hebben, hun straf niet zullen ont gaan. Ik zweer, dat we niet zuilen rusten, voordat we ze gevonden hebben en hun hebben laten boeten voor alles, wat ze jou aangedaan hebben." Allee keek Traquair aan. Hij begreep dat de spanning zijn Invloed deed gelden en dat, wanneer zij het volgende gedeelte van de beproeving met gepaste waardig heid wilde doorstaan, dit niet te lang op zich moest laten wachten. Hij draaide zich om en verliet de kamer. In minder dan twee minuten kwam hij weer terug, ver gezeld van de gerechtsdienaren. ..Miss Harman is hier," zei hij moeizaam. „Maak het zoo kort mogelijk." De agent naderde de plaats, waar zij stond en riohtte.het woord direct tot haar. „Allee Harman, ik heb het hevel u in hechtenis te nemen voor moord op Miss Katherine Dempster van het George Plein 84, op den zeventienden dag van Februari, Jongstleden." „Ik ben hieraan onschuldig," antwoordde zij op zachten, vasten toon. „Dat kan wel zijn, maar het is mijn plicht u te gebieden met mij mee naar Edinburg te gaan om voor den rechter te verschij nen." „Wie heeft de aanklacht het eerst inge diend?" „Belanghebbende en, ik geloof, betrouw bare personen, wier namen ik niet mag noemen en verder moet ik u, op de ge bruikelijke wijze, waarschuwen, dat wat u nu nog zegt, tegen u gebruikt kan worden. Ik zou u dus in uw eigen belang, aanraden niets meer te zeggen." „Dat wensch ik ook niet meer te doen, daar de plaats, nooh het oogenblik mij daartoe geschikt lijken. Het spijt me alleen maar, dat de zaak niet sneller doorgezet is, zoodat u mij uit mijn eigen huis had kunnen weghalen, voordat ik hier kwam. Dit is een verschrikkelijke beleediging voor mijn vrienden, aan wie ik zooveel te dan ken heb." „Dat is niets. Alice," zei Marshall King haastig. „Als u alles gezegd hebt, wat u aan de jonge dame te zeggen had, heeren, zoudt u dan met mij mee naar buiten wil len gaan? Ik geef u mijn woord van eer, dat nooh wij, noch miss Harman, eenige poging zullen doen om de wet te ontduiken en u kent mij, geloof ik, genoeg om te weten, dat ik mijn woord nog nooit gebro ken heb." „Ik heb het eerewoord van dezen heer al geaccepteerd," zei de man, op Traquair wijzend, „en ik zal graag alles doen om deze pijnlijke situatie zooveel mogelijk te verzachten. Wanneer we toch onmogelijk vanavond nog uit Blenkenfoot weg kunnen komen zal ik graag van uw gastvrijheid gebruik maken en miss Harman geheel vrij laten, op voorwaarde, dat u ervoor zorgt, dat zij morgenochtend vroeg gereed is om met ons mee naar Edinburg te gaan." „We zullen gereed zijn." zei Marshall King vlug. De man boog en verdween, gevolgd door Marshall King, die graag iets meer over het geval wilde weten. Hij vond den man echter in het geheel niet geneigd hem eenige mededeelingen te doen, hoewel hij geen oogenblik oneerbiedig tegenover zijn ondervrager was. Daar de beide heeren hem echter hun eerewoord gegeven hadden, liet hij zijn ge vangene ongestoord den avond met haar vrienden doorbrengen. Het behoeft niet ge zegd te worden, dat er onder het oude dak van White's Moss weinig of niet geslapen werd dien nacht. De twee jongens, voor wie de waarheid gezwegen werd, waren, tot hun groote verontwaardiging, vroeg naar bed gestuurd. Daarna zaten de vrienden tot diep in den nacht het geval te bespre ken en hoewel zij altijd weer bij hun uit gangspunt terug kwamen, dat het een ver schrikkelijke en valsche beschuldiging was, konden ze niet veel doen om de ontzet tende positie van het meisje te verbeteren. De geheele verdediging werd eveneens be sproken, waarbij bleek, dat Alice geen vrees had, dat de zaak een ernstlgen afloop zou hebben, maar alleen terugdeinsde voor de publiciteit en de vernedering, die haar positie noodzakelijkerwijze met zich mee bracht. Tgen middernacht stond Lucy, bleek en met groote kringen onder haar oogen, op en zei, dat ze naar boven moesten gaan. Alice nam haar kaars, maar voordat zij de trap opging, opende zij de voordeur en keek naar buiten. Het was een prachtige, maanverlichte nacht en een zilveren glans lag over da heuvels en deed de voorwerpen in de verte opvallend duidelijk zijn. „Ik zou graag nog een klein eindje om- loopen," zei ze peinzend. „Misschien zal ik in langen tijd geen luoht en geen heuvels meer zien." Traquair nam de kaars van haar aan, haalde een shawl van de oude bank in de hall en samen gingen zij naar buiten. De twee anderen deden geen poging hen tegen te houden en gingen zonder een woord te zeggen naar hun eigen kamer. Buiten gekomen nam Traquair haar arm en drukte dien vast tegen zich aan. „Wat ben je goed voor me," zei ze. bijna teeder. „Als ik niet genoeg schijn te zeg gen, is het niet, omdat ik niet dankbaar ben, maar omdat ik niet kan." „Stil." antwoordde hij met een stem, waaruit duidelijk zijn liefde sprak. „Je weet, wat ik voor je gevoel. Je den klein sten dienst te bewijzen, beteekent meer voor me, dan ik je kan zeggen." (Wordt vervolgdj. TIN VS OSENDARP IN ZIJN WOONPLAATS GEHULDIGD. - Verschillende KIJKJE IN HET ZWEEFVLIEGKAMP OP HET VLIEGVELD TWENTHE - geor- ycreenigingen en honderden burgers defileerden in Rijswijk voor het woonhuis ganiseerd door den bond van Nederlandsche zweefvliegclubs. Het repareeren van de van Osendarp, Europa's besto sprinter. Foto van de huldiging. toestellen geschiedt door de jongens zelf. ALS DE VACANTIE IS GEËINDIGD IS nET 0 ZOO MOEILIJK WEER OP TIJD OP SCHOOL TE KOMEN. Het eerste slachtoffer voor de gesloten deur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5