Kranige prestaties van de Hollandsche zwemsters te Berlijn HET HELSCH COMPLOT 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. VREUGDE IN HET HOLLANDSCHE KAMP! Jubelend wordt de kranige NOORWEGEN WON DEN DERDEN PRIJS IN HET VOETBALTOERNOOI TE BERLIJN DOOR EEN KRANIGE Hollandsche zwemster Nida Senff op de schouders van-haar landgenooten 32 ZEGE OP POLEN. genomen. Links Karei Lotsy. Een gevaarlijk moment voor het Poolsche doel. Dè - spelers met donkere broek zijn de Noren, ONZE TWEEDE GOUDEN MEDAILLE IN HET ZWEMTOURNOOI. Nida Senff behaalde gisteren.'!'bij hot 100 meter rugzwemmen de hoogste onderscheiding. Op baa'n 5 Nida Senff en op baan 4 Rie Mastenbroek, die tweede werd. Het einddoel bereikt. OM HET OLYMPISCHE KAMPIOENSCHAP SABEL- SCHERMEN. Uit den wedstrijd Holland—Hongarije: Kovacs (no. 287, Hongarije) tegen van Wieringen (Holland): Vrij naar het Engelsch door ANNIE S. SWAN. 40i ..Ja andere moeilijkheden eraan toe te joegen, zooals zeker gebeurd zou zijn, als 'K met u getrouwd was „Je bent hard, Alice. Maar werkelijk, Joen miss Travers kwam en ik iets defini- ueyer berichten over dien anderen jongen kreeg, vond ik het mijn plicht, mij terug trekken en jou de kans te geven je posi tie te verbeteren." ..Wat miss Travers u ook verteld heeft, kapitein Stanley, het was niet waar en zelfs al zou het dat wel geweest zijn, dan nog bad het niets aan onze verhouding behoe ven te veranderen. U had thuis behooren te kpmen en mij openlijk vertellen, wat u te 2eSgen had." '..Ik heb dat beseft, toen het te laat was, bbce. Maar moet het te laat zijn, echt?" hij op smeekenden toon. ..Ja, absoluut te laat," antwoordde zij balder, zonder ook maar de geringste trll- bbg in haar stem. "'j ging onrustig van zijn eene been op zijn andere staan en draaide aan zijn snor ij' een woedende poging om passende en doeltreffende woorden te vinden. ..Het is verschrikkelijk moeilijk uit te «Bgen, Alice, maar als je me wilt vergeven, "i ik je mijn heele leven dienen en mijn uiterste best doen, allen twijfel uit je geest te verbannen." Ze keek hem vast aan, zonder ook maar een oogenblik de oogen neer te slaan. Hij verdiende gestraft te worden, zij was niet de eerste vrouw, die hij had doen lijden en zij was niet van plan hem te sparen. „Toen ik arm was en zonder vrienden en sympathie en hulp noodig had, kapitein Stanley, hebt u me in den steek gelaten," zei ze met heldere stem. „En nu ik geen van die dingen noodig heb, moet ik u vaarwel zeggen. Ik heb hier een tehuis en vrienden gevonden en heb u verder niet noodig. Vaarwel." Niet in staat de spanning een seconde langer te verdragen, boog zij vlug het hoofd en verliet de kamer. HOOFDSTUK XXVXt. Mysteries. Hoewel de aard van het afgeloopen ge sprek haar natuurlijk overstuur gemaakt had, was het karakteristiek voor Alice Har man, dat zij haar plicht niet verzaakte voor haar persoonlijke gevoelens. Daarom riep ze miss Cummlngs. zoodra ze dacht, dat Stanley wel uit zicht zou zijn en tezamen gingen zij op weg. Onderweg praatten zij echter niet veel en ofschoon het miss Cummings niet ontging, dat er iets in haar jonge vriendin veran derd was. was zij wel zoo verstandig er niet naar te vragen of er iets over te zeggen. Zi.i had een goede leerschool doorge maaktDaar ze een moeilijke en onder geschikte positie in vele families ingeno men had, wist ze, hoeveel waarde de kunst van het zwijgen waard is. Alice was meer dan dankbaar voor haar stilzwijgendheid, die er veel toe bijdroeg de uitstekende ver standhouding tusschen hen beiden te ver sterken. Ze gingen de Zuiderbrug over en liepen in Oostelijke richting de Rankeü- lourstraat langs, die toendertijd nog een keurige en fatsoenlijke straat was, waar alleen dat deel van iets minder goeden stand was, dat door de armenbuurt, vlak bij den ingang van het Queen Park, liep. Op den allerlaatsten hoek stond het huls, waar dr. Gardiner zijn practijk had. Toen zij er nog slechts een paar meter van verwijderd waren, ging de deur open en kwam hij naar buiten, met een klein, zwart taschje in zijn hand. Hij zag er verwaarloosd en sjofel uit, met die zielige vervallenheid, kenteekenend voor men- schen, die betere tijden gekend hebben. Desondanks herkende Alice hem onmid dellijk. „Wat vreemd, Cummie, dat ik hem hier weer moet ontmoeten! Ik heb hem niet meer gezien sinds dien avond, toen hij met dr. Ruthven bij mijn tante geweest is." „Over wien hebt u het, miss Harman?" „Professor Gardiner. Kijk, hij verdwijnt daar net in die stoep." „Professor Gardiner!" Miss Cummings keek uiterst verbaasd, terwijl zij dien naam herhaalde. „Dat is professor Gardiner niet." „O, ja, dat hij wel," antwoordde Alice. „Hij is een opvallende verschijning, die men niet gauw vergeet. Bovendien is hij vrij lang in huis geweest en heb ik tien minuten vlak bij hem gestaan, terwijl hij mij zijn oordeel over mijn tante mede deelde. Maar het verbaast me hem hier te zien en zoo vreemd gekleed. Zoo zag hij er heelemaal niet uit, toen hij op het George Plein was. Weet u misschien ook, of hij een beetje excentriek is?" „Ik ken hem heel goed, als u ten minste professor Gardiner van de universiteit be doelt," zei miss Cummings, een beetje hef tig. „Ik behoor hem ook te kennen, want ik heb zijn beide dochters drie jaar lang muziekles gegeven en hemzelf bijna dage lijks gezien. En ik verzeker u, dat hij een van de meest beschaafde heeren uit Edin- burg is en zoo precies op zijn kleeren, dat de studenten hem dikwijls om zijn fatte righeid uitlachen. Hij is altijd volgens de nieuwste mode gekleed." „Wat eigenaardig. Maar dat is professor Gardiner, Cummie." „Nee, heusch niet. Zijn figuur lijkt er een beetje op, dat moet ik toegeven, maar pro fessor Gardiner, nee hoor! Ik ken hem, hoop ik, zoo goed als mijn eigen vader en hij kent mij. Hebt u niet gezien,.dat hij ons aankeek, zonder ons te herkennen?" „Het is heel „vreemd!" zei Alice op ver baasden toon. .Daten we even teruggaan, Cummie en op het naamplaatje, van zijn deur kijken." Het kleine vrouwtje draaide zich met groote snelheid om en zij begaven zich naar de deur, waarop inderdaad zijn naam ge schreven stond. „Ziet u nu wel, Cummie, dat ik gelijk heb," zei Alice met haar vreemden glim lach. „Het is dezelfde naam, maar niet de man, miss Harman," hield miss Cummings vol, maar Alice was niet te overtuigen. Bij het zien van den man, die bij de crisis van de ziekte vgn haar tante tegen woordig geweest was, kwamen alle herin neringen aan dien moeilijken tijd weer boven en vooral die aan de Ruthvens, die ze had trachten te vergeten. En hoe meer ze over alles nadacht, des te verwarder scheen alles te worden. Weldra kwamen zij echter aan het ellendige krot, waar dr. Guthrie hen gevraagd had een onderzoek naar de kinderen in te stellen. Ze vonden daar zooveel diepe ellende en werkelijk lijden, dat voor een oogenblik alle andere gedachten uit haar geest verdreven wer den. Maar toeh ze weer thuis waren, kwam de gedachte aan dr. Gardiner telkens en telkens weer hardnekkig bij haar op en ze sprak er zelfs tegen Christina over. „Herinner jij je den dokter, die bij miss Dempster geweest is den nacht, voordat zij stierf?" vroeg zij als terloops, zoodra zij een oogenblik met het meisje alleen was. Onmiddellijk gleed er een eigenaardige uitdrukking over Christina's expressief ge zicht en kreeg zij een kleur. „Ja, miss Alice, ik herinner me hem heel goed." „Zou je hem herkennen, als je hem weer zag?" „Ja, miss Alice." „Ik wil graag, dat je vanmiddag iets voor mij doet, Christina. Je weet natuurlijk wel, waar de Rankeillourstraat is?" „Ja, miss Alice." „Een zekere dokter Gardiner heeft daar zijn practijk. Nu moet je daar aankloppen en naar binnengaan en een of ander drankje voor jezelf vragen. Je hebt toch laatst neuralgia gehad, dus dan kan je hem daarvoor wel iets vragen. Ik wil graag, dat je voor me uitvindt, of hij dezelfde dokter is, die hier dien nacht geweest is." „Dat is hij, miss Alice. Ik heb hem toen onmiddellijk herkend." „Bedoel je, dat je hem herkend hebt in den nacht, dat hij hier geweest is?" „Ja, miss Alice." „En heeft hij werkelijk een practijk in de Rankeillourstraat?" .(Wordt vervolgd)..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5