HERZIENING DER GRONDWET.
IVOROL
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Woensdag 5 Augustus 1936
Regeeringsvoorstellen ingediend.
yoorstellen der staatscommissie bijna geheel
overgenomen.
DRUKPERSVRIJHEID GEHANDHAAFD
SoeJtó met u>ai aoedb
Door de regeering zijn bij de Staten-Ge-
neraal ingediend een aantal wetsontwerpen
tot het in overweging nemen van verschil
lende voorstellen tot wijziging der Grond
wet.
In haar toelichting merkt de regeering
op, dat zij zich met de positieve voorstel
len, waartoe de commissie-De Wilde is ge
komen, in het algemeen vereenigen kan.
Wat de vrijheid van drukpers aangaat,
heeft de Staatscommissie voorgesteld, aan
artikel 7 der Grondwet een lid toe te voe
gen, luidende: „De wet kan regels stellen,
volgens welke een bepaalde uitgave we
gens nader bij de wet te omschrijven grove
inbreuk op de openbare orde tijdelijk kan
worden verboden".
Na ampele overweging heeft de regee
ring gemeend, het voorstel der Staatscom
missie niet te moeten overnemen.
De regeering laat in het midden, of, ter
bereiking van het door de Staatscommissie
beoogde doel. een wijziging van artikel 7
der Grondwet noodig is. Men kan over deze
vraag verschillend denken en er is zeker
ruimte voor de meening. dat artikel 7 zich
slechts richt tegen de preventieve censuur
en de mogelijkheid om door andere maat
regelen de drukpersvrijheid te beperken,
allerminst uitsluit.
Wat hiervan ook zij. de regeering
heeft gemeend zich er van te moeten
onthouden een bepaald middel van
vrijheidsbeperking met zooveel woorden
in de Grondwet op te nemen.
Zij is tot deze conclusie geleid uit
overweging, dat het vraagstuk van de
YTijheid van de pers een sterk politie-
ken inslag heeft, waarover, zooals reeds
tot uitdrukking is gekomen, in breede
kringen verschillend wordt gedacht.
Het scheen baar niet wenschelljk, voor
al in de huidige tijdsomstandigheden
nu slechts door samenwerking van alle
nationale krachten de moeilijkheden
kunnen worden overwonnen, een poli
tiek vraagstuk van dezen aard op te
werpen.
Ten aanzien van den Raad van State,
de Algemeene Rekenkamer en de procedure
van grondwetswijziging heeft de regeering
het standpunt van de Staatscommissie
aanvaard en gemeend, geen voorstellen tot
wijziging met betrekking tot deze onder
werpen te moeten doen.
Terwijl bij vroegere herzieningen der
Grondwet de desbetreffende voorstellen in
ontwerpen van wet waren vervat, verband
houdende met de hoofdstukken van de
Grondwet, ls thans ter bevordering van
een groobere overzichtelijkheid het systeem
gevolgd, dat de onderschelden onderwer
pen van de herzieningen in aparte ont
werpen van de herziene wet zijn geregeld.
Enkele wijzigingen van meer ondergeschikt
belang zijn in een verzamelontwerp on
dergebracht.
Inkomen der Kroon.
Paragraaf 2. In artikel 22 worden de
volgende wijzigingen gebracht. In het eer
ste lid wordt in plaats van „f. 1.200.000"
gelezen: f. 1.000.000. Het tweede lid ver
valt.
Paragraaf 3. Het eerste lid van artikel
24 wordt gelezen: „de koning en de leden
van het koninklijk huis, genoemd in de
aitikelen 26, 28 en 28a, zijn Vrij van alle
personeele lasten".
Paragraaf 4. Artikel 26 wordt gelezen:
„de gemaal van een regeerende koningin
geniet uit 's rijks kas een jaarlijksch in
komen van f. 200.000, hij blijft in het ge
not van dit Inkomen na overlijden van de
koningin, zoolang hij weduwnaar is en den
staat van Nederlander behoudt. Een ko
ningin geniet, na overlijden van den
koning, uit 's rijks kas een jaarlijksch in
komen van f. 200.000 gedurende haar we-
duwlijken staat".
Paragraaf 5. Artikel 28 wordt gelezen:
„de Prins van Oranje geniet uit 's rijks
kas een jaarlijksch Inkomen van f 200.000.
te rekenen van den tijd. dat hij den ouder
dom van achttien jaren heeft vervuld. Dit
inkomen wordt gebracht op f. 400.000 na
het aangaan van een huwelijk, waartoe bij
de wet toestemming is verleend".
Paragraaf 6. Na artikel 28 worden twee
artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 28a.
De dochter des konings, die de vermoe
delijke erfgenaam is van de kroon, geniet
uit 's rijks kas een jaarlijksch inkomen
van f. 200.000. te rekenen van den tijd. dat
zij den ouderdom van achttien jaren heeft
vervuld.
Indien zij een huwelijk aangaat, waartoe
bij de wet toestemlng is verleend, geniet
haar gemaal uit 's rijks kas eveneens een
jaarlijksch inkomen van f. 200.000, hij
blijft in het genot van dit inkomen na
overlijden van de prinses, zoolang hij we
duwnaar is en den staat van Nederlander
behoudt.
Na het overlijden van haar gemaal ge
niet de prinses, zoolang zij ongehuwd blijft,
een jaarlijksch inkomen van f400.000.
De inkomens, bedoeld in dit artikel, blij
ven bestaan, ingeval later een prins van
Oranje geboren wordt.
Artikel 28b.
De bedragen, vastgesteld in deze afdee-
ling. kunnen worden gewijzigd bij een wet.
De Kamers der Staten-Generaal kunnen
het ontwerp eener zoodanige wet niet aan
nemen dan met de stemmen van twee der
den van het aantal leden, waaruit elk der
Kamers bestaat.
In de Memorie van Toelichting op dit
wetsontwerp wijst de regeering er op. dat,
mdlen wijziging van het grondwettelijk be
drag van het Jaarlijksche inkomen der
kroon wenschelljk is, het geheele stroeve
apparaat van een grondwetherziening ln
werking moet worden gesteld. Hierin ligt
een bezwaar, dat gevoeld wordt bij sterke
stijging of daling van de koopkracht van
het geld.
De regeling van het Inkomen van den
prins-gemaal, weduwnaar geworden, is,
behoudens de vermindering van het be
drag. gelijk aan dat in de bestaande grond
wet (art. 26) toegekend aan de koningin
weduwe.
Het eerste lid wijkt in zoover af van het
voorstel van de staatscommissie, dat de
prinsgemaal, weduwnaar geworden, het
hem toegedacht inkomen slechts zal be
houden zoolang de band. die hem verbindt
met het 'and. niet geheel verbroken wordt.
Artikel 28b: Opdat de gequallficeerde
meerderheid van twee derden volledig tot
haar recht kome, ls, anders dan in artikel
198, bepaald, dat de hier bedoelde wet in
elke der Kamers slechts kan worden aan
genomen met een meerderheid van twee
derden van het aantal leden, waaruit de
Kamer bestaat, namelijk respectievelijk
honderd en vijftig leden. In afwijking van
de redactie der staatscommissie, welke als
een imperatief zou kunnen worden opge
vat. is meer aansluiting gezocht bij de ter
minologie van artikel 198.
Vergoeding Kamerleden.
De regeering heefr zich ten aanzien van
het bedrag der schadeloosstelling van le
den der Tweede Kamer aangesloten bij het
advies van de Staatscommissie, hoewel zij
het gewicht niet kan ontzeggen aan de ar
gumenten. door de leden Van den Bergh,
Van der Heijden en Kranenburg aange
voerd in hun afzonderlijke nota, om het
bedrag van de schadeloosstelling te be
palen op f. 4500.
Zij heeft een schadeloosstelling van
f. 4000 in haar voorstellen aanvaard,
omdat zij zich vleit met de verwach
ting dat de burgerzin in ons volk nog
groot genoeg is, dat niet dan in uiter
ste noodzaak personen, wegens hun
bekwaamheid aangezocht, zich niet
beschikbaar zullen stellen met het oog
op het bedrag der schadeloosstelling.
Dat het lage bedrag za] leiden tot
cumulatie van functies, acht de re
geering geen ernstig bezwaar, mits de
cumulatie binnen redelijke grenzen
beperkt blijft.
De regeering ls van oordeel, dat het
bedrag in de Grondwet moet blijven
vastgelegd, maar dat wijziging zal
moeten kunnen plaats hebben, zonder
ontbinding van de beide Kamers der
Staten-Generaal, bij een wet, die in
elke der Kamers met een gequalifi-
ceerde meerderheid van twee derden
van het aantal leden dier Kamer
wordt aangenomen.
Het pensioen van de leden der Tweede
Kamer behoort de verlaging van de
schadeloosstelling te volgen Het jaarlijk
sche pensioen ware van f. 150 oer jaar te
verlagen tot f. 120 en het maximum van
f. 3000 tot f. 2800. De Staatscommissie had
voorgesteld, het maximum pensioen te
stellen op f. 2400. De regeering heeft ge
meend dit bedrag te moeten verhoogen
tot f. 2800: door deze wijziging zal het
pensioen der Kamerleden, evenals zulks
ten aanzien van de wedden der ambte
naren het geval is. in maximum 70°/o kun
nen bedragen van hun schadeloosstelling.
Overigens zal zich zelden het geval
voordoen dat het pensioen van een lid der
Tweede Kamer het gestelde maximum be
reikt. daarvóór toch zal noodig zijn een
lidmaatschap van ongeveer 24 laar.
Ook deze bedragen zullen kunnen wor
den gewijzigd bij een wet. aangenomen
met een gequallficeerde meerderheid
De jaarlijksche toelage van den voor
zitter der Tweede Kamer behoort een
overeenkomstige verlaging te ondergaan.
Zii bedraagt thans f. 10.000 en zal voort
aan op f 8000 gesteld worden.
Een lid. dat voor een bepaalden tijd van
de beraadslagingen wordt uitgesloten, ge
niet gedurende den tijd van zijn uitslui
ting geen schadeloosstelling. Hetzelfde
geldt voor de vergoeding voor reiskosten.
Bii de behandeling van het ontwerp der
cumulatlewet is de vraag gesteld, of niet
een regelin» behoorde te worden getroffen
nopens de cumulatie van de wedde der
ministers en hun pensioen als lid van een
der Kamers van de Staten-Generaal in
dier voege, dat dit pensioen zou worden
opgeschort gedurende het ministerschap.
De staatscommissie beantwoordde deze
vraag bevestigend en nam een daartoe
strekkende bepaling op in den tweeden
volzin van het nieuw voorgesteld» derde
Ud van artikel 90
De regeering heeft echter gemeend,
deze bepaling niet te moeten overnemen.
uit overweging, dat het niet rationeel zou
ziin, een minister zijn pensioen als ge
wezen Kamerlid te onthouden, zoolang
deze pensioenen bü het aanvaarden van
alle andere ambten onverkort worden uit
gekeerd.
Ministers zonder portefeuille.
Voorgesteld wordt het opschrift van de
zevende afdeeling van het tweede hoofd
stuk te lezen als volgt:
„van den Raad van State, de ministers
en de vaste colleges van advies en bli-
stand
In artikel 77 worden de volgende wij
zigingen gebracht:
Het eerste en tweede lid worden ver
vangen door de volgende drie leden:
De Koning stelt ministereele depar
tementen in.
Hij benoemt ministers en ontslaat
hen naar welgevallen. Hii kan minis
ters benoemen, die niet belast zijn
met de leiding van een ministerieel
departement.
De ministers zorgen voor de uit
voering der Grondwet en der andere
wetten, voor zooverre die van de
Kroon afhangt.
Het laatste lid 'wordt gelezen:
Alle koninklijke besluiten en beschik
kingen worden door één of meer van de
ministers mede-pnderteekend.
In artikel 97 wordt een lid ingevoegd,
luidende: Nochtans kan een minister, bü
een verkiezing tot lid der Staten-Generaal
gekozen, ten hoogste drie maanden na
ziin toelating als lid het ambt van minis
ter en het lidmaatschap der Staten-
Generaal vereenigen.
In de toelichting merkt de regeering op.
dat een uitzondering op de onvereenig-
baarheid van het ministerschap en het
lidmaatschap van een der Kamers van de
Staten-Generaal. zal moeten worden ge
maakt. Regelmatig komt het voor. dat bij
een Kamerverkiezing ministers ln functie
tot lid worden gekozen Na een Kamer
ontbinding komt dan gewoonlijk de Ka
mer bijeen en worden dus de nieuwgeko-
zen leden toegelaten, voordat het nieuwe
kabinet is gevormd. Deze figuur heeft zich
voorgedaan in 1922 en in 1933. Daarom
behoort de mogelijkheid te worden ge
opend. dat gedurende korten tijd het mi
nisterschap en het lidmaatschap van de
Kamer vereenigd worden. Immers, de be
windsleden die tot Kamerlid gekozen ziin.
kunnen hun mirti^terambt bezwaarlijk
neerleggen vóórdat het nieuwe kabinet
optreedt.
Kiesrecht.
Ingediend is een wetsontwerp, waarbij
voorgesteld wordt in de artikelen 82. 83.
128 en 143 de woorden „evenredige verte
genwoordiging" te vervangen door: „even
redige vertegenwoordiging binnen door de
wet testellen grenzen".
De voorgestelde wijziging beoogt den
gewonen wetgever iets meer armslag te
geven bij de uitwqrking van het evenredig
kiesrecht, ln dien zin, dat hii niet ver
plicht zal zijn de wiskundige evenredig
heid zoo dicht mogelijk te benaderen.
Revolutionnaire leden.
Artikel 86 wordt 'gewijzigd ln dier voege,
dat leden der Tweede Kamer tusschen-
tijds door de Tweede Kamer van hun lid
maatschap vervallen worden verklaard,
indien zij een streven tot uitdrukking
brengen gericht op verandering van de
bestaande rechtsorde met toepassing of
bevordering van onwettige middelen.
Een voorstel tot vervallenverklaring
kan niet worden aangenomen dan
met de stemmen van twee derden van
het aantal leden, waaruit de Kamer
bestaat.
De wet regelt de rechtspleging en de
gevolgen van vervallenverklaring; de ge
volgen kunnen mede het lidmaatschap
betreffen van de andere vertegenwoordi
gende lichamen, in de Grondwet genoemd.
De plaats van het vervallen verklaarde lid
blijft gedurende de loopende periode on
bezet
Voor de leden der Eerste Kamer wordt
een gelijke regeling voorgesteld, evenals
voor Prov. Staten en gemeenteraden. Het
besluit tot vervallenverklaring moet ook
hier worden genomen met twee derden van
het aantal leden waaruit de Staten of de
Raad bestaan. Van de beslissing van den
Raad staat beroep open op Gedeputeerde
Staten. De wet geeft regels omtrent dit be
roep en omtrent de macht des konings om
de uitspraken van Ged, Staten, die met de
wet strijdig zijn, te schorsen en te ver
nietigen.
Ten aanzien van de aanwijzing van de
afdeeling voor de geschillen van bestuur
van den Raad van State als orgaan, dat de
vervallenverklaring van het lidmaatschap
zou moeten uitspreken, is de regeering van
oordeel, dat het meer ln overeenstemming
met het karakter van een volksrepresentatie
is, de vervallenverklaring te leggen in han
den van het betreffend vertegenwoordigen
de lichaam zelf. Ten einde echter alle mis
bruik te vermijden, wordt een beslissing
van het betreffende lichaam gebonden aan
een gekwalificeerde meerderheid.
Tot dit zelfde doel scheen mede wensche-
lijk een beroep op Ged. Staten mogelijk te
maken wanneer een gemeenteraad besluit
een van zijn leden van zijn lidmaatschap
vervallen te verklaren en de mogelijkheid
van voorziening bij de Kroon van de des
betreffende beslissing van Gedeputeerde
Staten te opener,. Bij de wet zal dan nader
kunnen worden geregeld aan wie dit be-
roepsrecht zal toekomen, binnen welken
termijn van dit recht zal moeten worden
gebruik gemaakt en al wat verder op dit
beroep betrekking heeft.
Kamers voor bedrijfsleven.
Na het vierde hoofdstuk wordt ingevoegd
een vierde hoofdstuk a, luidende: van
openbare lichamen voor beroep en bedrijf.
Een nieuw artikel 149a bepaalt, dat
de wet voor bepaalde beroepen en be
drijven en groepen daarvan, alsmede
voor het beroeps- en bedrijfsleven in
het algemeen, lichamen kan instellen,
ten einde regelend op te treden.
De samenstelling, Inrichting en be
voegdheid van deze lichamen worden
door de wet geregeld.
De wet kan aan deze lichamen ver
ordenende bevoegdheid geven.
De besluiten van deze lichamen, die
met de wet of het algemeen belang
strijdig zijn, kunnen worden geschorst
en vernietigd volgens regels, bij de
wet te stellen De wet kan bepaalde be
sluiten dezer lichamen aan goedkeuring
onderwerpen, volgens door haar te stel
len regels
De regeering kan zich met de door de
commissie in deze voorgestelde oplossing
alleszins vereenigen, zonder daarmede ln-
tusschen een oordeel uit te spreken met be
trekking tot de bezwaren, door de com
missie aangevoerd tegen het aanvankelijk
gerezen denkbeeld aan de beide Kamers der
Staten-Generaal een derde Kamer toe te
voegen tot vertegenwoordiging van het be
drijfsleven en tot overneming van een deel
van de taak van de bestaande Kamers.
De regeering meent van dit denkbeeld te
eerder te kunnen afzien, waar het door de
commissie voorgestelde artikel 149a. naast
lichamen voor bepaalde beroepen en bedrij
ven. of groepen van beroepen en bedrijven,
uitdrukkelijk de mogelijkheid opent van
een lichaam voor het beroeps- en bedrijfs
leven ln het algemeen.
De verhouding van het aldus te vormen
algemeene lichaam tot de bestaande Kamers
der Staten-Generaal zal bij de wet, met
volledige handhaving uiteraard van de be
palingen van het derde hoofdstuk van de
Grondwet, nader kunnen worden geregeld
en zal bij veranderde verhoudingen ook
later kunnen worden gewijzigd.
Andere artikelen.
Van deze gelegenheid maakt de regeering
gebruik voor te stellen eenige andere arti
kelen in de Grondwet te wijzigen.
Nederl. Antillen: Voorgesteld wordt den
naam van het deel van het koninkrijk, dat
de eilanden ln West-Indië omvat, te ver
anderen in dien van de Nederlandsche
Antillen. Deze aanduiding verdient, in meer
dan een opzicht, de voorkeur boven den be
staande toestand, waarbij de naam van een
der eilanden tevens de naam van het ge
biedsdeel is.
Zittingsduur Staten-Generaal: Het derde
lid van artikel 73 laat de mogelijkheid open,
dat ln geval van ontbinding van de Kamers
der Staten-Generaal een wet het mandaat
van de nieuwgekozen Kamers verlengt voor
een termijn, die den gewonen zittingsduur
ver overschrijdt. De voorgestelde wijziging
heeft ten doel, de mogelijkheid van verlen
ging van het mandaat te beperken tot het
gedeelte van het Jaar tusschen het bijeen
komen van de nieuwgekozen Kamers en den
eerstvolgenden derden Dinsdag van de
maand September, op welken dag de nor
male zittingsduur van vier Jaar voor de
Tweede Kamer en van zes jaar voor de
Eerste Kamer aanvangt.
VerkiesbaarheidDe tegenwoordige
redactie van artikel 85 sluit van de ver
kiesbaarheid uit bedelaars, landloopers en
gewoontedronkaards, maar laat toe perso
nen, die wegens het begaan van een ernstig
misdrijf tot een vrijheidsstraf van meer dan
een jaar zijn veroordeeld.
Van leder aanstaand lid van een verte
genwoordigend lichaam mag echter worden
verwacht, dat hij zich niet in een- positie
brengt, die tot het opleggen van een zoo
zware straf aanleiding zou kunnen geven,
onverschillig het meer of minder politiek
karakter van de strafbare handeling.
Parlementaire onschendbaarheidVoor
gesteld wordt de parlementaire immuniteit
op te heffen voor hen, die zich schuldig
maken aan opruiing en schending van ge
heimen.
Hier kan het optreden van den voorzitter
niet zoo licht het gezag van de strafwet
vervangen, omdat in het bijzonder bij
schending van geheimen het feit niet meer
is ongedaan te maken en het kwaad met
het uitgesproken woord onherstelbaar wordt.
Nog te meer dient hier een voorziening
te worden getroffen, nu ln de volksverte
genwoordiging leden hun intrede hebben
gedaan, die verklaren zich principieel door
een opgelegde geheimhouding niet gebon
den te achten.
Dienstplichtigen: Volgens artikel 187
moet, wanneer in geval van buitengewone
omstandigheden dienstplichtigen, die niet
in werkelljken dienst zijn, door den koning
geheel of gedeeltelijk buitengewoon onder
de wapenen worden geroepen, onverwijld
een voorstel van wet aan de Staten-Gene
raal worden gedaan, om het onder de
wapenen blijven zooveel noodig te bepalen.
De regeering heeft zich in de vergadering
van de Tweede Kamer van 13 Maart j.l. op
het standpunt gesteld, dat dit artikel moet
worden geïnterpreteerd in dien zin. dat het
niet betrekking heeft op het onder de
wapenen houden van dienstplichtigen, die
wel ln werkelljken dienst zijn..
Voorgesteld wordt art. 187 te wijzigen in
dien zin, dat het op de beide gevallen be
trekking heeft.
Additioneele artikelen: Van de dertien
additioneele artikelen zijn niet minder d' i
zes 16 tot en met 11) op het oogenblik uit
gewerkt; zij behooren te vervallen.
De artikelen 1, 2 4, 5, 12 en 13 zijn in drie
groepen te onderscheiden. Een artikel (arti
kel 4) bevat geen overgangsrecht, doch een
materleele bepaling van blijvenden aard.
Drie andere (artikelen 1. 2 en 13) houden
overgangsrecht van blijvend karakter be
stemd om bij iedere Grondwetsherziening
te gelden. De artikelen 5 en 12 houden
overgangsrecht met afloopend karakter, be
vattende tijdelijke afwijkingen van blijven
de bepalingen, in de Grondwet opgenomen,
Het schijnt redelijk, alleen deze laatste
bepalingen onder de additioneele artikelen,
behoorende bij de nieuwe Grondwet, op te
nemen, de andere kunnen beter naar
andere plaa'-en in de Grondwet (artikel
152 en hoofdstuk II, artikelen 200 en 201,
nieuw) worden overgebracht.
Het bestaande additioneele artikel 2
HEDEN.
K a t w ij k-a a n-Z e e (Casa Cara): spr
de heer Sclioonderbeek van Lunteren. 71;,'
uur nam.
Donderdag.
Jeruël: Verg. van medewerkers. 8 u. nam,
Centr. isr. Wees- en Doorgangshuis'
Jaarvergadering te 8 uur nam.
MUSEA.
Academisch Historisch Museum: G-.
ODend lederen werkdag van 9—12 uur en
van IV.—5 uur. f. 0.25.
Stedelijk Museum „De Lakenhal", Oude
Singel: Geopend in Jahuarl, November en
December van 10—3 uur; ln Februari
Maart, April, Mei en October van 10—4 uur
en in Juni. Juli, Augustus en September
van 10—5 uur: op de Zondagen, de tweede
Paasch- en Pinksterdagen, den Hemel-
vaartsdag en de belde Kerstdagen vaiial
I uur.
Het Museum ls gesloten op den da»
waarop Leiden's Ontzet wordt gevierd. I
Entrée op Zon- en feestdagen boven-1
genoemd kosteloos, 's Maandags f. 0,25, f
overige dagen f. 0,10.
Rijksmuseum van Oudheden, Rapen-1
burg 28: 1 April1 Oct. 105 uur; 1 Oei I
—1 Nov 104 uur; 1 Nov.—18 Febr. 10- I
3 uur; i6 Febr.1 April 104 u.; 's Zon-1
dags van 13, 4 of 5 u. Entrée: 'sMaan-
dags f. 0.25; overige dagen f. 0,10.
Rijksmuseum v. Nat. Hist., v. d. Werff- I
park, Ingang Raamsteeg. Werkdagen 8.39
—12, 1.305 u. 's Zaterdags 8,30—12 uur.
Kosteloos.
Rijksherbarium, Nonnensteeg 2 a: Dage- I
lljks van 912.30 en 25.30 uur. Kosteloos.
Hortus Botanicus, Rapenburg 73: Op
werkdagen van 1 April1 Oct. van 9-12
en IV.6 u. 's Zaterdags tot 5 uur. Van 1
Oct.—31 Mrt. van 912 en l'/t4 uur. Op
Zondagen van 1 April1 Oct. van 10—IJ
en 1.304 u. 's Winters des Zondags ge
sloten.
Nederl. Hist. Natuurwetenschappelijk
Museum (St«enstraat 1 a)Alle werkdagep
behalve 's Maandags van 104 uur;
's Zondags 14 uur.
Rijksprentenkabinet (Kloksteeg 25)Ge
opend op werkdagen van 1.304.30 uur
nam. 's Zondags gesloten Kosteloos.
Rijksmuseum van geologie en minera
logie (Garenmarkt 1 c)Op werkdagen van
9—12 en IV»4 uur. Kosteloos.
DIVERSEN.
's Woensdags: Inst. v. Praeventleve Ge
neeskunde Medisch Opvoedkundig Bureau
(Boerhaavestraat 21). Half drie tot half
vier. Inenting tegen diphterle 4-5 u. nam.
's Woensdags: Inst. v. Praeventleve Ge
neeskunde. Consultatiebur. v. Alcoholisten
8 uur nam.
's Vrijdags: Inst. v. Praeventleve Genees
kunde. Consultatiebureau v. Beroepskeuze,
45 uur nam.
DAGELIJKS.
Pieterskerkgracht fl; Tentoonstelling
Leldsche Schilder- en Teeken-Academie
„Ars Aemula Naturae" 105 uur.
Sehevenlngen Circus Carl Hagen
beek); Nam. 8 uur. 's Woensdags, 's Zater
dags en 's Zondags 2 uur.
BIOSCOPEN,
Luxor-Theater, Stationsweg, 8 u'Jr nam
„De verboden vrucht".
Woensd., Donderd. en Zaterd. nam. 2 u.
Zondag nam. 2 uur, 4 uur 30 en 8 uur.
Trlanon-Theater, Breestraat, 8 uur nam.
„Triomf der liefde".
Woensdag en Zaterdag nam. 2 uur.
Zondag nam. doorloopend van 2—7'/< en
vervolgens om 8 uur.
Lldo-Theater. Steenstr. 39, 8 1/4 u. n,m.
„Broadway Bill".
Woensdag en Zaterdagnam. 2Vi uur.
Zondag nam. 2 uur, 4'/t uur en 8 u. 15.
Het Nieuwe Roxy, Haarl.str. 7 uur nam.
„Meln Herz ruft nach dir".
lederen middag 2'/i u„ Zondag v.af 2 u.
Casino-Theater. Hoogewoerd, 8 uur nam.
„Het meisje met den blauwen hoed".
Woensdag en Zaterdag nam. halfdrte.
Zondag nam. 2 uur en 8 uur.
De apotheek Hooigracht 48 ls dag en
nacht geopend voor leden v. h. ziekenfonds
„Tot Hulp der Menschheld", echter van
nam. 8 uur tot v.m. 8 uur alleen voor
spoedrecepten.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst
der apotheken wordt van Maandag 3 tot
en met Zondag 9 Aug. a.s waargenomen
door de apotheken: M. Boekwijt, Viscn-
markt 4. Telef. 552 en C. van Zijp. Wilhel-
minapark 8, Oegstgeest. Tel. 274.
poets dus met
De Nederlandsche tandpasta
DOOS 20 CT. TUBE 40 EN 60 CT
7442 (Ingez. Med.)
draagt een apart karakter. Gezien he'
nauwe verband tusschen het tweede lid,
in geen geval kan vervallen, en het eerste
lid is het aangewezen, het artikel ln AJ"
geheel te handhaven.
De inhoud van de additioneele artikel™
1, 2 en 13 behoorende bij de Grondwet w
haar huidige lezing, kan, als blijvend over
gangsrecht. naar het oordeel der regeering
in hoofdstuk 11 der Grondwet worden on
dergebracht. Hierdoor wordt tevens de be
staande onzekerheid, of zij alleen gelden
voor de herziening van de Grondwet, waar
bij zij zijn opgenomen, of ook voor lat®
herzieningen in den laatsten zin opgelosi-
De artikelen 200 en 201 sluiten zich onge
dwongen bii de voorafgaande artikelen va-
hoofdstuk II aan.
In artikel 201 zijn' de additioneele artike
len 1 en 2 samengesmolten. 2