SPELLING-HUTSPOT DE SPAANSCHE BROEDERSTRIJD. iBÜITENL, WEEKOVERZICHT 77$le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 1 Augustus 1936 Derde Blad No. 23420 FINANCIEN. „Dan moei je er maar met je vingers afblijven' EEN BIJKANS ONGEWIJZIGDE SITUATIE. MEN HAAST ZICH NIET. Met verbeten woede woedt in Spanje d burgeroorlog voort, zonder dat een de partijen nog de overwinning heeft kunnei bevechten. Ongetwijfeld zal er in de be richtgeving omtrent de gruwelen veel overdreven worden, doch even waar is, dat een deel daarvan toch juist zal zijn en dan is het reeds erg genoeg! Na de aanvankelijke successen der op standelingen trad een stilstand in en de regeering heeft zich dien tijd ten nutte gemaakt om zich eenigszins te herstellen. Met name in het roode Catalonië en vlak bij de Fransche grens. Doch momenteel ziet bet er naar uit, dat de opstandelingen rrederom in het offensief zijn en vorderin gen maiken, al is de beslissing nog lang niet daar. Hoevele slachtoffers intusschen al zijn gevallen aan dezen gruwelijksten oorlog an alle oorlogen en hoevele waardevolle hnstwerken zonder eenige noodzaak zijn rernield. En waar is het einde nog zelfs al slaat de weegschaal over ten gunste van een ran beide partijen. Tot overmaat van ramp komt naast het nationale karakter van den kamp meer en meer het internationale tot uiting en reeds wordt uiting gegeven aan de vrees, dat het inwendige conflict in Spanje wel eens aanleiding zou kunnen worden tot internationale verwikkelingen. Gelukkig lijkt ons deze vrees nog overdreven, al willen wij helaas, erkennen, dat er inder daad eenige grond voor aanwezig is. Uit den aard der zaak loopen de sympathieën zeer uiteen; waar een Volksfront aan het bewind is, gelijk in Frankrijk, gaat de sympathie uit naar de regeering van Madrid, doch in de fascistische landen is het omgekeerd. Het bloed kruipt nu een maal, waar het niet gaan kan Zoolang nu maar een politiek van niet- inmenging wordt gevolgd, zullen zich geen complicaties voordoen, doch zal men zich daaraan kunnen en willen houden? Het. feit, dat het gevaar echter algemeen wordt ingezien, geeft ons hoop. dat het verstand de overhand zal behouden op het gevoel. Te meer, waar voor Europa beslissende gebeurlijkheden op til zijn. Hoe zullen Italië en Duitschland reageeren op de uit- uoociging om deel te nemen aan de con ferentie van vijf, teneinde te komen tot een nieuw Locarno, waarop Engeland en Frankrijk een uitgebreider conferentie willen doen volgen? Juist dit laatste vormt evenwel voor Duitschland een niet gering bezwaar, gelijk wij vorig maal reeds voor zagen. Niettemin houdt Engeland vast aan dat idee, zooals uit de jongste rede van Eden over Engeland's buitenlandsche poli tiek duidelijk bleek. Veel het de Engelsche minister over zijn kant gaan, om de Locarno-conferentie niet noodeloos in ge vaar te brengen, doch aan het denkbeeld van een garantie van een volmaakten vrede wil Engeland toch niet zien getornd. Dantzig, hoe belangrijk ook op zich zelf, men laat de kwestie rusten, vooral, waar de houding van Polen, de eerst belang hebbende, nog steeds niet is bepaald; het feit, dat Duitschland bezig is, Helgoland weer in staat van verdediging te brengen, tegen de bepalingen der vredesverdragen in. Engeland sluit daarvoor de oogen dicht, het kleine opofferend aan het groote doel. Ten aanzien van Italië geldt hetzelfde: de steun-toezeggingen aan de Middeiland- sche Zee-mogendheden, waartegen de Duce zoo fel gekant was, zij zijn ingetrok ken; z.g. omdat Italië toezeggingen heeft gedaan aan betrokkenen, doch in feite is Engeland opnieuw geweken voor den Italiaanschen druk. Ieder officieel antwoord van beide uit- genoodigden doet echter nog op zich wach ten. Heeft Duitschland het te druk met zijn Olympiade en Italië met de pacifica tie van zijn jongste veroverde gebied? In deze aarzeling ligt evenwel een groo te bron van bezorgdheid en' niet ten onrechte! Te meer, waar alle partijen immers als vrij man ter conferentie kun nen verschijnen en als „gelijk-berechtig- denDe Fransche politiek van Blum en Del bos sluit zich daarbij volkomen aan. Afwachten en nog eens afwachten, is voorloopig weer het parool Een reeks kleinigheden op het eerste gezicht, doch van groote beteekenis bij nadere beschouwing, vertroebelt daarbij de situatie. Neem b.v. het gebeuren te Weenen bij het passeeren van den Olym- pischen fakkel. De nationaal-socialisten hebben daarvan op ergerlijke wijze mis bruik gemaakt voor een demonstratie, het Duitsch-Oostenrijksch accoord ten spijt. De aanwezigheid van eenige Oostenrijksche ministers, die toch zeker tot groote voor zichtigheid had moeten noopen, was zelfs geen bezwaar. De ministers moesten het veld ruimenGevolg van een en ander is, dat de aangekondigde annestie is opge schort en voor velen geen doorgang zal hebben Dat vertroebelt het nog zoo versche accoord niet zuinig. Opmerkelijk is, dat van Duitsche zijde ëe lezing is uitgegeven, dat het geen Nazis Varen, doch als Nazis vermomde Marxisten; een wel zeer doorzichtige methode. Waar mee men echter vrede zou kunnen hebben, zoo op die manier gepoogd zou worden om bet accoord te redden, doch dit zal nog moeten blijken. Gelet op de uitlatingen van bondskan selier Schuschnigg is deze vast van zin om niet te laten tornen aan de Oosten rijksche onafhankelijkheid, accoord of Seen accoord En juist vlak voor den aanvang der Olympiade, wordt in Duitschland wereld kundig gemaakt het protest, door de lei ders der Evangelische Kerk tot den Fuehrer gericht. Het is een waardig protest, maar gedurfd in een land, waar geen tegenspraak wordt geduld en slechts ge- Prezen mag worden, hetgeen de regeering boet. Zal de Olympiade de onderteekenaren voorloopig vrijstellen van optreden der leiders van het Derde Rijk? En zal hun rekening worden opgemaakt na afloop der spelen, waarop nog meer heet te wachten? De wereld moge in spanning uitzien naar ontspanning, men haast zich niet, inte- sendeel. T(,*)..Jnist bereikt ons thans de tijding, dat itahe en Duitschland de uitnoodiging «anvaardden, doch een „zorgvuldige voor bereiding" vragen. TRANSFERREGELING MET DUITSCHLAND. -pVAMS PvKSfA, Nog altijd is er onzekerheid, naar na der blijkt, of Valencia, waarvan het bezit in handen der regeering van zoo groot be lang zou zijn voor Madrid, naar de op standelingen is overgegaan. Volgens nadere berichten is in eenige kazernes opstand uitgebroken, waarop door de arbeiders is geantwoord met een algemeene staking. De toestand zou zeer verward zijn. Mede naar aanleiding daarvan heeft de minister van binnerüandsche zaken voor de radio de volgende mededeeling bekend doen maken: Verscheidene buitenlandsche onderdanen hebben geruchten verspreid, die tegen de regeering der republiek gericht zijn. Zij hebben met name verklaard, dat de am bassades voornemens zouden zijn Madrid te verlaten, dat een groep vreemdelingen een trein besproken hadden om zich naar Va lencia te begeven, maar dat aan dit voor nemen geen gevolg kon worden gegeven, daar het garnizoen in opstand was geko men. De politie heeft eenige personen, die geruchten rondstrooiden gearresteerd. Of ficieel wordt tegengesproken, dat de am bassades de bedoeling zouden hebben uit Madrid te vertrekken. Gistermorgen vroeg hebben vliegtuigen der regeering eenige duizenden exemplaren van een proclamatie verspreid, waarin de soldaten worden uitgenoodigd, hun opstan dige officieren in den steek te laten. De proclamatie gaat dan voort: Soldaten, komt zonder vrees tot ons. Laat uw offi cieren in hun misdadige krankzinnigheid in den steek en waneer zij zich tegen uw vrijheid verzetten, doodt hen. Slechts op deze wijze zult gij uw plicht doen. In het Noorden. Tegenstrijdige geruchten blijven de ronde doen aan de Fransche grens over den toestand in Navarra. De speciale cor respondent van Havas is uit Hendaye ver trokken en heeft gistermorgen den berg Martingoita beklommen, die het kleine dorp Endarlaza beheerscht, waar de brug die Navarra met Guipuzcoa verbindt, door de regeeringstroepen is vernield om den opstandelingen te beletten naar San Sa- bastian op te rukken. In strijd met de geruchten constateerde de correspondent, dat de toestand normaal was. Er was geen enkele concentratie van troepen te zien. Slechts enkele auto's reden op den weg naar Pamplona. De actie der rebellen, die eergisteren Oyarzun heroverd hebben, speelt zich af achter de Spaansche berg helling, waar, naar verluidt, verscheidene duizenden mannen zich gereed zouden ma ken de regeeringstroepen in Guipuzcoa aan te vallen. Gistermorgen werd het bombar dement in de streek tusschen Renteria en de bergpassen heviger, zoodat het onmo gelijk was den weg San Sebastian-Fonta- rabie te bereiken. De regeeringsartlllerie van Guadelupe bombardeert de rebellen te Oyarzun teneinde een troepenconcentratie te verhinderen. Don Carlos, de zwager van den prins van Asturië, zou ook in Noord-Spanje zijn. Mededeelingen der opstandelingen. De radio-zender te Tetoean heeft mede gedeeld, dat de stad Badajoz door de in- surgenten is bezet. De regeeringstroepen zouden gevlucht zijn in de richting van de Portugeesche grens. De opstandelingen zetten hun opmarsch voort. Zij zouden Villa Real hebben bezet en de verbinding met het noordelijk leger hebben tot stand gebracht. Uit de Portugeesche grensstad Elvas, welke tegenover Badajoz is gelegen, ver luidt echter tot nu toe nog niets over de in bezitneming van Badajoz door de op standelingen. De zender te Granada meldt, dat de stad door twee regeeringsvliegtuigen is gebombardeerd. De aangerichte schade is slechts gering. Jachtvliegtuigen der opstandelingen heb ben direct een achtervolging ingezet en een der beide regeeringsvliegtuigen tot daling gedwongen. Bij een gevecht in het Guadarama-gebergte zouden de regeerings troepen in de minderheid zijn gebleven en 40 dooden op her slagvela hebben achter gelaten. De opstandelingen beweren, dat een hun ner colonnes El Pardo op 18 K.M. afstand van de hoofdstad zou hebben bezet en dat twee andere colonnes nog slechts op 30 K.M. daar vandaan zijn. De regeering van Burgos. De te Burgos gevormde regeering Caba- nellos heeft thans algemeen van haar vor ming kennis gegeven, doch van erkenning is natuurlijk geen sprake. Het leveren van oorlogstuig. De kwestie der Italiaansche vliegtuigen het heet zelfs, dat nog 14 vliegtuigen uit Italië in Marokko arriveerden houdt de aandacht gespannen. Van Fransche zijde wordt gemeld, dat de inzittenden der vliegtuigen Italiaansche militairen zijn, doch de Italiaansche regeering houdt vol, van niets te weten. Niettemin zal Rome een onderzoek instellen. Vooral Parijs is onder den indruk en temeer, aangezien immers in de commissies van buitenland sche zaken van Kamer en Senaat Blum en Delbos verklaarden dat Frankrijk zich zou onthouden van elke interventie in Spanje. In verband hiermede achtte men het in parlementaire kringen noodig, dat een conferentie bijeen wordt geroepen van de staten, welke het statuut van Tanger ga randeerden, ofwel van de drie groote mo gendheden, die rechtstreeksche belangen hebben in de Middellandsche Zee, n.l. Frankrijk, Engeland en Italië, teneinde een formeel accoord van absolute niet-inmen- ging in de zaken van Spanje te sluiten. De Fransche regeering heeft evenwel haar houding nog niet kunnen bepalen. Van daag zal de ministerraad bijeen komen en waarschijnlijk zullen dan beslissingen wor den genomen. In het Engelsche Lagerhuis heeft onder minister Cranborne gisteren over den ver koop van 4 civiele vliegtuigen aan de mili taire partij in Spanje nog gezegd, dat dit een zuiver particuliere handelsattractie is geweest, waarbij de regeering niet eens het recht, zou hebben gehad tot eenig ingrij pen, omdat hiervoor zelfs geen uitvoerver gunning noodig is. Er was tot nu toe geen aanvraag van de Spaansche regeering of hun tegenpartij voor de levering van Engelsche munitie of ander oorlogstuig ingekomen. Als deze in de vacantie nog mochten inkomen dan zou de regeering iedere aanvraag strikt behan delen volgens het standpunt van het in ternationale recht. De toestand was ge compliceerd en heel ernstig. Spr. vond het 't beste ais regeering namens het Huis en het Engelsche volk de sympathie voor het Spaansche volk in zijn geheel. bij zijn be proevingen uitdrukte. Intusschen verheelt men zich in poli tieke kringen niet. dat Indien Italië zich inlaat met de gebeurtenissen in Spanje, de internationale toestand hierdoor na- deelig kan worden. EEN NADERE AANVULLING. Ter aanvulling van de od 29 Mei j.l. be kend gemaakte bijzonderheden omtrent den inhoud van het tusschen de Nederlandsche en Duitsche regeering gesloten transfer- Drotolcol d.d. 5 Juni 1936. wordt nog het volgende omtrent deze transferregeling medegedeeld: 1. Ten aanzien van In het voormalig Saargebied geïnvesteerde kapitalen en be leggingen zulen als Nederlandsche schuld- eischers worden beschouwd rechts, en natuurlijke personen, die hun zetel of vaste woonplaats in Nederland hebben en die. hetzij reeds op 13 Januari 1935 eigenaren van de betreffende kapitalen en beleggin gen waren, welke onder het Duitsche trans fermoratorium vallen of die sindsdien nog kapitalen en beleggingen verworven heb ben. waarvoor de genoemde kenmerken op dien dag aanwezig waren. Deze bepaling treedt eerst dan in wer king. wanneer de betreffende gerechtigden niet op andere wiize betaling kunnen ver langen. 2 Nederlandsche schuldeischers van vor deringen. welke een goudclausule dragen, doen door het aannemen van de uit het transferprotolcol voortvloeiende betalingen voorzoover de betalingen door de Duitsche debiteuren op papierbasis berekend zijn. geen afstand van hun even- tueele rechten op betaling van de later oo- eischbaar wordende renten en van de hoofdsom in goud of de tegenwaarde daar van. 3. Indien Nederlandsche eigenaren van onroerende goederen in Duitschland voor onderhoud, reparatie of verbouwing van hun bezittingen geld buiten Duitschland hebben moeten opnemen en daarvoor zoo danige renteverplichtinzen hebben moeten aangaan dat een vermindering hunner ge transfereerde opbrengsten uit Duitsch be zit een voor hen bijzonder drukkende last zou worden, kunnen zij zich tot de Neder landsche regeering wenden, die daarom trent met de Duitsche regeering overleg zal plegen, teneinde zoo mogelijk voor deze bijzondere gevallen een van den alee- meenen regel afwijkenden maatregel te treffen. 4. Nederlandsche schuldeischers. wier effecten in Duitschland liggen, kunnen, indien zij certificaten willen laten aan maken. hun mantels en coupon-c.q. divi dendbladen naar Nederland laten komen. De Duitsche regeering heeft zich bereid verklaard desbetreffende aanvragen tot verzending der effecten naar Nederland goed te keuren. 5. De onpersoonlijke chèques op de Kon- versionskasse für Deutsche Auslandschul- den. welke verkregen kunnen worden voor het meerdere boven het in contanten te betalen gedeelte (tot de voor de verschil lende kapitaaisopbrengsten vastgestelde maxima), z.g. „toonderchèques b". ziin uitsluitend bii de Associatie-cassa of de Kas-vereeniging N.V te Amsterdam en voorzoover het betreft de door deze instel ling afgegeven chèques bii den oost- chèque- en girodienst, welke ten deze han delen als gemachtigden van de Nederland sche Bank N.V., a 30 te veckpopen. De omrekening in guldens geschiedt tegen den koers van den dag. voorafgaande aan den dag van aankoop der cheques, welke aan koop in den regel zal plaats vinden oo den dag van aanbieding bii een van de ge noemde instellingen. De aanbieding der chèques ten verkoop moet geschieden binnen twee maanden na den datum van uitgifte. Wanneer binnen dezen termijn de aanbieding ten verkoop niet heeft plaats gevonden, vervallen de cheques en de daarin belichaamde aan spraken ten gunste van de Konversions- kasse. Ter vereenvoudine van den gang van zaken is de mogelijkheid geschapen dat de toonderchèques b. onmiddelijk verzilverd worden, zoodat de gerechtigde niet in het bezit komt van de chèques zelve, welke hii vervolgens ten verkoop zou moeten aanbieden, doch zoodra mogeUik van de kassiersinstelling of van den postchèque- en girodienst het hem toekomende bedrag in guldens ontvangt. Ook in dit geval ge schiedt de omrekening in guldens teeen den koers van den dag. voorafgaande aan den dag van aankoop der chèqües. Deze aankoop, waarmede zich eveneens de kas siersinstellingen resp. de postchèque- en girodienst namens de Nederlandsche Bank N.V belasten, zal in den regel geschieden od den dag van de inlevering der amorti satie- of restantdividendbewijzen bii de kassiersinstelling, resp. op den dag waarop de postchèque- en girodienst het desbetref fend verzoek van den gerechtigde in be handeling neemt. 6. Bii de berekening van het Reichsmark- bedrag der toonderchèques b wordt uitge gaan van het guldensbedrag verkregen door de omrekening van het bii de Kon- versionskasse für Deutsche Auslandschul- den gestorte reichsmarkbedrag boven de tegenwaarde van het in contanten te be talen gedeelte (tot de voor de verschillende kapitaaisopbrengsten vastgestelde maxima) teeen den koers van den dag voorafgaande aan den dag van storting. Dit guldens bedrag wordt in Reichsmark omgerekend tegen den koers van den dag. voorafgaan de aan den dag van betaalbaarstelling der amortisatie- en restantdividendbewiizen resp. van den dag. voorafgaande aan den dag van verzending der betreffende ken nisgevingen door den postchèou»- en giro dienst. Zoolang echter de guldenkoers ,n Berliin zich tusschen R.M 166.en R.M. 173.— en bovendien tegelijkertijd de Reich :markkoers in Amsterdam zich tusschen f. 60 24 en f. 57.80 beweegt, blijft bii de berekening van het Reichsmarkbedrag der toonderchèques b. de guldentegenwaarde van het bii de Konversionskasse gestorte Reichsmarkbe drag buiten beschouwing. In dat geval wordt door den postchèque- en girodienst in de aan de begunstigden te zenden ken nisgevingen betreffende de z.g. overschot ten alleen het Reichsmarkbedrag vermeld, hetwelk bij de Konversionskasse is gestort. Bij de berekening van het bedra?. dat in Hollandmark a. zal worden besch'kbaar- gesteld wordt evena's tot nu toe «tpeds uitgegaan van het Reio'-'r"""'khpd'-a<' 'ap"on de tegenwaarde van het in contanten ie betalen gedeelte (tot, de vastgestelde maxima), dat bii de Konversionskasse ge stort is. zonder dat het daartegen validee- rende guldensbedrag daarbii in aanmer king wordt genomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9