De strijd in Spanje - De Davis Cup-winnaars
HET HELSCH COMPLOT
774te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
II.
FEUILLETON.
ZES BUIZEND CANADEEZEN die te Vimy (Frankrijk) de onthulling van het REGEERLNGSTROEPEN IN VUURGEVECHT MODEL VAN EEN NIEJUW LABORATORIUM
Canadeesche oorlogsmonument bijwoonden, werden in Westminster-Abbey te Londen MET OPSTANDELINGEN m
door Baldwin ontvangen. Overzicht tijdens de begroetingsrede van vooi de universiteit te Tokio. Tweehonderd studenten zullen,
den minister-president. Duaidarrama. in het laboratorium kunnen werken.
4Q u uW *tT8080M rl
REPETITIE VAN DEN VLAGGEN-OPMARSCH IN HET DE BURGEROORLOG IN SPANJE. - Regeeringstroepen
STADION TE BERLIJN. schieten vanuit de vensters van een hotel, verdekt opgesteld
Overzicht van het stadion met de vlaggen der deelnemende landen achter matrassen, op de opstandelingen.
ENGELAND BEHOUDT DE DAVIS-CUP door de overwin
ning op Australië. Het Engelsche Davis Cup-team met de Cup.
V.l.n.r. Austin, Perry, mr. Roper Barrett,
(captain) Hughes en Tuckey.
Vrij naar het Engelsch
door ANNIE S. SWAN.
27)
Mrs. Marshal King was, In overleg met
naar man, met hem mee naar het huis
gereden, waar ze de godsdienstoefening bij
gewoond had. Daarna was zij bij Alice ge
bleven, terwijl de anderen naar het kerk
hof waren. Alice had hen zelf voor de be
grafenis uitgenoodigd, want, hoewel zij ze
hog pas heel kort kende, hield ze veel van
*e en vertrouwde ze volkomen. Traquair
was nog niet in staat buitenshuis te ko-
hten, maar zij was geen oogenblik uit zijn
gedachten en hij was zelfs zoo vrij geweest
haar een condoleancebriefje te schrijven,
wat ze echter nog niet beantwoord had.
..Wat een vreemd idee om het geheele
testament voor te lezen, waar iedereen bij
oei Allee. „Toen mijn tante het daar-
o"er had, heb ik haar gevraagd, waarom
oat zoo moest gebeuren. Ze zei, dat het een
gewoonte was en dat het tot nu toe altijd
".hoar familie gedaan was."
Mts. King glimlachte flauwtjes.
..in groote en belangrijke families wordt
oet altijd gedaan, waar vele bezittingen
"«gelaten worden. Ik moet je eerlijk be
kennen, dat ik vind, dat deze beproeving
)e wel gespaard had kunnen blijven."
"Het zal verschrikkelijk zijn. Ik geloof,
1 de Ruthven's denken, dat zJJ de voor
naamste erfgenamen zijn en hun teleur
stelling zal ontzettend zijn. Hebt u gezien,
wat een woedenden blik de oude Ruthven
mr. Warburton toewierp, toen hij de kamer
binnen kwam, net voordat de dienst be
gon ?Het was verschrikkelijk."
„Ik heb het gezien. Onlangs was ik bij
mijn grootmoeder en ze vertelde me, dat
er vroeger tusschen miss Dempster en
Ruthven een liefdesaffaire geweest is."
„Werkelijk?"
„Dat vertelde ze tenminste. Maar er
schijnt iets tusschenbeide gekomen te zijn
en hij is met iemand anders getrouwd. Nie
mand heeft een erg hoogen dunk van hem
in Edinburg en het zou niemand verwon
deren, als het bleek, dat hij, zonder zich
in het minst om de belangen van anderen
te bekommeren, alleen maar op zijn eigen
voordeel uitgeweest was."
„Ik kan niet weigeren erbij te zijn, wel?"
vroeg Alice een beetje zenuwachtig.
„Ik ben bang van niet. Waarom zou je
het erg vinden? Je bent toch geheel en al
onschuldig en behoeft je van hen niets aan
te trekken."
„Ik ben bang voor het heele geval," zei
ze met een lichte huivering. „Laten we
maar vast thee drinken, voordat ze terug
komen. O, dit is zoo'n groot somber huis!
Ik zal blij zijn als ik er niet meer in terug
behoef te komen. Alhoewel als mijn arme
tante in leven gebleven was, hadden we er
samen misschien nog wel gelukkige dagen
in door kunnen brengen. Ik begon haar
pas te kennen, toen ze van me weggeno
men werd."
„Ik wou voor jou, dat ze niet gestorven
was en ik hoop, dat je in leder geval niet
uit Edinburg weggaat."
Alice keek verbaasd en belde.
„O, ik denk, dat ik naar Colchester terug
ga. Ik voel me niet op mijn gemak in deze
stad."
Er werd zacht op de deur geklopt en
Jervis, keurig in haar nieuwe rouwcostuum,
kwam binnen om te vragen, waarom haar
meesteres gebeld had.
„Breng onmiddellijk wat thee, Jervis en
zorg ervoor, dat het vuur in de bibliotheek
helder brandt en dat alles in orde is, als de
menschen terugkomen."
Jervis verdween en mrs. King maakte
een ongewone opmerking.
„Het gezicht van dat meisje bevalt me
niet, Alice. Is het een goed dienstmeisje?"
„Ze doet haar werk goed; ze zijn geen
van allen aardig, als u begrijpt wat ik be
doel. Mijn eenige vriendin hier in huis is
de kleine Christina Caldwell, een protégée
van dr. Guthrie."
„Komt dr. Guthrie ook nog hier terug?"
vroeg mrs. King.
„Hij heeft het wel beloofd en ik hoop
maar, dat hij het doet. Ik zal de weinige
vrienden, die ik heb. noodig hebben."
Ze had een voorgevoel, dat er minder
prettige dingen te gebeuren stonden en
werd hierin niet bedrogen.
Binnen het uur hoorde ze het eerste
rijtuig terug komen en ze stond zenuw
achtig op.
„Ze komen terug. Wilt u met me mee
naar beneden gaan, mijn lieve mrs. King
en bij me blijven tijdens het oordeel, waar
ik, zooals mr. Warburton mij verzekerd
heeft, niet aan kan ontkomen? Het stond
uitdrukkelijk in het testament van mijn
tante, dat het in de bibliotheek voorgelezen
moest worden, in tegenwoordigheid van
zekere personen. Ik voel me ontzettend
zenuwachtig."
„Misschien was het beter, als je hier
bleef wachten, totdat ze allemaal binnen
zijn en je laten halen, geloof Je ook niet?"
„Misschien wel. Ik wou maar, dat het
voorbij was," zei ze, terwijl ze haar handen
krampachtig open en dicht deed. „Ik heb
een voorgevoel, dat er iets ergs gaat ge
beuren en God weet, ik heb niemand van
zijn rechten willen berooven. Misschien
heeft mijn tante me wel een kwaden dienst
bewezen alhoewel ze het zeker goed be
doeld heeft".
Mrs. King maakte uit deze woorden op,
dat Alice verwachtte iets te erven. Tot ju
toe hadden de twee vrouwen het nog niet
over de toekomst van het meisje gehad.
Intusschen had een rijtuig voor de deur
stilgehouden met de twee Ruthvens erin,
gevolgd door een rijtuig, dat slechts War
burton bevatte. Hij holde de stoep op en
legde zijn hand op Ruthven's arm.
„Ik heb den geheelen middag al getracht,
u te pakken te krijgen," zei hij beleefd.
„Kunnen wij hier ergens even alleen met
elkaar spreken, voordat wij ons in het ge
zelschap van de anderen begeven?"
Ruthven keek hem met woedende blik
ken aan, terwijl zijn zoon, wit van angst,
met open mond af stond te wachten, wat
er gebeuren zou.
„Ik begrijp niet. wat u mij te zeggen
kunt hebben," antwoordde Ruthven, die
tevergeefs trachtte zijn innerlijke gespan
nenheid onder -een aanmatigende houding
te verbergen. „Ik veronderstel, dat u in het
belang van miss Alice Harman handelt.
Wanneer dat zoo is, geloof ik. dat het nog
vroeg genoeg is, wanneer ik uw meening
in het gezelschap van de anderen ver
neem."
„Dat geloof ik niet mr. Ruthven", ant
woordde Warburton rustig, maar met groo-
ten nadruk. „Ik geloof, dat het beter is,
wanneer u mij die paar minuten toestaat.
Het zal zeker in uw eigen belang zijn."
Een derde rijtuig met de geestelijken,
hield voor de deur stil en zij zagen zich
genoodzaakt naar binnen te gaan.
HOOFDSTUK XVTII.
Miss Dempster's testament.
Ruthven, die in het huis overal den
weg wist, opende de deur van de eetkamer
en wenkte Warburton om binnen te komen.
Zijn gezicht was grauw van angst en hij
had de grootste moeite zijn gelaatsuitdruk
king in bedwang te houden en onverschil
lig te lijken.
„Het leek me verstandig om eerst een
woordje met u apart te hebben, mr. Ruth
ven, voordat wij ons in het gezelschap van
de anderen begeven," zei Warburton. „U
vermoedt waarschijnlijk wel, wat Ik ga
zeggen. Op denzelfden dag, dat miss Demp
ster ziek geworden is, is ze bij mij ge
weest met het verzoek een nieuw testa
ment voor haar op te stellen."
„En?" zei Ruthven, terwijl zijn tong aan
zijn gehemelte scheen te kleven.
„Volgens haar aanwijzingen, die heel
duidelijk en blijkbaar zorgvuldig uitgedacht
waren, hebben wij het document opge
steld."
„Maar het kon toch zeker niet naar be-
hooren bevestigd worden, daar zij dien-
zelfden dag nog ziek geworden is." zei
Ruthven moeizaam.
IWordt vervolgd)..