De Kaagweek 1936 - Internationaal schaaktournooi te Zandvoort HET HELSCH COMPLOT 77ite Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE KAAGWEEK. Er stond gisteren een flinke bries HET INTERNATIONALE MEESTER-SCHAAKTOURNOOI TE ZANDVOORT. en terdege hebben de zeilers hiervan geprofiteerd. De burgemeester van Zandvoort, de heer H. van Alphen, doet den eersten zet van de partij De regenbogen in den storm. dr. Euwe— dr. S. Tartakowar. HET VLIEGFEEST TE N00RDW1JK. Boven heb strand wer den demonstraties gehouden, waarvoor op de terrassen qü boulevard groote belangstelling Bestond- DE OLYMPISCHE CANDID ATEN VOOR DE 4 100 METER IN ACTIE. Ter gelegenheid van het 12£-ja,rig bestaan van ,,A.V. 1923" werden in het stadion wedstrijden gehouden. Berger geeft over aan Osendarp. KAN O-PA G A AI-W ED STRIJ D EN OP HET SPAARNE BIJ HAARLEM - om het kampioenschap van Nederland. De start voor de 10 K,M. Op den voorgrond Trekvogels", midden ,,H.K.V." en achter ,,Quo Vadis". DE SCHELDE-WEDSTRIJD OM DEN ZILVEREN WISSELBEKER. De finish bij de nieuwe pier te Vlissingen. Op den achtergrond de ,,Thor" en rechts de ,,Douwe Aukes". BRITSCHE ATIILETIEK KAMPIOEN SCHAPPEN VOOR DAMES. Miss Ber- nice Steyl (Zuid-Afrika) bij'het kogelstooten Vrij naar het Engelsch door ANNIE S. SWAN. 18) Het ameublement was van bet ouder- wetsche, zware, mahoniehouten soort en omvatte, onder andere, een enorm vier- stijlig ledikant. Alice was er in geslaagd het ding ijiinder vervaarlijk te doen lijken «>or het met witte gordijnen te behangen. Voorts had ze de paar schatten, die ze uit oe garnizoensplaats, waar ze den geluk kigsten tijd van haar leven doorgebracht had, meegenomen had, over de kamer ver spreid. Op den schoorsteenmantel stond, to een mooie zilveren lijst, het portret van haar vader in uniform. Het was een ge schenk van zijn regiment geweest, haar aangeboden een dag voordat ze Colchester verliet en van al haar bezittingen was dat haar het dierbaarste. Daarboven, in een smal, verguld lijstje, hing een ietwat ver bleekt waterverf-schilderij van haar moe der, die zij zich nauwelijk meer herinneren kon. De kamer was erg gezellig gemaakt; Christina haci niets vergeten. Een leun stoel was vlak bij het vuur geschoven en toen ze er in neer viel, besefte ze ineens hoe volkomen uitgeput zij was. Verlost van de spanning, die haar zoo lang ge vangen gehouden had, sloot ze een oogen- "hk de oogen. Toen herinnerde zij zich ineens de brie- »eB, dje ze gekregen had. Beide droegen het stempel van Colchester, ofschoon een uit Indië kwam en haar uit Colchester op gezonden was. Ze herkende de stijve en veloppe met het bekende wapen en wist, dat die brief vaji de vrouw van kolonel O'Brien kwam, die haar vader's beste vriend in Colchester geweest was. Ze had erg veel van mrs. O'Brien gehou den, een typische, openhartige Iersche van de oude school en ze opende haar brief het eerst, alhoewel het logischer ge weest was, als de„ andere haar het meest geïnteresseerd had, daar die van den man kwam, dien ze gedacht had te trouwen. „The Bungalow, North Road, Colchester. Mijn lieve Alice, Ik was erg blij met je brief. Je hebt me zoo lang op bericht laten wachten, dat ik al tegen den kolonel gezegd had, dat ik eerstdaags naar Edinburg zou reizen om te zien, of je werkelijk je plaats van be stemming bereikt had. Ik ben blij, dat alles beter uitvalt, dan je verwacht had en ik zie in, dat het heel verstandig van je was om een paar weken met schrijven te wachten, anders zouden we waarschijnlijk een sombere voorstelling van je nieuwe tehuis hebben en verdrietig worden als we aan je dachten. Ik stuur je hierbij een brief op, die voor je gekomen is van Jim Stanley en hoewel ik niet nieuwsgierig ben, of graag mijn neus in andermans zaken steek, ben ik nog nr/jit zóó in de verleiding geweest om aan dingen te komen, die niet van mij waren. Wat staat er in? Ik heb lang nagedacht en ik vind dat ik je moet verteilen, wat mrs. Fitzgerald me gezegd heeft Je weet, dat ik nooit erg snugger geweest ben en ik denk wel, dat jij al iets gemerkt hebt die brutale kat, Cecilia Travers, is in den herfst naar Simla vertrokken en nu heeft mrs. Fitz gerald een brief van haar gekregen en ze vertelde me, dat zij en Jim als een paar beschouwd worden en dat Cecilia verwacht daar te blijven. Ik heb naar alles geluis terd wat die vrouw me te zeggen had, zonder een enkele opmerking te maken, wat me tot eer strekt, niet? Er bestaat geen twijfel, of ze heeft me die praatjes uit Simla verteld met de bedoeling, dat ik ze aan jou door zou geven. Wat kapitein Stanley je ook in zijn brieven schrijven mag, ik vind, dat jij dat van die Cecilia moet weten. Je bent nu eenmaal een meisje, dat graag weet waar ze aan toe is. Daarom hield de kolonel altijd zoo veel van je. Ik weet, dat je me zult schrijven en je me net zooveel zult. vertellen, als vindt dat ik weten mag en je kunt er zeker van zijn, dat, wat er ook gebeurt, de kolonel en ik je nooit in den steek zullen laten en dat er altijd nog een plaatsje voor je is In de Bungalow, zoolang als het onderdak verschaft aan je, je toegenegen HARRIET O'BRIEN. Alice legde den brief neer en opende den andere. Dit stond er in den Indischen brief geschreven: Rajhputam, Northern Provinces. Mijn lieve Alice, Ik heb je brief, ik durf bijna niet te zeggen hoe lang geleden ontvangen. Ik behoorde je vergiffenis te vragen, dat ik niet eerder geantwoord heb en als ik het gewone soort leugenaar geweest was, zou ik gemakkelijk genoeg een fatsoenlijk excuus in elkaar gedraaia kunnen hebben voor mijn onaohtzaamheid. Waar ijf beh een eerlijken kerel en ik weet bovendien best, dat je mijn excuses toch zoudt door zien. Je hebt altijd erg scherpe oogen ge had. Ik denk wel, dat je gemerkt hebt, dat' mijn brieven anders geworden zijn, in je laatsten brief zeg je er zelf iets van. Ik heb de laatste zes maanden getracht niet te laten merken, dat ik een beetje ver anderd ben, maar het is me niet gelukt. Wat mijn fouten ook zijn, een huichelaar ben ik niet. Dit brengt, me naar het hoofddoel van mijn brief en dat is, dat ik je wil vertellen, Alice, dat ik geloof, dat we ons beiden vergist hebben en dat het maar beter is, dat we het inzien, voordat het te laat is. Voor ik Colchester voor den laatsten keer verliet, begon ik er al bang voor te worden. Zie je, je bent niet precies het type vrouw, dat ik moet hebben. Jouw standaard van fatsoen is te strikt en of schoon ik getracht heb te leven, zooals jij vond, dat ik het doen moest, heb ik daar niet in kunnen slagen. Je geeft een man niet genoeg vrijheid. Dat heeft iedere man noodig en daarom hoeft hij nog niet meteen heelemaal verdorven te zijn. Dan heeft de geldkwestie me heel wat zorgen gebaard. Het is hier alles ver schrikkelijk duur en ons regiment staat nu niet bepaald voor zijn zuinigheid be kend. Je zou stom verbaasd zijn, als je wist, wat we hier alleen al aan polo uit moeten geven. Ik zou een meisje niet graag armoede willen laten lijden en God weet, dat jij in je jeugd daarvan al ge noeg meegemaakt hebt. Jij moest een rijken man trouwen, die je een luxueus leven kon laten leiden. Ik hoop echt, dat dat nog eens gebeurt. Er is een kerel hier, wiens naam ik niet behoef te noemen en die met vreugde de kans, jou te krjjgen, a.an ?ou gtijpsii. Ik ben niet ijdel genoeg om te denken, dat je lang om mij zult treuren. Het zou jammer voor Je zijn, als je het wel deed. Ik ben nooit goed genoeg voor je geweest en dat is mijn eenigen troost, nu ik dezen brief schrijf. Het is niet prettig een der- gelijken brief te moeten schrijven, maar ik ben vast besloten eerlijk te zijn. Ik ver zeker je, dat ik nachten wakker gelegen heb om te bedenken, wat ik aan je zou schrijven. Ik troost me met de gedachte, dat jij nooit zoo veel om mij gegeven hebt. als ik om jou. Je weet, dat ik me er dikwijls over beklaagd heb, dat je zoo koud was. Ik hoop, dat kapitein Harman. weer beter is. Ik heb gehoord, dat hij al heel lang ziek is. Hij zal wel boos zijn, maar misschien kan jij hem het verstan dige van dezen stap doen inzien. Schrijf je me eens om me te vertellen, dat je me vergeven hebt? Ik weet zeker, dat ons huwelijk een afschuwelijke vergissing zou zijn. Tracht de oprechtheid van mijn be doelingen te gelooven en denk niet te hard over me. Ik verzeker je, dat ik het erger voel, dan jij met mogelijkheid kunt doen en alle menschen hier, die jou ken nen, zijn natuurlijk woedend op me. Doe het me alsjeblieft niet aan, dat je de prullen terugstuurt, die ik je gegeven heb. En wat de ring betreft, als je hem niet als herinnering aan de dagen, die voorbij zijn, wilt bewaren, moet je hem maar rustig in de Colne gooien. Hij zal niet de eerste zijn, die daarin terecht komt. Ik bied je nogmaals mijn verontschul diging aan en lever me geheel aan je ge nade over. Geloof me, je toegenegen JAMES CARR STANLEY". .OVqrdt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5