Hertog van Kent op het Loo - Tenniswedstrijden in Noordwijk HET HELSCH COMPLOT 77sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE AANKOMST VAN DE JAPANSCHE DEELNEEM STERS AAN DE OLYMPISCHE SPELEN. De dames bij de begroeting voor bet Berlij nsche stadhuis. HET 60-JARIGE BESTAAN VAN DE DELFTSCHE STUDENTEN RO EI VEKEENIGING „LAGA" Tei gelegenheid hiervan v onden wedstrijden plaats op de Zweth. De finale twee-riemsgieken. De deelnemers uitgeput na den strijd. HET VERBLIJF VAN DEN HERTOG VAN KENT IN ONS LAND. Zaterdag was de Prins de gast van H.M. de Koningin op het Loo. De Koningin en de Prinses en de Hertog van Kent in den tuin. WIELERKAMPIOEN SCHAP PEN IN HET STADION. - Van Vliet werd kampioen sprinter van Nederland. Jür, v. d. Bergh hangt hem een kraras om de schouders. DE 23-JARIGE AUSTRALISCHE TENNISWEDSTRIJDEN IN NOORDWIJK tussehen Holland en VLIEGER JIMMY MELROSE Amerika. Op de foto Allison in actie tijdens zijn partij tegen Timmer, die verongelukt is. Timmer won met ft—1, 2—6, 7—5. Vrij naar het Engelsoh door ANNIE S. SWAN. 6) De arme vrouw, die nauwelijks meer haar stoel verliet en in werkelijkheid in bed be hoorde te liggen, kon geen toezicht houden over wat er in haar huis voorviel. Alice ontdekte, dat de schrale maaltijden, die in de eetkamer opgediend werden in overeen stemming met de gierige principes van haar tante, in de keuken geen navolging vonden. Maar hoewel ze haar oogen goed open hield, zei ze er in het begin niets van, daar ze eerst zeker wilde zijn van de liefde en welwillendheid van haar tante. Haar voor zich te winnen was haar eerste taak en daarvoor deed ze haar uiterste best. Ge lukkig viel haar dit niet moeilijk. De oude vrouw, die zoo vele jaren haar mede mensehen moedwillig van zich afgestooten had en, piekerend over ingebeeld onrecht, haar leven in de grootste eenzaamheid doorgebracht had, bemerkte, dat ze zich met onuitsprekelijk verlangen naar het kind van haar zuster keerde. Dalgleish ontdekte al spoedig, dat haar eigen invloed ondermijnd werd en dat ze niet langer de rechterhand van haar mees teres was. Zooals te verwachten was, legde zij zich hier niet lijdelijk bij neer, maar liet haar vijandelijkheid tegenover de in dringster zoo openlijk, als ze maar durfde, blijken. Alice, echter, lette nauwelijks op haar. HOOFDSTUK IV. Een belangrijke dag. „Alice," zei miss Dempster, „zeg aan Meikle, dat mijn rijtuig om twee uur voor moet komen, want wij gaan uit." Alice zat aan tafel de wekelijksehe uit gaven na te rekenen en hield haar wenk brauwen gefronst, omdat de kas niet klopte en ze de fout niet kon vinden. Ze keek verbaasd op van haar werk en wierp toen een blik op de ramen, die verduisterd schenen door een natte mist. „Het is erg slecht weer, tante Kathe- rine," zei ze bezorgd. „Denkt u, dat het wel verstandig is?" „Ja. Ik moet iets doen. Zeg hun, dat ze precies op tijd moeten zijn en vraag aan Dalgleish of ze mijn kleeren klaarlegt, mijn robbevellen mantel, die ik in geen twee jaar gebruikt heb. Zeg haar, dat ze hem voor het vuur in mijn kleedkamer moet verwarmen. Alice leunde in haar stoel achterover en keek bezorgd naar haar tante, die heele- maal niet goed in orde was. Sinds haar komst, drie weken geleden, had ze haar dagelijks achteruit zien gaan. Ze geleek meer dan ooit op een camee en de wasch- aohtige witheid van haar huid was iets wonderbaarlijks. De laatste dagen had ze herhaaldelijk vreemdsoortige aanvallen van pijn, die haar volkomen afmatten en verzwakten, ofschoon dr. Ruthven haar' lijden altijd kon verlichten, als hij kwam De symptomen bevielen Alice in het geheel niet en soms wenschte zij, dat ze een dok ter kon raadplegen, waar ze meer ver trouwen in kon hebben. Maar haar tante scheen met Ruthven zeer ingenomen te zijn. Ze praatte altijd en maakte zelfs grapjes met den jongen dokter, die haar toenemende gehechtheid aan haar nichtje en den invloed die het meisje daardoor over haar verkreeg met stijgende ergernis waarnam. Soms gebeurde het wel, dat de zure Dalgleish, als ze onverwachts binnen kwam, Alice en de oude vrouw hartelijk aan het lachen vond en dan kende haar nieuwsgierigheid en nuttelooze woede geen grenzen. Maar ze moest voorzichtig zijn, want Alice duldde geen open of bedekte brutaliteit in haar tegenwoordigheid. Miss Dempster was in geen veertien dagen uit geweest. Het was nu de laatste week van Januari en het weer was grijs, donker en bitter koud. „Is het niet beter tot morgenochtend te wachten, tante Katherine?". zei Alice be zorgd. „Misschien is het weer dan wat op geklaard." „Nee," antwoordde de oude vrouw be slist. „Ik wil vandaag gaan. Bel, meisje en geef Meikle zijn bevelen." Op eenmaal bellen verscheen Meikle; tweemaal bellen was het teeken voor Dal gleish, die echter nooit ver weg was. Meer dan eens had Alice haar verdacht dicht bij de deur gevonden, alsof ze luistervinkje aan het spelen was en eenmaal had ze haar een ernstig standje gegeven. Maar Dalgleish trok zich er niets van aan. Ze had haar eigen bedoelingen en ae weinige keeren, dat ze in de gelegenheid was om met haar meesteres alleen te zijn, deed ze haar uiterste best om iets van haar ver- 'oren macht te herwinnen. Maar ofschoon ze beleefd behandeld we I'd, bemerkte ze toch, dat haar raadge vingen genegeerd werden en dat haar meesteres zich geheel naar haar nichtje richtte en haar over ieder onderwerp raadpleegde. Meikle was verbaasd, toen hij zijn be velen betreffende het rijtuig ontving, of schoon hij zijn gevoelens niet liet blijken. Hoewel niet minder haatdragend dan zijn collega, wist hij toch zijn gevoelens beter te verbergen en ofschoon Alice hem een.slechten bediende vond, die zijn plich ten dikwijls verwaarloosde, beschouwde ze hem toch als volkomen onschadelijk. Toen hij de met baai bekleede deur, die van de hall naar de sousterraintrap leidde, opende kwam hij recht tegenover Dalglèish.te staan. „Het rijtuig moet voorkomen," zei hij met een eigenaardigen klank in zijn stem, „om twee uur en de lunch moet een half uur eerder opgediend worden. Ga jij naar beneden? Wil jij het dan even aan de keukenmeid zeggen, want ik moet naar de provisiekamer." Dalgleish leunde tegen den muur en vouwde haar armen over elkaar. „Het rijtuig om twee uur; en waar is dat nou op zoo'n dag voor noodig? Dat heeft die parvenu natuurlijk bedacht. Die zal nog eens de dood van mijn meesteres zijn. Dat is haar bedoeling, dat verzeker ik je, Meikle. Jij en ik kunnen net zoo goed in pakken. Wij zullen geen cent krijgen." „Mr. Ruthven zegt, dat alles best in orde is," zei Meikle, maar hij keek som ber, terwijl hij deze woorden uitsprak. „Als wij maar wisten, waar ze het rij tuig vandaag voor noodig heeft," voegde hij er bij en streek nadenkend over zijn kin. „Een keer heb ik mevrouw tegen haar hooren zeggen, dat ze samen eens een dagje zouden gaan winkelen. Een dag winkelen, Meikle! Je weet, wat zooiets voor een parvenu als Harman beteekent. Ze zal mevrouw hoopen geld uit de zak trommelen. Ik wou dat ik haar eens een maal kon zeggen, wat ik van haar vond." „Je zou direct op straat liggen," zei Meikle op denzelfden somberen toon. „Kun je het rijtuig niet achterna gaan om te weten wat ze doen?" „Daar achteraan hollen, op mijn leef tijd! Dank je hartelijk, Meikle. Doe dat maar zelf." Meikle luisterde met open ooren, ter wijl hij de dames aan de lunch bediende, maar was niet in staat de minste aan duiding' betreffende hun plannen voor dien middag op te vangen. Daar hij het niet goed met Samuel Chisholm, den koetsier, kon vinden, wilde hij zich niet verlagen hem om inlichtingen te vragen. Precies om twee uur kwam het oude fa milierijtuig, dat nu zelden meer gebruikt werd, voor, met zijn twee glanzende, vette, goedaardige grijze paarden en een keu rige koetsier op den bok. Meikle zoowel als Dalgleish stonden aan de deur en waren schijnbaar alle twee even bezorgd voor hun meesteres. Zij lette eohter niet op hen en ging op den arm van haar nichtje geleund de breede ondiepe stoep treden af Na een tijdje gereden te heb ben, draaide het rijtuig de Frederick- straat in en werd den koetsier bevel ge geven voor een zeker nummer stil te houden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5