Bezoek Prinses Juliana aan Friesland - De Negus te Genève HET HELSCH COMPLOT 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DB NEGUS IN DE VOLKENBONDSVERGADERING. Hailé Selassié op het spreekgestoelte tijdens het uitspreken van zijn rede. Rechts boven de president van Zeeland. DB FEESTELIJKE HERDENKING VAN HET 50-JARIGE BESTAAN -VAN HET REMONTE-DEPOT TH NIEUW-MILLINGEIN Door de soldaten werd een optocht georganiseerd". Links, met dame onder parapluie, gen.-majoor H. A'. G. Fabius Vrij naar het Engelsch door ANNIE S. SWAN. 8) Tot dusverre had Patrick Ruthven slechts twee patiënten miss Dempster, de oude cliënte van zijn vader en een oude gedienstige, die verwachtte voor niets behandeld te worden. Zoo regelmatig als hij maar durfde, legde hij zijn bezoe ken af bij miss Dempster, die niets ern stigs op hem tegen had, maar zich met zijn beroepspogingen scheen te vermaken. Toch ontving ze hem slechts, wanneer zij daartoe in de stemming was en zijn drankjes gooide ze door den gootsteen, terwijl ze in het geheim baat zocht bij de kruiden, die ze bij een veel verachten kwalzalver in de Causewayside kocht. Desondanks was ze heel vriendelijk voor hem geweest, had het grootste gedeelte van zijn collegegelden betaald en hem, toen het eenmaal zoover was, in zijn eigen huis geïnstalleerd. Uit de gelaatsuitdrukking van zijn va der dien middag, maakte hij op, dat er iets onaangenaams gebeurd was. „U komt zeker van het George Plein, anders was u niet bij me gekomen. Is er iets gebeurd?" „Zij is gekomen," antwoordde zijn vader somber. „Lily Dempster's dochter, bedoel ik. Doe de deur dicht, dan kunnen we praten." Zijn zoon gehoorzaamde en toen ze in de eetkamer zaten, keerde hij zich vol be langstelling naar zijn vader. „Dus zij is gearriveerd! En, wat vindt u van haar?" „Ze ziet er uit als een dame. Knap, wel gemanierd en ze draagt haar hoofd op een manier, die een goede afkomst ver raadt. En ze heeft een paar bijzonder hel dere oogen. Het zal niet gemakkelijk zijn, daar zand in te strooien, Patrick. Ik vertel je maar meteen het ergste." „Dat is verstandig. Maar u hebt me nieuwsgierig gemaakt om haar te zien. Zou ik met goed fatsoen bij de oude dame vandaag een bezoek kunnen maken?" De oude advocaat spreidde zijn vingers uit, waarmee hij zijn minachting te ken nen gaf. „Een reden? Die heb je toch heelemaal niet noodig. Je stelt me teleur, Pat. Als ik jou was, zou ik allang gezorgd hebben daar onontbeerlijk te zijn, dat verzeker ik je." Het gezicht van den dokter nam onmid dellijk een ietwat beleedigde uitdruk king aan. „Dat is allemaal goed en wel, vader, maar u bent bevoorrecht, dat weet u zelf ook wel. Ik heb mijn best gedaan, maar het is logisch, dat je verlangen om haar van dienst te zijn een beetje bekoelt, als je keer op keer aanbelt en je dan door dien wezel van een Meikle verteld wordt, dat de oude dame niet thuis is, terwijl je op hetzelfde oogenblik haar met je eigen oogen door het raam op haar gewone plaatsje ziet zitten." „Het gaat er niet om haar van dienst te zijn, idioot, maar onszelf. Ik zeg je, Pat, we moeten onze waakzaamheid verdubbe len, anders zou het wel eens kunnen ge beuren, dat we het spelletje verloren, want ze is knap dat meisje en weet de oude vrouw misschien wel voor zich te winnen." „Dat lijkt me niet waarschijnlijk," ant woordde de zoon, vol vertrouwen. „De oude Kate vindt het toch immers hoogst onaangenaam, dat ze bij haar komt wo nen en is toch zelfs van plan om haar meidenwerk te laten verrichten?" „Dat zal ze nooit doen," antwoordde Ruthven. „Als ik het niet heel erg mis heb, zal ze wel een gevoelige snaar bij de oude vrouw aan weten te roeren." „Heeft ze die? En zoo ja, waar?" vroeg Pat, met dat tikje kluchtigheid, waar hij soms zoo trotsch op kon zijn. Hij ver beeldde zich, dat dat deel uitmaakte van de goede manieren van een dokter. „De primeer je patiënten nooit," was een ge liefkoosde opmerking van hem, maar hij was dikwijls geneigd te ver te gaan en te vergeten, dat overdreven opgewektheid zeer vaak hinderlijk kan zijn voor zwaar beproefde menschen. Zijn vader ging echter niet op zijn Schertsende woorden in. „Wees nu eens een keer verstandig, als ie dat tenminste kunt, Pat. Je sohijnt heelemaal niet in te zien, hoe ernstig dit is," zei hij waarschuwend. „Ik kan je wel vertellen, dat ik me verre van genist gevoel." „Maar we houden toch vol, niet?" vroeg hij, eenigszins verschrikt. „Natuurlijk. Alleen wou ik, dat de oude Kate er tusschen uit geknejoen was, voor dat dat meisje op het toopeel verscheep. Dan was alles in orde geweest. Na alle moeite, die we ons getroost hebben, zou het gemeen zijn als we door dat nest ver drongen werden." „Het lijkt me, dat u de boel te somber inziet." „Ja? Wacht maar, tot je haar gezien hebt. Ze is het sprekende evenbeeld van Lily Dempster, toen die er met een straat armen, Ierschen subalternen officier van door ging. Alleen heeft ze zijn houding en zijn oogen, die het grootste gedeelte van de vrouwen wild maakten. En haar be schaafde manieren zullen de oude vrouw bevallen. Zelfs zal ze het heerlijk vinden om getart te worden, wat zeker zal ge beuren. Je deed beter te wachten, totdat je evenveel van vrouwen afweet als ik doe, voordat je een oordeel uitspreekt." Pat bleek een oogenblik geïntimideerd hij hield tenminste zijn mond. „En wat me het meeste hindert," ging de advocaat verder, „is, dat jij het bent, die de situatie in handen hebt. Haar za ken zijn practisch geheel geregeld, zoodat er voor mij geen reden meer is om haar, behalve zoo nu en dan vriendschappelijk, een bezoek te brengen. En toch moet er iemand altijd ter plaatse zijn. En die iemand moet jij zijn, Pat, Begrijp je?" „Maar als ze me nu niet wil ontvangen, wat dan?" „Je moet je niet door Meikle laten aan kondigen. Hij is als alle anderen hij heeft zijn eigen zelfzuchtige bedoelingen. Je loopt direct naar binnen, alsof ze je had laten halen. En als je eenmaal bin nen bent, dan zou je al een heel erge suf ferd moeten zijn, als je een oude vrouw niet ip eep goed hupieur wist te krijgen." Patrick keek verlicht, maar zei geen woord. „Ik zeg je, als wij niet uitkijken, doen anderen het. Wien denk je, dat ik van middag op de stoep tegenkwam, toen ik naar binnen wilde gaan?" „Geen idee." „Dr. Guthrie!" Pat floot lang en doordringend. „Dat meent u niet! Maar was hy binnen geweest? Ik dacht, dat de oude dame dat soort rigoureus op een afstand hield?" „Ze heeft hem wel ontvangen en ik ge loof zelfs, dat ze hem geld gegeven heeft. Ze weigerde er iets over los te laten, maar het leek me wel, dat ze nogal met hem was ingenomen. Als dergelijk soort eenmaal over den vloer komt, kunnen wij, practisch gesproken, wel inpakken. Ik heb wel meer gezien, dat oude vrouwen op het aller laatst nog godsdienstig werden en hun geld verkwistten. Daar moet een eind aan gemaakt worden." „Door mij," merkte Pat met een scheef gezicht op. Zijn vader knikte. „Je moet er te pas en te onpas zijn, be grepen? Zorg, dat de oude vrouw niet meer buiten je kan." „Ik zou het erg prettig vinden, als u me eenig idee gaf, hoe ik dat aan moest leggen," zei Pat klagelijk. „Op het oogen blik kunnen we net niet goed met elkaar opschieten. Ik heb altijd het gevoel, dat ze geen vertrouwen in me heeft en dat ze 'mijn drankjes door den gootsteen gooit." (Wordt vervolgd). LANDDAG VAN DEN BIJZONDEREN VRIJ WILLIG EN LAND STORM TE GOUDA. Overzichtsfoto genomen tijdens het défilé van de landstormers voor het stadhuis. PRINSES JULIANA BEZOEKT FRIESLAND. Van Grouw uit maakte H.K.H, een rondvaart over de Friesche meren. De Prinses aan boord van een der schepen. AANKOMST ZUIDAFR1KAANSCHEN MINISTER OP SCHIPHOL. De heer Piron met links den heer Plesman en rechts den gezant van Zuid-Afrika dr, H. D. van Broekhuizen tijdens een rondwandeling over het terrein. AUTO TEGEN BOOM GEBOTSTEen auto van 't expeditiebedrijf „Noordster" te Gro ningen botste op den straatweg MeppelStap horst tegen een boom en werd geheel vernield.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5