Derde eeuwfeest der Utrechtsche universiteit - Prins Boudewijn te Noordwijk I De Chineesche Postzegel 77sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. r Uit het Engelsch door HERMAN ANTONSEN. 33) „Mij best!" zei hij bruusk. „Dan gaan we aan den gang.Waar alles in dit vreemde geval om draaide was, dat alle dingen op toet tooneel van deze misdaad, tot de kleeren van het slachtoffer toe, achterstevoren waren gedraaid en gezet. Nu heeft de ondervinding mij geleerd, dat een misdadiger zelden iets bepaals doet dit in tegenstelling met de daden, die hij min of meer onwillekeurig verricht zonder dat hij daarmee een zeer duidelijk omsohreven doel heeft. Die handelwijze nu was een zeer besliste, zeer stellige daad. Ik was dus gerechtigd, om terstond tot de gevolgtrekking te komen, dat er een reden voor bestond.... dat, al scheen het dan ook erg onzinnig en dwaas, er een heel redelijke grond voor moést bestaan." Ze zaten allen in pijnlijke spanning te luisteren. „Ik moet bekennen," vervolgde Ellery, „dat dit doel me tot gisteren volkomen onbekend was. En toen zag ik opeens, hoe doodeenvoudig het was en hoe gemakke lijk ik me op een dwaalspoor had laten voeren. Ik had de feiten verkeerd uitge legd. Mijn redeneering was scheef ge weest. Ik had er niet op gelet, dat er twee uitleggingen mogelijk waren voor dat achterstevoren-doen, twee in plaats van één!" „Ik kan nu juist niet zeggen, dat ik veel van die welsprekende redevoering snap," zei Felix Berne opeens. „Weet u zelf wel eens, waar u het over hebt?" „De heeren van de Mandarin willen hopelijk wel zoo goed zijn, de gewone be leefdheid te onderhouden en den vrede te "bewaren," zei Ellery. „U zult er gauw ge- nog achter zijn, mijnheer Berne.... Ik vond dan, zooals ik zei, dat er twee op lossingen van het raadsel mogelijk waren. De eerste heb ik al vermeld; dat namelijk alles achterstevoren was gezet om te wijzen op iets, dat bij iemand, die in de zaak betrokken was, achterstevoren was. Maar het omgekeerde, waaraan ik niet gedacht had, was, dat alles achterstevoren gezet was om iets te verbergen, dat door een bij de zaak betrokken persoon ach terstevoren gedragen werd!" Hij hield even op om een nieuwe sigaret aan te steken. Met zijn handen om den ludfer heen, bestudeerde hij aller gelaat aandachtig. Maar hij zag bij allen een ge lijke verbluftheid en verwarring. „Ik zie wel, dat ik nog verder moet uit leggen." zei hij langzaam. „De eerste mogelijkheid voerde me van de misdaad af; de tweede voerde er naar toe. De eerste mogelijkheid bracht mee, dat er iets geopenbaard werd; de tweede, dat er iets verborgen werd. En nu was er bij deze heele zaak slechts één persoon betrokken, van wien iets verborgen kan worden door alles en alles achterstevoren te zetten. En dat was het slachtoffer zelf. Met andere woorden, In plaats van naar iets te zoe ken, dat achterstevoren was bij den moor denaar, of een medeplichtige of een mogelijke getuige van de misdaad, moest naar iets dergelijks gezocht worden bij den vermoorde zelf." „Dat klinkt alles erg vernuftig, als u het tenminste vlug achter elkaar zegt," viel Beme hem in de rede. „Maar ik kan nog niet inzien „De voor de hand liggende vraag was dus, vervolgde Ellery onverstoorbaar, „wat kon al dat achterstevoren-zetten beteeke- nen met betrekking tot het slachtoffer? Was er soms bij hem iets, dat in letter lijken zin achterstevoren zat? Want, als het slachtoffer zooiets had, dan zou de moordenaar, door alles en alles achterste voren te plaatsen, met veel waarschijn lijkheid de aandacht van dat ééne ding afleiden en het heel moeilijk maken, om tot het besluit te komen, van welk ach terstevoren geplaatst ding men moest uit gaan, om tot een oplossing te geraken." Er kwam.-een verschrikte uitdrukking in de oogen van den uitgever en hij liet zich achterover op zijn stoel vallen met samen geknepen lippen. Hij bleef Ellery aandach tig vragend en doordringend aankijken. „Toen ik in mijn redeneering eenmaal zoover gekomen was," hervatte Ellery, met een geheimzinnig lachje, „wist ik, dat ik eindelijk vasten grond onder de voeten had. Ik had iets, waarop ik verder bou wen koneen positief gegeven. En wat was dat gegeven? Het feit, dat er geen das te vinden was, noch op het lijk, noch in het vertrek, waar de misdaad bedreven was." „Geen das?" herhaalde Donald ver baasd. „Maar wat heeft dat. „We veronderstelden natuurlijk als van zelfsprekend," vervolgde Ellery geduldig, „dat het slachtoffer een das gedragen had, maar dat de moordenaar die had ver donkeremaand, omdat die een aanduiding zou kunnen geven over de identiteit van het slachtoffer, of ten minste de naspo ringen zou kunnen vergemakkelijken. Maar nu werd het mij opeens duidelijk, dat er nooit een das geweest was, dat het slachtoffer in het geheel geen das gedra gen had! U moet er aan denken, dat hij tijdens zijn gesprek met mrs. Shane en met mijnheer Osborne in tegenwoordig heid van miss Diversey een wollen doek hoog om zijn hals gewonden droeg. Met andere woorden, er was geen das, die de moordenaar mee kon nemen!" „Maar," protesteerde dr. Kirke, die zijns ondanks onder den indruk van die rede neering gekomen was, „dat is nu wel een heel mooie theorie, maar daarom nog niet noodzakelijk de waarheid!" „Zeker. dr. Kirke, 'n theorie! Maar er was een feit, dat die theorie versterkte." Ellery vertelde toen van het vinden van den linnen koffer en noemde den inhoud stuk voor stuk op. „Er bevonden zich dus al de gebruikelijke kleedingstukken van het slaohtoffer ip dien koffer, tot schoe nen toeen toch, het eenige gewone kleedingstuk, dat er aan ontbrak, was. een das! Ik voelde me er toen zeker van, dat de reden hiervan alleen kon zijn, dat de eigenaar van dien koffer niet gewend was een das te dragen. Begrijpt u?" „Daarna was het nog slechts kinder spel," vervolgde Ellery. „Want ik vroeg me zelf af: Welk soort mannen draagt nooit een das bij overigens vrij gewone klee ding?" „Een missionaris!" riep Marcella op eens uit. „Juist zoo, miss Kirke! Een missionaris. En toen herinnerde ik me nog iets anders. Alle drie de getuigen, die met het slacht offer gesproken hadden, herinnerden zich, dat hij een eigenaardige stem had. Die stem had een zachten, vreemden klank, die iets zoetelijks en zalvends had. Dat kon uitkomen, als hij een missionaris was. Daarbij kwamen dat gebedenboek en die godsdienstige tractaatjesIk kon er nu niet langer aan twijfelen. Hier had ik dus voor me het kernpunt van die geheele achterstevoren-draaierij. Want welk achterstevoren gedragen ding moest verborgen worden door alles en alles achterstevoren te zetten? Natuurlijk de halsboord, die door missionarissen van meer dan één kerkgenootschap achterste voren gedragen wordt!" Een drukkend zwijgen volgde. „Zoo had ik eindelijk lucht gekregen van de beteekenis van al die omgekeerdheid! Alles was door den moordenaar achterste voren gekeerd, om te verbergen, dat het slachtoffer een geestelijke was, die geen das droeg en een boord, welke achter in den hals werd vastgemaakt." Allen sprongen overeind, alsof iemand een teeken had gegeven om op te staan. De zachte stem van miss Temple ver brak de stilte: „Mijnheer Queen, iets moet er toch nog niet in orde zijn. Het was immers een gewone boord, is het zoo niet? Had de moordenaar dan niet veel eenvou diger die boord omgedraaid kunnen heb ben in de gewone positie, waarin iedereen die draagt?" (Wordt vervolgd). J)E PLECHTIGE HERDENKINGSDIENST IN DE DOMKERK. TER GELEGENHEID VAN HET DERDE EEUWFEEST DER UNIVERSITEIT TE UTRECHT. - Tijdens de rede van minister Slotemaker de Bruine, v.l.n.r. dr. B. L. baron de Geer van Jutphaas, dr. H. Th. 's Jacob, dr. H. Colijn H.M. de Koningin, en H.K.H. Prinses Juliana. PRINS BOUDEWIJN IN DE REDDING- BOOT'ijdiftïfte'n'-met' JaV'ïïeïn en Sabine ^Van de Mortel. 1 DE LUSTRUMFEESTEN IN UTRECHT. Voor bet Paushuis slaan de Koningin en FRED PERRY de Engelsche favoriet Prinses Juliana, met gevolg den rondgang de internationale tenniswedstrijden der curatoren gade. te Wimbledon. MUSSOLINI SPREEKT. In verband met het 10-jarig bestaan van de „Berraglieri", een bijzondere afdeeling Italiaanscbe infajnterie, sprak Mussolini van het balcon van bet „Piazzo Venezia' te Rome den troep toe. PRESIDENT LEBRUN WOONDE TE AUTEUIL de groote steeple-chase bij. De president der Republiek met zijn echtgenoote. KROONPRINS BOUDEWIJN TE PAARD .AAN HET, NOORDWIJKSCHE STRAND.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5