De Weensche brandweer viert feest - De verongelukt De Chineesche Postzegel LE1DSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON 77ste Jaargang STAATSHOOFDEN VAN DE KLEINE ENTENTE IN BOEKAREST BIJEEN De Staatslieden woonden een groote troepenparade bij. V.l.n.r. president Eduard Benesch, kroonprins Michael vain Roemenië, Koning Carol, Prins regent Paul van Zuid-Slavië en Prins Nikolaas van Roemenië. TRITON" IN TRAINING. De Utrechtsche studenten- roeivereeniging oefent zich nauwgezet, teneinde goed voor den dag te komen in de wedstrijden, welke tijdens de lustrumfeesten zullen worden gehouden. HET 230-JARIG BESTAAN VAN DE WEENSCHE BRANDWEER ZAL FEESTELIJK WORDEN HERDACHT. Niet minder dan 25 landen zullen aan de feestelijkheden deelnemen. Een groep brand weerlieden in uniform anno 1850. DE F. 22, DE LAPPLAND" welke bij een noodlanding kort na den start in de nabijheid van Malmö, is verongelukt. Twee passagiers werden gedood, de overigen ernstig gewond. DE KEIZERLIJKE FAMILIE VAN ABESSYNIE IN LONDEN. De kroonprins met zijn broeder, den hertog van Harrar en zijn zuster prinses Tshai, op eem tuinpartij, waarop ook de negus was genoodigd. DE HEEREN GORDON (LINKS) EN BARON VON ROSEN die bij het ongeluk van de .Lappland" ongedeerd bleven, bij aankomst op Schiphol. EEN OPLEIDINGSSCHOOL V OOR TORRERO'S. In Spanje kent men dergelijke inrichtingen. De z.g. stierenwagen, waarmede de adspirant- stierenvechter zijn opleiding krijgt. vallen en weer in de ruimte verdwe nen was. Drie dagen, nadat miss Temple erkend had, vroeger eigenares van den Foochow- zegel te zijn geweest, gromde inspecteur Queen tegen zijn zoon Ellery: „Maar ver draaid, die kerel moet toch op een of andere manier in New York gekomen zijn?" „Als hij eens in New York gekomen is!" zei Ellery. „Ik wil zeggen, als hij al niet reeds in New York woonde!" „In dit geval zijn er heel wat onzeker hedenals en nog eens alsMaar als je mij vraagt, dan geloof ik nooit, dat hij een New Yorker was! „Daar kunt u wel gelijk in hebben," gaf Ellery toe. „Ik was juist van plan iets der gelijks in mijn rapport te zetten. Heusch, ik denk, dat u het bij het rechte eind hebt." De inspecteur tikte- een paar maal na denkend op zijn snuifdoosom dan heel plotseling overeind te springen en bijna voorover te vallen in zijn haast, om op een der electrische schelknopjes naast z(jn lessenaar te drukken. ,Maar natuurlijk!" riep hij met van zenuwachtigheid verstikte stem. „Wat ben ik me toch een eend! Wat 'n ezel!Is Thomas daar, Billy?" vroeg hij hijgend aan den dienstdoenden agent, die binnen kwam. De man verdween en even later trad sergeant Velie binnen. De inspecteur ging achter zijn lessenaar zitten en wreef zich vergenoegd in de handen. „Zoo, Thomas! Kerel, schiet je al op met die juweelen en postzegelzaak?" „Niet al te best," bromde de sergeant. „Niemand kent hemtotaal niemand!" „Luister eens, Thomas," zei de inspec teur. „Heb je het laatste volledige rapport over de hotels al binnen?" „Jazeker, inspecteur, maar hij stond op geen enkelen gastenlijst van welk hotel ook!" „Hmm! Nou, luister dan eens goed, beste jongen. Laten we eens aannemen, dat die kleine man geen New Yorker wasen alles wijst er op, dat hij uit een der voorsteden al evenmin afkomstig was, omdat we daar alles nagesnuffeld hebbenhoe staat het geval er d&n voor?" De inspecteur boog zich naar voren. „Dan, beste jongen moet hij een bezoeker van New York zijn geweest en moet hij bagage bij zich gehad hebben!" Ellery sperde zijn oogen wijd open. „En die moet hij wel ergens afgegeven hebben!" riep de sergeant uit. „Precies, Thomas, dat is goed begrepen! En nu wou ik, dat je dit deed: zet ieder- een, die er maar even voor gevonden kan worden, aan het werk, om alle bagage depots in de heele stad na te zoeken, van de Batterij of tot Vanderveer Park toe! Overalin hotelsstationsrij wielbergplaatsen, garagesin een woord, overal, waar maar bagage kan wor den afgegeven. Vergeet vooral de vlieg velden niet en de douanekantoren. Laat een lijst opmaken van alles en alles, wat er in dien namiddag voor bagage is af gegeven, die nog niet is afgehaald. En houd mij van uur tot uur op de hoogte." De sergeant grijnsde, verliet het ver trek en liep bij de deur juist den dienst doenden agent tegen het lijf, die een enveloppe kwam brengen, welke hij op den lessenaar van den inspecteur légde. De inspecteur greep» hem haastig. „Aha, antwoord van Scotland Yard op mijn kabeltelegram!" „Wel," zei hij, wat bedaarder. „Jij schijnt toch gelijk te hebben, Ellery. Heusch gelijk! Hoe heb je dat zoo mooi geraden?" Ellery nam het kabeltelegram grinni kend aan. „Ik raad er nooit naar," zei hij, „dat weet u ook wel. Ik leidde het af uit de manier van alles achterstevoren doen. Het kwam me voor, dat die vrouw niet geheel veertien karaats was, daarom stelde ik voor bij Scotland Yard te vragen, of daar soms rapporten over haar bestonden. Maar haar naamHij haalde de schouders op. „Toen ik dien Sewell op dat stukje papier schreef, deed ik dat, omdat ik de averechtsche methode ook op den naam Llewes had toegepast.dat ging bijna vanzelf, omdat mijn heele denken nu zoo langzamerhand op achterstevoren werken schijnt ingesteld. En toen werd het wel erg-moeilijk voor me, om niet te veronderstellen, dat Sewell, het omge keerde van Llewes, niet tevens een schuilnaam van die dame zou zijn." Ellery keek het telegram haastig door en las: „Ifene Sewell, Britsche oplichtster. Ons en politie op vasteland wel bekend, maar niet door ons gezocht op dit oogenblik. Stop. Bijzondere voorliefde voor juweelen. Stop. Werkt alleen. Stop. Heeft naam Llewes vroeger gebruikt. Stop. Vriende lijke groeten. Stop. Tïench. inspecteur Scotland Yard." „Bijzondere voorliefde voor juweelen," mompelde Ellery. het telegram neerleg gend. „En bij de Kirkes hebben ze zoo'n aardig spaarpotje van dat soort snuiste rijenIs het u al gelukt, iets meer over haar te weten te komen, vader?" „Iets wel. Ze is een paar maanden ge leden uit Engeland gekomen en heeft zich eerste klas in het Chancellor-Hotel geïn stalleerd." .Alleen?" „Eén kamermeisje of zoodenkelijk Londenschkomt me vreemd voor. Hoe dan ook, Irene wist in kennis te komen met Donald Kirke en ze werden dikke vrienden. Ze deed zich voor als een we reldreizigster, die op heel wat vreemde plaatsen geweest was en „Dat zal wel geen verzinsel zijn, naar dat telegram van Trench te oordeelen." „Neen, dat zal wel niet," gaf de inspec teur grimmig toe. „In elk geval schijnt ze er erg op gesteld geweest te zijn, dat haar avonturen in druk verschenenreis herinneringenomgang met bekende persoonlijkhedenom een voorbeeld te noemen, heeft ze een heelen tijd in Genève doorgebrachten zoo meer; ze dacht .er over dat alles in een boek te beschrijven. En nu moet je toegeven, dat ze knap en charmant is.in ieder geval, hij liet zich bepraten." „Om dat boekof om haarzelf?" vroeg Ellery lachend. „Dat is lood om oud ijzer! Maar gezien de manier, waarop hij naar die miss Temple kijkt, zou ik zeggen, dat het niet om de dame zelf gaat." „Maar Jo kwamen dat is voor die veronderstelling jammer.eerst na miss Llewes hier," mompelde Ellery. „En toen was het kwaad denkelijk al gesticht als er van kwaad sprake kan zijn dan al tijd. Maar gaat u verderik ben dood- benieuwd!" .(Wordt vervolgd). Uit het Engelsch door HERMAN ANTONSEN. De dame was bijna klaar met haar taak. Het bruine pakpapier lag op den grond. Met koortsachtige haast zette zij den in houd van het pak groote, zware boeken op de plank, waar de gestolen He- breeuwsche boeken van dr. Kirke hadden gestaan. Toen ze, na het bruine pakpapier in elkaar gefrommeld en meegenomen te hebben, weg was, ging Ellery bedaard het vertrek binnen. De boeken, zoo even op de plank gezet, waren, zooals hij vermoed had, Hebreeuw- sche commentaren op den Bijbel. Het wa ren ongetwijfeld de gestolen boeken. Ellery verliet stilletjes het vertrek. En in de lift stond hij stil in diep gepeins ver zonken. Want die dame was Marcella Kirke geweest. HOOFDSTUK X. Wellicht zijn de moderne speurmetho- den der politie op geen enkel punt zoo zeer ontwikkeld en geven zij zulke ver wonderlijke resultaten, als op het gebied der opsporing van onbekende personen. En toch slaagde de politie er in het geval van den vermoorden kleinen man in het Chancellor Hotel niet in, eenig succes te boeken. Het leek, alsof de moordenaar trgens uit den sterrenhemel was komen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5