Om het wegkampioenschap van Nederland - Klipper te water gelaten
De Chineesche Postzegel
FEUILLETON.
77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
DE INTERNATIONALE AUTO-WEDSTRIJDEN TE SHELSHEV
waarvan het parcours over een bergachtig terrein liep.
A, N. L. Maclachlan in zijn .Austin.
HET DEFILE DER DEELNEMERS AAN DE JAARLIJKSCHE PAARDENMARKT EN TENTOONSTELLING MET EEN DAARAAN VER
BONDEN CONCOURS-HIPPIQUE TE SPANBROEK. Dit hippische festijn had plaats onder de auspiciën van de
Hollaindsche Maatschappij van Landbouw, aid. Opmeer en omstreken.
Uit het Engelsch
door HERMAN ANTONSEN.
20)
„Voor de zooveelste maal?" vroeg Do
nald lakoniek. Macgowan beet zich op de
lippen. „Het was heelemaal niet noodig.
om dat te-zeggen, Donald. Ik wilde heele
maal niet.
„Maar het is nu eenmaal zoo!" Klrke
*as opgestaan en keek hen allen door
dringend aan. „Ik heb al een heelen
"idja, Queen, het moet er nu maar
uitdat lucht me op en dan kom ik er
Jat zuiverste tegenover te staaneen
heelen tijd geld van Glenn aangenomen.
Zakelijke leeningen, dat moet je wel be
srijpen, Queen. En toen opeens zat ik weer
erg om contanten verlegenvoor alles
en nog watEn mijn kostbaarste post
jegel was wel die Foochow-zegel. Ik voel
de maar al te goed, dat ik hem niet open-
Jlk aan Glenn voor gereed geld kon aan
biedente minder, omdat ik hem al
rooveel geld schuldig was. Daarom maakte
■k gebruik van Varjan als tusschenper-
toon, om hem in het geheim aan Glenn
te verkoopen. Ik zag dien zegel het liefste
m zijn bezit, als ik hem toch niet meer
houden kon. Zoo zit de zaak werkelijk in
elkaar!"
Hij ging plotseling weer zitten. Miss
Temple bestudeerde zijn houding met
jreemde, eerlijke en uiterst zachtzinnige
belangstelling.
„Jaals het zoo is.Don..mom-
Pelde Macgowan. „Het spijt me, dat ik
zooMaar nu wat anders," vervolgde
hij op zijn gewonen toon, „hoe zou het
komen, Don, dat die Foochow-zegel nu
juist toevallig net weer achterstevoren is?
Is het niet bij je opgekomen, dat je, door
in deze omstandigheden dien zege] te
verkoopen, mij aan allerlei verdacht
makingen zoudt blootstellen?"
Donald keek hem wanhopig aan.
„Glennik geef je er mijn woord
op.daar heb ik geen oogenblik aan
gedacht! Goeie genadekerelje
denkt toch nietnee toch?.... je
denkt toch niet, dat ik het met opzet ge
daan heb?"
Uitgeput liet hij zich in zijn stoel ach
terover zinken. Macgowan trad op hem
toe, klopte hem op zijn schouder en zei:
„Denk er niet meer over, Don! Het was
meer dan krankzinnig van me, en ik heb
me ellendig aangesteld! Toe. zet het uit
je hoofd! Je weet heel goed, dat als ik
ook maar iets kan doen
„Hm!" zei Ellery. „Ennenu dat ge
regeld is, Kirkewat zeg je op mijn
tweede vraag?.Waar heb je dien post
zegel oorspronkelijk vandaan?"
„Oh!" antwoordde Donald zonder dra
len. „Dien heb ik gekocht! Heel lang ge
leden al van een of anderen handelaar...
ik weet werkelijk niet meer van wien."
„Kom, kom, Kirke," merkte Ellery
akelig bedaard op. „nou zit je te liegen..
Waar heb je dien Foochow-zegel van
daan?"
„Maar meneer Queen!" begon miss
Temple.
„Toe Jodat niet!" riep Kirke, op
springend.
„Maar Donald, daar is toch niets te
gen," zei ze rustig. „Het is heel erg ridder
lijk van mijnheer Kirke. meneer Queen,
en zoo is hij altijd. Het is heel erg aardig
van hem, maar het is heusch niet noodig.
Want, ziet u. mijnheer Queenhij hedft
dien postzegel van mij gekregen."
„Aha," zei Ellery, glimlachend. „Dat
gaat den goeden kant uit. En wilt u nu
zoo vriendelijk zijn, miss Temple, om ons
nog wat nader in te lichten?"
„Je hoeft het heelemaal niet te doen,
Jo," zei Kirke met nadruk. „Niemand kan
je daartoe dwingen, hoor!"
Macgowan greep zijn vriend bij den
arm. „Bedaard, Donald! Het is heusch
beter op die manier. Queen heeft volko
men gelijk."
„Dat heeft hij ook," vervolgde miss
Temple opgewekt. „Mijn vader, die zooals
ik al eens gezegd heb, in diplomatieken
dienst was. verzamelde ook postzegels, al
was het dan op kleine schaal. Jaren en
jaren geleden kreeg hij dien zegel in Foo-
chow in handen voor een bespottelijk laag
prijsje en hij heeft hem tot zijn dood in
zijn verzameling gehad."
„Wat 'n bof is dat geweest!" riep Mac
gowan verrukt.
„En.... wisten andere verzamelaars er
niets van af, dat hij dien zegel had?"
vroeg Ellery.
„Zeker weet ik het niet, maar toch is
het niet waarschijnlijk, mijnheer Queen.
Vader was niet met veel verzamelaars be
kend en in later jaren verloor hij zoo goed
als alle belangstelling voor zijn eigen col
lectie. Na zijn dood heb ik het grootste
deel ervan verkocht. Het bracht niet veel
op, maar ik had het geld hard noodig.
Toch kon ik er niet toe komen den Foo
chow-zegel weg te doen. Het was de
eenige, waarover vader nog wel eens met
belangstelling gesproken had en ik geloof,
dat ik hem hield uitnu ja. uit een
soort gevoelsoogpunt. In elk geval, toen ik
met mijnheer Kirke in correspondentie
over de uitgave van mijn boek trad, kwam
het op een of andere manier uit.dat..
maar hij kan u dat veel beter zelf ver
tellen."
„Het kwam alles heel vanzelfsprekend,"
zei Kirke. „Ik schreef toevallig, dat ik
Chineesche zegels verzamelde en miss
Temple vertelde me toen van dien Foo
chow-zegel. Ik was indertijd een beetje
beter bij kas dan op het oogenblik.en
ik wist miss Temple over te halen, hem
aan mij over te doen."
„Hoeveel heb je ervoor aan miss Temple
betaald, Kirke?" vroeg Ellery.
„Tien duizend dollar. En dat is hij dub
bel en dwars waard. Is dat zoo niet,
Glenn?"
Macgowan schrok op als uit een droom.
„Ohnatuurlijkanders zou ik
hem niet gekocht hebben," zei hij.
„Dat is dan alles," zuchtte miss Tem
ple. „Ziet u nu zelf wel, mijnheer Queen."
Een doodgewone geschiedenis. Nu zal al
uw achterdocht toch zeker wel geweken
zijn, niet?"
„Daar heeft het wel allen schijn van,
dunkt u ook niet?" vroeg Ellery glim
lachend.
Toen Hubbell hem uitgelaten had en de
deur van de appartementen der familie
Kirke achter hem gesloten had, scheen
Ellery Queen allesbehalve in een stem
ming, die geheel vrij van achterdocht was
en ook niet van zins om weg te gaan. Hij
bleef op de gang, in diep nadenken ver
zonken en met samengetrokken wenk
brauwen, staan.
„Wat 'n drommels rare geschiedenis is
het toch!" bromde hij voor zich heen. Hij
haalde na een poosje onverschillig de
schouders op en stond juist op het punt
in de lift te stappen, toen hij verderop in
de gang eenige beweging hoorde en snel I
den hoek omging, waar hij doodstil bleef
staan. Hij nam zijn hoed af en gluurde
heel voorzichtig op den hoek.
Er was een vrouw van de brandtrap af
gekomen en naar de deur van het stu
deervertrek van dr. Kirke geslopen. Voor
een slanke, naar de mode gekleede jonge
dame gedroeg ze zich wel heel eigenaar
dig. Ze had een in bruin pakpapier ge
wikkelde, blijkbaar vrij zwaren bundel
onder haar arm, die ze slechts met moeite
scheen te torsen. Ze probeerde zoo ge-
ruischloos mogelijk te loopen en haar
hoofd bewoog zich heen en weer als van
een doodelijk uitgeput dier. Met ingehou
den adem wachtte Ellery vol spanning het
verdere verloop af. „Wat 'n bof is me
dat!" dacht hij.
De dame draaide het hoofd naar zijn
kant om en Ellery trok het zijne haastig
terug. Toen hij het weer waagde te kij
ken, was ze bezig aan de kruk van dr.
Kirke's deur te morrelen met zenuwach
tige gejaagdheid. Het volgend oogenblik
was ze in het studeervertrek verdwenen.
Ellery snelde zoo geruischloos mogelijk de
gang door. Zonder eenig ongeval of lawaai
bereikte hij de deur. Hij keek de gang
naar alle kanten af. Niemand te zien. Hij
knielde neer en tuurde door het sleutel
gat. maar hij kon slechts een zeer klein
deel van het vertrek overzien. Hij sloop
de gang langs naar de volgende deur, die,
zooals hij zich herinnerde, toegang gaf
tot de slaapkamer van dr. Kirke. Als die
oude heer eens niet thuis wasHij
probeerde, of de deur gesloten was. Het
slot zat er niet op en hij sloop de kamer
binnen. Het kostte hem ettelijke secon
den, om de tusschendeur naar het stu
deervertrek zonder het minste gedruisch
open te maken en er doorheen naar bin
nen te gluren. (Wordt vervolgd).
-
-
-
OM HET INDIVIDUEEL WEGKAMPIOENSCHAP VAN NEDER
LAND. Aan dezen wielerwedstrijd, welke gehouden werd in de om
geving van Hoogerheide werd door 300 renners deelgenomen.
De start in de Dorpsstraat.
HOE ER GELUISTERD WERD NAAR DE ZANGHULDE DOOR
670 LEERLINGEN van do school aan de Hooge Prins Willemstraat
te Scheveningeu, welke uitvoering gehouden werd als onderdeel van
de feestelijkheden ter gelegenheid van de Residentie-week.
TEWATERLATING VAN DEN VOOR ENGELSCHE REKENING
GEBOUWDEN KLIPPER „POPPET" van de werf het Fort" te
Amsterdam. Het schip meet 65 ton en is 24 meter lang en 5 M. hoog
HET AMERIKAANSCHE D A M E S-TE N NI STEAM VOOR DEN
STRIJD OM DE WIGHTMAN CUP OP WIMBLEDON. V.l.n.r.
miss Babcock miss H. Jacobs, mrs. v. Rijn en mrs. Palfrey Fabyan.