De Chineesche Postzegel
77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DE GROOTE ZEE-OLIFANT IN DEN BERLIJNSCHEN DIERENTUIN „ROLAND" HEEFT GEZELSCHAP GEKREGEN.
„Freya", de niefawe bewoonster, beziet met critischen blik de nieuwe
omgeving.
KAMP SOESTERBERG door generaal-majoor M. Raaymakers in ver
band met de overplaatsing va n het J. A.V.A.-eskadeo- naar Schiphol.
DE JAPANSCHE STROOM LIJN-LOCO MOTIEF. Dit is de eerste
stroomlijnmachine, welke in Japan
Haar intrede doet.
rimrcgg»!
INSPECTIE DER TROEPEN OP HET VOORPLEIN VAN HET VLIEG-
„MERIJNTJE GIJZEN" WORDT VERFILMD IN FILMSTAD. op de foto,
de dorpstraat van het Brabantsche dorp, waar het verhaal speelt. In het midden
Marcel Krols („Merijntje"), naast hem (links) de regisseur Kurt Gerzon en
rechts de auteur A. M. de Jong, die de rol van den pastoor zal spelen.
TE BILTHOVEN WERD HET HUWELIJK VOLTROKKEN TUSSCHEN DEN BURGEMEESTER
VAN KOUDEKERK DEN HEER M. J. E. KWINT, EN MEJ. E. DARAN UIT ZEIST,
Het bruidspaar verlaat na de kerkelijke inzegening de kapel.
HET VERTREK VAN HET „J.A.V.A.-ESKADER" VAN HET VLIEGKAMP SOESTERBERG.
In verband met de overplaatsing naar Schiphol werd afscheid genomen van Soesterberg.
Moment vóór het vertrek.
Uit het Engelsch
door HERMAN ANTONSEN.
12)
De coktails brachten het gezelschap in
«en wat vroolijker stemming. De oude heer
kreeg een kleurtje en werd spotziek. Hij
bemoeide zich veel met miss Llewes en
leze lachte tegen hem met haar diepe
keelgeluid. Ellery keek over zijn glas heen
haar Marcella Kirke en zag een trek van
afkeuring op haar gelaat en ook Macgo
wan scheen er niet mee Ingenomen. Alleen
Kirke scheen het niet te bemerken en hij
dronk in een teug zijn vierde glas leeg.
En op dit oogenblik ging de deur open
w verscheen de magere gestalte van in
specteur Queen op den drempel, gevolgd
door een donkeren, stijven man in een
avondcostuum van buitenlandschen snit.
De nieuwaangekomene had stekende
zwarte oogen en een smallen mond met
een muiskleurig snorretje.
..Neemt u me niet kwalijk," zei de in
specteur, het gezelschap rondziende, „dit
is Immers mijnheer Felix Berne?"
.Dat heb ik u toch allang verteld," zei
de donkere man nijdig, „toe, Kirke, ver-
iel jij dezen idioot eens, wie Ik ben!"
De scherpe oogen van den Inspecteur
keken van Kirke naar Ellery, vingen den
afkeurenden blik van Ellery op en knip-
wn even dicht. Het volgend oogenblik was
de oude heer even plotseling verdwenen,
als hij gekomen was.
„Welkom thuis, Felix," zei Kirke op
matten toon, „miss Temple, mag ik u
voorstellen
„De tafel staat klaar, meneer!" zei een
kleurlooze stem met Engelsch accent, en
Hubbel stond stram en stijf op den drem
pel der eetkamer. Aan de lange ovale
tafel kwam Ellery te zitten tusschen Do
nald Kirke aan zijn rechter en miss
Temple aan zijn linkerhand. Schuin tegen
over hem zat Berne, met een misnoegden
trek op zijn intelligente gezicht. Marcella
en Macgowan zaten naast elkander, ter
wijl miss Llewes naast dr. Kirke aan het
hoofdeinde der tafel zat. Van de acht
aanzittenden waren alleen zij en dr. Ki-ke
in een vroolijke stemming. Die vrouw,
meende Ellery, was hem een raadsel. Wat
deed ze hier eigenlijk? Hij had vernomen,
dat ze een gast van het Chancellor Hotel
was en twee maanden geleden gekomen
was, zonder dat iemand wist waar van
daan. Het scheen, dat ze eerst na haar
aankomst kennis met de familie Kirke
gemaakt had en dat Berne haar voor
het eerst ontmoette, was meer dan dui
delijk.
Langen tijd sprak niemand een woord
over den moord. Maar na de soep maakte
Berne zich er opeens driftig over. „Ik kan
me niet begrijpen, waarom jullie allemaal
zoo in de put zit over die ellendige ge
schiedenis aan de overzijde van de gang!
Waarom doen jullie zoo geheimzinnig, Do
nald? Ik werd bij de lift hierheen al aan
gehouden door zoo'n stommerik van een
agent en onderworpen aan een bespotte
lijk en vernederend kruisverhoor,"
Op slag brak het geheele gesprek af.
„Wat geeft het erover te praten, mom
pelde Kirke, „de avond is er toch al ge
noeg door bedorven, Felix. Het spijt me,
dat
De zwarte oogen van Berne keken de
tafel rond.
„Er zit meer achter, dan zoo op het
eerste gezicht schijnt! Wat had die trei
terige kleine inspecteur me naar die
wachtkamer van jou mee te nemen en
daar een laken weg te halen, om me het
gezicht van een doode te laten zien?"
„Heeft hij.dat gedaan?" vroeg Mar
cella onthutst.
„Die kleine treiterige inspecteur, mijn
heer Berne is toevallig mijn vader," zei
Ellery luchtig weg, „u moest hem liever
niet zoo veroordeelen, omdat hij gewoon
weg zijn plicht doet. Hij tracht er achter
te komen, wie die vermoorde man ge
weest is."
„Ah zoo! Neemt u me niet kwalijk, mijn
heer Queen," zei Berne en zijn oogen
glinsterden van belangstelling in het ge
val, „ik had den naam van uw vader niet
goed verstaan. Zoo, zoekt hij naar de
identiteit van dien man? Dus is het nog
niet bekend, wie het is?"
„Niemand weet er wat van," gromde dr.
Kirke, zich met een pijnlijke uitdrukking
op zijn stoel verschuivend, „en wat meer
zegt, het kan niemand een steek schelen!"
„Maar dan spreekt het ook vanzelf,"
meende Macgowan, „dat niemand onzer
zich van het geval iets heeft aan te trek
ken, nu die man een totaal onbekende
voor ons is. Het feit, dat hij op deze ver
dieping vermoord werd, is niet meer dan
louter toevalmisschien slechts een
ongeluk."
„Maar beste kerel," zei Ellery loom, „we
hebben hier niet te doen met een heel ge
wone misdaad. De moordenaar heeft er
heel wat franje omheengehangen. Hij
heeft hem al zijn kleeren uitgetrokken en
toen weer achterstevoren aangedaan.
Achterstevoren, begrijp dat goedl Hij
keerde verder ieder meubelstuk dat in ge
wone omstandigheden met den voorkant
naar je toe staat zoo om, dat die voorkant
tegen den muur kwam te staan. Ook weer
achterstevoren! Alle dingen, die van hun
plaats te nemen waren, deelden In dat
lotde lampen, de fruitschaal"Hij
hield even op. „De fruitschaal herhaalde
hij, „het karpet, de schilderijen, het schild
boven den schoorsteenU ziet, het was
niet alleen te doen geweest om 'n man z'n
dood, maar om een moord In zeer bepaal
de omgeving en onder zeer bepaalde om
standigheden. Er zit teekening in dit mis
drijfteekenende verwarringniet
verwarring zonder meer. Hier is alles op
precies dezelfde manier ln de war ge
bracht. Alles, wat maar beweegbaar was,
is achterstevoren gedraaid! Ziet u niet,
waar dat op wijst?"
„Onzin, Queen!" zei Berne langzaam,
„puur onzin! Ik geloof er geen steek van!"
„En ik heb toch zoo het gevoel, dat miss
Temple begrijpt, wat ik bedoel," zei Ellery
glimlachend, „misschien is ze het wel
heelemaal met me eens, meneer Berne. Is
het zoo niet, miss Temple?"
„Misschien verraadt zich daar weer
mijn Chineesche afstamming," antwoord
de het tengere vrouwtje met een bekoor
lijk schouderophalen. „U bedoelt, niet
waar meneer Queen, dat er ln die mis
daad of in Iemand die ermee in verband
staat, lets Is, dat achterstevoren zit of ge
daan wordt? Om het duidelijker te zeg
gen, wat Ik meendat iemand alles
achterstevoren gezet heeft om aan te dui
den, dat er van achter af aan begonnen
moet worden."
Berne grinnikte.
„Dit is me die ellendige overtocht van
uit Havre werkelijk waard!" zei hij, wan
neer uw boek over China ook maar voor
de helft zoo geheimzinnig is, miss Temple,
dan kunnen we daarvan plezier krijgen als
de kritieken loskomen. Ik had zoo ge
dacht, Donald, dat je een nieuw soort
parelhoentje uit China ontdekt had, maar
ik begin te gelooven, dat je een nieuwe en
dan vrouwelijke Sherlock Holmes gevon
den hebt."
„Verroest kerel!" bromde Kirke, op
staande, „dat is wel het ellendigste, dat
ik jou ooit heb hooren zeggen, Felix!
Neem dat terug, of
„Wat heldhaftig!" spotte Berne, de
wenkbrauwen optrekkend.
„Donald!" brulde de oude heer Kirke.
De jonge man, die geheel van streek was
geraakt, zonk weer op zijn stoel terug,
„schei daarmee uit, Felix! Ik ben ervan
overtuigd, dat je miss Temple je veront
schuldiging wel wilt aanbieden," vervolgde
hij met een harden klank als van staal in
zijn stem.
Berne, die zich niet bewogen had, mom
pelde zooiets van: „ik meende het zoo
kwaad niet, miss Temple!" maar zijn
oogen glinsterden van kwaadaardigheid.
Ellery kuchte zachtjes. „Het was heele
maal mijn schuld." zei hij, „heusch, mijn
schuld!" En hij draaide zijn wijnglas tus
schen zijn vingers rond, als bestudeerde
hij den robijnrooden inhoud
„Maar ik kan het zelf ook niet langer
verdragen," zei Marcella met haar schrille
stem, „ik moet weten, hoe het in elkaar
zit! Je zei immers, JoMaar mijnheer
Queen, wie kan zooiets geks dan toch ge
daan hebben? Al die dingen zoo achterste
voren gezet? De moordenaar? Die arme
doode man?" (Wordt vervolgd).