Nederland-Frankrijk om de Daüis Cup - V.V.V. week te Deventer DIE HOUTEN KLAAS 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Ngar het Engelsch van CHARLOTTE M. YONGE door J. I. en E. A. H. 58) ..Neen, Me dunkt, je oom overweegt zijn woorden te zeer, dan dat hij hiermee val- sche hoop zou kunnen wekken." Tegen dat de trein verwacht werd net was toen al donker, drong Adela er jaan' dat er een zou hesteld worden, en zelve reed ze, met de van zenuwachtigheid trillende Mary naar het station, niet zonder dat zij de voorzorg nad genomen, om een opwekkend middel "ijl zich te steken in haar tasch. Leen woord werd er gesproken tusschen e» i imes' maar de handen werden ineen- sesioten en de gemoederen waren vervuld s»? ,een stomme smeekbede, terwijl ze ln tifi ??nker tot v<óór het station reden. Na- aurlijk waren ze te vroeg, maar de koet- r wist het zóó aan te leggen, dat ze een prachtig uitzicht hadden op het perron; „aelndelijk dan toch braken die minuten tri? oakeschrijflljke spanning aan, dat de i„n binnen „pufte" en dat de passa nt t Perron betraden, din a ontbreken van bagage, JSfc i ket nlet lang. 01 daar zagen ze een "vloekende gestalte met een jongetje aan „„and. dat nog half sliep. Leruischloos stapte Adela uit het rij- en het volgend oogenblik werd er een Baar v handdruk gewisseld, waarna zij "■ar het openstaand portier wees en een paar armen werden om Michael heenge slagen en met een droomerig: „Mam- Mamma!" lag het lokkige hoofdje tegen haar arm gevlijd, het ventje zat op haar schoot, haar echtgenoot zat naast haar, het portier ging dicht en het rijtuig reed terug. „O!Is het wiar? Is hij wel?" „Uitstekend! Alleen hij heeft slaap. Hij is gezond en flink en wei-verzorgd." „Mijn jongen! Mijn jongen!" En ze betastte hem geheel, bekeek, telkens als het licht van een lantaarn dat toeliet, zijn rose gezichtje en kuste hem herhaaldelijk, tot het ventje wat meer wakker werd, en nog eens riep: „Mamma! Mamma!" Toen, met een gemurmel van tevreden heid: „Mite heeft Pappa en Mamma!" waarbij hij 't noodig scheen te vinden, eens even langs hen heen te strijken. Eerst toen ze bij hun pension waren, dachten ze weer aan Lady Adela en schaamden zich; maar lang duurde dit niet, want zij voegde zich bij hen, zei lachend, dat dit juist haar bedoeling was geweest, terwijl Mite zijn Amy en zijn Conny herkende en haast verplettjrd werd door de Uefkoozingen van die beiden. Toch keek hij wat vreemd op van het huis: ,,'t Is hier niet „thuis", zei hij, om zich heenstarend. „En waar is m'n groot paard?" „Ze zult gauw naar huis gaan, naar Je groot paard en naar nurse Eden; die arme nurse zal hier bij je komen, schat!" Waarop Mite antwoordde, terwijl hij een mojlig beentje en voetje uitstak: „Ik kan nou mijn eigen sokjes en schoentjes aandoen en mijn eigen handjes en ge zicht wasschenl" Toch was hij slaperig genoeg, om zich heel lief en tevreden naar de kamer van zijn moeder te laten dragen, waar hij troonde op haar schoot, terwijl Con stance hem brood en melk voerde, Amice den beker vasthield en de kamenier, haast even verrukt, bezig was, het een en ander op te ruimen. Ten slotte maakten de beide meisjes ieder een schoentje los en kleedden hem uit, zoo goed en zoo kwaad als dit ging. Toen hij bijna in slaap was, knielde hij aan zijn moeders schoot en prevelde zijn gebedje, maar was toch nog wakker ge noeg, om te zeggen: „Mite hoeft nu niet te vragen: „Maak Pappa beter," en ook niet „Breng mij thuis." „Neen, dat is zoo, mijn jongen. Zeg nu: „Gode zij dank voor Zijn genade!" Hij herhaalde het en voegde er uit zichzelven bij: „Zegen nursy en laat Tommy en Fan ook weer Papa's en Mama's hebben. Amen!" Toen knikkebolde hij weer ln, maar hield nog steeds zijn moeders hand vast met een: „Niet weggaan, Mam!" Zij dacht er ook niet aan. Ze had hem niets gevraagd. Alleen te zijn met haar jongen en met Hem, Dien zij dankte met heel haar ziel, was haar voor het oogen blik genoeg. HOOFDSTUK XLI. De Canadeesche Northmoor. Het was eerst toen Lord Northmoor ln bijzonderheden de vragen begon te be antwoorden. waaronder hij bedolven werd, terwijl hij zijn laat diner gebruikte, dat hemzelven de geschiedenis van zijn weer gevonden zoontje goed duidelijk werd. „Het Armhuis te Liverpool" en: „Djt alles hebben wij aan Herbert te danken," wa ren zijn eerste antwoorden en hij had de soep al gebruikt, vóór Adela en Constace het verband tusschen die twee mededee- lingen hadden ontdekt. Nóg vreemder keken zij op, toen zijn antwoord luidde op de vraag van Constance: „Heeft Herbert hem daar dan gevonden?" „Herbert? Wel neen! Die goede jongen is nog in Ca nada, waarheen hij hem gevolgd is." „Naar Canada?" „Ja. Die vrouwdat kindermeisje, Hall, heeft het kind ontvoerd; Herbert is haar gevolgd en hoorde toen, dat de jon gen vóór het Armhuis te Liverpool te von deling was gelegd." Bij verdere vragen bedacht Frank, dat hij het geheim moest bewaren van Ida's aandeel inde ontvoering. Hij hoopte het te verbergen voor allen, behalve voor zijn vrouw, want het was niet rechtvaardig jegens het paar Jones, om hen de heele blaam te laten dragen. Hij had gehoord van Herbert's verslag van zijn avonturen in den brief aan Rose, brandend van ongeduld, om te komen aan het deel, dat handelde over zijn zoontje, maar dit was niet zeer bevredi gend. Toen hij den veel korteren brief, aan zichzelven gericht, las, had hij hier uit veel meer vernomen. „Ik betwijfel het hard, of ik den man wel ooit aan het spreken had gekregen, als kapitein Adler er niet bij geweest was. met wiens zwager, mr. Forman, ik geluk kig had kennis gemaakt op de heenreis. Zij hoorden tot de eerste kolonisten en hebben een pracht-farm, met een uitge breid export van tarwe en ze hebben een aandeel in de Stoomvaartmaatschappij. Ik werk hier voor den kost, tot u zoo goed zult zijn, mjj mijn toelage voor het kwar taal te sturen, in mindering van de vijf- en-twintig pond, waar miss Rollstone mij aan geholpen heeft omdat er niemand anders was, tot wien ik mij wenden kon. Ik zou hier graag voor goed blijven en ze zouden mij wel als leerling willen nemen voor minder, dan wat u al aan mijn leeraren hebt betaald en wat nog alles voor niets is geweest, naar ik vrees! Dit leven zou mij veel beter bevallen; ik heb hier huiselijk verkeer en het zijn uit stekende menschen, godsdienstig en al wat u maar wilt. Adler schijnt al dade lijk, van het oogenblik af, dat hij hoorde, wie ik was, belang in mij te stellen en de farm heet naar ons, Northmoor, waar hij, volgens zijn zeggen, de gelukkigste dagen zijns levens heeft doorgebracht. Als u er moeder mee verzoenen kon en u vindt 't zelf goed, dan zou ik het daar veel verder brengen dan hier en dan zou ik u ook al heel gauw niet meer tot last hoeven te zijn." Lord Northmoor, die voelde, dat hij zijn neef meer schuldig was, dan hij het hem ooit kon vergoeden, zond hem een be drag, om zijn kosten te vergoeden en gaf, persoonlijk, hem permissie bij de nieuwe vrienden te blijven tenminste tot er weer een brief zou zijn en tot hij tijd zou heb ben gehad om Herbert's voorstel te over wegen. Tegelijkertijd schreef hij naar Rose Rollstone, niet alleen de bijzonderheden van Michaels wedervaren, maar ook om navraag te doen naar hetgeen Herbert haar had meegedeeld over zijn nieuwe vrienden, omdat hij er op het oogenblik, dat zij zijn brief voorlas, zoo weinig aan dacht aan had geschonken. .LWordt vervolgd). HET ITALIA AN SCHE STOOMSCHIP „ANTOMEl'f A LAURO" dat in het Kanaal in aanvaring is geweest met de „Columbus". De „Antonietta Lauro" werd aan den voorsteven ernstig beschadigd en heeft thans ligplaats gekozen in de haven te Rotterdam. BE TWEEDE RONDE VAN DEN DAVIS-CEP WEDSTRIJD NEDERLAND—FRANK RIJK OP DE M.E.T.S-BANEN TE SCHE- VÊNlSOEN GESPEELD. Het heeren-dubbelspel BorotraBernard tegen Timmer—Karsten. Borot-ra duikt een bal na, achter links Timmer en rechts Karsten. GASBESCHERMINGS-INSTALLATIE BIJ LUCHTAANVALLEN VOOR VERPLEEGDEN EN VEBPLEGENDEN IN ZIEKENHUIZEN. In het Roode Kruis ziekenhuis in de residentie werd met dit toestel een demonstratie gegeven. Patiënten met gasmaskers op worden verpleegd door een verpleegster, die tijdens den gefingeerden gasaanval de pomp-installatie in werking stelt. OVERIJSELSCIIE FOLKLORE. Ter gelegenheid van de V.V.V.-week te Deventer, werden op het terrein van „Oud Deventer" door Olster dansers folkloristische dansen uitgevoerd. De intocht der dansers. Voorop de omroeper. DE GEREDDE BEMANNING VAN DE 1I0LLANDSCHE STOOMBOOT „ALPI1ARD". - Behouden en wel zijn de 26 opvarenden van de in het Kanaal gezonken „Alphard" te Hamburg binnengebracht aan boord van het stoomschip „New York". De kapitein van de „New York" wordt door de mannen, bij hun vertrek hartelijk bedankt voor de geboden hulp. BOOTTOCHT VAN DE VEREEN1G1NG VOOR VROUWENBELANGEN EN GELIJK STAATSBURGERSCHAP naar Ouderkerk aan den Amstel. Studenten als Volendammers en Markervrouwen verkleed, zorgden voor muzikale opluistering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5