Het lot van Abessynië.
DE KLEINE ENTENTE.
Met de ambulance in Abessynië
LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad
Vrijdag 8 Mei 1936
Zaterdagavond valt te Rome de beslissing.
Blijvend verzet tegen Habsburg-restauratie.
Hoe
dr. Van Schelven
terugkeerde.
De zittingen van den grooten fascisti-
schen raad en van het kabinet, die Zater
dagavond 10 uur zullen plaats vinden,
worden in geheel Italië met de grootste
spanning tegemoetgezlen, daar de Duce
bij deze gelegenheid een dellnltieve beslis
sing over het lot van Abessynië zal treX-
fen Men wijst er met nadruk op dat de
zittingen van lasclstischen raad en kabi
net vooratgaan aan de bijeenkomst van
den Volkenbondsraad.
Zaterdagavond 11 uur zal Mussolini
vanaf het balkon van het Palazzo Venezia
den nieuwen status vah Abessynië, dat
nu Itallaansch Oost-Afrlka is geworden,
uiteenzetten, zooals deze door den spe-
cialen ministerraad is opgesteld.
De „Giornale d'Italla" schrijft, dat
slechts één oplossing mogelijk is: eenvou
dige annexatie.
Alle bladen schrijven reeds over de In
spanning, welke Italië zich zal moeten ge
troosten, om Abessynië te ontginnen en
zijn verontwaardigd over de stemmen in
het buitenland, dat Italië het noodige ka
pitaal hiertoe mist.
Gayda schrijft, dat er arbeid is vóór er
kapitaal ls, vóór de financiers zijn er boe
ren en werklieden. Geen kapitalistisch
land kan deze massa Italianen, soldaten
en werklieden, die eendrachtig samenwer
ken, betalen of vervangen.
„Lavoro Fasclsta" noemt reeds de pro
ducten op. welke Abessynië kan leveren:
katoen, koffie, oliezaden, enz. In Italiaan
sche oogen vermindert dit steeds meer den
invloed van de sancties.
Huldiging van Mussolini.
De koning van Italië heeft Mussolini
gisteren in particuliere audiëntie ontvan
gen en hem de hoogste onderscheiding,
het grootkruis van de militaire orde van
Savoye verleend.
Honderd vijftig duizend Italiaansche
vrouwen, bijeengekomen op de Piazza Ve
nezia. hielden een geestdriftige betooging
voor den Ducc.
Italiaansche meisjes in witte blouse en
jonge fascistische meisjes in blauwe uni
form met das in de kleuren van Rome;
hulsmoeders, die haar kinderen op den
arm droegen, elke groep met haar eigen
standaard, allen juichten Mussolini lang
durig toe. De kinderen waren met bloe
men getooid.
Van het balcon van het Palazzo Venezia
af hield Mussolini een toespraak, waarin
hij zijn levendige sympathie uitdrukte
voor de vrouwen van heel Italië.
Hij zeide o. a.; „Italië dankt aan den
heldenmoed uwer kinderen, uwer echtge-
nooten en broeders de schitterende over
winning onzer troepen in Oost-Afrika,
maar ook aan u, vrouwen van Rome en
van heel Italië.
Het fascistische Italië, dat door 52 na
ties belegerd werd, had u een moeilijke en
belangrijke taak toevertrouwd: gij moest
van ieder gezin een bolwerk in den strijd
tegen de sancties maken. Gij hebt u voor
treffelijk van deze taak gekweten. Het
vaderland dankt u daarvoor en verzekert
u. dat uw voorbeeld in de annalen van
Italië bewaard zal blijven".
Badoglio begint civielen
stand te regelen.
toe-
Hoewel zich sinds Woensdag geen inciden
ten van beteekenis te Addis Abeba hebben
voorgedaan blijft uiteraard de staat van
beleg voorloopig gehandhaafd. De Itali
aansche autoriteiten hebben met bekwa
men spoed een aanvang gemaakt met de
organisatie van de civiele toestanden. De
taak van het krijgsgerecht, dat Badoglio
gisteren heeft Ingesteld, zal er hoofdzake
lijk in bestaan om, volgens de Italiaansche
wetten, recht te spreken over aller., die
zich schuldig maken aan plunderingen,
diefstallen, brandstichtingen en andere
vergrijpen tegen den eigendom, benevens
over hen. die wanordelijkheden veroorza
ken, aanslagen plegen of sabotage en der
gelijke. Door de meegekomen Italiaansche
ingenieurs is reeds een radio-zendstation
ingericht, terwijl een groote hoeveelheid
materiaal van allerlei aard naar de stad
onderweg is. Ook de openbare diensten zijn
door de Italianen ter hand genomen en
beginnen reeds te functioneeren. De
Ethiopische oplitle is geëncadreerd door
Italiaansche officieren. Maarschalk Ba
doglio heeft verder last gegeven de ge-
heele spoorlijn van Addis Abeba tot aan
de grens van Fransch Somali-land onder
bewaking te stellen van Italiaansche troe
pen ter bescherming van het spoorweg
verkeer dat thans naar de verwachting
van de Italianen spoedig weer op normaal
peil zal komen.
In Djiboetl verluidt van gezaghebbende
zijde, dat er geen sprake zal kunnen zijn
van een Italiaansche requlsltle van het
station in Addis Abeba, om nog niet te
spreken van den geheelen spoorweg, die in
Fransch bezit is. Wel acht men het nor
maal, dat het Italiaansche leger zekere
materieele diensten vraagt van de spoor
wegmaatschappij in ruil voor de belofte,
c.at de spoorlijn niets geschieden zal. Te
vens echter wijst men erop, dat een over
dracht van den spoorweg aan de Italianen
alleen mogelijk zal kunnen zijn, wanneer
de juridische status van Abessynië is
vastgesteld en dan nog slechts bij een
vrijelijk tot stand gekomen overeenkomst
tusschen de Fransch—Ethiopische spoor
weg-maatschappij en een eventueele toe-
Komstige Italiaansche maatschappij
waaraan dan nog goedkeuring zou moe
ten worden gehecht door de Fransche re
geering wier rechten Italië steeds beloofd
heeft te zullen eerbiedigen.
Dc opmarsch van Graziani.
Omtrent den opmarsch van Graziani
wordt in Addis Abeba nog vernomen, dat
zijn troepen thans Djidjiga hebben be
reikt. De gemotoriseerde eenheden komen
echter slechts met de grootste moeite
vooruit door den verschrlkkelijken mod
derpoel, waarin het geheele gebied van
Ogaden is herschapen door de neerstor
tende regenvloeden. Het regen-seizoen is
hier definitief Ingetreden en de beken en
riviertjes, die nog slechts kort geleden
vrijwel geen hinderpalen opleverden, maar
^tegendeel welkome drenkplaatsen vorm
den, zijn tot machtige stroomen gezwollen.
oen morgen van den 5en Mei slaagde
de Italiaansche genie er in tusschen Gor-
rahel en Daggaboer een brug te slaan over
de rivier Gerreren, ter lengte van 25 M.
en met een draagvermogen van 26 ton. De
colonnes vrachtwagens konden toen weer
oprukken en 170 K.M. verder noordwaarts
Djidjiga bezetten, waar zij arriveerden
ongeveer op het oogenbllk dat Mussolini in
Rome de Italiaansche overwinning bekend
maakte. In Djidjiga viel den binnentrek-
kenden een zeer groote oorlogsbuit In
handen. De luchtstrijdkrachten hadden
gedurende den geheelen tocht naar deze
stad waardevolle diensten bewezen door
het verrichten van tallooze verkennings
tochten. De langzaam optrekkende colon
nes werden voortdurend door het geronk
van de vliegtuigmotoren begeleid.
Sinds den aanvang van den slag op
14 April J.l. zijn Grazlanis legercorpsen
thans 500 K.M. gevorderd. Hieruit blijkt
dus wel heel duidelijk, welk een onver
hoopte buitenkans de ineenstorting van
de Noordelijke Abessijnsche verdediging
voor Badoglio beteekend heeft, zoo korten
tijd voor den aanvang van het regensei
zoen, dat de aanvallers evenzeer in hun
bewegingen belemmert als 't de verdedigers
in hun taak bijgestaan zou hebben. Het
blijkt een rampzalige catastrophe voor
den Negus om van den Volkenbond niet te
spreken, dat hij geen kans heeft gezien,
het nog een paar woken uit te houden,
zelfs na den val van Dessle.
De Negus.
Het Britsche oorlogsschip „Enterprise",
dat den Negus en zijn gevolg vervoert, is
gistermiddag Port-Said gepasseerd.
In de haven waren uitgebreide voor
zorgsmaatregelen genomen. Alle verkeer
was stopgezet en alleen politlebooten voe
ren rond.
De Britsche en Fransche oorlogssche
pen. welke In de haven lagen, groetten de
„Enterprise".
De Italiaansche kolonie van Port Said
had overal de Italiaansche vlag uitgesto
ken.
Te Haifa hebben de autoriteiten even
eens uitgebreide voorzorgsmaatregelen ge
nomen voor de aankomst van den Negus.
De journalisten hebben hun eerewoord
moeten geven, den Negus niet te zullen
naderen vóór hij te Jerusalem zal zijn.
Vele persmenschen zijn met extra-vlieg
tuigen gekomen.
Honderden telegrammen uit alle deelen
van de wereld wachten te Jerusalem op
hem.
Debat in het Engelsche
Hoogerhuis.
Gisteravond heeft ook het Hoogerhuis
de Volkenbondspolitlek der regeering be
sproken.
Lord Ponsonby die zelde uitsluitend
voor zichzelf te spreken, betoogde dat de
tragedie van Abessynië bewezen had dat
de Volkenbond slechts beperkt gezag en
geen feitelijke macht bezat. Onze regee
ring is echter te laat geweest ln lederen
stap dien zij ondernomen heeft en het
heeft geen doel Frankrijk te beschuldi
gen, De voornaamste fout van onze re
geering ls echter niet dat zij de leiding
genomen heeft te Genève, maar dat zij
een te zware verantwoordelijkheid op zich
heeft genomen, gezien het feit dat zij zelf
geen vertrouwen had in de doeltreffend
heid van de sancties. Spr. begreep niet
dat Iemand thans nog van verlenging of
verscherping der sancties kan spreken.
Wat dit om den wrok te bemantelen
dien de Engelsche regeering over haar ne
derlaag moest voelen, of was het om het
Italiaansche volk dat eenvoudig zijn plicht
had gedaan te beleedigen? Spr. was voor
het voortbestaan van den Volkenbond,
maar zonder artikel 16 en met de bepa
ling dat alle toekomstige verdragen wor
den gesloten voor een beperkt aantal Ja
ren en automatisch herzien zullen wor
den.
Lord Lothian (lib.) zelde dat niet alleen
artikel 16 maar ook artikel 10 uit het Sta
tuut moesten verdwijnen zoodat de moge
lijkheid dat een locaal conflict tot een
wereldoorlog zou lelden, zou verdwijnen.
Het was duidelijk dat geen enkel Ud van
den Bond de eerste te Genève wilde zijn
om een oorlog te rlskeeren nadat Musso
lini had verklaard dat de sluiting van het
Suez Kanaal oorlog zou beteekenen.
Misschien ls ook dit slechts bluf ge
weest, maar dan toch ln elk geval zulk
een doeltreffende bluf dat niemand
wenschte te ondervinden of het toch soms
ernst kon zijn. De nieuwe Volkenbond
moet in elk geval opgebouwd worden zon
der opbeperkte verplichtingen.
Lord Snel! zelde namens de officieele
oppositie, dat hij ln zijn geheele parle
mentaire periode niet zulk een vernede
rende gebeurtenis had meegemaakt als
waarvoor het Engelsche volk thans door
zijn eigen regeering geplaatst was. Spr.
had aanvankelijk bezwaren gehad tegen
sancties maar hij had het Abessijnsche
volk wel willen toeroepen: stel nooit eenlg
vertrouwen ln de woorden van een kapi
talistische regeering. Zoodra het op geld
verdienen aankomt ls elk gegeven woord
volkomen waardeloos.
Gewonden met de zweep
uiteen gejaagd.
Dr. Veeneklaas schrijft ons:
Op een morgen hield ik dr. Van der Does
gezelschap, die zich niet erg prettig ge
voelde. Ik zelde hem verbaasd te staan
over den wanordelijken, kleinen en bijna
viezen rommel, waarin hij met z'n gezel-
schap leefde. Dan begint hij te vertellen:
Drie weken geleden zijn wij weggegaan
Imet gouvernementsnagadls en sabanjas,
die gehuurd waren mede voor de muil-
'ezels te zorgen. Muilezels die ook al van
het gouvernement waren. Vanaf den eer
sten dag heeft het gegoten, niet zoo eens
een buitje maar van 's morgens tot
's avonds. lederen avond maakten we moe
beslikt en smerig ln den modder kamp. Al
les bedierf ln het slechte weer, overal ging
het plezier en de glans af.
Een leger van gewonden.
Na een week waren wij In Waldia en
moest de heele karavaan twee dagen rust
nemen. Na bijna twee weken arriveerden
wij ln Alamata onder aan de bergen. On
der de bescherming van de troepen daar
hebben we tien dagen gewerkt tot we erbij
neervielen. Er werd dagelijks met mos
terdgas gebombardeerd.
Den volgenden dag kwamen de
Abessijnen dan bij ons met diepe en
uitgebreide verbrandingen, 's Morgens
vroeg maakten wij' een groote massa
verband klaar en gingen met onze vier
verplegers en de tolk in een kring van
tien meter daar om heenstaan. Om
ons heen stond dan het leger van ge
wonden, dat opdrong, tot wij na twee
uren met onze ruggen tegen elkaar en
de verbandhoop stonden. Niemand be
greep dat hij moest wachten tot de-
geen die geholpen werd klaar was. Als
je druk bezig was een zwaar gewonde
te helpen, kwam een ander je aan je
arm trekken omdat hij ook iets had.
Politic was dus eigenlijk noodig. Zon
der dat was werken onmogelijk. Op 't
verzoek een weinig ruimte te laten
reageerden de menschen niet. Ieder
had maar een ding voor oogen: zoo
spoedig mogelijk geholpen te worden.
Omdat het werk zonder een beetje
orde uitgesloten was, zat er maar één
ding on. Onze tolk moest met de zweep
over de zwaar gewonde ruggen de
arme kerels uit elkaar drijven, anders
konden wij niemand helpen. Dagelijks
150 tot 200 van die patiënten. We
moesten er weg omdat we de waar
schuwing kregen dat we er niet veilig
zaten met het oog op de roovers en
omdat als er vliegtuigen kwamen, alle
gewonden zich verborgen achter de
tent. Een dergelijke menschen-ophoo-
ping moest op den duur in het oog
loopen, bij een bombardement zouden
wij zoodoende onze geheele uitrusting
kwijt raken.
Hoe het dr. van der Does verging
Van der Does ls nerveus, hij verlegt
telkens onnoodlg zijn sigaret. Zijn gezicht
ls smal geworden en het ls wit.
Ik zeg hem, lk geloof dat je je onrustig
voelt.
Dan barst hij los: onrustig, ja, ik voel
me niet prettig, dat is waar. Er is vrijwel
geen uur zoolang de zon schijnt dat je
veilig bent. Waar je ook mee bezig bent,
voortdurend wordt je onderbroken, moet
Je rennen en een plaats zoeken en zitten
te wachten tot je weet dat het gevaar voor
het oogenbllk geweken ls. Toen wij met
onze karavaan vanaf Alamata optrokken,
kwamen wij ln een deel der optrekkende
ongeregelde troepen terecht, dat is zooiets
als een mierenverhuizing, een onmetelijke
massa mannen met ezels en bagage, die
dicht naast elkaar den geheelen weg op
vullen en maar doorloopen. In een oog
wenk waren we onzo karavaan kwijt,
waarvan zoo hier en daar ergens een ezel
liep
Toen werd de weg gebombardeerd
en zocht een ieder een goed heenko
men. Ezels van onze karavaan wer
den gedood, onze nagadis kwamen bij
ons met scherven in hoofd en armen.
We sliepen dien nacht onder een zeil
aan den kant van den weg. Twee da
gen geleden toen we hoorden wat
jullie overkomen was gingen wij direct
naar den keizer. HIJ zit overdag ln een
grot. Als het eene vliegtuig wegging
kwam, het andere. We zaten ergens
tegen een paar steenen aangedrukt.
Op een gegeven oogenbllk zegt Lampe
tegen me: kijk dit valt naast me neer
en laat me den vleugel van een bom
zien. Onrustig, Ja, misschien kan ik
er niet tegen, maar dit is afzichtelijk.
Laten we over wat anders praten. Je
weet dat we zouden samenwerken met den
Engelschen majoor Bourgogne. Wel, hij ls
eerst door sjuftas overvallen en toen deze
zoo goed waren geweest hem weer op den
weg te zetten ls hij door een bom getrof
fen en gedood. Of het waar is, weet ik
niet, men zegt dat het verhaal van de bom
verzonnen is door het gouvernement, maar
dat hij ln werkelijkheid door de sjuftas
vermoord is. Je krijgt nergens eenige
hoogte van, in ieder geval ls hl) dood.
Ras Moelcgeta is dood en zijn eene zoon
Is dood. Men zegt weer door een bom,
maar het ls wel zeker dat hij door de Ti-
greanen vermoord is. De Engelschen zijn
hier twee dagen geleden aangekomen na
het bombardement, als vogels met gebro
ken vleugels. Wij hebben ze de eerste uren
zoo goed mogelijk verzorgd. En dagelijks
komen hier kerels met verwondingen, die
schreeuwen om hulp. Enfin je zult het zoo
zien.
Het ongeregelde leger der Abessijnen.
's Middags om twee uur begint de poli
kliniek op de bocht van den weg. Het on
geregelde leger trekt er langs, bestaande
uit mannen uit alle streken van het land
en van alle leeftijden, ln de meest ver
schillende kleedlj. Hoeden, die eens toebe
hoord moeten hebben aan modische hee-
ren uit Addis, breede Mexlcaansche som
breros, ijsmutsen, alpinopetjes, lappen
vuilgoed. tulbanden, staan op hoofden met
dikke lippen die pikzwart zijn, of op hoof
den die okerkleurlg zijn met fijne gelaats-
trekkn. wat Israëlietlsch aandoet. Er zijn
er bij die 't hoofd kaal gesehoren hebben,
anderen dragen eerbiedwaardige grijze
haardossen, allen hebben hun baard laten
staan. Hier loopt een man met brandhout
op zijn schouders, daar een met een tent-
De besprekingen van den Permanenten
Raad van de drie staten, dlc deel uitma
ken van de Kleine Entente (Tsj. Slowa
kije, Joego-Slavië en Roemenië) zijn be
ëindigd. Alle problemen, die de drie lan
den Interesseeren. werden aan een gron
dig onderzoek onderworpen.
Na afloop van de conferentie werd
een zeer uitvoerig communiqué gepu
bliceerd, waaruit blijkt, dat de Kleine
Entente haar totdusver gevolgde poli
tiek absoluut ongewijzigd wil voort
zetten.
Het communiqué luidt als volgt:
„De permanente raad van de Kleine
Entente ls den 6en en 7en Mei onder voor
zitterschap van Stojadinowitsj te Belgrado
bijeengekomen.
Na te zijn overgegaan tot een diep
gaande bespreking van den huidlgen In
ternationalen toestand en na alle con
crete kwesties der buitenlandsche politiek,
welke de drie staten der Kleine Entente
Interesseeren, grondig te hebben bestu
deerd geeft de permanente raad de vol
gende richtlijnen voor de gemeenschap
pelijke politiek van deze drie staten:
le. Sedert zestien Jaar spannen de sta
ten der Kleine Entente zich in, om den
vrede en de eerbiediging van de interna
tionale verplichtingen met toewijding in
het kader van den Volkenbond te verde
digen, daarbij trachtend ln Europa een
vreedzame samenwerking tot stand te
brengen tussohen de volken ln een geest
van wederztjdsch begrijpen.
2e. In het verlangen den vrede, de
grootste weldaad van alle volken, te hand
haven, hebben zij zich met kracht verzet
tegen alles wat den tegenwoordigen
stand van zaken ln Centraal Europa zou
kunnen omverwerpen.
Om deze reden hebben, zij steeds de
politiek der westersche mogendheden ge
steund, die een steun was voor de hand
having van OostenrUK's onafhankelijk
heid.
ZIJ verzetten zich tegen wijzigingen van
de grenzen door een verkeerd revisionis
me alsook tegen een terugkeer op den
troon van de Habsburg-dynastle, welker
aanwezigheid onvermijdelijk een ernstig
conflict in het Donaubekken zou veroor
zaken.
3e. Plechtig verklaren zij heden, op een
Ivoor de Europcesche politiek bijzonder
moeilijk oogenblik, dat de staten der
Kleine Entente geenerlei reden hebben,
om in welk opzicht dan ook deze politiek
te wijzigen, welke consequent ls toegepast
met absoluut onwankelbare trouw en vast
heid; meer dan ooit houden zij thans aan
deze politiek vast en zij zullen haar dus
bok nu voortzetten met dezelfde energie
fen in de laatste consequenties ln het be
lang van den Europeeschcn vrede.
4e. Om deze reden verklaren zij met ge
heel bijzonderen nadruk, dat de vitale be
langen en het begrip van de historische
behoeften van gisteren, heden en morgen
hen noodzaken, voor immer onverbreek
baar met elkander verbonden te blijven.
Dit ls meer dan ooit waar op dit oogen
blik nu de internationale toestand groote
moeilijkheden en zelfs ernstige bedreigin
gen voor den vrede in Europa doet rijzen.
5e. Om deze reden onderstrepen zij de
groote locale eenheid van geheel hun in
ternationale politiek, hetzij het gaat over
hun houding ten opzichte van den Vol
kenbond, de onafhankelijkheid van Oos
tenrijk, den terugkeer der Habsburgers, de
eerbiediging van de grenzen en de ver
dragsbepalingen Inzake de militaire ver
plichtingen en in het algemeen de eer
biediging van de internationale verbinte
nissen, hetzij het gaat over hun betrek
kingen met Frankrijk en Engeland, Italië
en Dultschland, Hongarije, Bulgarije,
Oostenrijk of Polen, met de landen der
Balkan-Entente of de Sovjet Unie,
Hun politiek blijft absoluut Identiek, ge
baseerd op dezelfde gemeenschappelijke
belangen.
De staten van de Kleine Entente staan
erop, dit uitdrukkelijk te verkondigen, ten
einde in hun eigen landen als overal elders
ieder misverstand en iedere vergissing te
vermijden.
De houding van de drie landen der Kleine
Entente tegenover onverschillig welk van
deze landen zal dus steeds dezelfde en vol
komen solidair zijn.
6e. De staten der Kleine Entente zullen
de volkenbondspolitlek blijven volgen met
de grootste getrouwheid ln de vaste hoop,
dat deze er ln slagen zal, de huidige ern
stige crisis te boven te komen.
ZIJ zijn voorstanders van het beginsel
van een doeltreffende collectieve veilig
heid; zij zijn bereid daarin hun aandeel
te nemen en dit beginsel daadwerkelijk in
praktijk te brengen, doch, evenals zij dit
in het verleden gedaan hebben, zullen zij
ln de toekomst ook door andere middelen
de noodzakelijke kracht en doeltreffend
heid weten te geven aan de politiek van
hun volken.
7e. Wat de kwestie van het verdrag van
Locarno betreft en de gevolgen, die de op
zegging ervan met zich meebracht, wen-
sehen zij de voorbereidende besprekingen
tussohen de Locarno-mogendheden voor
den Europeeschen collectieven vrede spoe
dig beëindigd te zien, opdat de Kleine
Entente het hare zal kunnen bijdragen tot
de consolideering van den algemeenen
vrede, zoowel ln West-Europa als in Cen
traal- en Oost-Europa.
Hoewel zij geen rechtstreeksche onder
teekenaars zijn van het Rijnpact, volgen
zij niettemin aandachtig de ontwikkeling
van deze onderhandelingen, wel wetend
wat voor gevolgen ook voor hen uit een
conflict hieromtrent zouden voortvloeien.
8e. Zij wijzen met nadruk op het vitaal
belang dat zij hebben bij de eerbiediging
van de verdragen van Saint Germain,
Trianon en Neuilly. Zij hebben hun stand
punt dienaangaande reeds doen kennen en
de welbekende houding aangenomen.
Nu zij tijdens deze onderhandelingen
hun practische houding voor de toekomst
besproken hebben, teneinde hun belangen
en hun rechten ten volle te waarborgen,
verklaren zij met kracht, dat zij op het ge
geven oogenbllk alles doen zullen wat noo
dig zijn zal, om deze rechten en vitale be
langen te doen eerbiedigen.
Zij behouden zich dus voor de toekomst
alle vrijheid van handelen voor, daarbij
bovendien eens en voor altijd constate
rend, dat zij nooit hun toestemming zullen
geven aan de legaliseering van een wijil-
ging van een internationale bepaling, waar
door zij gemeenschappelijk gebonden zijn
met andere onderteekenaars, Indien dra
wijziging niet met hen wordt besproken
en indien zij niet met hen ls overeenge
komen volgens de beginselen van het in
ternationale recht.
9e. Deze houding ten aanzien van de
eerbiediging der geldende verdragen belet
de staten der Kleine Entente geenszins,
met kracht de pogingen voort te zetten, om
tot een economische samenwerking tus
schen de staten ln het Donaubekken le
komen, Zij willen zelfs door daden de did.
delljke bewijzen leveren van hun goedm
wil, om in deze een ware overeenstemming
te verwezenlijken.
Reeds verscheidene malen hebben zij hun
instemming betuigd met het beginsel van
economische samenwerking met het bloc
van Rome en met Dultschland.
10e. De staten der Kleine Entente zijn
zich er wel van bewust, dat de Internatio
nale toestand zeer ernstig ls.
Als stichters van den Volkenbond zijn
zij Innig gehecht aan den vrede, als staten,
die hebben deelgenomen aan den oorlog
van 1914/1918, weten zij de weldaden des
vredes en de overeenstemming tusschen
de volkeren te waardeeren.
Overwegende echter de noodzakelijkheid
van een rechte politieke lijn, die werkelijk
tot een oprechte vreedzame samenwerking
leidt, zijn zij vastbesloten gemeenschappe
lijk en in eensgezindheid en Innige trouw
alle maatregelen te nemen, om den vrede
en hun nationaal erfgoed te verdedigen
met alle middelen, die ter beschikking
staan en zullen staan van hunne volken,
bevriende en geallieerde.
lie. Met het oog op de belangrijke on
derhandelingen omtrent al deze kwesties,
die zeer binnenkort hetzij te Genève hetzij
langs dlplomatieken weg zullen gevoerd
worden, zullen de drie ministers in per
manent contact met elkander blijven.
paal van zes meter lengte, ginds een met
een kind. Hun kleeren zijn vuil: voorzoo-
ver het Abessijnen zijn dragen zij een
nauwsluitende pantalon en sjamma, die
beide vroeger eens wit waren. Meest zijn
die kleeren niet bestemd geweest tegen
de aanraking der rotsen en doornstruiken
Vaak wandelen vrouwen met hen mede,
een deel van den noodlgen huisraad dra
gend. Op de ezeltjes die met hen gaan is
een schapehuid gebonden, soms zelfs een
kleine tent als beschutting tegen de koude
nachten. De meesten loopen, enkelen zijn
rijker of hooger en zitten op een rijdier.
Waar is de discipline? Waart hoort hij bij?
Wie zijn de officieren, wie ls de hoofd
man van deze heele troep? Of loopt ieder
een zooals hij zelf dat het beste oordeelt
en vecht hij aan het front gekomen op
dezelfde wijze?
De ambulance was machteloos.
Een ononderbroken stroom golft den
heelen dag over den weg. De patiënten
weten dat er 's middags polikliniek go-
houden wordt en komen in drommen. Ik
heb vandaag de leiding, van der Does kan
uitrusten. Er zijn zes verplegers en zij
kennen hun werk dat wil zeggen, zij heb
ben dat in de weinige afgeloopen weken
geleerd.
De eene patiënt klaagt over hoofdpijn,
een ander wil een Injectie hebben, Iemand
heeft een speldeknop groot gaatje ln zijn
duim en wil daar per sé een verband om.
Een bediende komt vragen of we niet eens
bij zijn chef, vitorari die en die willen ko
men kijken. Wat er dan aan scheelt. De
vitorari wil graag een Injectie hebben. Er
nadert een man die moeilijk ademt, geen
wonder een scherf heeft zijn borstwand
doorboort en ik zie zijn long naar bulten
hangen Een schaar en een verbandje. Als
het donker geworden ls gruw lk van alle
medische misstappen, die ik moest be
gaan omdat er geen plaats ls, geen ge
legenheid om goed te helpen, omdat we
machteloos zijn.
Gevolgen van den roofovervsl.
De hoofdverpleger heeft gehoord, dat
dr. van Schelven gewond ls. Dan komt de
boy van dr. van Schelven den weg afloopen
alleen ln pantalon. Hl) ls gevangene ge
weest gedurende twee dagen en vertelt,
dat al onze bagage geopend ls en over de
dorpen verdeeld; al het onbruikbare, en
dat ls bijna alles, is gebroken en onder de
grond gestopt. Onze belde groote tenten,
die ieder een veertig zieken konden ber
gen, zijn tezamen met de persoonlijke ten
ten in reepen gescheurd en deze zijn als
buikbanden gebruikt. Er zijn eenige naga-
dis en sabanjas gedood, ook de tolk heeft
reeds spoedig de geest gegeven.
Ik hoor roepen: een eind verder den
weg op. Na wat gestrompel bereik Ik
de plaats vanwaar geroepen wordt en
vindt daar van der Does en Lampe
geknield bij iemand die languit, zacht-
kreunend in een soldatententje lift R
kijk ln een vergrauwd en vermagerd,
bleek gezicht: van Schelven.
Hij is gewond en volkomen aan het
einde van zijn krachten. Bevend lift
hij op den grond, alle vier zijn we b'ij
dat we tenminste weer bij elkaar zijP'
De verplegers worden gewaarschuwd,
een brancard gehaald. Van Schelven
krijgen we met moeite erop. Dan be
gint het vervoer door de beek om de
schokken zooveel mogelijk te vermij
den. Met lampen en flaslights word
bijgelicht, ondertusschen hooren we
hoe van Schelven klappertandt Na een
half uur is de tocht van honderd me-
ter volbracht en werken wij onze hos -
hare last met uiterste voorzichtighei
in bed.
En dan komt met horten en stooten
het verhaal dat u allen reeds beken
Js. Het geeft mij het gevoel, dat ik ze
slechts een grapje meegemaakt beo.