Het lot van Abessynië. DE KLEINE ENTENTE. Met de ambulance in Abessynië LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad Vrijdag 8 Mei 1936 Zaterdagavond valt te Rome de beslissing. Blijvend verzet tegen Habsburg-restauratie. Hoe dr. Van Schelven terugkeerde. De zittingen van den grooten fascisti- schen raad en van het kabinet, die Zater dagavond 10 uur zullen plaats vinden, worden in geheel Italië met de grootste spanning tegemoetgezlen, daar de Duce bij deze gelegenheid een dellnltieve beslis sing over het lot van Abessynië zal treX- fen Men wijst er met nadruk op dat de zittingen van lasclstischen raad en kabi net vooratgaan aan de bijeenkomst van den Volkenbondsraad. Zaterdagavond 11 uur zal Mussolini vanaf het balkon van het Palazzo Venezia den nieuwen status vah Abessynië, dat nu Itallaansch Oost-Afrlka is geworden, uiteenzetten, zooals deze door den spe- cialen ministerraad is opgesteld. De „Giornale d'Italla" schrijft, dat slechts één oplossing mogelijk is: eenvou dige annexatie. Alle bladen schrijven reeds over de In spanning, welke Italië zich zal moeten ge troosten, om Abessynië te ontginnen en zijn verontwaardigd over de stemmen in het buitenland, dat Italië het noodige ka pitaal hiertoe mist. Gayda schrijft, dat er arbeid is vóór er kapitaal ls, vóór de financiers zijn er boe ren en werklieden. Geen kapitalistisch land kan deze massa Italianen, soldaten en werklieden, die eendrachtig samenwer ken, betalen of vervangen. „Lavoro Fasclsta" noemt reeds de pro ducten op. welke Abessynië kan leveren: katoen, koffie, oliezaden, enz. In Italiaan sche oogen vermindert dit steeds meer den invloed van de sancties. Huldiging van Mussolini. De koning van Italië heeft Mussolini gisteren in particuliere audiëntie ontvan gen en hem de hoogste onderscheiding, het grootkruis van de militaire orde van Savoye verleend. Honderd vijftig duizend Italiaansche vrouwen, bijeengekomen op de Piazza Ve nezia. hielden een geestdriftige betooging voor den Ducc. Italiaansche meisjes in witte blouse en jonge fascistische meisjes in blauwe uni form met das in de kleuren van Rome; hulsmoeders, die haar kinderen op den arm droegen, elke groep met haar eigen standaard, allen juichten Mussolini lang durig toe. De kinderen waren met bloe men getooid. Van het balcon van het Palazzo Venezia af hield Mussolini een toespraak, waarin hij zijn levendige sympathie uitdrukte voor de vrouwen van heel Italië. Hij zeide o. a.; „Italië dankt aan den heldenmoed uwer kinderen, uwer echtge- nooten en broeders de schitterende over winning onzer troepen in Oost-Afrika, maar ook aan u, vrouwen van Rome en van heel Italië. Het fascistische Italië, dat door 52 na ties belegerd werd, had u een moeilijke en belangrijke taak toevertrouwd: gij moest van ieder gezin een bolwerk in den strijd tegen de sancties maken. Gij hebt u voor treffelijk van deze taak gekweten. Het vaderland dankt u daarvoor en verzekert u. dat uw voorbeeld in de annalen van Italië bewaard zal blijven". Badoglio begint civielen stand te regelen. toe- Hoewel zich sinds Woensdag geen inciden ten van beteekenis te Addis Abeba hebben voorgedaan blijft uiteraard de staat van beleg voorloopig gehandhaafd. De Itali aansche autoriteiten hebben met bekwa men spoed een aanvang gemaakt met de organisatie van de civiele toestanden. De taak van het krijgsgerecht, dat Badoglio gisteren heeft Ingesteld, zal er hoofdzake lijk in bestaan om, volgens de Italiaansche wetten, recht te spreken over aller., die zich schuldig maken aan plunderingen, diefstallen, brandstichtingen en andere vergrijpen tegen den eigendom, benevens over hen. die wanordelijkheden veroorza ken, aanslagen plegen of sabotage en der gelijke. Door de meegekomen Italiaansche ingenieurs is reeds een radio-zendstation ingericht, terwijl een groote hoeveelheid materiaal van allerlei aard naar de stad onderweg is. Ook de openbare diensten zijn door de Italianen ter hand genomen en beginnen reeds te functioneeren. De Ethiopische oplitle is geëncadreerd door Italiaansche officieren. Maarschalk Ba doglio heeft verder last gegeven de ge- heele spoorlijn van Addis Abeba tot aan de grens van Fransch Somali-land onder bewaking te stellen van Italiaansche troe pen ter bescherming van het spoorweg verkeer dat thans naar de verwachting van de Italianen spoedig weer op normaal peil zal komen. In Djiboetl verluidt van gezaghebbende zijde, dat er geen sprake zal kunnen zijn van een Italiaansche requlsltle van het station in Addis Abeba, om nog niet te spreken van den geheelen spoorweg, die in Fransch bezit is. Wel acht men het nor maal, dat het Italiaansche leger zekere materieele diensten vraagt van de spoor wegmaatschappij in ruil voor de belofte, c.at de spoorlijn niets geschieden zal. Te vens echter wijst men erop, dat een over dracht van den spoorweg aan de Italianen alleen mogelijk zal kunnen zijn, wanneer de juridische status van Abessynië is vastgesteld en dan nog slechts bij een vrijelijk tot stand gekomen overeenkomst tusschen de Fransch—Ethiopische spoor weg-maatschappij en een eventueele toe- Komstige Italiaansche maatschappij waaraan dan nog goedkeuring zou moe ten worden gehecht door de Fransche re geering wier rechten Italië steeds beloofd heeft te zullen eerbiedigen. Dc opmarsch van Graziani. Omtrent den opmarsch van Graziani wordt in Addis Abeba nog vernomen, dat zijn troepen thans Djidjiga hebben be reikt. De gemotoriseerde eenheden komen echter slechts met de grootste moeite vooruit door den verschrlkkelijken mod derpoel, waarin het geheele gebied van Ogaden is herschapen door de neerstor tende regenvloeden. Het regen-seizoen is hier definitief Ingetreden en de beken en riviertjes, die nog slechts kort geleden vrijwel geen hinderpalen opleverden, maar ^tegendeel welkome drenkplaatsen vorm den, zijn tot machtige stroomen gezwollen. oen morgen van den 5en Mei slaagde de Italiaansche genie er in tusschen Gor- rahel en Daggaboer een brug te slaan over de rivier Gerreren, ter lengte van 25 M. en met een draagvermogen van 26 ton. De colonnes vrachtwagens konden toen weer oprukken en 170 K.M. verder noordwaarts Djidjiga bezetten, waar zij arriveerden ongeveer op het oogenbllk dat Mussolini in Rome de Italiaansche overwinning bekend maakte. In Djidjiga viel den binnentrek- kenden een zeer groote oorlogsbuit In handen. De luchtstrijdkrachten hadden gedurende den geheelen tocht naar deze stad waardevolle diensten bewezen door het verrichten van tallooze verkennings tochten. De langzaam optrekkende colon nes werden voortdurend door het geronk van de vliegtuigmotoren begeleid. Sinds den aanvang van den slag op 14 April J.l. zijn Grazlanis legercorpsen thans 500 K.M. gevorderd. Hieruit blijkt dus wel heel duidelijk, welk een onver hoopte buitenkans de ineenstorting van de Noordelijke Abessijnsche verdediging voor Badoglio beteekend heeft, zoo korten tijd voor den aanvang van het regensei zoen, dat de aanvallers evenzeer in hun bewegingen belemmert als 't de verdedigers in hun taak bijgestaan zou hebben. Het blijkt een rampzalige catastrophe voor den Negus om van den Volkenbond niet te spreken, dat hij geen kans heeft gezien, het nog een paar woken uit te houden, zelfs na den val van Dessle. De Negus. Het Britsche oorlogsschip „Enterprise", dat den Negus en zijn gevolg vervoert, is gistermiddag Port-Said gepasseerd. In de haven waren uitgebreide voor zorgsmaatregelen genomen. Alle verkeer was stopgezet en alleen politlebooten voe ren rond. De Britsche en Fransche oorlogssche pen. welke In de haven lagen, groetten de „Enterprise". De Italiaansche kolonie van Port Said had overal de Italiaansche vlag uitgesto ken. Te Haifa hebben de autoriteiten even eens uitgebreide voorzorgsmaatregelen ge nomen voor de aankomst van den Negus. De journalisten hebben hun eerewoord moeten geven, den Negus niet te zullen naderen vóór hij te Jerusalem zal zijn. Vele persmenschen zijn met extra-vlieg tuigen gekomen. Honderden telegrammen uit alle deelen van de wereld wachten te Jerusalem op hem. Debat in het Engelsche Hoogerhuis. Gisteravond heeft ook het Hoogerhuis de Volkenbondspolitlek der regeering be sproken. Lord Ponsonby die zelde uitsluitend voor zichzelf te spreken, betoogde dat de tragedie van Abessynië bewezen had dat de Volkenbond slechts beperkt gezag en geen feitelijke macht bezat. Onze regee ring is echter te laat geweest ln lederen stap dien zij ondernomen heeft en het heeft geen doel Frankrijk te beschuldi gen, De voornaamste fout van onze re geering ls echter niet dat zij de leiding genomen heeft te Genève, maar dat zij een te zware verantwoordelijkheid op zich heeft genomen, gezien het feit dat zij zelf geen vertrouwen had in de doeltreffend heid van de sancties. Spr. begreep niet dat Iemand thans nog van verlenging of verscherping der sancties kan spreken. Wat dit om den wrok te bemantelen dien de Engelsche regeering over haar ne derlaag moest voelen, of was het om het Italiaansche volk dat eenvoudig zijn plicht had gedaan te beleedigen? Spr. was voor het voortbestaan van den Volkenbond, maar zonder artikel 16 en met de bepa ling dat alle toekomstige verdragen wor den gesloten voor een beperkt aantal Ja ren en automatisch herzien zullen wor den. Lord Lothian (lib.) zelde dat niet alleen artikel 16 maar ook artikel 10 uit het Sta tuut moesten verdwijnen zoodat de moge lijkheid dat een locaal conflict tot een wereldoorlog zou lelden, zou verdwijnen. Het was duidelijk dat geen enkel Ud van den Bond de eerste te Genève wilde zijn om een oorlog te rlskeeren nadat Musso lini had verklaard dat de sluiting van het Suez Kanaal oorlog zou beteekenen. Misschien ls ook dit slechts bluf ge weest, maar dan toch ln elk geval zulk een doeltreffende bluf dat niemand wenschte te ondervinden of het toch soms ernst kon zijn. De nieuwe Volkenbond moet in elk geval opgebouwd worden zon der opbeperkte verplichtingen. Lord Snel! zelde namens de officieele oppositie, dat hij ln zijn geheele parle mentaire periode niet zulk een vernede rende gebeurtenis had meegemaakt als waarvoor het Engelsche volk thans door zijn eigen regeering geplaatst was. Spr. had aanvankelijk bezwaren gehad tegen sancties maar hij had het Abessijnsche volk wel willen toeroepen: stel nooit eenlg vertrouwen ln de woorden van een kapi talistische regeering. Zoodra het op geld verdienen aankomt ls elk gegeven woord volkomen waardeloos. Gewonden met de zweep uiteen gejaagd. Dr. Veeneklaas schrijft ons: Op een morgen hield ik dr. Van der Does gezelschap, die zich niet erg prettig ge voelde. Ik zelde hem verbaasd te staan over den wanordelijken, kleinen en bijna viezen rommel, waarin hij met z'n gezel- schap leefde. Dan begint hij te vertellen: Drie weken geleden zijn wij weggegaan Imet gouvernementsnagadls en sabanjas, die gehuurd waren mede voor de muil- 'ezels te zorgen. Muilezels die ook al van het gouvernement waren. Vanaf den eer sten dag heeft het gegoten, niet zoo eens een buitje maar van 's morgens tot 's avonds. lederen avond maakten we moe beslikt en smerig ln den modder kamp. Al les bedierf ln het slechte weer, overal ging het plezier en de glans af. Een leger van gewonden. Na een week waren wij In Waldia en moest de heele karavaan twee dagen rust nemen. Na bijna twee weken arriveerden wij ln Alamata onder aan de bergen. On der de bescherming van de troepen daar hebben we tien dagen gewerkt tot we erbij neervielen. Er werd dagelijks met mos terdgas gebombardeerd. Den volgenden dag kwamen de Abessijnen dan bij ons met diepe en uitgebreide verbrandingen, 's Morgens vroeg maakten wij' een groote massa verband klaar en gingen met onze vier verplegers en de tolk in een kring van tien meter daar om heenstaan. Om ons heen stond dan het leger van ge wonden, dat opdrong, tot wij na twee uren met onze ruggen tegen elkaar en de verbandhoop stonden. Niemand be greep dat hij moest wachten tot de- geen die geholpen werd klaar was. Als je druk bezig was een zwaar gewonde te helpen, kwam een ander je aan je arm trekken omdat hij ook iets had. Politic was dus eigenlijk noodig. Zon der dat was werken onmogelijk. Op 't verzoek een weinig ruimte te laten reageerden de menschen niet. Ieder had maar een ding voor oogen: zoo spoedig mogelijk geholpen te worden. Omdat het werk zonder een beetje orde uitgesloten was, zat er maar één ding on. Onze tolk moest met de zweep over de zwaar gewonde ruggen de arme kerels uit elkaar drijven, anders konden wij niemand helpen. Dagelijks 150 tot 200 van die patiënten. We moesten er weg omdat we de waar schuwing kregen dat we er niet veilig zaten met het oog op de roovers en omdat als er vliegtuigen kwamen, alle gewonden zich verborgen achter de tent. Een dergelijke menschen-ophoo- ping moest op den duur in het oog loopen, bij een bombardement zouden wij zoodoende onze geheele uitrusting kwijt raken. Hoe het dr. van der Does verging Van der Does ls nerveus, hij verlegt telkens onnoodlg zijn sigaret. Zijn gezicht ls smal geworden en het ls wit. Ik zeg hem, lk geloof dat je je onrustig voelt. Dan barst hij los: onrustig, ja, ik voel me niet prettig, dat is waar. Er is vrijwel geen uur zoolang de zon schijnt dat je veilig bent. Waar je ook mee bezig bent, voortdurend wordt je onderbroken, moet Je rennen en een plaats zoeken en zitten te wachten tot je weet dat het gevaar voor het oogenbllk geweken ls. Toen wij met onze karavaan vanaf Alamata optrokken, kwamen wij ln een deel der optrekkende ongeregelde troepen terecht, dat is zooiets als een mierenverhuizing, een onmetelijke massa mannen met ezels en bagage, die dicht naast elkaar den geheelen weg op vullen en maar doorloopen. In een oog wenk waren we onzo karavaan kwijt, waarvan zoo hier en daar ergens een ezel liep Toen werd de weg gebombardeerd en zocht een ieder een goed heenko men. Ezels van onze karavaan wer den gedood, onze nagadis kwamen bij ons met scherven in hoofd en armen. We sliepen dien nacht onder een zeil aan den kant van den weg. Twee da gen geleden toen we hoorden wat jullie overkomen was gingen wij direct naar den keizer. HIJ zit overdag ln een grot. Als het eene vliegtuig wegging kwam, het andere. We zaten ergens tegen een paar steenen aangedrukt. Op een gegeven oogenbllk zegt Lampe tegen me: kijk dit valt naast me neer en laat me den vleugel van een bom zien. Onrustig, Ja, misschien kan ik er niet tegen, maar dit is afzichtelijk. Laten we over wat anders praten. Je weet dat we zouden samenwerken met den Engelschen majoor Bourgogne. Wel, hij ls eerst door sjuftas overvallen en toen deze zoo goed waren geweest hem weer op den weg te zetten ls hij door een bom getrof fen en gedood. Of het waar is, weet ik niet, men zegt dat het verhaal van de bom verzonnen is door het gouvernement, maar dat hij ln werkelijkheid door de sjuftas vermoord is. Je krijgt nergens eenige hoogte van, in ieder geval ls hl) dood. Ras Moelcgeta is dood en zijn eene zoon Is dood. Men zegt weer door een bom, maar het ls wel zeker dat hij door de Ti- greanen vermoord is. De Engelschen zijn hier twee dagen geleden aangekomen na het bombardement, als vogels met gebro ken vleugels. Wij hebben ze de eerste uren zoo goed mogelijk verzorgd. En dagelijks komen hier kerels met verwondingen, die schreeuwen om hulp. Enfin je zult het zoo zien. Het ongeregelde leger der Abessijnen. 's Middags om twee uur begint de poli kliniek op de bocht van den weg. Het on geregelde leger trekt er langs, bestaande uit mannen uit alle streken van het land en van alle leeftijden, ln de meest ver schillende kleedlj. Hoeden, die eens toebe hoord moeten hebben aan modische hee- ren uit Addis, breede Mexlcaansche som breros, ijsmutsen, alpinopetjes, lappen vuilgoed. tulbanden, staan op hoofden met dikke lippen die pikzwart zijn, of op hoof den die okerkleurlg zijn met fijne gelaats- trekkn. wat Israëlietlsch aandoet. Er zijn er bij die 't hoofd kaal gesehoren hebben, anderen dragen eerbiedwaardige grijze haardossen, allen hebben hun baard laten staan. Hier loopt een man met brandhout op zijn schouders, daar een met een tent- De besprekingen van den Permanenten Raad van de drie staten, dlc deel uitma ken van de Kleine Entente (Tsj. Slowa kije, Joego-Slavië en Roemenië) zijn be ëindigd. Alle problemen, die de drie lan den Interesseeren. werden aan een gron dig onderzoek onderworpen. Na afloop van de conferentie werd een zeer uitvoerig communiqué gepu bliceerd, waaruit blijkt, dat de Kleine Entente haar totdusver gevolgde poli tiek absoluut ongewijzigd wil voort zetten. Het communiqué luidt als volgt: „De permanente raad van de Kleine Entente ls den 6en en 7en Mei onder voor zitterschap van Stojadinowitsj te Belgrado bijeengekomen. Na te zijn overgegaan tot een diep gaande bespreking van den huidlgen In ternationalen toestand en na alle con crete kwesties der buitenlandsche politiek, welke de drie staten der Kleine Entente Interesseeren, grondig te hebben bestu deerd geeft de permanente raad de vol gende richtlijnen voor de gemeenschap pelijke politiek van deze drie staten: le. Sedert zestien Jaar spannen de sta ten der Kleine Entente zich in, om den vrede en de eerbiediging van de interna tionale verplichtingen met toewijding in het kader van den Volkenbond te verde digen, daarbij trachtend ln Europa een vreedzame samenwerking tot stand te brengen tussohen de volken ln een geest van wederztjdsch begrijpen. 2e. In het verlangen den vrede, de grootste weldaad van alle volken, te hand haven, hebben zij zich met kracht verzet tegen alles wat den tegenwoordigen stand van zaken ln Centraal Europa zou kunnen omverwerpen. Om deze reden hebben, zij steeds de politiek der westersche mogendheden ge steund, die een steun was voor de hand having van OostenrUK's onafhankelijk heid. ZIJ verzetten zich tegen wijzigingen van de grenzen door een verkeerd revisionis me alsook tegen een terugkeer op den troon van de Habsburg-dynastle, welker aanwezigheid onvermijdelijk een ernstig conflict in het Donaubekken zou veroor zaken. 3e. Plechtig verklaren zij heden, op een Ivoor de Europcesche politiek bijzonder moeilijk oogenblik, dat de staten der Kleine Entente geenerlei reden hebben, om in welk opzicht dan ook deze politiek te wijzigen, welke consequent ls toegepast met absoluut onwankelbare trouw en vast heid; meer dan ooit houden zij thans aan deze politiek vast en zij zullen haar dus bok nu voortzetten met dezelfde energie fen in de laatste consequenties ln het be lang van den Europeeschcn vrede. 4e. Om deze reden verklaren zij met ge heel bijzonderen nadruk, dat de vitale be langen en het begrip van de historische behoeften van gisteren, heden en morgen hen noodzaken, voor immer onverbreek baar met elkander verbonden te blijven. Dit ls meer dan ooit waar op dit oogen blik nu de internationale toestand groote moeilijkheden en zelfs ernstige bedreigin gen voor den vrede in Europa doet rijzen. 5e. Om deze reden onderstrepen zij de groote locale eenheid van geheel hun in ternationale politiek, hetzij het gaat over hun houding ten opzichte van den Vol kenbond, de onafhankelijkheid van Oos tenrijk, den terugkeer der Habsburgers, de eerbiediging van de grenzen en de ver dragsbepalingen Inzake de militaire ver plichtingen en in het algemeen de eer biediging van de internationale verbinte nissen, hetzij het gaat over hun betrek kingen met Frankrijk en Engeland, Italië en Dultschland, Hongarije, Bulgarije, Oostenrijk of Polen, met de landen der Balkan-Entente of de Sovjet Unie, Hun politiek blijft absoluut Identiek, ge baseerd op dezelfde gemeenschappelijke belangen. De staten van de Kleine Entente staan erop, dit uitdrukkelijk te verkondigen, ten einde in hun eigen landen als overal elders ieder misverstand en iedere vergissing te vermijden. De houding van de drie landen der Kleine Entente tegenover onverschillig welk van deze landen zal dus steeds dezelfde en vol komen solidair zijn. 6e. De staten der Kleine Entente zullen de volkenbondspolitlek blijven volgen met de grootste getrouwheid ln de vaste hoop, dat deze er ln slagen zal, de huidige ern stige crisis te boven te komen. ZIJ zijn voorstanders van het beginsel van een doeltreffende collectieve veilig heid; zij zijn bereid daarin hun aandeel te nemen en dit beginsel daadwerkelijk in praktijk te brengen, doch, evenals zij dit in het verleden gedaan hebben, zullen zij ln de toekomst ook door andere middelen de noodzakelijke kracht en doeltreffend heid weten te geven aan de politiek van hun volken. 7e. Wat de kwestie van het verdrag van Locarno betreft en de gevolgen, die de op zegging ervan met zich meebracht, wen- sehen zij de voorbereidende besprekingen tussohen de Locarno-mogendheden voor den Europeeschen collectieven vrede spoe dig beëindigd te zien, opdat de Kleine Entente het hare zal kunnen bijdragen tot de consolideering van den algemeenen vrede, zoowel ln West-Europa als in Cen traal- en Oost-Europa. Hoewel zij geen rechtstreeksche onder teekenaars zijn van het Rijnpact, volgen zij niettemin aandachtig de ontwikkeling van deze onderhandelingen, wel wetend wat voor gevolgen ook voor hen uit een conflict hieromtrent zouden voortvloeien. 8e. Zij wijzen met nadruk op het vitaal belang dat zij hebben bij de eerbiediging van de verdragen van Saint Germain, Trianon en Neuilly. Zij hebben hun stand punt dienaangaande reeds doen kennen en de welbekende houding aangenomen. Nu zij tijdens deze onderhandelingen hun practische houding voor de toekomst besproken hebben, teneinde hun belangen en hun rechten ten volle te waarborgen, verklaren zij met kracht, dat zij op het ge geven oogenbllk alles doen zullen wat noo dig zijn zal, om deze rechten en vitale be langen te doen eerbiedigen. Zij behouden zich dus voor de toekomst alle vrijheid van handelen voor, daarbij bovendien eens en voor altijd constate rend, dat zij nooit hun toestemming zullen geven aan de legaliseering van een wijil- ging van een internationale bepaling, waar door zij gemeenschappelijk gebonden zijn met andere onderteekenaars, Indien dra wijziging niet met hen wordt besproken en indien zij niet met hen ls overeenge komen volgens de beginselen van het in ternationale recht. 9e. Deze houding ten aanzien van de eerbiediging der geldende verdragen belet de staten der Kleine Entente geenszins, met kracht de pogingen voort te zetten, om tot een economische samenwerking tus schen de staten ln het Donaubekken le komen, Zij willen zelfs door daden de did. delljke bewijzen leveren van hun goedm wil, om in deze een ware overeenstemming te verwezenlijken. Reeds verscheidene malen hebben zij hun instemming betuigd met het beginsel van economische samenwerking met het bloc van Rome en met Dultschland. 10e. De staten der Kleine Entente zijn zich er wel van bewust, dat de Internatio nale toestand zeer ernstig ls. Als stichters van den Volkenbond zijn zij Innig gehecht aan den vrede, als staten, die hebben deelgenomen aan den oorlog van 1914/1918, weten zij de weldaden des vredes en de overeenstemming tusschen de volkeren te waardeeren. Overwegende echter de noodzakelijkheid van een rechte politieke lijn, die werkelijk tot een oprechte vreedzame samenwerking leidt, zijn zij vastbesloten gemeenschappe lijk en in eensgezindheid en Innige trouw alle maatregelen te nemen, om den vrede en hun nationaal erfgoed te verdedigen met alle middelen, die ter beschikking staan en zullen staan van hunne volken, bevriende en geallieerde. lie. Met het oog op de belangrijke on derhandelingen omtrent al deze kwesties, die zeer binnenkort hetzij te Genève hetzij langs dlplomatieken weg zullen gevoerd worden, zullen de drie ministers in per manent contact met elkander blijven. paal van zes meter lengte, ginds een met een kind. Hun kleeren zijn vuil: voorzoo- ver het Abessijnen zijn dragen zij een nauwsluitende pantalon en sjamma, die beide vroeger eens wit waren. Meest zijn die kleeren niet bestemd geweest tegen de aanraking der rotsen en doornstruiken Vaak wandelen vrouwen met hen mede, een deel van den noodlgen huisraad dra gend. Op de ezeltjes die met hen gaan is een schapehuid gebonden, soms zelfs een kleine tent als beschutting tegen de koude nachten. De meesten loopen, enkelen zijn rijker of hooger en zitten op een rijdier. Waar is de discipline? Waart hoort hij bij? Wie zijn de officieren, wie ls de hoofd man van deze heele troep? Of loopt ieder een zooals hij zelf dat het beste oordeelt en vecht hij aan het front gekomen op dezelfde wijze? De ambulance was machteloos. Een ononderbroken stroom golft den heelen dag over den weg. De patiënten weten dat er 's middags polikliniek go- houden wordt en komen in drommen. Ik heb vandaag de leiding, van der Does kan uitrusten. Er zijn zes verplegers en zij kennen hun werk dat wil zeggen, zij heb ben dat in de weinige afgeloopen weken geleerd. De eene patiënt klaagt over hoofdpijn, een ander wil een Injectie hebben, Iemand heeft een speldeknop groot gaatje ln zijn duim en wil daar per sé een verband om. Een bediende komt vragen of we niet eens bij zijn chef, vitorari die en die willen ko men kijken. Wat er dan aan scheelt. De vitorari wil graag een Injectie hebben. Er nadert een man die moeilijk ademt, geen wonder een scherf heeft zijn borstwand doorboort en ik zie zijn long naar bulten hangen Een schaar en een verbandje. Als het donker geworden ls gruw lk van alle medische misstappen, die ik moest be gaan omdat er geen plaats ls, geen ge legenheid om goed te helpen, omdat we machteloos zijn. Gevolgen van den roofovervsl. De hoofdverpleger heeft gehoord, dat dr. van Schelven gewond ls. Dan komt de boy van dr. van Schelven den weg afloopen alleen ln pantalon. Hl) ls gevangene ge weest gedurende twee dagen en vertelt, dat al onze bagage geopend ls en over de dorpen verdeeld; al het onbruikbare, en dat ls bijna alles, is gebroken en onder de grond gestopt. Onze belde groote tenten, die ieder een veertig zieken konden ber gen, zijn tezamen met de persoonlijke ten ten in reepen gescheurd en deze zijn als buikbanden gebruikt. Er zijn eenige naga- dis en sabanjas gedood, ook de tolk heeft reeds spoedig de geest gegeven. Ik hoor roepen: een eind verder den weg op. Na wat gestrompel bereik Ik de plaats vanwaar geroepen wordt en vindt daar van der Does en Lampe geknield bij iemand die languit, zacht- kreunend in een soldatententje lift R kijk ln een vergrauwd en vermagerd, bleek gezicht: van Schelven. Hij is gewond en volkomen aan het einde van zijn krachten. Bevend lift hij op den grond, alle vier zijn we b'ij dat we tenminste weer bij elkaar zijP' De verplegers worden gewaarschuwd, een brancard gehaald. Van Schelven krijgen we met moeite erop. Dan be gint het vervoer door de beek om de schokken zooveel mogelijk te vermij den. Met lampen en flaslights word bijgelicht, ondertusschen hooren we hoe van Schelven klappertandt Na een half uur is de tocht van honderd me- ter volbracht en werken wij onze hos - hare last met uiterste voorzichtighei in bed. En dan komt met horten en stooten het verhaal dat u allen reeds beken Js. Het geeft mij het gevoel, dat ik ze slechts een grapje meegemaakt beo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 10