Fransch vliegtuig op Waalhaven - Het sloopen van de „Drente 1 DIE HOUTEN KLAAS 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. JHR. DR. J. N. VAN DER DOES WEER THUIS. Het lid van do Nedeirlandsche Roode Kruis ambulance in Abessynië, ge fotografeerd achter zijn bureau in zijn woning te Arnhem. De post, welke het respectabele gewicht van. 48 K.G. ihad, wordt doorgenomen. HET VERSLEEPEN VAN DE OUDE SPOORBRUG DER OOSTERDOKSLUIS TE AMSTERDAMwelk werk in twee gedeelten geschiedt. Het gevaarte in de kranen. DE ESTAFETTE-RIT OVER 2000 K.M. VAN DE KON. NED. FED. VAN LANDELIJKE RIJ- VEREENIGINGEN IN NEDERLAND. De bur gem. van Abcoude, mr. des Tombes, over handigt aan H. de Groot den oorkonde-koker. EEN VREEMDE VOGEL OP WAALHAVEN. Op de doorreis van Valenciennes naar Amsterdam landde op Waalhaven madame Cortel, directrice van de fabriek ,,Aile volante". De staartvlakken ontbreken aan het vliegtuig; de uiteinden der vleugels dienen als hoogte-roeren. Het toestel heeft twee zitplaatsen en is 4 meter lang, 10 meter breed en 1.75 meter hoog. CROSS-COUNTRY VAN DE UTRECHTSCHE JACHTVEREENIGING IN DE OMGEVING VAN BILTHOVEN. Door de deelnemers wordt voor den aanvang van de cross het parcours ,,geloopen". HET SLOOPEN VAN DE BIJ EG MOND GESTRANDE SLEEPBOOT „DRENTE'* lederen dag wordt er meer van het schip afgenomen'. Wat er than® nog is overgebleven. WARMTE IN LONDEN. Papieren mutsen beschutten de kinderen van de openluchtschool tegen de hitte. Naar het Engelsch Tan CHARLOTTE M. YONGE door J. I. en E. A. H. 55) Ik blijf nog zoolang op' Northmoor lat klinkt natuurlijk, hè? Maar ze kun nen er hier nog wel een bij gebruiken voor flen oogst, dus werk ik voor den kost zooals dat zooveel gebeurt tot ik wat "Wt van oom. Ik zal hem vragen of hij JHJ hier voorgoed wil laten blijven om het boerenbedrijf te leeren. Het zou mij veel oeter bevallen dan de militaire loopbaan, aangenomen dan al, dat die voor mij open zou staan, wat ik tusschen twee haakjes niet geloof. Het is een prachtig land en je hebt er zoon ruimte van beweging, dat ik daarna zeker nooit meer den moed zal hebben op el'and te gaan zitten; te meer omdat 'a er niets naar verlang om Ida weer te S® ofschoon er iemand anders is, die "dolgraag zien zou! ii«n F moet ik nu niet zeggen, maar zend "on ingesloten brief door naar oom. Ik zien? TiWel ^at ik z«n gezicht eens kon lm S ^ad cr mÜ °P verheugd, om zelf «te bij hem terug te brengen, maar dat v.ii nu. eenmaal niet, omdat ik niet zoo- nif: ofe heb. Ik hoop, dat je leening je ai moeilijkheden heeft gebracht. "is altijd de jouwe (ik meen het! HERBERT MORTON." De brief aan lord Northmoor, dien de bediende hem ter hand stelde, was kor ter en begon met de verbluffende mede- deeling ,,De schurk heeft Michael te vondeling gelegd bij het Armhuis in Liverpool!" De vader las dit hardop met een uit roep van: „Gode zij dank!" Zijn schoon zuster beantwoordde dit met een kreet van ontzetting en riep: „Hoe verschrikkelijk! De „Honourable" Michael Morton In een armhuis!" „Hij is daar veilig en er zal zeker goed zorg voor hem gedragen worden. Daar ben ik niet bang voor! Er zijn wel erger plaat sen dan de kinderafdeeling van die groote Instellingen." Toen, onder het verder le zen: „Je jongen heeft edel gehandeld, Emma! Hij heeft weer geheel goed ge maakt, wat zijn zuster misdreef. Verheug je daarover en wees dankbaar met mij. De vreugde zal toch niet te veel zijn voor mijn Mary?O, mijn jongenlHoe gauw kan ik Liverpool bereiken? Kijk, je zult den brief zeker ook wel eens willen lezen? Ik moet nu gaan om het goede kind te bedanken, dat Herbert in staat gesteld heeft tot de reis." Het volgend oogenblik was lord North moor weg en hij vond Rose bezig haar brief voor te lezen (behalve dan enkele deelen, waardoor zij soms wat haperde, of het schrift onduidelijk was) aan haar ouders en mr. Deyncourt. Daar, in dat gezelschapje, wist zijn lord schap haast weer niet, wat hij zeggen moest. Geen van hen, di ede situatie zoo goed meester was als mr. Rollstone: „Mylord, ik heb de eer u geluk te wen- schen," zei hij met een plechtstatigheid, die alleen eenige belemmering ondervond, doordat hij moeiljik kon opstaan. „Ikikstamelde zijn lordschap, „mag u wel gelukwenschen met zulk een dochter!" En terwijl hij Rose zelf t&en een verpletterend-stevigen handdruk gaf, sprak hij„Miss Rollstone, wat wij u ver plicht zijn is, in den waren zin des woords, onuitsprekelijk!" „Ik ben overtuigd, dat zij over-gelukkig is, mylord, dat ze u van dienst heeft kun nen zijn," viel nu ook mrs. Rollstone In. Om de atmosfeer eenlgszins te ontladen, zei mr. Deyncourt: „Miss Rollstone was juist bezig den brief voor te lezen, waarin mr. Morton van zijn avonturen vertelt. Zoudt u niet graag heb ben dat zij opnieuw begon?" Rose dee dit en lntusschen had lord Northmoor de gelegenheid om zijn chè- queboek te voorschijn te halen en, toen het jonge meisje ophield, zei hij: „Mijn neef herinnert er mij aan, dat ik u een schuld heb te voldoen, miss Roll stone. U hebt hem de middelen verschaft voor de reis. Mag Ik u dit overhandigen? Dien wissel kan ik afdoen, maar mijn dankbaarheid jegens u nooit!" Mr. Rollstone mocht dan in het eerst al gewanhoopt hebben bij de ontdekking, hoe zijn dochter er haar spaarpenningen aan gewaagd had daaromtrent was hij nu volkomen gerustgesteld, maar wel maakte hij zich, en misschien nog meer dan mrs. Morton, bezorgd over het geval, dat de „Honourable Michael" nu in het Armhuis zou verblijven, en hij kon zich maar niet begrijpen, hoe zijn lordschap dit betrekkelijk zoo kalm opvatte. Frank keek eens op zijn horloge; hij vroeg wanneer de eerstvolgende post ging, en toen hij hoorde, dat hij nog maar een half uur had, vroeg hij, of mj. peypcourt hem schrijfmateriaal wilde versohaffen voor een brief aan zijn vrouw. „Zij zou een post missen en dat zou haar ongerust maken," lichtte hij toe. „Toch weet ik waarlijk niet, wat ik haar wel zeggen moet." Op de kamer van den dominee schreef hij: „Liefste vrouw. Ik ben den heelen dag op pad geweest en heb maar een enkel oogenblik om je te zeggen, dat ik mij zeer wel voel en hoop en vertrouw, dat ik allergunstigst nieuws voor je heb. Maak je niet ongerust als je morgen niets van mij hoort. Je eigen FRANK." Nog had hij den tijd voor het volgend briefje; „Waarde lady Adela, U mag lk 't toevertrouwen, om Mary voor te bereiden op bijna ongelooflijke vreugde, maar laat ze zich niet te veel opwinden. Ik kan niet thuis zijn vóór Vrijdagmiddag. Uw dankbare NORTHMOOR." Nadat hij deze epistels verzonden had, keek hij zijn spoorwegboekje in. Hij zou dienzelfden avond nog met den mailtrein zijn gegaan, als mr. Deyncourt en mrs. Morton hem niet gezamenlijk overreed hadden, dat zijn krachten nog niet be stand zouden zijn tegen zulk een inspan ning. Ze kenden haast den man niet meer, die immers in den regel zoo kalm en even wichtig was. Glimlachend verklaarde hij, dat hij niet eten en niet slapen kon en toch deed hij bejde. Hij sliep Juist bet£r, dan hjj dit sinds zijn ziekte had gedaan en kwam dien volgenden morgen beneden als een ander mensch ofschoon hij nog geheel dezelfde was in vriendelijkheid Jegens mrs. Morton. Hij beloofde, dat hij haar zou telegrafeeren, zoodra hij wist, dat alles in orde was en verzekerde haar, dat hij zijn best zou doen om het schandaal uit de bladen te weren; dat hij nooit zijn verplichtingen zou vergeten jegens Her bert's edelmoedigheid en dat, als zij soms besluiten mocht Westhaven te veriaten, hij haar dan de verhuizing zou verge makkelijken. Ma was niet op; zij had een zeer slech ten nacht gehad, want zij had zich ge kweld gevoeld door droomen, die erger waren dan waken, sinds den tijd, dat het kind weggevoerd was. Haar moeder had wel gemerkt, dat zij bijzonder rusteloos en zenuwachtig was, maar voor een groot deel schreef zij dit toe aan liefde en mis schien had zij hier niet geheel verkeerd in gezien. In ieder geval was Ida nu wer kelijk ziek en kon de gedachte niet ver dragen, haar oom te zien, ofschoon hij haar een boodschap stuurde, dat hij het nu lang zoo moeilijk niet vond het haar te vergeven en dat hij van ganscher harte voor haar voelde. Deze vriendelijkheid trof mrs. Morton bovenal. De jaren hadden haar zachter gemaakt; misschien ook Frank's lank moedigheid en de beschavende invloed van den omgang met mr Deyncourt, al thans, in vele opzichten was zij geheel verschillend van de vrouw, die zoo luide had geprotesteerd tegen zijn huwelijk met Mary Marshall. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5