pBffFEM, WEEKOVERZICHT
GÖRING'S NIEUWE FUNCTIE.
INDRUKKEN
UIT JAPAN.
ilk/v
KASHA
HERENOVERHEMDEN
ivaai
Derde Blad No. 23344
Jftfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 Mei 1936
Profiteer van onze grote
LEERDAM glas-reclame
Hitier tot Schacht: Met hem aan de deur zullen wij niet gestoord worden.
OORLOG OF VREDE....
Er is stilstand in de groote politiek!
jfaar intusschen zet Italië zijn opmarsch
in Abessynië voort en kan men bijkans
reeds zeggen, dat het den oorlog heeft
gewonnen. De bezetting van de Abessijn-
sche hoofdstad Addis Abeba is nog hoog
stens een kwestie van enkele dagen en in
het Zuiden heeft Graziani eindelijk ook
het verwachte succes: de ietwat overdre
ven z.g. Hindenburg-linie is bestormd en
genomen, waarmede het lot van Harrar
binnen afzienbaren tijd bezegeld lijkt en
dus de verbinding tusschen Noord en Zuid
voor de Italianen tot werkelijkheid wordt.
De Negus houdt dan slechts over het
uiterste Westelijk stukje van zijn land....
Nogmaals, den oorlog hebben de Ita
lianen gewonnen, daaraan valt niet meer
te tornen; zullen zij ook den vrede win
nen? Wie eenigszins vreeind staat tegen
over deze vraag, verwijzen wij naar den
afloop van den wereldoorlog. De geallieer
den hebben den oorlog ook gewonnen,
maar wat hebben zij van den vrede ge
kregen? Overwinnaars en overwonnenen
zuchten om het hardst onder de gevolgen
van dien rampzaligen krijg!
Schatten heeft het Italiaansche avon
tuur verslongen, die totdusver de draag
kracht van het land schijnbaar niet heb
ben overtroffen: schijnbaar, want eerst na
afloop van een oorlog pleegt die last in
volle zwaarte te drukken. Hoe, wanneer de
Negus den vrede weigert en Italië genood
zaakt wordt zijn volledige leger daar bij
kans te handhaven om het bezette gebied
onder toom te houden? En dan nog de
groote vraag, of het aldus bedwongen
land de kosten kan opbrengen, die met de
verovering gepaard gingenWaarach
ter een groot vraagteeken is te plaatsen,
want daarover is te weinig beslists bekend
om een conclusie te kunnen trekken.
Vandaar de vraag, of Italië straks ook
den vrede zal weten te winnen!
Zeer nauw verband houdt dit ook met
de vraag, wat er binnen korten tijd zal
geschieden, als de „politiek" wordt hervat.
Dit moment is niet ver meer. want mor
gen wordt in Frankrijk beslist over de
samenstelling van de Kamer. De eerste
Zondag heeft links niet gebracht, wat er
daar gehoopt werd; de winst was alleen
voor uiterst rechts en links, maar speciaal
dan voor uiterst links, m.a.w. voor de
communisten! In dit opzicht was het voor
ons geen verrassing, want herhaaldelijk
hebben wij voorspeld, hoe een samengaan
met de communisten slechts dezen ten
goede kan komen, onafwendbaar, en zoo is
het uitgekomen ook. De vraag is maar,
wat morgen zal geschieden bij de herstem
mingen. Wordt dan het Volksfront ge
handhaafd, dan is het zeer waarschijnlijk,
dat de communisten, die totdusver 10 ver
tegenwoordigers hadden, met een man of
(0 de Kamer zullen binnenrukken
Heerlijk vooruitzicht, vooral in een land
■ais Frankrijk, waar een standvastige meer
derheid toch al tot de onmogelijkheden
behoort! Volledig wordt het accoord niet
volgehouden, dat blijkt reeds uit de ge
vallen, waarin candidaten hun persoonlijk
belang stellen boven afspraak of wat ook,
doch zooals de situatie zich afteekent is
het al erg genoeg!
Na deze verkiezingen in Frankrijk, waar
uit zal moeten blijken, welk bestuur daar
aan het bewind zal komen, zal de groote
politiek worden hervat. Het wil ons voor
komen. dat Engeland ook daarom zoo
treuzelt met de overhanding van de vra
gen inzake opheldering van het Duitsche
standpunt, opdat het eerst eenigszins ge
oriënteerd is, ten aanzien van de Fransche
houding.
Om te beginnen zal de Volkenbond deze
maand opnieuw hebben te beslissen over
de vraag, wat er nog te doen is inzake
het Italiaansch-Abessijnsch conflict, een
vraag, waarbij langzamerhand het be
staansrecht van den Bopd op het spel is
komen te staan; wie zijn oor te luisteren
legt, hoort overal in de kleinere landen
stemmen opgaan, om het Volkenbondsin
stituut maar den rug toe te keeren, daar
het immers in de practijk machteloos zich
betoont tegenover een aanvaller.
Hoe Genève zich door deze impasse zal
heenwerkenIn Engeland teekenen
zich twee krachtige stroomingen afeens
deels een partij onder leiding van Chur
chill, die eenvoudig zich wil neerleggen bij
het echec en de sancties wil opheffen, die
practisch toch een fiasco zouden betee-
kenen en anderdeels een beweging der
Volkenbondsvereeniglngen, die willen door
zetten tot het uiterste en, als Italië dan
biet hooren wil, de sluiting van het Suez-
kanaal voorstaan. Waarbij zich momen
teel aansluiten die Engelschen, die voor
gevaar vreezen in Egypte, nu de Engeland
gunstig gezinde koning Foead is overleden
en te voorzien is, dat de Wafd. dus de
Partij, die Egypte's volledige zelfstandig
heid nastreeft, meer in de melk te brokke
len zal krijgen. Tusschen Lybië en een
Italiaansch Abessynië is de positie der
Engelschen in Egypte inderdaad weinig
aangenaam!
Doch, aangenomen, dat de Engelsche
regeering zou willen meegaan met de
diehards, zouden de andere Volkenbonds
leden dan medewerking willen verleenen
en Engeland niet alleen laten opdraaien
voor de gevolgen?
En dat in een periode, dat hier in ons
werelddeel alles letterlijk op losse schroe
ven schijnt te staan? Welke waarde mag
nog worden toegekend aan oude bondge
nootschappen, nu alles in gisting en wor
ding is? Het gansche systeem der collec
tieve veiligheid ligt te zieltogen, hetgeen
hi de eerste plaats te danken is aan den
ouden voorvechter daarvoor, aan Frank
rijk, dat door de boomen het bosch niet
Weer heeft kunnen zien.
Bijzondere bezorgdheid blijft Oostenrijk
Wekken, vooral nu daar tusschen bonds
kanselier Schusschnigg en zijn plaatsver-
vervanger Starhemberg geschillen zijn ge
rezen over de Heimatschutz en Italië's
houding tegenover Duitschland onzekerder
h dan ooit en dus als van zelf het gansche
yraagstuk van Midden-Europa met zijn
'ele facetten en mogelijke verwikkelin
gen een bron is geworden van allerlei mo
gelijkheden voor stoutmoedig doortasten.
Oorlog of vrede sinds 1914 is deze
vraag niet meer zoo ernstig aan de orde
testeld!
vin.
(Van onzen correspondent).
Tokio, 3 April 1936.
De huidige binnenlandsche strijd in
Japan, die met onverminderde hevigheid
achter de schermen blijft voortduren,
heeft diverse aspecten.
Minister Takahashi viel, omdat hij bij
velen gold als de exponent van het liberale
groot-kapitaal, de verdediger van het lais
ser faire, laisser aller, voorstander van
een voorzichtige financieele politiek en
zich daarom verzettend tegen een al te
hoog opvoeren van de militaire uitgaven.
Men trachtte prins Saionji uit den weg
te ruimen, aangezien hij als liberaal poli
ticus de politieke partijen steunde en de
buitenlandsche politiek in een richting ge
stuurd had, die voerde naar de Verdragen
van Washington en Londen. Hier liggen
de tegenstellingen op een gebied, dat ons
in Europa echter ook niet onbekend is, zij
vloeien logisch voort uit de sterke in-
dustrialiseering van een tot dusver in
hoofdzaak agrarisch land, zij krijgen al
leen een speciaal Japansch karakter, door
dat de strijd nog niet in de eerste plaats
gestreden wordt om ideeën en program
ma's doch nog een sterk persoonlijk ka
rakter draagt.
Liberaal heeft in dit land echter nog
een andere, zeer bijzondere beteekenis;
voor velen staat het gelijk met buiten-
landsch, barbaarsch naar oud-Grieksche
of oud-Chineesche opvatting.
Na de Meiji-restauratie heeft men ge
tracht, al het Westersche ingang te doen
vinden, na een periode van afsluiting en
vreemdelingenhaat ging men eensklaps
overstag. Dat men daarbij niet altijd met
oordeel des onderscheids te werk gegaan
is, is wel zeker,vaak werd kritiekloos het 1
buitenlandsche zonder meer aanvaard tot
schade van de eigen cultuur.
Het is begrijpelijk, dat op den duur een
reactie moest intreden.
Men trok te velde tegen de modernisee
ring, d.w.z. tegen vereuroperiseering of
veramerikaniseering van de jeugd, tegen
de moderne kleeding, de nieuwerwetsche
dansen enz., doch vergat daarbij, dat deze
wederom inhaerent waren aan uit het
buitenland ingevoerde dingen, die men
wel wenschte te aanvaarden. Zelfs de
meest reactionnaire Japanner zal met
geestdrift naar een baseball-wedstrijd in
een der moderne stadions gaan kijken, al
is deze sport toch zoo door en door Ame-
rikaansch als het maar zijn kan.
Doch de moderne sport en de oude
dracht zijn niet meer te combineeren,
eenmaal het een aanvaard hebbend moest
men de kimono wel laten vallen.
Men kan ook geen moderne machine
rieën invoeren en tegelijkertijd eischen,
dat 't bedlienend personeel er als samoe
rai vermond bij zal staan.
Ook wij hebben de pruiken eenmaal aan
den kapstok moeten hangen.
Een compromis is alleen mogelijk, wan
neer men het Engelsche voorbeeld zou vol
gen en het oude historische bewaart voor
ceremonieele gelegenheden. De moeilijk
heid schuilt ook gedeeltelijk in het feit,
dat men er nog niet in is kunnen slagen
het compromis te vinden.
Gedeeltelijk, want men zou verkeerd
doen hier alleen een conflict te zien tus
schen jong en oud, waarbij het oude, dank
zij het nog zoo kort terug liggen van het
feodale verleden een arehaisch karakter
moet krijgen, het gaat in wezen veel die
per.
De leiders van de reactionnaire vader
landslievende vereenigingen voelen zich
1 dragers van een superieure cultuur, be
schouwen de vreemdelingen en hun be
schaving als minderwaardig.
In deze overtuiging mengt zich echter
eenige twijfel, men is toch niet heelemaal
zeker, waardoor complexen ontstaan, waar
mede de buitenstaander terdege rekening
moet houden.
Men treft vaak 'n misplaatsten angst
aan om niet voor vol aangezien te wor
den. Wanneer men Amerikanen op hun
vaderland hoort pochen, waar alles het
grootste en beste van de wereld is, zijn zij
eerlijk en haast kinderlijk naïef in hun
overtuiging. Bij de Japanners ligt het an
ders, misschien ook omdat ze er toch te
verstandig voor zijn en te berekenend om
als naïef te kunnen gelden, hoe het ook
zij heelemaal zeker van hun zaak zijn ze
niet.
Vandaar, dat men in sommige kringen
naast een kwalijk verborgen minachting
voor de buitenlanders tegelijkertijd een
overdreven waarde hecht aan hun oordeel.
Hier ontbreekt ten eenenmale het even
wicht.
De groote massa, de man in de straat,
die zich met deze dingen niet bezig houdt,
wordt er ook niet door beroerd, al kan
men nu nog niet weten welken invloed de
propaganda op den duur zal hebben.
Afgezien nog van de interne spannin
gen, gedeeltelijk oorzaak, gedeeltelijk ge
volg van de jongste gebeurtenissen, ergert
men zich over het gebeurde ook al omdat
men zich schaamt.
Men vindt het verschrikkelijk, dat het
buitenland toekeek en er zooveel belang
stelling voor toonde.
Men realiseert niet dat in de geschiede
nis van elk land dergelijke dingen zijn
voorgevallen, zoodat geen enkele natie,
geen enkel volk, Japan verwijten zou kun
nen maken. Men wil ook niet weten, dat
de eigen Japansche geschiedenis nog zoo
recent als de tachtiger jaren van de vorige
eeuw militaire opstanden kent.
Men is teleurgesteld, omdat het beeld,
dat men zoo gaarne van Japan gaf, er
in beige, blauw en 1.50
grijs
2990 (Ingez. Med.)
toch in werkelijkheid wel wat anders uit
ziet.
Vandaar, dat alle consulaten en gezant
schappen in den vreemde reeds op den
26sten verklaarden, dat er niets aan de
hand was en een voorstelling van feiten
gaf. die met de waarheid volstrekt niet
bleek te kloppen.
Men ergert zich over de vreemde jour
nalisten, minder nog omdat sommigen
onjuiste en overdreven berichten in de
wereld zonden, die kan men nog tegen
spreken, doch dat ze ooggetuigen waren
van gebeurtenissen en dingen zagen en
hoorden, die men liever en famlle behan
deld had.
Zelfs tegenover het eigen volk wil men
geen open kaart spelen, vandaar een zeer
scherpe censuur op de eigen pers.
Men heeft nu buitenlandsche bladen
verboden, omdat ze berichten bevatten, die
in de Japansche pers niet mogen ver
schijnen.
Uit deze bladen heeft men ook ervaren,
dat de meeste buitenlandsche journalis
ten van veel dingen op de hoogte waren,
waarvan men hoopte, dat alleen en uit
sluitend de enkele ingewijden iets wisten.
Men komt plotseling tot de ontdekking,
dat de vreemdelingen, al verstaan ze geen
Japansch, toch precies weten wat er in de
Japansche pers staat. Daarom heeft men
een uitgeven, die vertalingen van de arti
kelen in de Japansche bladen publiceerde,
gewaarschuwd en hem medegedeeld, dat
men niet wenschte, dat hij alles vertaalde,
omdat er dingen in de Japansche pers
stonden, die de buitenlanders niet moch
ten weten:
Daarom heeft men den uitgever van 'n
door alle journalisten zeer gewaardeerden
vertaaldienst in hechtenis genomen en de
verdere uitgave belet.
Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat de
buitenlanders toch op de hoogte blijven,
al kost het nu wat meer moeite.
De oude geest van afsluiting uit den
Tokugawa tijd herleeft weer.
Het is natuurlijk begrijpelijk, dat men
optreedt tegen elementen, die het minder
om de waarheid te doen is, dan wel zich
óf in Japansche binnenlandsche aangele
genheden willen mengen óf uit het ge
beurde munt willen slaan ten eigen bate.
Het spreekt vanzelf, dat de buitenland
sche waarnemer een zekere reserve in acht
moet nemen, maar hij staat nu eenmaal
voor het feit, dat hij waarheidsgetrouw
moet berichten. In de huidige internatio
nale samenleving neemt de berichtgeving
nu eenmaal een zeer voorname plaats in
en waar moet het heen wanneer men niet
eenmaal meer kennis zou mogen nemen
van wat de inheemsche pers schrijft en
meldt.
Nadat men verleden jaar het officieuze
Nieuwsbureau Rengo gereorganiseerd heeft
dat thans Domei heet, is men er thans toe
overgegaan het particuliere bureau Nip
pon Dempo met zachten drang er toe te
krijgen zich met Domei te amalgameeren.
Het officieuze karakter gaat daarbij ge
heel verloren en we krijgen nu een staats-
berichtendienst. zooals ook de Duitschers
dat hebben in hun Deutsche Nachrichten
Dienst.
Niemand kan dit den Japanners euvel
duiden, ze zijn baas in hun eigen huis en
gerechtigd hun berichtendienst te organi-
seeren gelijk zij zulks goedvinden. Er zijn
trouwens heel wat buitenlandsche dien
sten, die zoogenaamd geheel onafhankelijk
zijn, doch inderdaad onder strenge con
trole van hun gouvernementen staan.
Maar dat neemt echter het feit niet
weg, dat in de toekomst de Japansche be
richtgeving een zeer speciaal karakter zal
dragen en het buitenland dus ook langs
andere wegen geïnformeerd zal willen
worden.
Deze dingen zijn echter niet speciaa.
Japansch, ze doen zich op verschillende
plaatsen in de wereld voor en er zijn heel
wat staten in Europa, waar de buiten
landsche correspondenten het niet be
paald gemakkelijk hebben.
De dingen krijgen echter een speciaal
Japansch karakter dank zij een zekere
mentaliteit in bepaalde kringen, die ge
deeltelijk haar verklaring vindt in het
feit. dat de tijd van de totale afsluiting
van het buitenland nog zoo kort achter
ons ligt.
Wij zien op dit moment een streven om
terug te gaan naar het oude. Het onder
wijs in vreemde talen wordt beperkt, de
moderne dansen worden overal verboden
met uitzondering van enkele speciaal aan
gewezen lokalen, de opschriften in het
Engelsch bij de spoorwegen zijn bezig te
verdwijnen.
Reeds lang voor de jongste gebeurtenis
sen waren deze tendenzen merkbaar, ze
zijn nu niet alleen versterkt, maar kregen
officieele sanctie.
Men wil heel ver gaan, doch het is al
leen de vraag, hoe ver men kan gaan.
J. FABIUS.
(Nadruk verboden).
De Motor- en Rijwielwet ver
biedt uitdrukkelijk het rijden met
open knalpot binnen de bebouwde
kom der gemeente.