De Verjaardag van de Prinses - Egyptische troonopvolger verlaat Engeland DIE HOUTEN KLAAS 77"< Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede BlaJ FEUILLETON. TENTO OX STELLIXG „NEDER- LANDSCH FABRIKAAT" TE AM STER- DAM. Jr. Damme voorz. der Vereeni- ging beproeft een biljart. DB VIERING VAN DEN 27STEN VERJAARDAG VAN H. K. II. PRINSES JULIANA. Tweehonderd kinderen van de Vereeniging „Kinder-Oranjebond" brachten de jarige Prinses in den tuin van het paleis Noordeinde een zanghulde. De Prinses onderhoudt zich met enkele kinderen. ONDERLINGE WEDSTRIJDEN VOOR ONDER-OF- I'KTEREN EN MANSCHAPPEN VAN HET 3e HALF- REGIMENT HUZAREN OP HETALEXANDERVELD IN DE RESIDENTIE ter gelegenheid van den ver jaardag van de Prinses. De wedstrijd hindernisloopen. NA HET OVERLIJDEN VAN KONING FOE AD VAN EGYPTE. Do 16-jarige zoon Van den gestorven monarch werd tot troonopvolger van Egypte uitgeroepen. De jonge koning (x) bij zijn vertrek uit Engeland, waar hij sinds eenigen tijd vei bleef. Rechts naast hem, de Hertog van Kent. OP DE LEUSDERHEÏDE RIJ AMERSFOORT WERD ONDER DE AUSPICIËN VAN DE K3*1. S. V. EEN GROOTE OLYMPISCHE PROEF GEHOUDEN. Re se rve-luitenant van Hemert met Welsh rabbit" tijdens de dressuurproeven. ZEVENTIG JAAR GETROUWD. Woensdag 6 Mei 'viert het echtpaar J. Kieven-Lucassen te Frederiksoord zijn 70-jarige huwelijksfeest. Naar het Engelsch vail CHARLOTTE M. YONGE door J. I. en E. A. H. 50) ,Dus maakte Herbert haastig toilet en kerkwaarts. Nadat hij eerst even had binnengekeken, om zich te overtuigen, dat Rose er ook waarlijk was, nam hij Plaats in een bank vlak bij den uitgang an ongetwijfeld schonk hem het gebed nog Westelijke kracht voor de uitvoering van JUn plan. Rose kwam er alleen uit en hij was da- oel«k naast haar met de vraag: «Zeg, Rosie, je hebt toch gisteravond daar niet van gesproken?" "O. neen, natuurlijk niet!" ,,Je bent een kraan! Ik heb 't er alles uitgekregen bij Ida. Ik schaam mij alleen,. Qat zij mijn zuster is!" "En waar is het aardige, kleine ventje?" is iuist de zaak" zei Herbert, en (S, m ^et kort zijn moeilijkheden uit- waarna Rose het ook met hem eens ten, r van hun familie moest zien hL n 'e komen, waar de emigranten ïem ge3aan waren. Toen hij zijn voor- zmi l" kennen gaf, om ze te volgen, al mr..™j dan ook zelf voor den overtocht vertl?? zorSen. eer hij het aan de ouders harte t' ididhte zij dit van ganscher werrt T en a"o z'*i voor het romantische uitSLil ,ar g®Wek'„ uij het mogelijk voor- dat hij den kleinen jongen mee terug zou brengen en hem ineens voor zijn ouders zou zetten. Zij was bereid geheimhouding te belo ven om een gerechtelijke vervolging te voorkomen, wat, zooals Herbert zei, een verschrikkelijk ding voor de heele familie zou zijn; bovendien vonden de jongelui het wel prettig om een geheim te deelen. Herbert beloofde, dat hij dien volgenden ochtend met haar zou samentreffen en dat hij haar dan nader zou vertellen van zijn ontdekkingen en plannen, daar zij in waarheid de eenige was, met wie hij eens kon overleggen. Hij zorgde dan ook, dat hij haar ont moette. terwijl hij vroeg naar de kerk ging. Hij had haar te vertellen, dat hij van mrs. Hall niets te weten was geko men. In hoeverre zij het nu' zelve al of niet wist, was hem niet recht duidelijk, maar in ieder geval scheen ze bang te zijn zich nader uit te laten. Nu kwam er bij, dat zij, als werkster, niet de beste herin neringen aan dien plaaggeest van een master Herbert had. zoodat hij ook niet kon venvachten, dat zij geneigd was hem bijzonder ter wille te zijn. Bij de familie Jones was bij beter ge slaagd; mogelijk had hij ook geleerd, wat politieker te werk te gaan. Hij was dan ook niet begonnen met naar Rattler te vragen, maar naar diens broer, die hem toen had verzocht, mee naar buiten te gaan, waarna hij hem had toevertrouwd, dat Rattler naar Toronto was gegaan, v/aar hun oudste broer werkzaam was op „The British Empress," een stoomboot, die op het Ontario-meer voer Mrs. Jones, de moeder, en haar oudste zoons waren fatsoenlijke menschen en er was geen reden om te denken, dat zij van die leelijke praktijk van Rattler afwisten. Dus was Herbert nu besloten om onver wijld naar Toronto te gaan, waar hij het kind hoopte te vinden, en er mogelijk weer binnen de maand mee terug wilde keeren. „Maar," zei Rose schuchter, „ben je werkelijk van plan je eigen overtocht te betalen?" „Zie je, Rose, dat is nu juist de moei lijkheid. Ik moest enkele rekeningen beta len, toen ik mijn toelage had gekregen en ongelukkigerwijs had ik mijn fiets inge ruild en de nieuwe kostte heel wat meer, zoodat ik nog maar zeven pond over heb, en ik moet toch nog wat bewaren voor de reis naar New-York en voor den terug tocht, want ik kan het kind niet op het tusschendek Vervoeren. Als ik nu de fiets en mijn horloge zoo lang verpand, dan kan ik daar wel wat op krijgen, en ik denk, dat ik dit dan ook maar doe, want ik mag geen tijd verloren laten gaan en ik ben zeeman genoeg om onderweg wel werk te vinden „Ik had al zóó gedacht," begon Rose weer schuchterToen ik zelf begon te verdienen, zie je, hebben ze mij wat op de Postspaarbank laten brengen. Ik heb nu vijf-en-twintig pond, dat zou ik er binnen een paar dagen af kunnen halen en het zou zoo heerlijk zijn, als dat dien armen, kleinen jongen kon helpen terugbrengen!" „O, Rose, wat ben jij toch een kei! Je begrijpt, dat je het in geen geval verliezen zult, want oom zou wat blij zijn, dat hij het kon terugbetalen zelfs al zou ik niet slagen. Maar nu ga ik regelrecht naar Liverpool en dan steek ik over, in de eerste de beste boot en danMaar kan je het nu dadelijk krijgen, zonder dat er een haan naar kraait?" „Ja, dat geloof ik wel. Vader heeft mjjn boekje willen zien. toen ik pas thuis kwam, en dus zal hij dit nu voorloopig wel niet weer doen, tot ik alles verklaren kan, en ik ben zeker, dat het geen slecht gebruik is." „Slecht?Neen, niet bepaald! Het is de mooiste manier, waarop iemand zijn geld kan besteden. O, Rose, als ooit dat arme kind zijn vader en moeder terug ziet, dan is het geheel jouw werk! Nie mand, die onder woorden kan brengen, wat ik er van denk, of wat oom en tante van je denken zullen. Je bent de goede engel in deze geweest en Ida die andere!" Maar Rose vond moeilijkheden in haar rol van „engel", althans haar vader sprak haar toe op zijn zwaarwichtige wijze: „Kindlief, ik heb je altijd beschouwd als een bescheiden verstandig meisje, maar nu moet ik je toch zeggen, dat ik alles behalve ben ingenomen met de wijze, waarop je in den iaatsten tijd werd samen gezien met dat jongmensch, dat tot de aristocratie behoort." Rose kreeg een kleur en riep: „Heusch papa, dat is 't niet!" „Ik geloof ook niet, dat hij of jij er waarlijk iets min-passends mee bedoelt, maar toch voel ik mij verplicht je even in herinnering te brengen, dat eenige schijn van aanmoediging tegenover een jongen man in zijn positie van het grootste na deel kan zijn voor je vooruitzichten en je goeden naam. hoe vleiend zijn toenade ring ook moge lijken!" „Dat weet ik. papa, dat weet ik! Maar u hoeft zich in 't minst niet ongerust te maken, te meer. daar hij morgen of over morgen al weggaat. Maar dan moet ik hem toch nog eens spreken of een boodschap sturen, eer hij vertrekt." „Kijk, als je hem soms helpt om een cadeautje te koopen voor zijn zusters, dan zie ik hier voor eens nu niet zoo'n be zwaar in, maar het moet niet weer voor komen Rose kwam sterk in de verleiding om haar vader in dezen waan te laten, maar haar waarheidsliefde gedoogde dit niet. Dus zei ze: „Neen papa, dat is het niet, maar bin nenkort zult u het weten, en dan zult u er zich wel mee kunnen vereenigen. Als u nu alleen nog uw kleine Rose een oogen- blik langer wilde vertrouwen!" En vleiend keek zij naar hem op. „Nu, ik heb nog nooit iets onbetrouw baars van je gemerkt, al ben je dan ook een vleistertje!" antwoordde haar vader en zoo was dit gevaar dus tijdelijk afge wend. Maar nu wachtte haar nog een ver antwoording tegenover haar moeder. „Hoor eens, Rose, als dat 's morgens vroeg naar de kerk gaan nu leiden moet tot het loocen met jongelui, dan wil ik dit niet hebben, begrijp je?" Mrs. Rollstone had niet zooveel bescha ving aangenomen als haar man en ze had haar dochtertje nooit dat vertrouwen in geboezemd, vandaar dat Rose er zich dan ook maar gauw van afmaakte met een: ,,'t Is alles in orde, mama. Ik heb er met pa al over gesproken." „O, als pa 't weet, dan zal het wel goed wezen, maar een man vat die dingen zoo anders oo dan een vrouw en als die jonge mr. Morton je achterna Ico-t. dat zou ik niet willen hebben!" „Dat doet hij ook niet." zei Rose, op af gemeten. kalmen toon, waaruit wel bleek, dat ze met moeite haar ongeduld bedwong, „Bovendien gaat hij haast weg." LWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5