Hr. Ms. kmiser „de Ruyter" - De Koningin bij dressuurproeven
DIE HOUTEN KLAAS
77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
hem af-
KONING EDWARD TUI inspecteert de
Goldstream garde in de kazerne
te Windsor,
DE NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS-AMBULANCE TE DESSIÉ. DE HEER M. F. BERKHOUT - DE OVERSTROOMING SRAMP IN AMERIKA
De leden der ambulance zijn gereed, om, wanneer Italiaansche vliegtuigen een bomaanval ondernemen, bun die benoemd is tot burgemeester Thaps is men bezig met opruimings-
schuilholen te betrekken. van Voorschoten. werkzaamheden,.
Naar het Engelsch
van CHARLOTTE M. YONGE
door J. I. en E. A. H.
45)
Na nog even aarzelen vatte ze den moed,
om met haar droeve geschiedenis voor den
dag te komen. Ze had den middag door
gebracht bij mr. Rollstone en had master
Michael, als gewoonlijk, overgelaten aan
de zorgen van Ellen en zoo had zij dus
niets bijzonders geweten, tot nóch het
kmd, nóch het meisje op den tijd van zijn
avondeten, thuis kwamen. Mrs. Morton
scheen er toen nog niet zoozeer gevaar in
ïf maar Eden zelve was, de wanhoop
nabij, het ventje gaan zoeken, toen ze
küen zag. die hem overal riep. Het meisje
oekende dat ze hem de kinderen Lincoln
aaa zien achterna loopen en daar ze in
die Va meening verkeerde, dat hij met
d!Lwas .meesegaan, was ze zich gaan ver-
■sr-vie ln een stuiversroman, in gezel-
j van een andere kindermeid. Toen
tot de werkelijkheid terugkeerden,
bit it eerste itiee geweest, dat hij nog
wee- kmderen zou zijn, maar die waren
hii irf? ,F"en' nu weer meende, dat
hun if -n meegeloopen was, was naar
ni.t» n gegaan, maar daar wist men
1 was op dat oogenblik vloed, zoodat
allen: het kindermeisje, de tante en het
nichtje en wie verder op verkenning wa
ren uitgegaan, van het strand verdreven
werden. Er kon toen niets meer gedaan
worden en ze gingen naar huis, met de
wanhoop in het hart. Miss Ida, naar Eden
verklaarde, was nog langen tijd gebleven,
nadat ieder ander al terug was, en kwam
toen eindelijk zóó moe en ongesteld thuis,
dat ze rechtstreeks naar bed gegaan was.
Er bleef nog altijd hoop, dat iemand den
kiemen jongen gezien en hem mee naar
huis genomen had; maar men zou toch
niet in staat zijn geweest, om uit te ma
ken, aan wien hij behoorde. De Lincolns
hadden bekend, dat ze hem en zijn kin
dermeid van verre gezien hadden en toen
onverwijld achter een uitstekende rots in
een kloof verdwenen waren in de hoop,
dat hij hen niet opgemerkt had, omdat
hij zoo lastig kon zijn en altijd hun spel
bedierf. Maar toen op den ochtend het
schopje, de hoed en het schoentje gevon
den werden, niet ver van de rots, deden
de kinderen zich heel wat verwijten over
hun zelfzuchtigheid. Ongetwijfeld had
kleine Michael hen blootvoets gevolgd en
was te dicht bij de golven gekomen.
Er bleef nu geen andere hoop meer
over, dan dat de zee het lichaampje zou
aanspoelen, dat ze zoo wreedaardig weg
gedragen had.
Daar Ellen de laatste was, die het kind
gezien had, was zijin Westhaven achter
gelaten, de wanhoop nabij, zoodat ze ver
klaarde. dat ze tegen niemand meer spre
ken wilde, of nooit van haar leven een
boek zou inzien. Ze was nog even met het
excuus te voorschijn gekomen, dat ze
dacht, hoe ze miss Ida ln die richting had
?ien gaan; maar deze jonge dame ver
klaarde, dat ze dien middag in het geheel
niet op het strand was geweest, tot nadat
er alarm was geslagen en ze was heel
boos op Ellen, dat die valsche veront
schuldigingen had gemaakt en dat zij zoo
doende de blaam van zich af had willen
werpen, waarop het meisje zich gehaast
had, er bij te voegen, dat ze er ook in het
geheel niet zeker van was.
„En, o, mij lady," smeekte Eden, „stuurt
u mij toch niet naar het Huis! Laat ik
lady Northmoor niet onder de oogen hoe
ven te komen: ik zou het besterven!"
„Wij zullen er over denken," zei lady
Adela. „Weet je ook, of iemand van het
Huis je gezien heeft?"
Eden dacht van niet en nadat zij toe
vertrouwd was aan de zorgen van haar
vriendin, de kamenier van lady Adela, om
haar weer wat tot rust en kalmte te bren
gen, en haar wat opwekkends en verster
kends toe te dienen, pleegden de schoon
zusters droef overleg en waren het er over
eens, dat het niet raadzaam zou zijn, om
het verschrikkelijk nieuws verborgen te
houden voor de arme moeder, die dage
lijks tijdingen verwachtte van haar kind
en soms eenig gerucht mocht hooren in
haar afzondering.
„Arme Adela! Ik heb met jou haast
evenzeer te doen als met haar," zei
Bertha.
„O, ik voel nu. hoeveel reden tot dank
baarheid ik nog Tfieb. Geen onzekerheid
tenminste; ik weet, dat mijn kleine in
zijn grafje rust."
„En dan heb je nog Amice. ..Laat ik je
er heenrijden, Addie; je bent niet ge
schikt, om dat eind nog te loopen."
„Misschien is het beter, maar dan niet
tot aan de voordeur. Ik zal den tuin bin
nengaan. Moge hij althans voor haar ge
spaard blijven!"
Zeer bleek ging lady Adela binnen en
zag al dadelijk een schreiend dienst
meisje, dat met moeite haar snikken be
dwong.
Dokter Trotman, zei ze, was er juist
even voordat de tuinmansjongen met het
bericht kwam, en nu wachtte zij af, tot
de dokter ging, om hem te verzoeken, dat
hij toch hij de hand zou zijn, als het lady
Northmoor verteld werd.
Adela voelde, dat dit het beste oogen
blik zou zijn, en liet vragen, of haar lady
schap een paar minuten in de studeer
kamer bij haar wilde komen.
Niet land duurde het, of Maiy's zachte
tred werd vernomen, en haar lippen pre
velden: „Geen grond verloren," toen, op
het zien van de uitdrukking op Adela's
gelaat, haar alle glans uit de oogen week
en zij zich schrap zette, terwijl zij sprak.
„Je komt met slecht nieuws. Mijn
jongen
Adela trad naderbij en wilde haar hand
vatten en zeggen: „Arme Mary!" toen zij
die ineensloeg en vroeg: „Roodvonk?"
„Neen, neen! Erger nog: „Verdron
ken!"
„ODan is er tenminste niet al dat
lijden geweest zonder mij!O, neen,
neen!" toen lady Adela haar in de armen
zou gesloten hebben..— „Maak mij niet
zoo van streek, dan zou ik niet meer bij
Frank kunnen gaan. Het hangt alles af
van dezen èènen dag, zeggen ze, en ik
moét moet zijn, zooals altoos. Er komt
nóg tijd genoeg, om het te weten, als
alsmet een langen, onderdrukten
zucht, „als het hém bespaard zal blijven,
het te hooren!"
„Ik geloof, dat je gelijk hebt, lieve. Als
je hem houdtverder kwam lady
Adela niet.
„Of hij zal mij teruggeschonken wor
den, óf het zal hem bespaard blijven," zei
Mary. „Maar laat ik nu naar hem terug
gaan."
Toen lady Northmoor bij de deur was,
bracht ze de hand naar het hoofd en
vroeg:
„Wie is hier naast?"
„Die arme Eden!"
„O! Laat haar en Emma weten, dat ik
zeker ben, hoe het haar schuld niet is.
Kom morgen terug; ik denk wel, dat hij
dan beter zal zijn."
Weer even geruischloos gleed zij weg,
terwijl ze nog geen traan gelaten had.
Adela wachtte op den dokter, die haar
verzekerde dat de patiënt eerder gewon
nen dan verloren had gedurende de laat
ste vier-en-twintig uren en dat, als hij
gespaard kon blijven voor iederen schok
of opwinding, hij het er waarschijnlijk
nog wel bovenop zou halen.
Lady Northmoor scheen zoo volkomen
vervuld van het critieke van zijn toestand,
dat zij zeker niet verraden zou de smart,
die zij opgeborgen had in de geheime ka
mer van haar hart, te meer daar haar
echtgenoot nog te slaperig was en te
weinig belangstellend, om te vragen naar
het kind, nu hij eenmaal wist, dat het uit
huis was.
Toch was dokter Trotman ten zeerste
ingenomen met het' voornemen van lady
Adela, om in het Huis te blijven slapen,
in geval van een plotseiingen ommekeer
in den toestand.
(Wordt vervolgd).
GISTEREN IS HR. MS. KRUISER „DE RUYTER", WAARAAN DE LAATSTE HAND WORDT GELEGD,
VAN D® WERF WILTON -F EYEN OORD TE SCHIEDAM NAAR DE
WAALHAVEN GESLEEPT
voor het stellen van het kompas. De nieuwe kruiser, gefotografeerd op de Maas.
JUBILEUM KON. MILITAIRE SPORTYER-
EENIGING. Dressuurproeven op „Duindal"
in de residentie. De Koningin vereerde de
prestaties met haar tegenwoordigheid.