Groote brand te Venlo - Dr. Colijn te den Helder
DIE HOUTEN KLAAS
77*le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
MINISTER COLIJN TE DEN HELDER AAN BOORD VAN DE ONvüJCZEËBOOT O. II - waarmede hij DE KROONPRINS VAN ABE8SYNIE AAN HET SCHIJFSCHIETEN MET EEN NIEUWEN
een. tocht maaJcte. Rechts van. den minister de commandant van den onderzeedienst kapitein ter zee Doorman en MITRAILLEUR BIJ DESSIE. De zoon van den negus beproeft met kennis van
dr. Colijn's adjudant luit. ter zee Post Uiterweer. zaken het nieuwe gevechtswapen.
DE NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS AMBULANCE TE DESSIE. - Een groep gewonden komt
het hek der Nederlandsche Ambulance te Dessié binnen ge s tromp eld, na vier weken onderweg
te zijn geweest van Makallé.
EEN ENORME BRAND LEGDE TE VENLO DE VEILINGSGEBOUWEN VAN DE C.V.V. IN DE ASCH. -
Het vuur was ontstaan in een houtmagazijn; Een complex gebouwen over een oppervlakte van 500 vlerk. M.
werd verwoest. Foto genomen van de ruïne der veilingsgebouwen, w aarvan het betonnen dak over een lengte van
ongeveer 30 meter was ingestort.
MINISTER-PRESIDENT COLIJN BRACHT EEN BEZOEK AAN DEN
HELDER. De minister-president inspecteert bij aankomst de eerewacht van
den onderzeedienst. Rechts kapt. ter zee Doorman, links schout-bij-nacht
T. L. Kruys, commandant der marine.
HET FRANSCHE PROVINCIEFEEST TE NICE.
Deelnemers uit de Provence bij het uitvoeren van
een dans.
Naai het Engelsch
van CHARLOTTE M. YONGE
door J. I. en E. A. H.
36)
Zoo gingen dus moeder en dochter niet
naar Northmoor Op een bal aan boord
van een ander jacht, even vóór Kerstmis,
vatte Ida andermaal zoo heftig koude, dat
er werd gesproken van een congestie van
de longen en daar zij altijd zwakke longen
had gehad, was de dokter van meening,
dat een voorjaar, in het buitenland door
gebracht, misschien aanbeveling zou ver
dienen.
Mrs, Morton schreef een brief met
sporen van tranen er op aan haar zwager,
waarin zij deze buitenlandsche reis voor
stelde als de eenige hoop, om haar lief
ste kind te behouden. De steengroeven
hadden gedurende het laatste jaar zóó
veel opgebracht, dat lord Northmoor ruim
kon voldoen aan haar behoeften, zoo dan
aan ^aar verwachtingen,
Mrs. Morton zou graag Constance heb-
oen meegenomen als tolk en als assistente
over het geheel; maar Conny werkte hard
°°r eeJ> studiebeurs aan een damescol-
iiiA? en zuster zelve verlangde nu ook
juet zoozeer naar haar gezelschap, zoodat
a] woeder het tenslotte dan ook niet
raadzaam achtte Conny te bewegen, dezen
plicht tegenover haar familie voorop te
stellen.
Ida had een mederelzigster gevonden,
die haar veel beter zou voldoen dan Con
stance: Gedurende het laatste jaar woon
de in een pension daar dichtbij een ze
kere miss Gattoni, de dochter van een
Italiaanschen koerier en een Fransche
kamenier.
Ze was in den kost geweest op een der
derangs Engelsche school, had genoeg op
voeding genoten, om eerst gouvernante te
kunnen zijn en later dame van gezelschap;
en in deze laatste betrekking, toen ze ver
scheidene keeren buitenslands was ge
gaan met een rheumatieke, oude dame,
had zij zich verdienstelijk genoeg ge
maakt, dat haar een.legaat werd nage
laten. waardoor zij nu vrijwel onafhanke
lijk was. Ze had een meegaand karakter,
wist zich goed voor te doen, en, daar zij
graag weer buitenslands wilde gaan, viel
het haar niet moeilijk, mrs. Morton en Ida
te bepraten, dat het van weerskanten heel
aangenaam zou zijn, om gezamenlijk te
reizen; daar zij een ervaren touriste was,
die zich in verschillende talen helpen kon,
vergemakkelijkte haar bijzijn aanmerke
lijk den tocht.
Mrs. Morton en Ida hoorden tot de soort
reizigsters, die niet zooveer geven om
hetgeen er te zien valt, als om een goed
figuur te slaan onder de andere tourlsten;
bovendien voelde Ida zich niet wel of
opgewekt genoeg voor veel inspanning, tot
na de eerste maand van haar verblijf in
Nice, toen ze weer geheel de oude was en
maar rusteloos van de eene plaats naar
de andere wilde trekken.
Het is echter niet de moeite waard, om
het drietal te volgen op haar tochten, tot
ze in den zomer in Venetië kwamen, van
waar Ida verder door wilde gaan naar de
Dolomieten.
Wat wilde ze nu in dat woeste, onher
bergzame oord, waar geen gerieflijk hotel
was, geen gezelschap, geen wegen, kortom
niets, om het leven te veraangenamen,
terwijl ze nu in een hotel waren vol Ame
rikanen, die de grootste beleefdheid toon
den tegenover de dames en waar ze net
zooveel van gondeltochten konden genie
ten als ze maar wilden.
Dat pieken nu aantrekkelijker konden
zijn dan flirterijen, leek onverklaarbaar,
maar bij een geheim onderhoud deelde
Ida haar beweegreden mee en in een par
ticulier gesprek met miss Gattoni verzocht
mrs. Morton haar dan maar te voldoen
aan het verzoek van Ida, waardoor die
eindelijk tot rust zou komen betreffende
een waan, waaraan haar moeder niet ge-
looven kon; maar zelfs terwijl ze zei: „het
zou immers zoo verschrikkelijk wezen, dat
het gewoon belachelijk is om te denken,
dat mijn zwager, lord Northmoor, daartoe
in staat zou zijn", hoorde de sluwe ver
trouweling wel eenigszins den verlangen
den klank in die stem, dat het toch eigen
lijk wel zoo mocht wezen.
Kaarten en reisgidsen werden gehaald
met dit resultaat, dat, wanneer van
Venetië de weg werd gekozen door Cadore,
dit dan veel muilezelrijden zou beduiden,
waarom het dus de beste oplossing zou
zijn, om per spoor naar Verona te reizen
cn dan naar Botzen- het naaste punt,
vanwaar Ratzes kon bereikt worde.
HOOFDSTUK XXVI.
Ida's waarschuwing.
Botzen bleek heel warm en benauwd te
zijn en mrs. Morton voelde niet veel voor
de eigenaardige middeleeuwsche huizen.
Ida begon bijna den1 moed op te geven,
toen ze zoo nabij de crisis kwam.
Op het oogenblik, dat ze het vreemde-
lingenboek inkeek, uitte ze een kreet van
verrassing.
„O, hadden we dat maar geweten! Nu
is het allemaal voor niets geweest!"
„Hoe bedoel je dat?"
„Die verschrikkelijke mrs. Bury!"
„Is die daar?"
„Ja, natuurlijk zal zer er wezen. Een
week geleden was ze hier. Als ze in Ratzes
is, kunnen wij niets beginnen!
„En de weg is gewoon afschuwelijk!" zei
Mademoiselle. „Ik heb er onderzoek naar
gedaan. Het is niet anders te bereiken dan
op muilezels. Een heelen dag reizen! En
het hotel daar is haast ongenietbaar!"
„Als Ida er dan heen wil, moet ze maar
gaan zonder mij," zei mrs. Morton. „Ik
heb genoeg van het rijden op die nare
dieren! Die nonsens zal me nog den dood
aandoen!"
„I kzie ook niet veel heil er in, om er
heen te gaan, terwijl die vrouw er is,"
meende Ida somber. „Ze zou zeker alle
navraag onmogelijk maken."
„En dat is maar goed ook," mompelde
mrs. Morton.
Ida keek net zoover terug in het vreem-
delingenboek, tot zij de namen vond van
lord en lady Northmoor; en, terwijl ze
steeds meer verlangde, haar doel te berei
ken, naarmate dit meer moeilijkheden in
den weg gelegd werd, opperde ze tegen
over miss Gattoni, dat vragen konden
gedaan worden betreffende hun bezoek.
Het Tyroolsche dialect verstond zij in het
geheel niet en haar vriendin maar zeer
matig, maar er was een kellner, die
Fransch kon spreken en het Duitsch van
de hotelhoudster was ook wel verstaan
baar.
Men herinnerde zich toch heel goed
den miliord en de milady en ook hoe lang
zij er opgehouden werden, maar ze waren
teruggekeerd over Italië; dus hadden ze
Botzen niet weer bezocht, dat volgend
voorjaar met hun kind.
„Maar," voegde de houtelhoudster er
bij, „er woont een jonge vrouw, hier een
straat verder, die er u meer van zal kun
nen vertellen. Ze bood zich aan als
bonne."
Dit persoontje werd nu geroepen. Het
was dezelfde, waarvan mrs. Bury ook had
gesproken, maar ze had de hoerendracht
afgelegd, die misschien alleen was aan
genomen om meer in den smaak te vallen
bij de Engelschen; ze was nu gekleed vol
gens de Fransche mode, die haar eenigs
zins plompe schoonheid geen goed deed.
Het Italiaansch was de taal, die hoofd
zakelijk gebruikt werd tusschen haai en
miss Gattoni. Mrs. Morton en Ida deden
vragen, die miss Gattoni zoo goed moge
lijk vertolkte, terwijl ze ook de antwoorden
weer overbracht.
IWordt vervolgd).