IT5EN va. h.TW IITE kO
DIGESTIF
RENNIE
„HAAR GROOTSTE SCHAT"
77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 3 April 1936
Vierde Blad
No. 23321
Frankrijk in afwachting.
FINANCIEN.
PASTILLES
SPREEKCEL.
(Van onzen correspondent).
Parijs, April.
NAAR VERDERE BEWAPENING.
We leven hier sinds de hermllitarisee-
ring van het Rijnland op 7 Maart ln een
toestand van spanning, die tijdens de con
ferentie te Londen ups en downs gehad
heeft, maar die nog altijd niet verdwe
nen is.
Deze toestand maakt, dat de Franschen
zich maar matig interesseeren voor het
gewone dagelijksche gedoe. Een groote
misdaad, een tentoonstelling, een pre
mière van be teekenis, een belangrijke
nieuwe film, vroeger gebeurtenissen in het.
Parijsche bestaan, worden nog slechts in
het voorbijgaan en vluchtig besproken.
Zelfs de verkiezingen, die op komst zijn,
wekken niet de ware belangstelling. Het
besluit van een man als Tardieu, den po-
litieken strijd niet langer voort te zetten
In het Parlement, waarvan hij niets meer
I verwacht, maar met de pen, in een uit-
C voerig historisch en phllosofisch werk van
I zes deelen, waarvan het eerste aan het
1 verschijnen is, heeft in de publieke opinie
in plaats van groote golven niets dan wat
lichte rimpeltjes gemaakt. De eenige vra
gen waarvoor waarlijk groote en diepe be
langstelling bestaat zijn: hoe staan wij er,
vergeleken met Duitschland, op militair
gebied voor? en: wat mogen wij. terstond
of op wat langeren termijn, van die ver
houding verwachten?
Een groote geruststelling bij het, naar
men hier meent, weer dreigende Duitsche
gevaar is de sterke verdedigingslinie, die
de laatste jaren in het Oosten is opge
bouwd. Afgezien van eventueel door vij
andelijke vliegmachines aan te richten
verwoestingen erachter, beveiligt ze het
land tegen een inval. Zij die den vorigen
oorlog hebben meegemaakt, kennen de
waarde van versperringen van aarde en
takkebossen, van prikkeldraad, zelfs al was
het bij haastige nachtelijke expedities
slechts aan houten paaltjes vastgemaakt.
In plaats daarvan bezit men thans een
onafgebroken linie van forten van gewa
pend beton, gelijk met den bodem, waar
voor over een afstand van honderden me
ters prikkeldraad is aangebracht, beves
tigd aan stalen staven in het beton vast-
gegoten. en waarvoor weer een andere
zone ligt voorzien van overeindstaande
puntige stalen pieken, als bescherming te
gen tanks. Onder de eigenlijke verster-
kingswerken, liggen meer dan vijftig me
ter diep de kazernes, waarin van de
zwaarste ontploffingen daarboven ook niet
de minste trilling wordt waargenomen.
Tegen de vijandelijke vliegtuigen rekent
men op de eigen afweer-escadrilles en op
het afweergeschut, al zal men daarmee
niet kunnen verhinderen, dat er wel eens
een stuk of wat doorkomen, en wat schade
aanrichten.
Defensief acht men zich hier dus vol
doende georganiseerd, en dat nog te meer
omdat de meeste Fransche deskundigen
niet veel gelooven van een onverwachten
aanval zonder rechtvaardiging of vooraf
gaande oorlogsverklaring, die ln de open
bare meening der wereld een stemming
zouden wekken welke zelfs tegenwoordig
niet meer geheel kan worden genegeerd.
Men zou dus altijd nog wel tijd hebben
voor de laatste toebereidselen. Maar, zoo
vragen de militaire deskundigen zich af,
is Frankrijk ook sterk genoeg indien de
omstandigheden het ertoe zouden brengen
een actieve, offensieve rol te spelen?
De noodzaak daartoe zou zich bijvoor
beeld kunnen voordoen, indien Duitsch
land als het zich daartoe sterk genoeg
acht, wat misschien over een jaar, mis
schien eerst over twee of drie jaar het ge
val zou kunnen zijn, een slag sloeg in
Midden-Europa. Daartoe is het allereerst
noodig, dat het in het Rijnland beschikt
over een verdedigingslinie, die even sterk
is als de Fransche. en men meent dan
ook, dat de bedoeling, die aan te leggen
een van de voornaamste redenen geweest
is van de bezetting van deze zone, het
geen meebrengt, dat bij komende onder
handelingen Frankrijk den eisch, dat de
versterking van het Rijnland verboden zal
blijven onverzwakt zal handhaven. Komt
het evenwel toch daartoe, dan ziet men
hier als waarschijnlijken gang der gebeur
tenissen. dat Duitschland, na een langdu
rige diplomatieke voorbereiding, die sa
mengaat met bevriende binnenlandsche
elementen in Oostenrijk zelf en verdragen
met Polen en Hongarije meebrengt, plot
seling van Beieren uit met een sterke ge
motoriseerde macht in Oostenrijk binnen
dringt. Men schat, dat die macht in een
uur of zes ^eenen bezet zou kunnen heb
ben. Daarop volgt, in samenwerking met
Hongarije, een bezetting van den Brenner,
en van de wegen, die in Carinthië naar
Italië leiden, en een omsingeling van
Tsjecho Slowakije. In dien tusschentijd
heeft Duitschland de reeds lang heimelijk
begonnen mobilisatie voltooid, en het
prachtig ontwikkelde net van spoorwegen,
autostrades en andere wegen maakt het
mogelijk in zeer korten tijd de troepen te
brengen naar het punt waar ze noodig
zijn. Aldus op alles voorbereid wacht het
dan de reacties van zijn tegenstanders af.
Op dit oogenblik gesteld dat alles zoo
gaat als velen het hier voorzien moet
na de gebruikelijke internationale proce
dures van Volkenbond en Locarno-mo-
gendheden een beslissing genomen wor
den. Er is nog maar één keus: dit alles
aanvaarden, zij het onder protest, dat ge
heel waardeloos blijft, of vechten. En nu
Is het de grief van sommige specialisten
hier, onder wie in de eerste plaats gene
raal Duval te noemen is, die aan de te
verwachten evenementen beschouwingen
heeft gewijd, dat op een offensief optre
den van de Fransche troepen niet vol
doende ls gerekend. Men is in de afgeloo-
pen periode zóó overtuigd geweest, dat
Frankrijk nooit zou behoeven aan te val
len, dat men verzuimd heeft daarvoor het
noodige te doen.
Die lacune moet thans zoo spoedig mo
gelijk worden aangevuld. De Fransche be
wapening moet, als gevolg van de recente
gebeurtenissen, zeer aanzienlijk worden
uitgebreid, niet alleen wanneer er van een
algemeene internationale onderhandeling
niets komt, omdat Duitschland onaan
vaardbare condities stelt, maar ook als er
wél onderhandeld wordt, want, zeggen de
militairen hier. daarbij zal men dan toch
slechts iets kunnen bereiken als wij sterk
zijn. zoowel voor den aanval als voor de
verdediging. Men moet zorgen de noodige
betrouwbare bondgenooten te hebben, zoo
luidt de conclusie, en men moet ophouden
nog eenige waarde te hechten aan de
formule van de collectieve veiligheid, die
steeds door de Fransche staatslieden is
bepleit, maar waarvan de waarde niet
groot ls als de bewapening van al dege
nen, die deze veiligheid verzekeren moe
ten niet opgewassen is tegen de Duitsche.
Dit zijn enkele van de beschouwingen,
die hier, na de bezetting van het Rijnland
door de Duitsche troepen, gehoord wor
den. Dat ze onder het publiek weerklank
vinden, niet het minst als gevolg van de
opzweeping van het geheele Duitsche volk
gedurende de thans beëindigde verkie
zingscampagne. die men door de radio
uitzendingen van de voornaamste massa
manifestaties heeftutunnen volgen, is niet
twijfelachtig. Men merkte het aan allerlei
symptomen, aan de belangstelling van het
publiek voor de dagelijksche plechtigheid
van het aanwakkeren van de eeuwige vlam
bij het graf van den Onbekenden Soldaat,
waarvoor de detachementen van oud
strijders, die ze bij het invallen van de
schemering komen verrichten oneindig
veel talrijker geworden zijn, aan de be
toogingen in de bioscopen, wanneer daar
militaire oefeningen of toebereidselen ver
toond worden, aan het uitjouwen van
staatslieden, die men te lauw acht, of niet
voldoende geneigd Italië ten opzichte van
de sancties voldoening te geven en daar
door weer aan den Franschen kant te
krijgen, als ze op het witte doek verschij
nen.
Men wil sterk en gereed zijn, juist om
dat men een afschuw heeft van een nieu
wen oorlog, die Frankrijk geen enkel voor
deel zou kunnen brengen, en omdat men
meent dat kracht en een eensgezind sa
mengaan met de vroegere bondgenooten
de eenige voorwaarden zijn waardoor een
botsing op den duur nog vermeden zou
kunnen worden. Het is niet onmogelijk
dat deze stemming zelfs nog invloed zou
kunnen uitoefenen op den uitslag der voor
de deur staande Fransche verkiezingen, al
lijkt de kans niet groot dat die niet een
vrij aanzienlijke versterking zouden bren
gen voor het linksche element. Men be
denke daarbij echter dat het thans juist
de linksche partijen zijn die niets ver
wachten van onderhandelen met een na-
tlonaal-socialistisch Duitschland, en dat
de stem van de enkelen links die nog dur
ven vasthouden aan het oiide Ideaal van
ontwapening, althans van een beperking
der bewapeningen, zich nog slechts zwak
en schuchter doet hooren.
Gegeven deze stemming valt te voor
zien dat bij de komende internationale
onderhandelingen de houding van de
Fransche regeering bijzonder krachtig zal
zijn. De overtuiging dat Duitschland thans
nog niet klaar is, en dat er in het ver
heerlijken van de tegenwoordige Duitsche
macht een flink element van bluf zit. is
daaraan niet vreemd. Men kan zeker niet
zeggen dat het huidige Fransche kabinet
de meening deelt van hen, die desnoods
van het nog niet volkomen gereed zijn van
de Duitsche legermacht zouden willen ge
bruik maken om een oorlog, dien ze on
vermijdelijk achten, niet te verschuiven
tot het oogenblik waarop dat wel het ge
val zal zijn Had het denkbeeld van een
preventieven oorlog hier ooit een aanhang
van beteekenis gehad, dan ware het daar
al lang toe gekomen. Maar er zijn dingen
die deze regeering in geen geval zal aan
vaarden. Een ervan is de versterking door
Duitschland van het Rijnland, dat het
vrijheid van beweging naar het Oosten
zou geven, en dat daarom de bondgenoo
ten in Oost-Europa van Frankrijk zou
vervreemden, hetgeen te Londen reeds
duidelijk gebleken is.
Men verwacht dan ook hier dat de ko
mende weken nog zeer bewogen zullen
zijn. en ziet de hervatting der besprekin
gen, als het daartoe komen mocht, niet
zonder ongerustheid tegemoet.
EERSTE NEDERLANDSCHE
Verzekering Maatschappij op het Leven
en tegen Invaliditeit N.V.
Naar wij vernemen zal aan de op 21
April a.s. te houden algemeene vergade
ring van aandeelhouders worden voorge
steld een dividend van 30°/. (als vorig
jaar) uit te keeren.
Het winstsaldo over 1935 bedraagt
f. 1.580.030,27'/; (vorig j. f. 1.643.679,10'/;).
Voorgesteld wordt uit de winst een be
drag van f929.133,38 aan de extra
reserve toe te voegen. Nadat de noodige
afschrijvingen daaraan ontleend zullen
zijn. bedragen de vrije reserves f. 7.575.000,
terwijl het bedrag der totale extra-waar-
borgen komt op f. 10.075.000. De premie
reserve stijgt met f. 2.950.737 V. f. 83.531.231
tot f. 86.481.968.
Steeds maar flauwe kost, al wat
hartig en smakelijk was, berorg-
de hem branderige pijn in de
maag en zure oprispingen.
Nu eet hij weer alles zonder eenig bezwaar.
Na al zij'n lievelingsgerechten, na alles wat gekruid
en smakelijk was, kreeg hij last van teveel maagzuur
en daardoor van een branderige pijn in de maag
streek, zure oprispingen en een benauwend gevoel
van opgeblazenheid. Hij laat nu direct na den maal
tijd één of twee der smakelijke Digestif Rennie Pas
tilles langzaam op de tong smelten en hij eet en
drinkt wat hij wil. zonder eenige last.
Het overmatig maagzuur wordt door de Digestif
Rennie Pastilles weggenomen: gedeeltelijk wordt
het door de alkalische bestanddeel en geneutraliseerd,
gedeeltelijk door de colloïdale kaolin, die zij be
vatten, geabsorbeerd. Verder komen in de Digestif
Rennie Pastilles nog voor pepsine en pancreatine,
die de spijsvertering krachtig bevorderen.
Digestif Rennie Pastilles zijn verkrijgbaar bij alle
apothekers en erkende drogisten k 35 cent per pakje
en ƒ.1.05 per groot pak, omzetbelasting inbegrepen.
Imp. Rowntree Handels Mij., Heerengr. 209, A'dam*
1392 (Ingez. Med.)
VERLICHTING MOOIJAPIKSTEEG.
E»n lezer klaagt over de slechte verlich
ting van de Mooijapikstees tegenover het
postkantoor en verzoekt dringend ver
betering.
DE BETEEKENIS VAN DE VERFILMING
VAN IBSENS „PEER GYNT".
Hans Albers in „Peer Gynt".
Een ieder, die met Ibsens „Peer Gynt"
vertrouwd is en de symboliek van dit aan
gedachten en ideeën zoo rijke werk heeft
leeren verstaan, zal zich de vele moeilijk
heden bewust zijn, aan een verfilming van
dit kunstwerk verbonden. Hij zal zich ter
stond de vraag stellen of het inderdaad
wel mogelijk is deze Noorsche Faust in
een vorm te gieten, die zich aanpast aan
de eischen door de film gesteld, zonder
daarbij iets van de psychologische diepte
van Ibsens schepping in te boeten. Is de
film in staat om aan de bovennatuurlijke
sprookjessfeer, aan deze tooverwereld rond
de problematische Peer Gynt-ziel ten volle
recht te doen wedervaren?
Als vaststaand dient vooropgesteld te
worden, dat het inderdaad mogelijk is een
film van groote beeldende kracht, van
.levendige dramatiek en psychologische
diepte te scheppen, wanneer er van een
wederzij dsche toenadering tusschen stof
en bewerker sprake kan zijn, wanneer een
compromis mogelijk is. Wij bedoelen daar
mede, dat de stof zich tot zijn feitelijke
handeling moet beperken en dat de film
behalve de zuiver optische middelen, die
haar ten dienste staan tot het weergeven
van het reëele, ook die middelen te hulp
moet nemen, die haar in staat stellen om
boven de realiteit uitgaande stemmingen
weer te geven, ja die het mogelijk maken,
dat de film zelf tot dichter wordt.
Beschouwen wij nauwkeuriger de stof
en in het bijzonder de figuur van den held
Peer Gynt, dezen gelukkigen-ongelukkigen
fantast. Zijn ongetemde vitaliteit, die
naar daden en veroveringen haakt en
waarvoor de wereld der realiteit te klein
ls, paart zich aan een teugellooze fantasie,
die bevrijd van alle aardsche belemme
ringen, droomt van keizerrijken in het
luchtruim. Een fantast, die op zijn log-
dravende akkerknol gezeten, droomt van
een reis op zijn Pègasus en lachend de
aarde achter zich laat om door de wereld
der wolken te zwerven, waar hij in een
zuivere, naïeve, ja haast kinderlijke schep
pingsdrang en vreugde aan het spel, stra
lende werelden opbouwt uit het niets. Een
fantast, die de gebieden der werkelijk
heid, de aarde, waaraan de mensch ge
bonden is. als te bekrompen voelt en die
met kobolden en duivels, met alle goede
en slechte geesten van zijn bovenaardsche
en ondergrondsche werelden op vrlend-
schappelijken voet staat.
Ibsens schepping voert ons deze ge
droomde werelden, ver boven al het aard
sche uit, binnen. Dat de film deze dichter
lijk-filosofische en psychologische vlucht
niet op den voet kan volgen, is begrijpe
lijk. Het draaiboek moet dichter bij de
aarde blijven. Het heeft eenige personen
ingelascht, die misschien niet zoozeer door
een dichterlijken geest bezield werden,
doch die door de polsslag van onzen tijd
tot leven werden geroepen. Het deed af
stand van alle figuren, die door het woord
des dichters een diepe beteekenis kregen,
die echter niet zelden tot eigen nadeel ge
materialiseerd werden en soms zich hier
toe in het geheel niet leenen, zelfs niet
met de toovermiddelen van het moderne
tooneel. Wij behoeven slechts te denken
aan het tweede deel van Goethe's Faust.
Wanneer op deze wijze de al te diep
gaande en al te irreëele Peer Gynt-stof
zich heeft moeten aanpassen aan de film,
die meer zakelijkheid vereischt, dan staat
daar tegenover, dat de regisseur van deze
film verplicht is, zich op te werken tot de
hoogte van zijn stof. Op hem rust de taak
de realiteit der beelden, de plastische uit
beelding der gestalten en ieder gesproken
woord zoo weer te geven, dat men achter
de realiteit der dingen hun innerlijke be
teekenis voelt en dat men boven het fei
telijke verloop der handeling uit een we
reld. van de geest vermoedt, die met het
VerstaAd alleen niet te bevatten is.
Mocht al de film, die noodzakelijkerwijze
aan onzen tijd en aan onzen tijdgeest
werd aangepast, door deze aanpassing en
door de wijzigingen, die wij hierboven uit
eenzetten en die deels door den aard van
het- werk en deels door het wezen der
filmkunst, geboden werden, van haar
dichterlijke bekoring verloren hebben, dan
staat daar één groot voordeel tegenover.
De atmosfeer van het Noorsche landschap
met zijn levende requisietenschat zal het
werk een interessanten achtergrond ver-
leenen. Daardoor alleen reeds kan deze
Peer Gynt-herschepping aan intensiteit
winnen, levensechter worden en het he-
dendaagsche publiek nader komen te
staan.
Dc film is gebaseerd op motieven van
het gelijknamige tooneelwerk, de muziek
naar die van Ed'uard Grieg De hoofdrol
wordt vervuld door Hans Albers (Peer
Gynt). Andere medespelenden zijn o.a.
Lucie Höflich, Olga Tschechowa, Lizzi
Waldmüller en Alfred Doderlein (Mats
Moen).
RONDOM CHARLIE CHAPLIN.
Doug en Charlie loopen hard.
De tram hinderde
Zooals men weet is Chaplin tot nu toe
een aanbidder van de zwijgende film ge
bleven. In „Modern Times'' hoort men
voor 't eerst zijn stem, als hij een liedje
zingt op de melodie van een oud Fransch
liedje: ,,Je cherche après Titine".
De studio's van Chaplin zijn natuurlijk
niet op „sound-opnamen" ingesteld en
het opnemen van dit liedje, had heel wat
voeten in de aarde. Het grootste bezwaar
was wel, dat er dichtbij de studio's een
eindpunt van een tramlijn is. Iedere vijf
minuten verstoorde het geratel en gebei
van deze tram de stilte in de niet geluid-
vrije studio. Tenslotte werd de scène des
nachts opgenomen, nadat de tramweg
maatschappij zoo welwillend geweest was,
het eindpunt te verleggen, zoodat er ten
slotte toch stilte was
Chaplin-varia.
Chaplin is een fijnproever! En een van
zijn liefste maaltijden is „tempura", een
Japansch gerecht, dat bestaat uit een
Oostersche melange van vischsoorten
voornamelijk garnalen en een speciale
saus. Het gerecht komt in geen enkel kook
boek voor en er is niemand anders dan
Charlie's kok, die het buiten Japan
kan klaarmaken. Chaplin kreeg het recept,
toen hij enkele jaren geleden de gast was
van de Japansche regeering.
Als verzamelaar heeft Charlie Chaplin
een ..Napoleontische" hobby. Hij bezit een
van de mooiste en uitgebreidste bibliothe
ken met lectuur omtrent Napoleon en be
zit voorts een groot aantal portretten en
beelden van Napoleon. Men zal zich her
inneren, dat het al jaren een hartewensch
van den beroemden acteur geweest is om
in een ernstige film de Napoleon-rol te
spelen.
Men moet echter niet denken, dat
Chaplin een eenzijdig verzamelaar is. Zijn
boeken over sociale wetenschappen behoo-
ren tot de grootste privé-collectics van
Amerika en hij bezit verder een disco
theek, waarin vrijwel iedere gramofoon-
plaat, waarop symphonie-muziek is gere-
gistreerd, voorkomt. Charlie bespeelt acht
verschillende Instrumenten, schreef twee
boeken en kan ook aardig teekenen. Wat
kan hij eigenlijk niet?
Hierboven een aardige opname van de bekende Hongaarsche actrice Franziska
Gaal in de film „Haar grootste schat", een spel van tallooze grappige verwikkelin
gen, waarin ook Otto Wallburg en Ernst Verebes voor 't noodige amusement zorgen!
Ais Chaplin zingt.
Zonder twijfel is het liedje, dat Chaplin
in „Modern Times" zingt een der hoogte
punten van de film en van zijn heele car
rière. Men bewondert niet alleen de vir
tuose mimiek, die bij het liedje hoort,
maar amuseert zich kostelijk om de on
verstaanbare woorden, die op Fransch,
Spaansch, Italiaansch, Esperanto en Ame-
rikaansch lijken, doch waarvan de tekst
alle speurzin van nieuwsgierigen ten
spijt! nog steeds onbekend is. Men zegt,
dat Charlie dit liedje zoo „Babylonisch"
heeft gehouden, om het internationale
karakte,. niet aan zijn film te ontnemen.
Het was overigens al bekend, dat hij het
talent bezit om intonaties en klanken zoo
danig te imiteeren, dat men gelooven zou,
dat hij een bepaalde taal spreekt. Voor zijn
vrienden heeft hij op deze wijze wel eens
toespraken ln het Chineesch en Russisch
gehouden, zogder dat hij ook maar één
woord van die talen spreekt!
DE WERELD IN WORDING.
De nieuwe London-Film van Alexander
Korda, „De wereld in wording", naar het
bekende boek van den Engelschen auteur
H. G. Wells „Things to Come" is wel een
der meest fantastische filmwerken, die
óóit werden vervaardigd.
De geschiedenis begint in Kerstmis 1940
in „Everytown", een stad „ergens op de
wereld". Groote bulletins met opzienba
rende berichten over het dreigende oor
logsgevaar maken op de in Kerststemming
verkeerende bevolking weinig indruk, tot
dat plotseling, zonder eenige waarschu
wing, de stad gebombardeerd en totaal
vernietigd wordt. De oorlog heeft een aan
vang genomen en zal tot 1970 voortduren.
In 1970 is er van de wereld zoo goed
als niets overgebleven. De weinigen die
den oorlog overleefden, wonen in primi
tieve nederzettingen op de ruïnes van het
stukgeschoten Everytown en de mensch
is honderden jaren achterop geraakt.
Een nieuwe epidemie „De Dwalende
Ziekte" breekt uit. De man, die tot leider
der gemeenschap is uitgeroepen, beveelt,
dat een ieder, die aangetast wordt door
deze besmettelijke ziekte, moet worden
doodgeschoten. Handel, nijverheid en
techniek bestaan slechts in de herinnering
en nog steeds zij het dan ook door
gebrek aan alles op primitieve wijze
leveren losse benden elkander strijd.
Dan plotseling arriveert er in Every
town een zonderling gekleede aviateur in
een vliegtuig van eigenaardig type. Hij
wordt gevolgd door een escader monster
achtige vliegtuigen, die Everytown bom
bardeeren met gasbommen, die de bevol
king in slaap brengen. De vliegers, die uit
een ver gebied komen, waar de buiten den
oorlog gebleven volkeren in den loop der
jaren een nieuwe wereld hebben gesticht,
nemen Everytown in bezit, waarop de
bouw van een nieuwe stad een aanvang
neemt. Onder den grond verrijst een
Metropolis. Fantastische uitvindingen ma
ken het nieuwe leven tot een aaneenscha
keling van vreugde en geluk. Doch de
mensch blijft hunkeren naar het ver
overen van nieuw gebied. Het verlangen
naar nieuwe ondervindingen komt tot
uiting in een grootsche scene, waarin men
getuige is van de start van een ontzaglijke
raket, waarin twee jonge menschen naar
de maan worden geschoten. De film laat
in het midden of deze raket, op de maan
belandt, of dat de poging mislukt.
Ziehier de inhoud van een film, die met
succes in het buitenland wordt vertoond
en die men. zooals vermeld, binnenkort
ook hier te lande zal kunnen zien.
Het is niet algemeen bekend, dat Chap
lintoen hij nog in Engeland woonde
een zeer verdienstelijk athleet was en als
amateur in verschillende wedstrijden op
den langen baan uitkwam. Ook Douglas
Fairbanks wist dat niet en toen tijdens
de productie van „Modern Times" het ge
sprek op physieke prestaties kwam, daagde
Fairbanks, die nog steeds een uitmuntend
sportman is, Charlie uit om een wedstrijd
te houden. Ze zouden van Beverly-Hills,
waar ze vlak naast elkaar wonen, naar de
United Artists studios in Hollywood hard-
loo pen
Chaplin nam de uitdaging aan, zonder
iets te vertellen van zijn vroegere verrich
tingen op dit gebied. Fairbanks nam on
middellijk de leiding maar toen zij het
einddoel naderden de race ging over
ruim 6 kilometer begon hij af te zak
ken. Charlie kwam naar voren en niet
dan met de uiterste krachtsinspanning
kon Douglas een „dead heat" forceeren. Ze
renden tegelijkertijd de studio binnen
waar Fairbanks amechtig in een stoel
neerviel. Wie schetst zijn verbazing, toen
hij Charlie, frisch en wel, nog tien rond
jes in de studio zag sprinten, alsof hij nog
Volkomen frisch was!