IT5EN va. h.TW IITE kO DIGESTIF RENNIE „HAAR GROOTSTE SCHAT" 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 3 April 1936 Vierde Blad No. 23321 Frankrijk in afwachting. FINANCIEN. PASTILLES SPREEKCEL. (Van onzen correspondent). Parijs, April. NAAR VERDERE BEWAPENING. We leven hier sinds de hermllitarisee- ring van het Rijnland op 7 Maart ln een toestand van spanning, die tijdens de con ferentie te Londen ups en downs gehad heeft, maar die nog altijd niet verdwe nen is. Deze toestand maakt, dat de Franschen zich maar matig interesseeren voor het gewone dagelijksche gedoe. Een groote misdaad, een tentoonstelling, een pre mière van be teekenis, een belangrijke nieuwe film, vroeger gebeurtenissen in het. Parijsche bestaan, worden nog slechts in het voorbijgaan en vluchtig besproken. Zelfs de verkiezingen, die op komst zijn, wekken niet de ware belangstelling. Het besluit van een man als Tardieu, den po- litieken strijd niet langer voort te zetten In het Parlement, waarvan hij niets meer I verwacht, maar met de pen, in een uit- C voerig historisch en phllosofisch werk van I zes deelen, waarvan het eerste aan het 1 verschijnen is, heeft in de publieke opinie in plaats van groote golven niets dan wat lichte rimpeltjes gemaakt. De eenige vra gen waarvoor waarlijk groote en diepe be langstelling bestaat zijn: hoe staan wij er, vergeleken met Duitschland, op militair gebied voor? en: wat mogen wij. terstond of op wat langeren termijn, van die ver houding verwachten? Een groote geruststelling bij het, naar men hier meent, weer dreigende Duitsche gevaar is de sterke verdedigingslinie, die de laatste jaren in het Oosten is opge bouwd. Afgezien van eventueel door vij andelijke vliegmachines aan te richten verwoestingen erachter, beveiligt ze het land tegen een inval. Zij die den vorigen oorlog hebben meegemaakt, kennen de waarde van versperringen van aarde en takkebossen, van prikkeldraad, zelfs al was het bij haastige nachtelijke expedities slechts aan houten paaltjes vastgemaakt. In plaats daarvan bezit men thans een onafgebroken linie van forten van gewa pend beton, gelijk met den bodem, waar voor over een afstand van honderden me ters prikkeldraad is aangebracht, beves tigd aan stalen staven in het beton vast- gegoten. en waarvoor weer een andere zone ligt voorzien van overeindstaande puntige stalen pieken, als bescherming te gen tanks. Onder de eigenlijke verster- kingswerken, liggen meer dan vijftig me ter diep de kazernes, waarin van de zwaarste ontploffingen daarboven ook niet de minste trilling wordt waargenomen. Tegen de vijandelijke vliegtuigen rekent men op de eigen afweer-escadrilles en op het afweergeschut, al zal men daarmee niet kunnen verhinderen, dat er wel eens een stuk of wat doorkomen, en wat schade aanrichten. Defensief acht men zich hier dus vol doende georganiseerd, en dat nog te meer omdat de meeste Fransche deskundigen niet veel gelooven van een onverwachten aanval zonder rechtvaardiging of vooraf gaande oorlogsverklaring, die ln de open bare meening der wereld een stemming zouden wekken welke zelfs tegenwoordig niet meer geheel kan worden genegeerd. Men zou dus altijd nog wel tijd hebben voor de laatste toebereidselen. Maar, zoo vragen de militaire deskundigen zich af, is Frankrijk ook sterk genoeg indien de omstandigheden het ertoe zouden brengen een actieve, offensieve rol te spelen? De noodzaak daartoe zou zich bijvoor beeld kunnen voordoen, indien Duitsch land als het zich daartoe sterk genoeg acht, wat misschien over een jaar, mis schien eerst over twee of drie jaar het ge val zou kunnen zijn, een slag sloeg in Midden-Europa. Daartoe is het allereerst noodig, dat het in het Rijnland beschikt over een verdedigingslinie, die even sterk is als de Fransche. en men meent dan ook, dat de bedoeling, die aan te leggen een van de voornaamste redenen geweest is van de bezetting van deze zone, het geen meebrengt, dat bij komende onder handelingen Frankrijk den eisch, dat de versterking van het Rijnland verboden zal blijven onverzwakt zal handhaven. Komt het evenwel toch daartoe, dan ziet men hier als waarschijnlijken gang der gebeur tenissen. dat Duitschland, na een langdu rige diplomatieke voorbereiding, die sa mengaat met bevriende binnenlandsche elementen in Oostenrijk zelf en verdragen met Polen en Hongarije meebrengt, plot seling van Beieren uit met een sterke ge motoriseerde macht in Oostenrijk binnen dringt. Men schat, dat die macht in een uur of zes ^eenen bezet zou kunnen heb ben. Daarop volgt, in samenwerking met Hongarije, een bezetting van den Brenner, en van de wegen, die in Carinthië naar Italië leiden, en een omsingeling van Tsjecho Slowakije. In dien tusschentijd heeft Duitschland de reeds lang heimelijk begonnen mobilisatie voltooid, en het prachtig ontwikkelde net van spoorwegen, autostrades en andere wegen maakt het mogelijk in zeer korten tijd de troepen te brengen naar het punt waar ze noodig zijn. Aldus op alles voorbereid wacht het dan de reacties van zijn tegenstanders af. Op dit oogenblik gesteld dat alles zoo gaat als velen het hier voorzien moet na de gebruikelijke internationale proce dures van Volkenbond en Locarno-mo- gendheden een beslissing genomen wor den. Er is nog maar één keus: dit alles aanvaarden, zij het onder protest, dat ge heel waardeloos blijft, of vechten. En nu Is het de grief van sommige specialisten hier, onder wie in de eerste plaats gene raal Duval te noemen is, die aan de te verwachten evenementen beschouwingen heeft gewijd, dat op een offensief optre den van de Fransche troepen niet vol doende ls gerekend. Men is in de afgeloo- pen periode zóó overtuigd geweest, dat Frankrijk nooit zou behoeven aan te val len, dat men verzuimd heeft daarvoor het noodige te doen. Die lacune moet thans zoo spoedig mo gelijk worden aangevuld. De Fransche be wapening moet, als gevolg van de recente gebeurtenissen, zeer aanzienlijk worden uitgebreid, niet alleen wanneer er van een algemeene internationale onderhandeling niets komt, omdat Duitschland onaan vaardbare condities stelt, maar ook als er wél onderhandeld wordt, want, zeggen de militairen hier. daarbij zal men dan toch slechts iets kunnen bereiken als wij sterk zijn. zoowel voor den aanval als voor de verdediging. Men moet zorgen de noodige betrouwbare bondgenooten te hebben, zoo luidt de conclusie, en men moet ophouden nog eenige waarde te hechten aan de formule van de collectieve veiligheid, die steeds door de Fransche staatslieden is bepleit, maar waarvan de waarde niet groot ls als de bewapening van al dege nen, die deze veiligheid verzekeren moe ten niet opgewassen is tegen de Duitsche. Dit zijn enkele van de beschouwingen, die hier, na de bezetting van het Rijnland door de Duitsche troepen, gehoord wor den. Dat ze onder het publiek weerklank vinden, niet het minst als gevolg van de opzweeping van het geheele Duitsche volk gedurende de thans beëindigde verkie zingscampagne. die men door de radio uitzendingen van de voornaamste massa manifestaties heeftutunnen volgen, is niet twijfelachtig. Men merkte het aan allerlei symptomen, aan de belangstelling van het publiek voor de dagelijksche plechtigheid van het aanwakkeren van de eeuwige vlam bij het graf van den Onbekenden Soldaat, waarvoor de detachementen van oud strijders, die ze bij het invallen van de schemering komen verrichten oneindig veel talrijker geworden zijn, aan de be toogingen in de bioscopen, wanneer daar militaire oefeningen of toebereidselen ver toond worden, aan het uitjouwen van staatslieden, die men te lauw acht, of niet voldoende geneigd Italië ten opzichte van de sancties voldoening te geven en daar door weer aan den Franschen kant te krijgen, als ze op het witte doek verschij nen. Men wil sterk en gereed zijn, juist om dat men een afschuw heeft van een nieu wen oorlog, die Frankrijk geen enkel voor deel zou kunnen brengen, en omdat men meent dat kracht en een eensgezind sa mengaan met de vroegere bondgenooten de eenige voorwaarden zijn waardoor een botsing op den duur nog vermeden zou kunnen worden. Het is niet onmogelijk dat deze stemming zelfs nog invloed zou kunnen uitoefenen op den uitslag der voor de deur staande Fransche verkiezingen, al lijkt de kans niet groot dat die niet een vrij aanzienlijke versterking zouden bren gen voor het linksche element. Men be denke daarbij echter dat het thans juist de linksche partijen zijn die niets ver wachten van onderhandelen met een na- tlonaal-socialistisch Duitschland, en dat de stem van de enkelen links die nog dur ven vasthouden aan het oiide Ideaal van ontwapening, althans van een beperking der bewapeningen, zich nog slechts zwak en schuchter doet hooren. Gegeven deze stemming valt te voor zien dat bij de komende internationale onderhandelingen de houding van de Fransche regeering bijzonder krachtig zal zijn. De overtuiging dat Duitschland thans nog niet klaar is, en dat er in het ver heerlijken van de tegenwoordige Duitsche macht een flink element van bluf zit. is daaraan niet vreemd. Men kan zeker niet zeggen dat het huidige Fransche kabinet de meening deelt van hen, die desnoods van het nog niet volkomen gereed zijn van de Duitsche legermacht zouden willen ge bruik maken om een oorlog, dien ze on vermijdelijk achten, niet te verschuiven tot het oogenblik waarop dat wel het ge val zal zijn Had het denkbeeld van een preventieven oorlog hier ooit een aanhang van beteekenis gehad, dan ware het daar al lang toe gekomen. Maar er zijn dingen die deze regeering in geen geval zal aan vaarden. Een ervan is de versterking door Duitschland van het Rijnland, dat het vrijheid van beweging naar het Oosten zou geven, en dat daarom de bondgenoo ten in Oost-Europa van Frankrijk zou vervreemden, hetgeen te Londen reeds duidelijk gebleken is. Men verwacht dan ook hier dat de ko mende weken nog zeer bewogen zullen zijn. en ziet de hervatting der besprekin gen, als het daartoe komen mocht, niet zonder ongerustheid tegemoet. EERSTE NEDERLANDSCHE Verzekering Maatschappij op het Leven en tegen Invaliditeit N.V. Naar wij vernemen zal aan de op 21 April a.s. te houden algemeene vergade ring van aandeelhouders worden voorge steld een dividend van 30°/. (als vorig jaar) uit te keeren. Het winstsaldo over 1935 bedraagt f. 1.580.030,27'/; (vorig j. f. 1.643.679,10'/;). Voorgesteld wordt uit de winst een be drag van f929.133,38 aan de extra reserve toe te voegen. Nadat de noodige afschrijvingen daaraan ontleend zullen zijn. bedragen de vrije reserves f. 7.575.000, terwijl het bedrag der totale extra-waar- borgen komt op f. 10.075.000. De premie reserve stijgt met f. 2.950.737 V. f. 83.531.231 tot f. 86.481.968. Steeds maar flauwe kost, al wat hartig en smakelijk was, berorg- de hem branderige pijn in de maag en zure oprispingen. Nu eet hij weer alles zonder eenig bezwaar. Na al zij'n lievelingsgerechten, na alles wat gekruid en smakelijk was, kreeg hij last van teveel maagzuur en daardoor van een branderige pijn in de maag streek, zure oprispingen en een benauwend gevoel van opgeblazenheid. Hij laat nu direct na den maal tijd één of twee der smakelijke Digestif Rennie Pas tilles langzaam op de tong smelten en hij eet en drinkt wat hij wil. zonder eenige last. Het overmatig maagzuur wordt door de Digestif Rennie Pastilles weggenomen: gedeeltelijk wordt het door de alkalische bestanddeel en geneutraliseerd, gedeeltelijk door de colloïdale kaolin, die zij be vatten, geabsorbeerd. Verder komen in de Digestif Rennie Pastilles nog voor pepsine en pancreatine, die de spijsvertering krachtig bevorderen. Digestif Rennie Pastilles zijn verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten k 35 cent per pakje en ƒ.1.05 per groot pak, omzetbelasting inbegrepen. Imp. Rowntree Handels Mij., Heerengr. 209, A'dam* 1392 (Ingez. Med.) VERLICHTING MOOIJAPIKSTEEG. E»n lezer klaagt over de slechte verlich ting van de Mooijapikstees tegenover het postkantoor en verzoekt dringend ver betering. DE BETEEKENIS VAN DE VERFILMING VAN IBSENS „PEER GYNT". Hans Albers in „Peer Gynt". Een ieder, die met Ibsens „Peer Gynt" vertrouwd is en de symboliek van dit aan gedachten en ideeën zoo rijke werk heeft leeren verstaan, zal zich de vele moeilijk heden bewust zijn, aan een verfilming van dit kunstwerk verbonden. Hij zal zich ter stond de vraag stellen of het inderdaad wel mogelijk is deze Noorsche Faust in een vorm te gieten, die zich aanpast aan de eischen door de film gesteld, zonder daarbij iets van de psychologische diepte van Ibsens schepping in te boeten. Is de film in staat om aan de bovennatuurlijke sprookjessfeer, aan deze tooverwereld rond de problematische Peer Gynt-ziel ten volle recht te doen wedervaren? Als vaststaand dient vooropgesteld te worden, dat het inderdaad mogelijk is een film van groote beeldende kracht, van .levendige dramatiek en psychologische diepte te scheppen, wanneer er van een wederzij dsche toenadering tusschen stof en bewerker sprake kan zijn, wanneer een compromis mogelijk is. Wij bedoelen daar mede, dat de stof zich tot zijn feitelijke handeling moet beperken en dat de film behalve de zuiver optische middelen, die haar ten dienste staan tot het weergeven van het reëele, ook die middelen te hulp moet nemen, die haar in staat stellen om boven de realiteit uitgaande stemmingen weer te geven, ja die het mogelijk maken, dat de film zelf tot dichter wordt. Beschouwen wij nauwkeuriger de stof en in het bijzonder de figuur van den held Peer Gynt, dezen gelukkigen-ongelukkigen fantast. Zijn ongetemde vitaliteit, die naar daden en veroveringen haakt en waarvoor de wereld der realiteit te klein ls, paart zich aan een teugellooze fantasie, die bevrijd van alle aardsche belemme ringen, droomt van keizerrijken in het luchtruim. Een fantast, die op zijn log- dravende akkerknol gezeten, droomt van een reis op zijn Pègasus en lachend de aarde achter zich laat om door de wereld der wolken te zwerven, waar hij in een zuivere, naïeve, ja haast kinderlijke schep pingsdrang en vreugde aan het spel, stra lende werelden opbouwt uit het niets. Een fantast, die de gebieden der werkelijk heid, de aarde, waaraan de mensch ge bonden is. als te bekrompen voelt en die met kobolden en duivels, met alle goede en slechte geesten van zijn bovenaardsche en ondergrondsche werelden op vrlend- schappelijken voet staat. Ibsens schepping voert ons deze ge droomde werelden, ver boven al het aard sche uit, binnen. Dat de film deze dichter lijk-filosofische en psychologische vlucht niet op den voet kan volgen, is begrijpe lijk. Het draaiboek moet dichter bij de aarde blijven. Het heeft eenige personen ingelascht, die misschien niet zoozeer door een dichterlijken geest bezield werden, doch die door de polsslag van onzen tijd tot leven werden geroepen. Het deed af stand van alle figuren, die door het woord des dichters een diepe beteekenis kregen, die echter niet zelden tot eigen nadeel ge materialiseerd werden en soms zich hier toe in het geheel niet leenen, zelfs niet met de toovermiddelen van het moderne tooneel. Wij behoeven slechts te denken aan het tweede deel van Goethe's Faust. Wanneer op deze wijze de al te diep gaande en al te irreëele Peer Gynt-stof zich heeft moeten aanpassen aan de film, die meer zakelijkheid vereischt, dan staat daar tegenover, dat de regisseur van deze film verplicht is, zich op te werken tot de hoogte van zijn stof. Op hem rust de taak de realiteit der beelden, de plastische uit beelding der gestalten en ieder gesproken woord zoo weer te geven, dat men achter de realiteit der dingen hun innerlijke be teekenis voelt en dat men boven het fei telijke verloop der handeling uit een we reld. van de geest vermoedt, die met het VerstaAd alleen niet te bevatten is. Mocht al de film, die noodzakelijkerwijze aan onzen tijd en aan onzen tijdgeest werd aangepast, door deze aanpassing en door de wijzigingen, die wij hierboven uit eenzetten en die deels door den aard van het- werk en deels door het wezen der filmkunst, geboden werden, van haar dichterlijke bekoring verloren hebben, dan staat daar één groot voordeel tegenover. De atmosfeer van het Noorsche landschap met zijn levende requisietenschat zal het werk een interessanten achtergrond ver- leenen. Daardoor alleen reeds kan deze Peer Gynt-herschepping aan intensiteit winnen, levensechter worden en het he- dendaagsche publiek nader komen te staan. Dc film is gebaseerd op motieven van het gelijknamige tooneelwerk, de muziek naar die van Ed'uard Grieg De hoofdrol wordt vervuld door Hans Albers (Peer Gynt). Andere medespelenden zijn o.a. Lucie Höflich, Olga Tschechowa, Lizzi Waldmüller en Alfred Doderlein (Mats Moen). RONDOM CHARLIE CHAPLIN. Doug en Charlie loopen hard. De tram hinderde Zooals men weet is Chaplin tot nu toe een aanbidder van de zwijgende film ge bleven. In „Modern Times'' hoort men voor 't eerst zijn stem, als hij een liedje zingt op de melodie van een oud Fransch liedje: ,,Je cherche après Titine". De studio's van Chaplin zijn natuurlijk niet op „sound-opnamen" ingesteld en het opnemen van dit liedje, had heel wat voeten in de aarde. Het grootste bezwaar was wel, dat er dichtbij de studio's een eindpunt van een tramlijn is. Iedere vijf minuten verstoorde het geratel en gebei van deze tram de stilte in de niet geluid- vrije studio. Tenslotte werd de scène des nachts opgenomen, nadat de tramweg maatschappij zoo welwillend geweest was, het eindpunt te verleggen, zoodat er ten slotte toch stilte was Chaplin-varia. Chaplin is een fijnproever! En een van zijn liefste maaltijden is „tempura", een Japansch gerecht, dat bestaat uit een Oostersche melange van vischsoorten voornamelijk garnalen en een speciale saus. Het gerecht komt in geen enkel kook boek voor en er is niemand anders dan Charlie's kok, die het buiten Japan kan klaarmaken. Chaplin kreeg het recept, toen hij enkele jaren geleden de gast was van de Japansche regeering. Als verzamelaar heeft Charlie Chaplin een ..Napoleontische" hobby. Hij bezit een van de mooiste en uitgebreidste bibliothe ken met lectuur omtrent Napoleon en be zit voorts een groot aantal portretten en beelden van Napoleon. Men zal zich her inneren, dat het al jaren een hartewensch van den beroemden acteur geweest is om in een ernstige film de Napoleon-rol te spelen. Men moet echter niet denken, dat Chaplin een eenzijdig verzamelaar is. Zijn boeken over sociale wetenschappen behoo- ren tot de grootste privé-collectics van Amerika en hij bezit verder een disco theek, waarin vrijwel iedere gramofoon- plaat, waarop symphonie-muziek is gere- gistreerd, voorkomt. Charlie bespeelt acht verschillende Instrumenten, schreef twee boeken en kan ook aardig teekenen. Wat kan hij eigenlijk niet? Hierboven een aardige opname van de bekende Hongaarsche actrice Franziska Gaal in de film „Haar grootste schat", een spel van tallooze grappige verwikkelin gen, waarin ook Otto Wallburg en Ernst Verebes voor 't noodige amusement zorgen! Ais Chaplin zingt. Zonder twijfel is het liedje, dat Chaplin in „Modern Times" zingt een der hoogte punten van de film en van zijn heele car rière. Men bewondert niet alleen de vir tuose mimiek, die bij het liedje hoort, maar amuseert zich kostelijk om de on verstaanbare woorden, die op Fransch, Spaansch, Italiaansch, Esperanto en Ame- rikaansch lijken, doch waarvan de tekst alle speurzin van nieuwsgierigen ten spijt! nog steeds onbekend is. Men zegt, dat Charlie dit liedje zoo „Babylonisch" heeft gehouden, om het internationale karakte,. niet aan zijn film te ontnemen. Het was overigens al bekend, dat hij het talent bezit om intonaties en klanken zoo danig te imiteeren, dat men gelooven zou, dat hij een bepaalde taal spreekt. Voor zijn vrienden heeft hij op deze wijze wel eens toespraken ln het Chineesch en Russisch gehouden, zogder dat hij ook maar één woord van die talen spreekt! DE WERELD IN WORDING. De nieuwe London-Film van Alexander Korda, „De wereld in wording", naar het bekende boek van den Engelschen auteur H. G. Wells „Things to Come" is wel een der meest fantastische filmwerken, die óóit werden vervaardigd. De geschiedenis begint in Kerstmis 1940 in „Everytown", een stad „ergens op de wereld". Groote bulletins met opzienba rende berichten over het dreigende oor logsgevaar maken op de in Kerststemming verkeerende bevolking weinig indruk, tot dat plotseling, zonder eenige waarschu wing, de stad gebombardeerd en totaal vernietigd wordt. De oorlog heeft een aan vang genomen en zal tot 1970 voortduren. In 1970 is er van de wereld zoo goed als niets overgebleven. De weinigen die den oorlog overleefden, wonen in primi tieve nederzettingen op de ruïnes van het stukgeschoten Everytown en de mensch is honderden jaren achterop geraakt. Een nieuwe epidemie „De Dwalende Ziekte" breekt uit. De man, die tot leider der gemeenschap is uitgeroepen, beveelt, dat een ieder, die aangetast wordt door deze besmettelijke ziekte, moet worden doodgeschoten. Handel, nijverheid en techniek bestaan slechts in de herinnering en nog steeds zij het dan ook door gebrek aan alles op primitieve wijze leveren losse benden elkander strijd. Dan plotseling arriveert er in Every town een zonderling gekleede aviateur in een vliegtuig van eigenaardig type. Hij wordt gevolgd door een escader monster achtige vliegtuigen, die Everytown bom bardeeren met gasbommen, die de bevol king in slaap brengen. De vliegers, die uit een ver gebied komen, waar de buiten den oorlog gebleven volkeren in den loop der jaren een nieuwe wereld hebben gesticht, nemen Everytown in bezit, waarop de bouw van een nieuwe stad een aanvang neemt. Onder den grond verrijst een Metropolis. Fantastische uitvindingen ma ken het nieuwe leven tot een aaneenscha keling van vreugde en geluk. Doch de mensch blijft hunkeren naar het ver overen van nieuw gebied. Het verlangen naar nieuwe ondervindingen komt tot uiting in een grootsche scene, waarin men getuige is van de start van een ontzaglijke raket, waarin twee jonge menschen naar de maan worden geschoten. De film laat in het midden of deze raket, op de maan belandt, of dat de poging mislukt. Ziehier de inhoud van een film, die met succes in het buitenland wordt vertoond en die men. zooals vermeld, binnenkort ook hier te lande zal kunnen zien. Het is niet algemeen bekend, dat Chap lintoen hij nog in Engeland woonde een zeer verdienstelijk athleet was en als amateur in verschillende wedstrijden op den langen baan uitkwam. Ook Douglas Fairbanks wist dat niet en toen tijdens de productie van „Modern Times" het ge sprek op physieke prestaties kwam, daagde Fairbanks, die nog steeds een uitmuntend sportman is, Charlie uit om een wedstrijd te houden. Ze zouden van Beverly-Hills, waar ze vlak naast elkaar wonen, naar de United Artists studios in Hollywood hard- loo pen Chaplin nam de uitdaging aan, zonder iets te vertellen van zijn vroegere verrich tingen op dit gebied. Fairbanks nam on middellijk de leiding maar toen zij het einddoel naderden de race ging over ruim 6 kilometer begon hij af te zak ken. Charlie kwam naar voren en niet dan met de uiterste krachtsinspanning kon Douglas een „dead heat" forceeren. Ze renden tegelijkertijd de studio binnen waar Fairbanks amechtig in een stoel neerviel. Wie schetst zijn verbazing, toen hij Charlie, frisch en wel, nog tien rond jes in de studio zag sprinten, alsof hij nog Volkomen frisch was!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 13