n De oorlog in Abessynië Het Duitsche antwoord aan de Locarno-mogendheden. VOETEN! ELTAX 666 77,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 2 AprU 1936 Derde Blad No. 23320 VRIJ GOEDE ONTVANGST IN ENGELAND. nwemant van HOOFD tot PARLEMENTAIR OVERZICHT 2 20 GROOTERE 3 25 AFSTANDEN 5 M voor voorrijden De nederlaag van het Keizerlijke leger LAND- EN TUINBOUW. Het Duitsche antwoord is thans offi cieel gepubliceerd en is in feite hetzelfde als reeds door Stefani gisteren gemeld, zoodat wij daarop niet zuilen terugkomen. In 19 punten is het Duitsche vredesplan opgebouwd. Deze luiden: 1. Ten einde de in de toekomst te sluiten overeenkomsten voor de verzekering van den Europeeschen vrede het karakter van (heilige verdragen te geven, nemen de landen slechts als volkomen gelijkberech tigde leden aan de besprekingen deel. 2. Teneinde den tijd van onzekerheid zooveel mogelijk te bekorten, stelt de Duit sche regeering voor, de eerste phase tot aan de onderteekening der niet-aanvals- pacten, tot vier maanden te beperken. 3. De Duitsche regeering verzt art onder voorwaarde dat België en Frankrijk het zelfde doen, tijdens deze periode, geener lei versterking van de zich in het Rijnland bevindende troepen in overweging te nemen. 4. Duitsohland geeft de verzekering, dat de in het Rijland gestationneerde troepen tijdens deze periode niet verder naar de Belgische en Fransohe grens zullen worden verplaatst. 5. De Duitsche regeerir.g stelt als garantie voor deze wederzijdsche verzeke ringen de vorming eener commissie voor, die zal zijn samengesteld uit vertegenwoor digers der beide garantie-mogendheden Engeland en Italië en een derde neutrale mogendheid. 6. Duitschland, België en Frankrijk zijn gerechtigd, elk een vertegenwoordiger in deze commissie te zenden. 7. De drie genoemde landen verklaren zich bereid toe te staan, dat, indien zij meenen, dat een Wijziging in de militaire verhoudingen binnen den tijdsduur van vier maanden heeft plaats gehad, deze commissie door de Engelsche en Italiaan sche militaire attaché's een onderzoek laat instellen. 8. De drie landen geven de verzekering, dat ze in verband hiermede eventueele protesten in vollen omvang zullen onder de oogen zien. 9. Overigens is de Duitsche regeering bereid, op de basis van volkomen weder- keerigheid met haar belde Westelijke na buren in te stemmen met elke militaire beperking aan de Duitsche Westgrens. 10. Duitschland. België en Frankrijk en de beide garantie-mogendheden komen overeen, dat ze onmiddellijk of ten laatste na het einde van de Fransche verkiezin gen onder leiding van de Britsche regee ring in onderhandelingen zullen treden over het afsluiten van een non-agressie pact, d.w.z. een veiligheidspact voor den duur van 25 jaar, tusschen Frankrijk en België eenerzljds en Duitschland ander zijds. 11. Duitschland gaat er mede accoord, dat 'bij dit veillgheldsverdrag Engeland en Italië weder als garantie-mogendheden zullen functionneeren. 12. Zouden zich tengevolge van deze non-agressieovereenkomst speciale ver plichtingen van militairen bijstand voor doen, dan verklaart Duitschland zich be reid, ook zijnerzijds dergelijke verplich tingen op zich te nemen. 13. De Duitsche regeering herhaalt, het voorstel inzake de sluiting van een lucht- pact als aanvulling en versterking van deze veiligheidspacten. 14. De Duitsche regeering herhaalt, dat zij bereid is, indien Nederland dit wenscht ook dezen staat in de West-Europeesche veiligheidspacten te betrekken. 15. Ten einde het werk van deze, uit vrijen wil aangegane vredesgarantie een duurzaam karakter te geven, verplichten Duitschland en Frankrijk zich, alles te vermijden, wat de stemming der beide volken ten opzichte van elkander zou kun nen vergiftigen. Zij komen overeen, een gemeenschappelijke commissie te benoe men, welke tot taak zal hebben, binnen komende bezwaren aan beide regeeringen ter kennisneming en onderzoeking voor te leggen. 16. Duitschland en Frankrijk verplich ten zich, ten einde aan deze overeenkomst Ihet karakter van een heilig verdrag te verleenen, de ratificatie er van door mid del van een volksstemming te doen plaats vinden. 17. Duitschland verklaart zich bereid, zioh in verbinding te stellen met de sta ten aan zijn Zuidoost- en Noordoost-grens, om deze uit te noodigen tot het sluiten van met-aanvalsverdragen. 18. Duitschland verklaart zich bereid, onmiddellijk na het afsluiten van deze verdragen, weder in den volkenbond terug te 'keeren, op voorwaarde, dat langs den weg van vriendschappelijke onderhande lingen de kwestie der koloniale rechts gelijkheid en het probleem inzake de af scheiding van het Volkenbondsstatuut van het verdrag van Versailles, worden op gelost. 19. Duitschland stelt voor, een inter nationaal scheidsgerecht in het leven te roepen uitsluitend competent voor dit accoord. In het belang van den Europee schen vrede houdt de Duitsche regeering het voor dringend noodzakelijk, pogingen te ondernemen, een onbeperkten bewape- nigswedloop door practische maatregelen te verhinderen. Ze zou daarin niet slechts een verliohting van de financieele en economische positie der volkeren zien, doch vooral een psychologische ontspan ning. De Duitsche rijksregeering stelt zich niets voor van pogingen tot het sluiten van universeele regelingen, die van te voren toch reeds tot mislukking zijn ge doemd. Zij meent daarentegen, dat de onderhandelingen en resultaten op het ge bied der beperking van de maritieme be wapening stimuleerend kunnen werken. Geen bewapeningswedloop. In verband met de dringende noodzake lijkheid, pogingen in het werk te stellen om een onbeperkten bewapeningswedloop te voorkomen, stelt de Duitsche regeering voor. later conferenties bijeen te roepen, die telkens slechts een enkele, doch duide lijk omschreven kwestie zullen behan delen. Zij acht het op de eerste plaats de voornaamste taak. den luchtoorlog binnen moreele en humane perken te brengen, evenals destijds door de Geneefsche con ventie werd bepaald, dat niet-strljders ol gewonden voor aanvallen zouden blijven gespaard. Zooals het dooden van weerlooze gewon den of gevangenen, het gebruik van dum- dum-kogels en het voeren va neen onbe perkten duikbootoorlog door internationale conventies geregeld, respectievelijk ver boden werd, zoo moet het ook een be schaafde menschheid gelukken, op het gebied van den luchtoorlog de mogelijk heid van een zinlooze ontaarding te voor komen, zonder in strijd te komen met het doel van de oorlogvoering zelf. De Duitsche regeering stelt derhalve voor deze conferenties als practische kwes ties voor: 1. Een verbod voor het afwerpen van gas-, gif- en brandbommen. 2. Een verbod voor het afwerpen van bommen van soortgelijken aard op open steden, die zich buiten de draagwijdte van middelmatig zware artillerie op de fron ten bevinden. 3. Een verbod voor het beschieten van steden met verdragende kanonnen buiten een gevechtszone van twintig kilometer. 4. Afschaffing van tanks van het sterk ste kaliber. 5. De afschaffing van de zwaarste artil lerie. De Duitsche regeering gelooft, dat, in dien slechts een eerste stap op den weg naar de ontwapening is gezet, dit van bui tengewone beteekenis voor de verhouding tusschen de volkeren zal zijn en daarmede tevens voor het herstel van het vertrou wen, dat den voornaamsten factor vormt voor de ontwikkeling van handel en in dustrie. Om aan den algemeen gekoesterden wensch tot een herstel van gunstige eco nomische verhoudingen tegemoet te ko men, is de Duitsche regeering bereid, in den zin van de gedane voorstellen onmid dellijk na het sluiten der pacten met de daarvoor in aanmerking komende landen van gedachten te wisselen over economi sche vraagstukken. Zij wil daarenboven al het mogelijke in het werk stellen om tot een verbetering van den economischen toestand in Europa en van de economische situatie van de wereld in het algemeen bij te dragen. Eden en von Ribbentrop. Eden zal heden weer een onderhoud hebben met von Ribbentrop, teneinde eenige ophelderingen over zekere punten van de Duitsche nota te verkrijgen. Vragen in het Engelsche Lagerhuis. In het Lagerhuis heeft Dalton namens de Arbeiderspartij aan Eden gevraagd of de regeering bij de komende onderhande lingen er de Duitscbers op zou willen wij zen dat hun z.g. vredesaanbod van 25 jaar zoowel door het Statuut van den Volken bond als door het Kellog-pact overbodig wordt gemaakt. Welke bijkomstige waarden kan dit voorstel van Hitier dus nog be vatten? Eden antwoordde dat het Huis verzekerd kan zijn dat deze en andere vraagstukken bij de komende onderhandelingen nauw gezet zouden worden besproken. Dalton vroeg daarna of de regeering aan andere mogendheden buiten de Locarno- staten verzekeringen van bijstand had ge geven of moesten deze kleine staten maar aan hun lot worden overgelaten, zooals de wereld thans met Abessynië beleeft? Eden antwoordde dat er geen afspraken of verzekeringen aan kleine staten waren gegeven, maar dat de regeering in vereeni- ging met alle leden van den Volkenbond bleef streven naar het oplossen van alle voorkomende conflicten volgens de regelen in het Statuut neergelegd. Dalton: Beteekent dat antwoord in feite dat de staten buiten de Locarno-groep zich moeten voorbereid houden op eenzelfde behandeling als Abessynië, en dat Enge land petroleum of iets anders zal blijven verkoopen aan den eventueelen aanvaller, zooals thans geschiedt jegens Abessynië? Eden gaf geen antwoord en ging eenigs- zins ontstemd zitten, maar Mc Govern, de onafhankelijke Clydesider, vroeg: Wil de regeering aan het volk de verzekering ge ven, dat zij dit land niet op den weg naar oorlog zal laten drijven door het gestook der arbeiderspartij? Ook deze vraag bleef onbeantwoord. De ontvangst in Engeland. In gezaghebbende kringen te Londen aldus een officieus bericht erkent men volledig, dat het Duitsche memorandum veel materiaal behelst een gedeelte is nieuw dat de meest zorgvuldige bestu deering zal vereischen. Het zal zeker in de eerstvolgende paar dagen nauwkeurig bestudeerd worden en zoo noodig zal de Duitsche regeering verzocht worden op helderingen te verstrekken Uiteraard bestaat er teleurstelling, dat met betrek king tot de voorstellen, die door de andere Locarno-mogendheden aan de Duitsche regeering zijn voorgelegd, het document geen duidelijk antwoord biedt. In verband hiermede wordt er aan her innerd, dat het voornaamste doel van die voorstellen was het vertrouwen te her stellen, dat vernield was door de actie van Duitschland in het Rijnland en de Locarno-mogendheden boden aan tot herstel van dit vertrouwen bijdragen te geven. Een dergelijke bijdrage werd van Duitschland gevraagd. Ondanks den ver zoenenden toon' wordt nu geen bepaalde bijdrage in de gehoopte richting aangebo den en men erkent, dat vele moeilijk heden nog moeten worden overwonnen, voordat het stadium van onderhandelin gen kan worden bereikt. Ten slotte merkt men op, dat er in het Duitsche memorandum niets staat, waar door toegegeven wordt, dat West-Europa in den tegenwoordigen critieken toestand is gekomen ten gevolge van het Duitsche opzeggen van het verdrag en men is er zich van bewust, dat in dit en nog andere opzichten het memorandum critieke reacties zal wekken in andere landen. Door de Britsche regeering zal geen antwoord worden verzonden dan na ruggespraak met Frankrijk en België. Uit Frankrijk verneemt men nog wei nig. Heden zullen Flandin en Sarraut de Duitsche voorstellen bestudeeren. Flandin had gisteren een langdurig onderhoud met de Engelsche gezant. Zoo is iedere vrouw die de weinig kostbare Palmolive schoonheidsmethode volgt. De resultaten zijn verrassend 1353 (Ingez. Med.) TWEEDE KAMER. WIJZIGING VAN HET WET BOEK VAN STRAFRECHT. Het wetsontwerp tot wijziging en aan vulling van de bepalingen betreffende de zeden in het Wetboek van Strafrecht „ter betere bescherming van minderjarigen", dat de Tweede Kamer gisteren behandel de heeft tweeërlei strekking: ten eerste, een meer doeltreffende be strijding van ontucht met minderjarigen; ten tweede, bescherming van de jeugd, tegen voor de eerbaarheid aanstootelijke en zinnenprikkelende geschriften. Wij achten het niet noodig omtrent beide onderwerpen in bijzonderheden af te dalen. De kolommen van een dagblad vormen daarvoor ook niet de geschikte plaats. Genoeg zij de vermelding van het feit, hetwelk trouwens uit het boven staande reeds blijkt, dat inzake beide aan gelegenheden de bestaande bepalingen worden uitgebreid en verscherpt. De heer van der Heide was niet erg geestdriftig over het ontwerp en vreesde voor willekeurige toepassing, ja, meende zelfs dat het tot chantage zou kunnen leiden. Daarentegen zag mevr. Bakker- Nort in het voorstel een verbetering, al ging het haar neg niet ver genoeg, met name niet ten aanzien van jonge-vrou- wen, die zij niet tot 16, maar tot 18 jaar dcor de nieuwe bepalingen beschermd wilde zien. Overigens verwachtte zij veel IpERS, 15ct.) 5508 (Ingez. Med.) Na de nederlaag van het leger van den keizer bij het Asjangi-meer ligt de weg naar Dessié thans open voor het eerste Italiaansche legercorps, evenals voor de troepen, welke het sultanaat Aoessa be zetten. In het Westen hebben Italiaansche pa trouilles de oevers van het Tsana-meer bereikt, hoewel de bezetting van Gondar nog niet officieel bevestigd is. Het eenige Abessijnsche leger, dat tot nu toe nog ongeslagen is. is dat van Ras Nassiboe, wiens troepen zich in Ogaden ophouden. Men verwacht, dat het leger van generaal Graziani het leger van Nas siboe zeer spoedig zal aanvallen. Volgens bijzonderheden uit Eritreesche bron nopens den slag bij het Asjangi- meer zouden de Abessijnsche krijgers, vooral de manschappen van de keizerlijke garde, zich met groote voortvarendheid en dapperheid geworpen hebben op deIta liaansche troepen, welke zij van het front en de flanken hebben aangevallen. De krijgers werden evenwel weggemaaid door 't vuur der Italiaansche lichte artil lerie en de mitratllisten. Tot drie malen toe heeft het Abessijn sche opperbevel stormaanvallen op de Italianen laten ondernemen over bijna het geheele front. lederen keer slaagden de Italianen er weer in hun stellingen te be houden. Toen de Abessijnen na eenige uren in hun posities werden teruggedrongen, be gonnen zij teekenen van vermoeidheid te vertoonen. De Italianen gingen vervolgens tot een tegenaanval over, dat werd Voor afgegaan door hecht spervuur. Het leger van den negus werd toen genoopt zich terug te trekken met achterlating van duizenden dooden en gewonden. Italiaan sche vliegtuigen hebben Abessijnsche troe penconcentraties waargenomen. Kleine gehuchten in deze streken waren tjokvol met Abessijnsche troepen. De keizer zelf bevond zich, naar men zegt, ten Zuiden van het Asjangi-meer. De eerste aanval der Abessijnen vond plaats om 5 uur 40. De Italianen bezetten toen stellingen, welke de voornaamste karavaanroute naar het Asjangi-meer beheerschten. De Abessijnen wierpen groote formaties in het vuur, zoodat het vuur uit de Ita liaansche mitrailleurs groote bressen in de Abessijnsche gelederen sloeg. Soortge lijke aanvallen werden op de flanken on dernomen. Op den linkervleugel der Italianen wierp de Negus zijn lijfgarde. De soldaten stre den moedig, ondanks het hevige vuur der artillerie en mitrailleurs, doch zij werden met ontzaglijke verliezen teruggeslagen. De correspondent van Reuter-A.N.P. bij de Italiaansche legers in het Noorden meldt, dat, naar men zegt, de keizerlijke garde 7000 dooden en gewonden op het slagveld heeft achtergelaten. De negus ging tot den slag over. omdat hij meende, dat de beste tactiek was het initiatief te nemen, daar hij een aanval van maar schalk Badoglio verwachtte. De Abessijnen waren van moderne geweren voorzien, ter wijl zij over een aantal machinegeweren beschikten. De Italiaansche divisie Alpenjagers heeft den eersten grooten stoot te verduren gehad. Vanochtend om acht uur werden zij omsingeld. De Alpenjagers en do As kari's gingen tot den tegenaanval over, welke leidde tot een gevecht van man tegen man. De slag duurde twaalf uren. Italiaansche vliegtuigen bombardeerden en vuurden uit mitrailleurs op de zich terugtrekkende Abessijnen. (Copyright Reuter-A.N.P.) Over de verliezen wordt nog van Ita liaansche zijde gemeld: De verliezen van het leger van den negus zijn zeer groot, men schat het aan tal gesneuvelden op 7000, waaronder ver scheiden officieren. Vele Abessijnen wer den krijgsgevangen gemaakt en aanzien lijke hoeveelheden wapenen werden buit gemaakt. Onze verliezen zijn: 12 officieren ge sneuveld en 44 gewond, 51 Italiaansche soldaten gesneuveld en 152 gewond. 800 Eritrërs zijn gesneuveld of werden gewond. Gondar, Sokota en Debarek niet bezet? Volgens Abessijnsche berichten is de toestand aan het Noordelijk front sinds eenige dagen volkomen onoverzichtelijk, aangezien alle bijzonderheden omtrent de troepenbeweging en de gevechten ont breken. In haar communiqué No. 187 dementeert de Abessijnsche regeering, dat de steden Sokota en Debarek zouden zijn bezet, ge lijk is medegedeeld in het Italiaansche legerbericht 168. Ook de overige inhoud van dit Italiaan sche legerbericht wordt onjuist genoemd. Aan het Noordelijk front heerscht nog steeds een zeer krachtige activiteit van de luchtmacht. Aan het Somalifront komen vrij hevige voorpostengevechten tot ontwikkeling, voornamelijk in de streek ten Zuiden van Daggahboer. Bijzonderheden zijn echter te Addis Abeba nog niet bekend Een Italiaansche ambulance beschoten. Naar Stefani meedeelt, heeft het Ita liaansche hoofdkwartier in Oost-Afrika meegedeeld, dat een van de Italiaansche ambulances Maandag door vijandelijk ge schutvuur is getroffen. Het bombardement van Harrar. In antwoord op onderscheiden vragen in het Lagerhuis heeft Eden gezegd, dat de regeering van den Engelschen consul te Harrar berichten had gekregen, volgens welke 18 Italiaansche bombardements vliegtuigen in drie kwartier tijds ruim 300 bommen op Harrar hadden geworpen, van welke er 3 de Zweedsche missie en kerk, 4 de Fransche missie. 5 de Abessijnsche Koptische kerk en 4 de Roode Kruis in richtingen hadden getroffen. Ook de draadlooze installatie was getroffen en onbruikbaar gemaakt. Er waren 10 bran den uitgebroken maar de bevolking had de stad grootendeels verlaten, daar zij door Italiaansche minuutschoten was ge waarschuwd. De Abessijnsche regeering had geprotes teerd, omdat volgens haar de stad geen bezetting of militaire inrichtingen bezat en de gebouwen alleen gebruikt worden voor verzorgen van gewonden van de Zui delijke legergroepen. Dalton vroeg of deze afschuwelijke wreedheden dan maar ongehoord moesten voortgaan en hij herhaalde zijn vraag of Engeland olie bleef leveren om deze hei machines te doen functioneeren? Eden antwoordde, dat de regeering even verlangend was naar het einde van deze wreedheden en den geheelen oorlog, als ieder ander, maar dat het rapport van de commissie van 13 moest afgewacht wor den voor men nadere stappen kon onder nemen. De conservatief Sir William Brass vroeg, of de regeering door Italië gewaarschuwd was, dat Harrar zou gebombardeerd wor den. Neen, antwoordde Eden. Wij wisten er niets van. Lennox-Boyd (com.) zeide, dat hij het met Dalton eens was, dat deze bombarde menten afschuwelijk waren. Zou het niet het beste zijn als de regeering de voorstel len van Hoare en Laval nog eens als een mogelijke inleiding tot vredesonderhande lingen zou willen bezien? Eden antwoordde met een verwijzing naar zijn vorig antwoord waaraan hij op dit oogenblik niets kon toevoegen. Toen vroeg Mander: Vindt de regeering deze lieden geschikt voor eventueele poli tiediensten in het Rijnland? Geen antwoord. De Commissie van Dertien. De voorzitter van de commissie van dertien, de Madariaga, heeft een schrijven gericht tot de Italiaansche regeering met het doel in gezamenlijk overleg te komen tot vaststelling van de procedure der on derhandelingen. waartoe toestemming werd gegeven in antwoord op den oproep van de commissie met betrekking tot op lossing van het Italiaansch-Abess'jnscbe geschil. Dit schrijven is vandaag te Rome aangekomen. De Italiaansche regeering is thans bezig met de bestudeering van den inhoud. van de preventieve werking der wet. Minister van Schaik bleek (natuurlijk) aan de zijde van mevr. Bakker-Nort te staan en wees er trouwens op, dat de practijk de noodzakelijkheid der nieuwe voorschriften heeft aangetoond. Intus- schen achtte hij een uitbreiding tot den leeftijd van 18 jaar niet noodig. Bij de artikelen van het ontwerp is een amendement-Goseling aangenomen, dat nog eenige verscherping beoogde van de bepalingen inzake de verspreiding van aanstootelijke lectuur. Het ontwerp is aangenomen. VERSCHILLENDE EN CONCLUSIES. ONTWERPEN De Kamer heeft vervo terts een groot aantal kleinere ontwerpen verschei dene conclusies goedgekeurc. Daarbij was het naturalisatie-ontwerp, waarin o.a. begrepen is de naturalisatie van den Amsterdamschen bankier Mann- heimer. Buiten de Kamer was van zekere zijde (n.l. door een bepaalde fascistische groep) een scherpe agitatie tegen dat deel van het voorstel gevoerd, doch in zijn Memorie van Antwoord heeft Minis ter van Schaik het verleenen van het Ne derlanderschap aan den heer Mannhei- mer krachtig verdedigd en de beschuldi gingen, tegen hem aangevoerd, totaal ongegrond genoemd. De Kamer heeft er zich zonder stemming en zonder debat bij neergelegd. Goedgekeurd is ook het wetsontwerp waarbij dé salarissen worden verlaagd van de leden van den Raad van State, de Algemeene Rekenkamer en de rechter lijke colleges. De Kamer nam (hoewel tegen het advies van den Minister van Justitie) echter een amendement-Gose ling aan, waardoor de terugwerkende kracht der verlaging kwam te vervallen: zij zal nu eerst ingaan op den dag der afkondiging van de wet. Een meevaller voor de betrokkenen, want de Regeering had van 1 Januari af de korting reeds ingehouden: dit bedrag zal nu moeten worden terugbetaald. Te voren had Mi nister van Schaik, in antwoord op op merkingen van enkele leden, toegegeven dat de salarissen van de leden der rechterlijke macht niet hoog zijn. maar de Regeering had geen vrijheid kunnen vinden hen van de verlaging uit te zon deren, en hij twijfelde er niet aan, of voor de huidige salarissen zijn nog wel goede rechters te vinden. De Kamer die tot 5 Mei uiteenging nam de volgende ontwerpen aan: 1 Wetsontwerp Wijziging en aanvulling van de bepalingen betreffende de zeden in het wetboek van strafrecht ter betere bescherming van minderjarigen, 2. Wetsontwerp nadere wijziging van de regelingen, houdende vaststelling van de bezoldiging van den Raad van State, de Rekenkamer, de rechterlijke macht en de militair-rechterlijke macht. 3. Wetsontwerp Vereeniging van de 'ge meenten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin. 4. Wijziging Regeling van den invoer van huishoudelijk glaswerk. 5. Regeling van den invoer van dweilen. 6. Regeling van den invoer van wollen en halfwollen dekens. 7. Regeling van den invoer van cocos- stukgoederen. 8. Regeling van den invoer van petten en baretten. 9. Regeling van den invoer van boven- kleeding. 10 Regeling van den invoer van geëmail leerde gegoten badkuipen en closet reservoirs. 11. Regeling van den invoer van naai garen. 12. Regeling van den invoer van kachels, haardkachels, haarden en for nuizen. 13 Regeling van den invoer van trlplex- hout. 14. Regeling van den invoer van schroef bouten. 15. Regeling van den invoer van papier en papierwaren. 16 Regeling van den invoer van ver pakkingsglas. 17. Regeling van den invoer van manu facturen. stoffen en weefsels van echte zijde en van echte zijde met kunstz"de. 18. Regeling van den invoer van geïso leerde electriciteitseeleidingen. 19. Regeling van den invoer van cement van alle soorten. 20. Regeling van den invoer van leder. 21. Regeling van den invoer van boter. 22. Regeling van den invoer van paar den. 23. Conclusie van het verslag der com missie omtrent de inlichtingen on het adres van J. van den Hurk. te Geldroo. houdende verzoek te bevorderen, dat hnm recht zal worden gedaan, hem als mnul- lisatieslachtoffer alsnog een uitkeeHng van Rijkswege zal worden verleend en zoo noodig een nieuw en onpartijdig onder zoek naar zijn omstandigheden worde ingesteld. 24. Conclusie van het verslag der com missie omtrent de inlichtingen op het adres van A. de Boer. smid. tv Worm er- veer. betreffende hef, instellen van cm onderzoek naar ean door adressant gpulte klacht over toestonden, waarvan hii in een strafzaak het slachtoffer is geworden. INVOERRECHT OP BLOEMBOLLEN EN BLOEMZADEN IN ENGELAND. De Engelsche Commissie van Advies voor douane-zaken heeft aangekondigd dat een invoerrecht per lb. zal worden gelegd op bloembollen en bloemzaden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9