n
De oorlog in Abessynië
Het Duitsche antwoord aan de
Locarno-mogendheden.
VOETEN!
ELTAX 666
77,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 2 AprU 1936
Derde Blad No. 23320
VRIJ GOEDE ONTVANGST IN ENGELAND.
nwemant van HOOFD tot
PARLEMENTAIR OVERZICHT
2 20 GROOTERE
3 25 AFSTANDEN
5 M voor voorrijden
De nederlaag van het Keizerlijke leger
LAND- EN TUINBOUW.
Het Duitsche antwoord is thans offi
cieel gepubliceerd en is in feite hetzelfde
als reeds door Stefani gisteren gemeld,
zoodat wij daarop niet zuilen terugkomen.
In 19 punten is het Duitsche vredesplan
opgebouwd. Deze luiden:
1. Ten einde de in de toekomst te sluiten
overeenkomsten voor de verzekering van
den Europeeschen vrede het karakter van
(heilige verdragen te geven, nemen de
landen slechts als volkomen gelijkberech
tigde leden aan de besprekingen deel.
2. Teneinde den tijd van onzekerheid
zooveel mogelijk te bekorten, stelt de Duit
sche regeering voor, de eerste phase tot
aan de onderteekening der niet-aanvals-
pacten, tot vier maanden te beperken.
3. De Duitsche regeering verzt art onder
voorwaarde dat België en Frankrijk het
zelfde doen, tijdens deze periode, geener
lei versterking van de zich in het Rijnland
bevindende troepen in overweging te
nemen.
4. Duitsohland geeft de verzekering, dat
de in het Rijland gestationneerde troepen
tijdens deze periode niet verder naar de
Belgische en Fransohe grens zullen worden
verplaatst.
5. De Duitsche regeerir.g stelt als
garantie voor deze wederzijdsche verzeke
ringen de vorming eener commissie voor,
die zal zijn samengesteld uit vertegenwoor
digers der beide garantie-mogendheden
Engeland en Italië en een derde neutrale
mogendheid.
6. Duitschland, België en Frankrijk zijn
gerechtigd, elk een vertegenwoordiger in
deze commissie te zenden.
7. De drie genoemde landen verklaren
zich bereid toe te staan, dat, indien zij
meenen, dat een Wijziging in de militaire
verhoudingen binnen den tijdsduur van
vier maanden heeft plaats gehad, deze
commissie door de Engelsche en Italiaan
sche militaire attaché's een onderzoek laat
instellen.
8. De drie landen geven de verzekering,
dat ze in verband hiermede eventueele
protesten in vollen omvang zullen onder
de oogen zien.
9. Overigens is de Duitsche regeering
bereid, op de basis van volkomen weder-
keerigheid met haar belde Westelijke na
buren in te stemmen met elke militaire
beperking aan de Duitsche Westgrens.
10. Duitschland. België en Frankrijk en
de beide garantie-mogendheden komen
overeen, dat ze onmiddellijk of ten laatste
na het einde van de Fransche verkiezin
gen onder leiding van de Britsche regee
ring in onderhandelingen zullen treden
over het afsluiten van een non-agressie
pact, d.w.z. een veiligheidspact voor den
duur van 25 jaar, tusschen Frankrijk en
België eenerzljds en Duitschland ander
zijds.
11. Duitschland gaat er mede accoord,
dat 'bij dit veillgheldsverdrag Engeland en
Italië weder als garantie-mogendheden
zullen functionneeren.
12. Zouden zich tengevolge van deze
non-agressieovereenkomst speciale ver
plichtingen van militairen bijstand voor
doen, dan verklaart Duitschland zich be
reid, ook zijnerzijds dergelijke verplich
tingen op zich te nemen.
13. De Duitsche regeering herhaalt, het
voorstel inzake de sluiting van een lucht-
pact als aanvulling en versterking van
deze veiligheidspacten.
14. De Duitsche regeering herhaalt, dat
zij bereid is, indien Nederland dit wenscht
ook dezen staat in de West-Europeesche
veiligheidspacten te betrekken.
15. Ten einde het werk van deze, uit
vrijen wil aangegane vredesgarantie een
duurzaam karakter te geven, verplichten
Duitschland en Frankrijk zich, alles te
vermijden, wat de stemming der beide
volken ten opzichte van elkander zou kun
nen vergiftigen. Zij komen overeen, een
gemeenschappelijke commissie te benoe
men, welke tot taak zal hebben, binnen
komende bezwaren aan beide regeeringen
ter kennisneming en onderzoeking voor
te leggen.
16. Duitschland en Frankrijk verplich
ten zich, ten einde aan deze overeenkomst
Ihet karakter van een heilig verdrag te
verleenen, de ratificatie er van door mid
del van een volksstemming te doen plaats
vinden.
17. Duitschland verklaart zich bereid,
zioh in verbinding te stellen met de sta
ten aan zijn Zuidoost- en Noordoost-grens,
om deze uit te noodigen tot het sluiten
van met-aanvalsverdragen.
18. Duitschland verklaart zich bereid,
onmiddellijk na het afsluiten van deze
verdragen, weder in den volkenbond terug
te 'keeren, op voorwaarde, dat langs den
weg van vriendschappelijke onderhande
lingen de kwestie der koloniale rechts
gelijkheid en het probleem inzake de af
scheiding van het Volkenbondsstatuut van
het verdrag van Versailles, worden op
gelost.
19. Duitschland stelt voor, een inter
nationaal scheidsgerecht in het leven te
roepen uitsluitend competent voor dit
accoord. In het belang van den Europee
schen vrede houdt de Duitsche regeering
het voor dringend noodzakelijk, pogingen
te ondernemen, een onbeperkten bewape-
nigswedloop door practische maatregelen
te verhinderen. Ze zou daarin niet slechts
een verliohting van de financieele en
economische positie der volkeren zien,
doch vooral een psychologische ontspan
ning. De Duitsche rijksregeering stelt zich
niets voor van pogingen tot het sluiten
van universeele regelingen, die van te
voren toch reeds tot mislukking zijn ge
doemd. Zij meent daarentegen, dat de
onderhandelingen en resultaten op het ge
bied der beperking van de maritieme be
wapening stimuleerend kunnen werken.
Geen bewapeningswedloop.
In verband met de dringende noodzake
lijkheid, pogingen in het werk te stellen
om een onbeperkten bewapeningswedloop
te voorkomen, stelt de Duitsche regeering
voor. later conferenties bijeen te roepen,
die telkens slechts een enkele, doch duide
lijk omschreven kwestie zullen behan
delen. Zij acht het op de eerste plaats de
voornaamste taak. den luchtoorlog binnen
moreele en humane perken te brengen,
evenals destijds door de Geneefsche con
ventie werd bepaald, dat niet-strljders ol
gewonden voor aanvallen zouden blijven
gespaard.
Zooals het dooden van weerlooze gewon
den of gevangenen, het gebruik van dum-
dum-kogels en het voeren va neen onbe
perkten duikbootoorlog door internationale
conventies geregeld, respectievelijk ver
boden werd, zoo moet het ook een be
schaafde menschheid gelukken, op het
gebied van den luchtoorlog de mogelijk
heid van een zinlooze ontaarding te voor
komen, zonder in strijd te komen met het
doel van de oorlogvoering zelf.
De Duitsche regeering stelt derhalve
voor deze conferenties als practische kwes
ties voor:
1. Een verbod voor het afwerpen van
gas-, gif- en brandbommen.
2. Een verbod voor het afwerpen van
bommen van soortgelijken aard op open
steden, die zich buiten de draagwijdte van
middelmatig zware artillerie op de fron
ten bevinden.
3. Een verbod voor het beschieten van
steden met verdragende kanonnen buiten
een gevechtszone van twintig kilometer.
4. Afschaffing van tanks van het sterk
ste kaliber.
5. De afschaffing van de zwaarste artil
lerie.
De Duitsche regeering gelooft, dat, in
dien slechts een eerste stap op den weg
naar de ontwapening is gezet, dit van bui
tengewone beteekenis voor de verhouding
tusschen de volkeren zal zijn en daarmede
tevens voor het herstel van het vertrou
wen, dat den voornaamsten factor vormt
voor de ontwikkeling van handel en in
dustrie.
Om aan den algemeen gekoesterden
wensch tot een herstel van gunstige eco
nomische verhoudingen tegemoet te ko
men, is de Duitsche regeering bereid, in
den zin van de gedane voorstellen onmid
dellijk na het sluiten der pacten met de
daarvoor in aanmerking komende landen
van gedachten te wisselen over economi
sche vraagstukken. Zij wil daarenboven
al het mogelijke in het werk stellen om
tot een verbetering van den economischen
toestand in Europa en van de economische
situatie van de wereld in het algemeen bij
te dragen.
Eden en von Ribbentrop.
Eden zal heden weer een onderhoud
hebben met von Ribbentrop, teneinde
eenige ophelderingen over zekere punten
van de Duitsche nota te verkrijgen.
Vragen in het Engelsche Lagerhuis.
In het Lagerhuis heeft Dalton namens
de Arbeiderspartij aan Eden gevraagd of
de regeering bij de komende onderhande
lingen er de Duitscbers op zou willen wij
zen dat hun z.g. vredesaanbod van 25 jaar
zoowel door het Statuut van den Volken
bond als door het Kellog-pact overbodig
wordt gemaakt. Welke bijkomstige waarden
kan dit voorstel van Hitier dus nog be
vatten?
Eden antwoordde dat het Huis verzekerd
kan zijn dat deze en andere vraagstukken
bij de komende onderhandelingen nauw
gezet zouden worden besproken.
Dalton vroeg daarna of de regeering aan
andere mogendheden buiten de Locarno-
staten verzekeringen van bijstand had ge
geven of moesten deze kleine staten maar
aan hun lot worden overgelaten, zooals
de wereld thans met Abessynië beleeft?
Eden antwoordde dat er geen afspraken
of verzekeringen aan kleine staten waren
gegeven, maar dat de regeering in vereeni-
ging met alle leden van den Volkenbond
bleef streven naar het oplossen van alle
voorkomende conflicten volgens de regelen
in het Statuut neergelegd.
Dalton: Beteekent dat antwoord in feite
dat de staten buiten de Locarno-groep zich
moeten voorbereid houden op eenzelfde
behandeling als Abessynië, en dat Enge
land petroleum of iets anders zal blijven
verkoopen aan den eventueelen aanvaller,
zooals thans geschiedt jegens Abessynië?
Eden gaf geen antwoord en ging eenigs-
zins ontstemd zitten, maar Mc Govern, de
onafhankelijke Clydesider, vroeg: Wil de
regeering aan het volk de verzekering ge
ven, dat zij dit land niet op den weg naar
oorlog zal laten drijven door het gestook
der arbeiderspartij?
Ook deze vraag bleef onbeantwoord.
De ontvangst in Engeland.
In gezaghebbende kringen te Londen
aldus een officieus bericht erkent men
volledig, dat het Duitsche memorandum
veel materiaal behelst een gedeelte is
nieuw dat de meest zorgvuldige bestu
deering zal vereischen. Het zal zeker in de
eerstvolgende paar dagen nauwkeurig
bestudeerd worden en zoo noodig zal de
Duitsche regeering verzocht worden op
helderingen te verstrekken Uiteraard
bestaat er teleurstelling, dat met betrek
king tot de voorstellen, die door de
andere Locarno-mogendheden aan de
Duitsche regeering zijn voorgelegd, het
document geen duidelijk antwoord biedt.
In verband hiermede wordt er aan her
innerd, dat het voornaamste doel van die
voorstellen was het vertrouwen te her
stellen, dat vernield was door de actie
van Duitschland in het Rijnland en de
Locarno-mogendheden boden aan tot
herstel van dit vertrouwen bijdragen te
geven. Een dergelijke bijdrage werd van
Duitschland gevraagd. Ondanks den ver
zoenenden toon' wordt nu geen bepaalde
bijdrage in de gehoopte richting aangebo
den en men erkent, dat vele moeilijk
heden nog moeten worden overwonnen,
voordat het stadium van onderhandelin
gen kan worden bereikt.
Ten slotte merkt men op, dat er in het
Duitsche memorandum niets staat, waar
door toegegeven wordt, dat West-Europa
in den tegenwoordigen critieken toestand
is gekomen ten gevolge van het Duitsche
opzeggen van het verdrag en men is er
zich van bewust, dat in dit en nog andere
opzichten het memorandum critieke
reacties zal wekken in andere landen.
Door de Britsche regeering zal geen
antwoord worden verzonden dan na
ruggespraak met Frankrijk en België.
Uit Frankrijk verneemt men nog wei
nig. Heden zullen Flandin en Sarraut de
Duitsche voorstellen bestudeeren. Flandin
had gisteren een langdurig onderhoud
met de Engelsche gezant.
Zoo is iedere vrouw die de
weinig kostbare Palmolive
schoonheidsmethode volgt.
De resultaten zijn
verrassend
1353
(Ingez. Med.)
TWEEDE KAMER.
WIJZIGING VAN HET WET
BOEK VAN STRAFRECHT.
Het wetsontwerp tot wijziging en aan
vulling van de bepalingen betreffende de
zeden in het Wetboek van Strafrecht „ter
betere bescherming van minderjarigen",
dat de Tweede Kamer gisteren behandel
de heeft tweeërlei strekking:
ten eerste, een meer doeltreffende be
strijding van ontucht met minderjarigen;
ten tweede, bescherming van de jeugd,
tegen voor de eerbaarheid aanstootelijke
en zinnenprikkelende geschriften.
Wij achten het niet noodig omtrent
beide onderwerpen in bijzonderheden af
te dalen. De kolommen van een dagblad
vormen daarvoor ook niet de geschikte
plaats. Genoeg zij de vermelding van het
feit, hetwelk trouwens uit het boven
staande reeds blijkt, dat inzake beide aan
gelegenheden de bestaande bepalingen
worden uitgebreid en verscherpt.
De heer van der Heide was niet erg
geestdriftig over het ontwerp en vreesde
voor willekeurige toepassing, ja, meende
zelfs dat het tot chantage zou kunnen
leiden. Daarentegen zag mevr. Bakker-
Nort in het voorstel een verbetering, al
ging het haar neg niet ver genoeg, met
name niet ten aanzien van jonge-vrou-
wen, die zij niet tot 16, maar tot 18 jaar
dcor de nieuwe bepalingen beschermd
wilde zien. Overigens verwachtte zij veel
IpERS, 15ct.)
5508
(Ingez. Med.)
Na de nederlaag van het leger van den
keizer bij het Asjangi-meer ligt de weg
naar Dessié thans open voor het eerste
Italiaansche legercorps, evenals voor de
troepen, welke het sultanaat Aoessa be
zetten.
In het Westen hebben Italiaansche pa
trouilles de oevers van het Tsana-meer
bereikt, hoewel de bezetting van Gondar
nog niet officieel bevestigd is.
Het eenige Abessijnsche leger, dat tot
nu toe nog ongeslagen is. is dat van Ras
Nassiboe, wiens troepen zich in Ogaden
ophouden. Men verwacht, dat het leger
van generaal Graziani het leger van Nas
siboe zeer spoedig zal aanvallen.
Volgens bijzonderheden uit Eritreesche
bron nopens den slag bij het Asjangi-
meer zouden de Abessijnsche krijgers,
vooral de manschappen van de keizerlijke
garde, zich met groote voortvarendheid en
dapperheid geworpen hebben op deIta
liaansche troepen, welke zij van het front
en de flanken hebben aangevallen.
De krijgers werden evenwel weggemaaid
door 't vuur der Italiaansche lichte artil
lerie en de mitratllisten.
Tot drie malen toe heeft het Abessijn
sche opperbevel stormaanvallen op de
Italianen laten ondernemen over bijna het
geheele front. lederen keer slaagden de
Italianen er weer in hun stellingen te be
houden.
Toen de Abessijnen na eenige uren in
hun posities werden teruggedrongen, be
gonnen zij teekenen van vermoeidheid te
vertoonen. De Italianen gingen vervolgens
tot een tegenaanval over, dat werd Voor
afgegaan door hecht spervuur. Het leger
van den negus werd toen genoopt zich
terug te trekken met achterlating van
duizenden dooden en gewonden. Italiaan
sche vliegtuigen hebben Abessijnsche troe
penconcentraties waargenomen. Kleine
gehuchten in deze streken waren tjokvol
met Abessijnsche troepen.
De keizer zelf bevond zich, naar men
zegt, ten Zuiden van het Asjangi-meer.
De eerste aanval der Abessijnen vond
plaats om 5 uur 40.
De Italianen bezetten toen stellingen,
welke de voornaamste karavaanroute naar
het Asjangi-meer beheerschten.
De Abessijnen wierpen groote formaties
in het vuur, zoodat het vuur uit de Ita
liaansche mitrailleurs groote bressen in
de Abessijnsche gelederen sloeg. Soortge
lijke aanvallen werden op de flanken on
dernomen.
Op den linkervleugel der Italianen wierp
de Negus zijn lijfgarde. De soldaten stre
den moedig, ondanks het hevige vuur der
artillerie en mitrailleurs, doch zij werden
met ontzaglijke verliezen teruggeslagen.
De correspondent van Reuter-A.N.P. bij
de Italiaansche legers in het Noorden
meldt, dat, naar men zegt, de keizerlijke
garde 7000 dooden en gewonden op het
slagveld heeft achtergelaten. De negus
ging tot den slag over. omdat hij meende,
dat de beste tactiek was het initiatief te
nemen, daar hij een aanval van maar
schalk Badoglio verwachtte. De Abessijnen
waren van moderne geweren voorzien, ter
wijl zij over een aantal machinegeweren
beschikten.
De Italiaansche divisie Alpenjagers
heeft den eersten grooten stoot te verduren
gehad. Vanochtend om acht uur werden
zij omsingeld. De Alpenjagers en do As
kari's gingen tot den tegenaanval over,
welke leidde tot een gevecht van man
tegen man. De slag duurde twaalf uren.
Italiaansche vliegtuigen bombardeerden
en vuurden uit mitrailleurs op de zich
terugtrekkende Abessijnen.
(Copyright Reuter-A.N.P.)
Over de verliezen wordt nog van Ita
liaansche zijde gemeld:
De verliezen van het leger van den
negus zijn zeer groot, men schat het aan
tal gesneuvelden op 7000, waaronder ver
scheiden officieren. Vele Abessijnen wer
den krijgsgevangen gemaakt en aanzien
lijke hoeveelheden wapenen werden buit
gemaakt.
Onze verliezen zijn: 12 officieren ge
sneuveld en 44 gewond, 51 Italiaansche
soldaten gesneuveld en 152 gewond.
800 Eritrërs zijn gesneuveld of werden
gewond.
Gondar, Sokota en Debarek
niet bezet?
Volgens Abessijnsche berichten is de
toestand aan het Noordelijk front sinds
eenige dagen volkomen onoverzichtelijk,
aangezien alle bijzonderheden omtrent de
troepenbeweging en de gevechten ont
breken.
In haar communiqué No. 187 dementeert
de Abessijnsche regeering, dat de steden
Sokota en Debarek zouden zijn bezet, ge
lijk is medegedeeld in het Italiaansche
legerbericht 168.
Ook de overige inhoud van dit Italiaan
sche legerbericht wordt onjuist genoemd.
Aan het Noordelijk front heerscht nog
steeds een zeer krachtige activiteit van de
luchtmacht.
Aan het Somalifront komen vrij hevige
voorpostengevechten tot ontwikkeling,
voornamelijk in de streek ten Zuiden van
Daggahboer. Bijzonderheden zijn echter
te Addis Abeba nog niet bekend
Een Italiaansche ambulance
beschoten.
Naar Stefani meedeelt, heeft het Ita
liaansche hoofdkwartier in Oost-Afrika
meegedeeld, dat een van de Italiaansche
ambulances Maandag door vijandelijk ge
schutvuur is getroffen.
Het bombardement van Harrar.
In antwoord op onderscheiden vragen
in het Lagerhuis heeft Eden gezegd, dat
de regeering van den Engelschen consul
te Harrar berichten had gekregen, volgens
welke 18 Italiaansche bombardements
vliegtuigen in drie kwartier tijds ruim 300
bommen op Harrar hadden geworpen, van
welke er 3 de Zweedsche missie en kerk, 4
de Fransche missie. 5 de Abessijnsche
Koptische kerk en 4 de Roode Kruis in
richtingen hadden getroffen. Ook de
draadlooze installatie was getroffen en
onbruikbaar gemaakt. Er waren 10 bran
den uitgebroken maar de bevolking had
de stad grootendeels verlaten, daar zij
door Italiaansche minuutschoten was ge
waarschuwd.
De Abessijnsche regeering had geprotes
teerd, omdat volgens haar de stad geen
bezetting of militaire inrichtingen bezat
en de gebouwen alleen gebruikt worden
voor verzorgen van gewonden van de Zui
delijke legergroepen.
Dalton vroeg of deze afschuwelijke
wreedheden dan maar ongehoord moesten
voortgaan en hij herhaalde zijn vraag of
Engeland olie bleef leveren om deze hei
machines te doen functioneeren?
Eden antwoordde, dat de regeering even
verlangend was naar het einde van deze
wreedheden en den geheelen oorlog, als
ieder ander, maar dat het rapport van de
commissie van 13 moest afgewacht wor
den voor men nadere stappen kon onder
nemen.
De conservatief Sir William Brass vroeg,
of de regeering door Italië gewaarschuwd
was, dat Harrar zou gebombardeerd wor
den.
Neen, antwoordde Eden. Wij wisten er
niets van.
Lennox-Boyd (com.) zeide, dat hij het
met Dalton eens was, dat deze bombarde
menten afschuwelijk waren. Zou het niet
het beste zijn als de regeering de voorstel
len van Hoare en Laval nog eens als een
mogelijke inleiding tot vredesonderhande
lingen zou willen bezien?
Eden antwoordde met een verwijzing
naar zijn vorig antwoord waaraan hij op
dit oogenblik niets kon toevoegen.
Toen vroeg Mander: Vindt de regeering
deze lieden geschikt voor eventueele poli
tiediensten in het Rijnland?
Geen antwoord.
De Commissie van Dertien.
De voorzitter van de commissie van
dertien, de Madariaga, heeft een schrijven
gericht tot de Italiaansche regeering met
het doel in gezamenlijk overleg te komen
tot vaststelling van de procedure der on
derhandelingen. waartoe toestemming
werd gegeven in antwoord op den oproep
van de commissie met betrekking tot op
lossing van het Italiaansch-Abess'jnscbe
geschil. Dit schrijven is vandaag te Rome
aangekomen.
De Italiaansche regeering is thans bezig
met de bestudeering van den inhoud.
van de preventieve werking der wet.
Minister van Schaik bleek (natuurlijk)
aan de zijde van mevr. Bakker-Nort te
staan en wees er trouwens op, dat de
practijk de noodzakelijkheid der nieuwe
voorschriften heeft aangetoond. Intus-
schen achtte hij een uitbreiding tot den
leeftijd van 18 jaar niet noodig.
Bij de artikelen van het ontwerp is een
amendement-Goseling aangenomen, dat
nog eenige verscherping beoogde van de
bepalingen inzake de verspreiding van
aanstootelijke lectuur.
Het ontwerp is aangenomen.
VERSCHILLENDE
EN CONCLUSIES.
ONTWERPEN
De Kamer heeft vervo terts een groot
aantal kleinere ontwerpen verschei
dene conclusies goedgekeurc.
Daarbij was het naturalisatie-ontwerp,
waarin o.a. begrepen is de naturalisatie
van den Amsterdamschen bankier Mann-
heimer. Buiten de Kamer was van zekere
zijde (n.l. door een bepaalde fascistische
groep) een scherpe agitatie tegen dat
deel van het voorstel gevoerd, doch in
zijn Memorie van Antwoord heeft Minis
ter van Schaik het verleenen van het Ne
derlanderschap aan den heer Mannhei-
mer krachtig verdedigd en de beschuldi
gingen, tegen hem aangevoerd, totaal
ongegrond genoemd. De Kamer heeft er
zich zonder stemming en zonder debat bij
neergelegd.
Goedgekeurd is ook het wetsontwerp
waarbij dé salarissen worden verlaagd
van de leden van den Raad van State, de
Algemeene Rekenkamer en de rechter
lijke colleges. De Kamer nam (hoewel
tegen het advies van den Minister van
Justitie) echter een amendement-Gose
ling aan, waardoor de terugwerkende
kracht der verlaging kwam te vervallen:
zij zal nu eerst ingaan op den dag der
afkondiging van de wet. Een meevaller
voor de betrokkenen, want de Regeering
had van 1 Januari af de korting reeds
ingehouden: dit bedrag zal nu moeten
worden terugbetaald. Te voren had Mi
nister van Schaik, in antwoord op op
merkingen van enkele leden, toegegeven
dat de salarissen van de leden der
rechterlijke macht niet hoog zijn. maar
de Regeering had geen vrijheid kunnen
vinden hen van de verlaging uit te zon
deren, en hij twijfelde er niet aan, of voor
de huidige salarissen zijn nog wel goede
rechters te vinden.
De Kamer die tot 5 Mei uiteenging
nam de volgende ontwerpen aan:
1 Wetsontwerp Wijziging en aanvulling
van de bepalingen betreffende de zeden
in het wetboek van strafrecht ter betere
bescherming van minderjarigen,
2. Wetsontwerp nadere wijziging van de
regelingen, houdende vaststelling van de
bezoldiging van den Raad van State, de
Rekenkamer, de rechterlijke macht en de
militair-rechterlijke macht.
3. Wetsontwerp Vereeniging van de 'ge
meenten Beverwijk en Wijk aan Zee en
Duin.
4. Wijziging Regeling van den invoer
van huishoudelijk glaswerk.
5. Regeling van den invoer van dweilen.
6. Regeling van den invoer van wollen
en halfwollen dekens.
7. Regeling van den invoer van cocos-
stukgoederen.
8. Regeling van den invoer van petten
en baretten.
9. Regeling van den invoer van boven-
kleeding.
10 Regeling van den invoer van geëmail
leerde gegoten badkuipen en closet
reservoirs.
11. Regeling van den invoer van naai
garen.
12. Regeling van den invoer van
kachels, haardkachels, haarden en for
nuizen.
13 Regeling van den invoer van trlplex-
hout.
14. Regeling van den invoer van schroef
bouten.
15. Regeling van den invoer van papier
en papierwaren.
16 Regeling van den invoer van ver
pakkingsglas.
17. Regeling van den invoer van manu
facturen. stoffen en weefsels van echte
zijde en van echte zijde met kunstz"de.
18. Regeling van den invoer van geïso
leerde electriciteitseeleidingen.
19. Regeling van den invoer van cement
van alle soorten.
20. Regeling van den invoer van leder.
21. Regeling van den invoer van boter.
22. Regeling van den invoer van paar
den.
23. Conclusie van het verslag der com
missie omtrent de inlichtingen on het
adres van J. van den Hurk. te Geldroo.
houdende verzoek te bevorderen, dat hnm
recht zal worden gedaan, hem als mnul-
lisatieslachtoffer alsnog een uitkeeHng
van Rijkswege zal worden verleend en zoo
noodig een nieuw en onpartijdig onder
zoek naar zijn omstandigheden worde
ingesteld.
24. Conclusie van het verslag der com
missie omtrent de inlichtingen op het
adres van A. de Boer. smid. tv Worm er-
veer. betreffende hef, instellen van cm
onderzoek naar ean door adressant gpulte
klacht over toestonden, waarvan hii in
een strafzaak het slachtoffer is geworden.
INVOERRECHT OP BLOEMBOLLEN EN
BLOEMZADEN IN ENGELAND.
De Engelsche Commissie van Advies
voor douane-zaken heeft aangekondigd
dat een invoerrecht per lb. zal worden
gelegd op bloembollen en bloemzaden.