DIGESTIF R Het Engelsche Lagerhuis over de buitenlandsche politiek. De militaire opstand te Tokio 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 27 Maart 1936 Derde Blad No. 23315 Eden opent, Neville Chamberlain sluit het debat. DE OORLOG IN ABESSYNIE. De angst voor branderige oprispingen benam hem pijn en zure den eetlust. PASTILLES Een Dagboek van een revolutie. ——O Eden spreekt. Gistermiddag heeft Eden in het Engel sche Lagerhuis de debatten over de bui tenlandsche politiek geopend met een rede, waarin hij begon met het Huis, de pers en ihet publiek te danken voor de terughou dendheid, welke zij hebben getoond ge durende de zeer verontrustende interna tionale periode. Deze terughoudendheid, was des te opmerkelijker nu zij vrijwillig in acht werd genomen. Indien een gelijke vrijheid van pers en woord en gelijk on derscheid tusschen vrijheid en gebonden heid overal elders in Europa in acht werd genomen, dan zouden we misschien thans niet geplaatst zijn voor de problemen, welke ons thans ongelukkigerwijs bele geren. Eden zette vervolgens den oorsprong van de gedemilitariseerde zone uiteen. Hij verklaarde minder te spreken voor de landen van over zee, dan voof het bin nenland. Ten aanzien van Locamo zeide hij: „Ik wil hier in het Huis in alle open hartigheid verklaren, dat ik niet de eerste Britsche minister van buiten landsche zaken wil zijn, die op een Britsche onderteckening terugkomt". De gedemilitariseerde zone was een voorstel van Duitschland in de onderhan delingen, welke leidden tot de onderteeke- ning van het Locarno-verdrag. Veel is gehoord over het „dictaat van Versailles", doch nooit is gehoord over het „diktaat van Locairno". Eden verwondert zich er over, dat Duitschland het Haagsch Ge rechtshof niet competent achtte te oor- deelen over het Fransch-Russisch pact en is verder van oordeel, dat Duitschland in ieder geval dit verdrag zou kunnen voor leggen aan de Permanente Conciliatie- commissie. welke is voorzien in het Fransch-Duitsch arbitrage-verdrag. Ver der toont Eden aan, dat in ieder geval Duitschland de positie van België over het hoofd heeft gezien, België heeft geen verdrag met Sovjet-Rusland gesloten. „Wij zijn garanten van het Verdrag", zoo zeide Eden verder, „en als zoo danig hebben wij nauwkeurig om schreven verplichtingen". Verder verklaarde Eden: „Indien een internationale troepenmacht een moeilijkheid vormt, en Duitschland andere constructieve voorstellen heeft, dan zijn wij bereid te trachten op deze basis een accoord tot stand te brengen, zonder constructieve mede werking van Duitschland is dit even wel zoo goed als onmogelijk. Eden zegt vervolgens, dat Frankrijk en België eerst eischten, dat de Duitsche troepen zouden worden teruggetrokken uit het Rijnland en dreigden met sancties. Hij wijst dan op de constructieve taak van Engeland om de internationale wet te doen zegevieren. Ten aanzien van de voorstellen van de Locarno-mogendheden zeide Eden: .De voorstellen zijn alléén voorstellen, zij zijn geen ultimatum". Ten aanzien van paragraaf 3 van het Witboek verklaart Eden: De verplichtingen zijn streng be perkt en nauwkeurig omschreven. De besprekingen van de generale staven worden gevoerd in het kader van de verplichtingen van Locarno en hebben een zuiver technisch karakter. Zij zullen in niets onze politieke verplich tingen vermeerderen." Een groot onderscheid moet worden ge maakt tusschen de besprekingen van de generale staven van voor 1914 en de huidige besprekingen. Het is voor Engeland van groot belang, dat de integriteit van Frankrijk en België wordt beschermd en dat geen vijandelijke legers over de gren zen dringen. De politiek van Engeland wordt gedicteerd door het Verdrag van Locamo en het lidmaatschap van den Volkenbond. Ten aanzien van de verdragen van wederkeerigen bijstand, voorzien in het Verdrag van Vier, verklaarde Eden, dat deze open staan voor alle onderteekenaars van het verdrag van Locamo. ook Duitsch land. Hij acht het evenwel redelijk, dat men rekening houdt met de mogelijkheid van mislukken, zoodat men de belangheb benden niet onbeschermd mag laten. Eden hoopt, dat werkelijke bijstand niet noodig zal zijn en hij is ervan overtuigt, dat dit te minder noodzakelijk zal zijn, als Enge land onomwonden zijn houding uiteenzet. „Indien een van de buurstaten van Engeland in een twist geraakt, waarbij wij niet betrokken zijn, heeft Engeland geen verplichtingen. Wij zijn trouw aan onze verplichtingen, doch willen hierbij geen nieuwe voegen, tenzij op het gebied, dat reeds is gedekt door Locarno." Eden verklaart verder geen verplichtin gen, vervat in het Witboek, te betreuren. Dit. is opgesteld in een tijd, zoo ernstig als sedert den wereldoorlog niet is gezien. „Dldien de Duitsche regeering zou toestemmen in het niet versterken van de Rijnzóne, dan zou dit voor ons een aansporing zijn de pogingen voort te zetten, doch wij vernamen dat de Duitsche regcering zelfs deze verplich ting niet op zich wil nemen." Eden vestigt er vervolgens de aandacht op, dat de gedemilitariseerde zóne een latent gevaar in zich bergt. Hij besluit zijn rede met een oproep tot het volk om ten aanzien van de huidige problemen de partij-geschillen te laten rusten. In zijn rede zeide Eden nog: „Ik zou tot Frankrijk willen zeggen: wij kunnen geen vrede verzekeren, in dien de Fransche regeering niet bereid is met een open geest te naderen tot de problemen, welke Frankrijk nog van Duitschland scheiden. En tot Duitschland zou ik willen zeggen: hoe kunnen wij hopen met succes onder handelingen te openen, indien gij niet bereid zijt iets te doen om de angst in Europa te verminderen, welke gij hebt geschapen.?" Toen Eden opstond om zijn rede te hou den, was de zittingszaal van het Lagerhuis meer dan vol. Op de tribune bemerkte men verschillende ambassadeurs en ge zanten. Voor de rede was het Huis eenigszins zenuwachtig, doch de rede werkte gerust stellend. Het debat. Na de rede van Eden nam de Labour- afgevaardigde Hugh Dalton het woord en zette de oppositie van zijn partij tegen verscheidene punten van het Witboek uit een. Hij verwierp 'n internationale macht in de neutrale zone en de besprekingen van de generale staven. Dit wekte den indruk, dat Engeland, ver van Genève, manoeuvreert naar een Fransch-Britsche alliantie. Een dergelijke alliantie zou de Labour nooit goedkeuren. Zij zal daaren tegen een organisatie van collectieve vei ligheid door den Volkenbond steunen. In dien Duitschland weigert aan een derge lijke organisatie mee te werken, dan moe ten de anderen dit doen zonder Duitsch land. De liberaal Archibald Sinclair zeide.dat Duitschland thans het juk heeft afge schud, waarvan Engeland het reeds lang had moeten verlossen. Spreker erkende evenwel, dat de voorstellen van Hitier zoo als deze thans zijn, niet kunnen worden aanvaard. Ook Sinclair is verontrust dooi de besprekingen van de generale staven. Na Sinclair sprak afgevaardigde Harold Nicolson (Nat. Labour), die de regeering vroeg een duidelijke houding aan te ne men. Wij moeten direct een nauwkeurig omlijnd accoord met Frankrijk sluiten, waarbij moet worden overeengekomen, dat onze hulpverleening slechts op het Wes ten betrekking kan hebben, aldus spr. Lloyd George, die vervolgens aan het woord kwam, verklaarde zich tegen een militaire conventie. Hij vroeg of maat regelen tot bijstand toegepast zouden wor den in geval van een niet-geprovoceerden aanval of in 't eenvoudige geval van een mislukking der onderhandelingen. Austen Chamberlain bracht hulde aan Eden en critiseerde vervolgens de door Lloyd George uitgesproken redevoering Spr. herinnert er aan. dat Lpcarno door Duitschland vrijelijk werd aanvaard. De schending van Locarno is niet een een voudig Fransch-Duitsch geschil, omdat ook België, Italië en Engeland verdrag sluitende partijen zijn geweest. Baldwin heeft indertijd verklaard, dat onze grens aan den Rijn ligt. Deze uitlating vat vijf eeuwen van onze geschiedenis samen. Cahmberlain zeide, dat Hitier dikwijls geruststellende woorden spreekt, maar dat geruststellende daden uitblijven. Ten aan zien van het aanbod van Hitier 25 jaar vrede te garandeeren zeide Chamberlain: zelfs om dit twijfelachtig voordeel te ver krijgen, zou Groot Brittannië nieuwe con cessies moeten doen en zou het koloniale vraagstuk binnenkort aan de orde worden gesteld. Duitschland is het terrein van rasvervolgingen en op de Duitsche scholen wordt de oorlog verheerlijkt. De Duitsche methoden herinneren te zeer aan die van 1914 dan dat Groot Brittannië niet zou moeten vreezen. dat zij tot een nieuwen oorlog zullen leiden. Chamberlain werd door de leden van het Huis luide toegejuicht. Winston Churchill sprak o.m. het vol gende: Waar gaat Duitschland thans naar toe: Naar Oostenrijk, Memel? Churchill herinnerde er aan, dat Engeland Frank rijk heeft gevraagd het te volgen in de politiek der sancties tegenover Italië, zulks ondanks de Fransch-Italiaansche vriendschap, welke van vitaal belang is voor de verdediging en de veiligheid van iederen Franschen haard. Churchill prijst zich gelukkig, dat de regeering zich ten slotte bewust is van het gevaar der Duit sche herbewapening. „Alle staten, welke gealarmeerd zijn door de ontwikkeling der bewapening van het Duitsche Rijk zouden zich moeten vereenigen door pacten van bijstand, welke door den Volkenbond zou den moeten worden goedgekeurd. Een om singeling van Duitschland voor een oorlog zou onduldbaar zijn, defensieve omsinge ling voor den vrede zou wel eens onver mijdelijk kunnen zijn". Na Churchill sprak majoor Attlee na mens de Labour-oppositie, die uitdrukking gaf aan zijn bezorgdheid over de bespre kingen der generale staven van Frankrijk, Engeland en België. Ten slotte sprak Neville Chamber lain namens de regeering. Hij ver klaarde. dat het Lagerhuis zich thans duidelijker bewust is, dat de bezorgd heid. welke in de landen, welke aan den Rijn grenzen, wordt veroorzaakt door de Duitsche schending van het verdrag van Locarno. De vrede in Europa is ondeelbaar en onder het re gime van den Volkenbor» hebber, wij evenveel belang bij zijn handhaving in het Oosten als in het Westen. On danks het feit, dat vele malen een be roep op het Rijk is gedaan, heeft het geen enkele bijdrage geleverd aan het werk, dat wij ons voor oogen stelden. Het onderhoud tusschen Baldwin en Von Ribbentrop. De bijzonderheden over het onderhoud tusschen Baldwin en von Ribbentrop wor den geheim gehouden. In Duitsche krin gen zegt men. dat het gesprek een harte lijk karakter droeg. Men ontkent officieel, dat Baldwin, von Ribbentrop een bood schap voor Hitier heeft gegeven. Zonder twijfel, zoo verklaart men, heeft Baldwin sterk het beroep van Eden, dat de Duit sche tegenvoorstellen eenige suggesties zouden bevatten, die een toenadering tus schen Frankrijk en Duitschland mogelijk Dc Italianen trekken op langs de grens van den Soedan. De Italiaansche colonnes trekken lang zaam voort langs de grens van Egyptisch Soedan, in de richting van Gondar (God- zjam). De luchtmacht vergemakkelijkt den opmarsch door krachtig alle Abessijnsche formaties, welke worden opgemerkt, te bombardeeren. Ook in Ogaden worden de bombarde menten voortgezet. In Abessijnsche kringen te Addis Abeba zijn berichten ontvangen, waarin melding werd gemaakt van een Italiaanschen op marsch op groote schaal in de richting van Sasa Baneh. Er is evenwel nog geen enkel officieel bericht, ontvangen, dat be vestigt. dat deze stad door de Italianen zou zijn genomen. De correspondent van Reuter-A.N.P. te Addis Abeba seint, dat verscheidene Ita liaansche vliegtuigen boven Harrar ver kenningsvluchten hebben gemaakt. Het bericht van de nadering der vliegtuigen werd ter kennis van de bewoners der stad gebracht, die in alle richtingen vluchtten. Italiaansche vliegtuigen hebben ook nog verkenningen verricht boven Boerkot, dat bij Harrar is gelegen, terwijl, naar men ten slotte nog verneemt, Italiaansche vliegtuigen Fiyambaro hebben gebombar deerd, dat tusschen Harrar en Dzjidzjiga is gelegen. Bij deze gelegenheid zijn zes personen gedood en een aantal anderen gewond. De Abessijnen verwachten, dat Harrar opnieuw zal worden gebombardeerd. De bewoners, die te Dzjidzjiga zijn ge bleven, zijn in voortdurenden „alarmtoe stand". Zij zouden ieder oogenblik de stad kunnen verlaten, zooals zij deze week reeds vier malen hebben moeten doen. Het enthousiasme der Abessijnsche vrou wen voor de vervaardiging van gasmaskers neemt nog voortdurend toe. Zelfs hebben schoolmeisjes den wensch te kennen ge geven aan deze taak medewerking te mo gen verleenen. De gasmaskers zijn gepro beerd in een met gifgassen gevuld vertrek en hoewel de maskers van een primitief soort zijn, hebben de proeven toch hun doelmatigheid aangetoond. Het vertrek van de Prinses van Piemont. De Prinses van Piemont is gisteravond om zeven uur van Napels naar Oost-Afrika vertrokken aan boord van het hospitaal schip Cesarea. Zij werd naar de haven be geleid door de Koningin, den Prins van Piemont en de hertogin van Aosta, de moeder van de algemeene inspectrice der vrijwillige ziekenverplegingen, benevens door tal van hooggeplaatste autoriteiten. De Prinses zal te Massaoea aan land gaan. Vervolgens gaat zij naar Asmara waar zij eenige dagen zal blijven om dan de ambulance te bezoeken aan het Noor delijk front. Daarna zal zij te Massaoea scheep gaan naar Mogadiscio om het Zuidelijk front te bezoeken. Enkele cijfers. Generaal Baistrocchi, de ondersecretaris van oorlog, heeft in een uiteenzetting be treffende debegl'fótjng van zijn ministe rie o.m. gezegde „enkele gegevens zullen voldoende zijn, om een idee te geven van de door het Italiaansche leger in Óost- Afrika tot stand gebrachte inspanningen. Tot op dit oogenblik is er twee millioen ton oorlogsmateriaal verplaatst, waarvan een millioen in Napels ingescheept werd, waarheen het eerst was gebracht in 7500 treinen met tezamen 55.000 wagons. Het transport van troepen en materiaal naar Oost-Afrika werd ten uitvoer gelegd in 470 scheepsreizen. Alleen in de maand September heeft men naar Eritrea drie divisies gebracht en eveneens drie naar Libye, d. w. z. een vervoer van ruim hon derdduizend man met 260 kanonnen. 6660 muilezels en 2300 auto's. In totaal bestaat het verzonden oorlogs materiaal uit 450.000 geweren, 11.500 mi trailleurs, 800 kanonnen. 300 tanks, 80.000 viervoeters, 13.500 vrachtauto's, 100.000 K M. telefoondraad, 1800 draadlooze sta tions. Door onwetendheid of kwade trouw is in het buitenland de dwaling verspreid, dat deze enorme inspanning de macht van het Italiaansche leger zou hebben verzwakt. Integendeel kan men constateeren, dat de oorlog en de sancties van het Italiaansche volk een blok hebben gevormd rondom Mussolini en zijn vindingrijkheid hebben gescherpt ten gunste van een oplossing der zeer belangrijke problemen der pro ductie. terwijl aan den anderen kant in geenerlei opzicht de militaire macht werd aangetast. In het moederland beschikt Italië over 1.250.000 volkomen geoefende mannen, van kader voorzien en gereed voor alle even tualiteiten. Hieraan moeten nog de zwart- hemden toegevoegd worden van de fascisti sche militie. Ondanks de inspanning dus. die Italië zich reeds getroost heeft, is het land meer dan ooit in staat, zijn belangen van groote mogendheid te verdedigen. zullen maken, alvorens men met de on derhandelingen over de voorstellen van Hitier zal kunnen beginnen, gesteund. Vermoedelijk zal von Ribbentrop mor gen naar Berlijn terugkeeren. Von Ribbentrop vraagt opheldering. Naar vernomen wordt zou von Ribben trop verzocht hebben heden door minister Eden te worden ontvangen, teneinde eeni ge nadere opheldering te verkrijgen aan gaande Eden's rede in het Lagerhuis. De indruk van Eden's rede in Frankrijk. De door Eden in het Lagerhuis uitge sproken rede heeft een zeer bemoedigen den indruk gemaakt. Vooral voor het feit, dat nog eens bevestigd werd dat Groot- Brittannië garant van het Verdrag van Locarno is, alsmede voor Eden's woorden, niet de eerste minister van Buitenlandsche Zaken in Engeland te willen zijn, die op een verdrag terugkomt, betoonde men zich zeer gevoelig. Het essentieele punt uit Eden's rede was schijnbaar de constateering, dat Duitsch land geen constructieve bijdrage heeft ge leverd. die noodzakelijk was voor het aan gaan van de onderhandelingen. Daar Eden verder verklaard heeft vernomen te hebben, dat het Duitschland niet mogelijk was de verzekering te geven, dat de vroe gere gedemilitariseerde zone niet versterkt zou worden, meent men, dat deze verze kering misschien de constructieve bijdrage zou kunnen vormen, waarop Eden doelde. Nu eet hij weer alles met smaak. Een ellendig gevoel, wanneer gij onder het eten reeds weet, dat gij straks weer last zult hebben van die branderige pijnen in maag en slokdarm, die zure oprispingen en dat benauwende gevoel van opge blazenheid. Maar een vreugde te weten, dat er een zoo uiterst eenvoudig en prettig te nemen middel is dat deze klachten radicaal zal voorkomen. Digestif Rennie Pastilles bestrijden het overtollig maagzuur langs chemischen en physicalischen weg. Zij redu- ceeren het door de hydroxyden en carbonaten, die zij bevatten en bestrijden het tevens door het aan de colloïdale kaolin te binden, dat in deze pastilles voorkomt. Verdere bestanddeelen der Digestif Rennie Pastilles zijn o.a, pancreatine en pepsine, die de spijsvertering sterk bevorderen. Digestif Rennie Pastilles zijn zeer smakelijk en daardoor prettig te nemen - geen poeder - geen glas water. Al wat men heeft te doen is na den maaltijd één of twee dezer pastilles langzaam op de tong te laten smelten. Iedere pastille is op zichzelf verpakt, zoodat ge ze gemakkelijk bij U kunt steken. Digestif Rennie Pastilles zijn verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten f 0.35 per pakje en f 1.05 per groot pak, omzetbelasting inbegrepen* Imp. Rowntree Handels Mij., Hcerengr. 209, A'dam. 1036 (Ingez. Med.) ui. Verleden jaar, ongeveer in Maart hield de toenmalige minister van oorlog, gene raal Hayashi een toespraak tot een aantal generaals en hoofdofficieren. Hij sprak over dienstzaken, doch plotseling stond een kolonel op, die juist uit Duitschland, waar hij militair attaché geweest was. terug was gekomen en viel den minister in de rede. .,Wat praten jullie hier over militaire dingen", zoo zeide hij „praat liever niet, maar handel en doe wat voor de arme boeren die verrekken van den honger". Hij werd onmiddellijk daarop geschorst, doch iedereen wist, dat een groot gedeelte van het officierscorps met hem sympathi seerde. De officieren komen immers voor het grootste gedeelte uit den boerenstand voort. Hen moet het lot van hun verwanten aan het hart gaan en dat lot is heel tra gisch. Practisch leven de boeren van den verkoop hunner dochters aan de bordeelen ir, de steden. Duizenden meisjes worden er jaarlijks volgens de officieele statistie ken verkwanseld. Het leger leest veel. of het alles begrijpt is een andere zaak Men is anti-marxis tisch. doch voor het vaak slecht begrepen fascisme voelt men heel veel. Het eigen verleden met de autarkie der Tokugawa's ligt immers nog maar zoo kort terug. Men droomt weer van Shogoens als waagt nog niemand het woord hardop uit te spreken. De weelde en rijkdom die de Mitsui en andere groote koopliedengeslachten ten toon spreiden, is het soberlevend officiers corps een doorn in het oog. Daarom is men anti-kapitalistisch, gelijk men ook van het parlementarisme niets wil weten. Dat men bij al dat gepolitiseer volkomen negatief is. dat niemand zich een juist denkbeeld weet te vormen van den idealen toekomststaat, doet er in dit verband niets toe. Men wil verandering koste wat het koste. De tegenstand van de bankiers en fi nanciers tegen de tot het ondragelijke toe opgevoerde lasten voor oorlog en marine, is allen een doorn in het oog, daarom was ook de oude minister van financiën Taka- hashi een der meest gehate mannen in het leger. Dat een leger, wil het niet aan gevechtskracht inboeten, zich niet met politiek moet inlaten, wordt in Japan niet begrepen Toevallig ontmoette ik den bovenge- noemden hoofdofficier nog niet zoo heel lang geleden op een diner. Hij gaf toen ten beste, dat de Spanjaarden geen goede sol daten waren, omdat ze te veel aan politiek deden. Ik vroeg hem toen: en de Japan- sche officieren dan? Hij keek me toen verbaasd aan en meende, dat men in Ja pan als officier niet aan politiek deed. Men beschouwt de actie der officieren als een zuivering, dat is in hun oogen geen politiek. Weinig dacht ik toen. dat men het Spaansche voorbeeld tot In het pronun- ciamento zou navolgen. Kort na de boven geschetste scène be sloot generaal Hayashi aan het gepoliti seer een einde te maken. Vermoedelijk heeft de zeer bekwame generaal Nagata daarbij een hand in het spel gehad. Hoe het ook zij, men zette een zuiveringsactie op touw en als eerste slachtoffer moest de inspecteur van het Militair Onderwijs, generaal Mazaki. het veld ruimen. Hij werd van zijn functie ontheven, natuurlijk op de meest eervolle wijze, en benoemd tot lid van den Hoogen Militairen Raad des Keizers, waarin hij naast zijn vriend en medestander Araki plaats nam Generaal Watanabe volgde hem als inspecteur op. Dat was in Juli 1935, een maand later werd generaal Nagata op zijn bureau in het ministerie door den luitenant kolonel Aizawa vermoord. Generaal Hayashi moest daarop zijn ambt neerleggen, want hij had volgens Ja- pansche opvattingen zijn gezicht verloren. Generaal Mazaki verklaarde echter in een interview, dat de vermoorde zijn lot meer dan verdiend had. Dat interview was een verkapte bedreiging. Aizawa kwam nu eenige weken geleden voor zijn rechters. Het werd een farce. Dag in dag uit trokken de verdedigers, een overste en een advocaat op de meest bru tale wijze tegen de regeering van leer. Het kabinet werd openlijk van corruptie be schuldigd. al de raadslieden van den keizer werden aan kruisverhooren onderworpen. Men deed alles om te bewijzen, dat de moordenaar niets dan zijn plicht gedaan, door een medewerker van dergelijke lieden uit den weg te ruimen. Dagelijks brachten de kranten kolom men met aantijgingen van de verdedigers tegen het bestaande stelsel, tegen de re gcering. tegen de naaste omgeving des keizers. Een tweetal weken geleden besloot de regeering het derde regiment naar Man- choekwo te zenden. Het zou op 27 Febr. moeten vertrekken. Dinsdag 25 Februari, vraagt een der rechters in het proces tegen overste Aiza wa. aan generaal Mazaki. die als getuige voorgeroepen was. of hij iets weet van het dagboek van den moordenaar, waar in vermeld staat, dat hij. Mazaki van het plan op de hoogte was. De generaal staat woedend op en verlaat de gerechtszaal. Den volgenden morgen rukken de com pagnieën van 't derde regiment uit en beginnen hun Putsch. Niemand in Japan, die er niet van overuigd is dat generaal Mazaki de hand in het spel gehad heeft. Wie het niet wil gelooven, leze maar eens wat hij bij den dood van Nagata gezegd heeft. De heele zaak was per slot van re kening van een uiterst onbeholpen, men zou haast zeggen, naieven opzet. Zoo ma ken generaals die niets van politiek begrij pen, revoluties. Zoo deed Ludenhoff het met zijn vriend Kapp in 1921. Men vergat ditmaal de radio te be zetten. Niets bleek voorbereid, alleen de moorden, waren van te voren gerepeteerd. Zoo moest het misloopen, maar wie zal zeggen, dat de overgave der rebellen geen reculer pour mieux sauter is. Het officierscorps is niet met een slag anti-fascistisch en proliberaal geworden Komt. er een eerste minister, die de mi litaire leidei-s niet aanstaat, dan zal zich het drama binnenkort herhalen Met maatregelen van bovenaf is deze kwestie niet op te lossen, daarvoor is het vraagstuk te ingewikkeld en heeft het te veel aspecten. De zaak is dan ook lang nog niet afgedaan. J. FABIUS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9