DIGESTIF R
Het Engelsche Lagerhuis over
de buitenlandsche politiek.
De militaire opstand te Tokio
77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 27 Maart 1936
Derde Blad
No. 23315
Eden opent, Neville Chamberlain sluit het debat.
DE OORLOG IN ABESSYNIE.
De angst voor branderige
oprispingen benam hem
pijn en zure
den eetlust.
PASTILLES
Een Dagboek van een revolutie.
——O
Eden spreekt.
Gistermiddag heeft Eden in het Engel
sche Lagerhuis de debatten over de bui
tenlandsche politiek geopend met een rede,
waarin hij begon met het Huis, de pers en
ihet publiek te danken voor de terughou
dendheid, welke zij hebben getoond ge
durende de zeer verontrustende interna
tionale periode. Deze terughoudendheid,
was des te opmerkelijker nu zij vrijwillig
in acht werd genomen. Indien een gelijke
vrijheid van pers en woord en gelijk on
derscheid tusschen vrijheid en gebonden
heid overal elders in Europa in acht werd
genomen, dan zouden we misschien thans
niet geplaatst zijn voor de problemen,
welke ons thans ongelukkigerwijs bele
geren.
Eden zette vervolgens den oorsprong
van de gedemilitariseerde zone uiteen. Hij
verklaarde minder te spreken voor de
landen van over zee, dan voof het bin
nenland. Ten aanzien van Locamo
zeide hij:
„Ik wil hier in het Huis in alle open
hartigheid verklaren, dat ik niet de
eerste Britsche minister van buiten
landsche zaken wil zijn, die op een
Britsche onderteckening terugkomt".
De gedemilitariseerde zone was een
voorstel van Duitschland in de onderhan
delingen, welke leidden tot de onderteeke-
ning van het Locarno-verdrag. Veel is
gehoord over het „dictaat van Versailles",
doch nooit is gehoord over het „diktaat
van Locairno". Eden verwondert zich er
over, dat Duitschland het Haagsch Ge
rechtshof niet competent achtte te oor-
deelen over het Fransch-Russisch pact en
is verder van oordeel, dat Duitschland in
ieder geval dit verdrag zou kunnen voor
leggen aan de Permanente Conciliatie-
commissie. welke is voorzien in het
Fransch-Duitsch arbitrage-verdrag. Ver
der toont Eden aan, dat in ieder geval
Duitschland de positie van België over het
hoofd heeft gezien, België heeft geen
verdrag met Sovjet-Rusland gesloten.
„Wij zijn garanten van het Verdrag",
zoo zeide Eden verder, „en als zoo
danig hebben wij nauwkeurig om
schreven verplichtingen".
Verder verklaarde Eden: „Indien
een internationale troepenmacht een
moeilijkheid vormt, en Duitschland
andere constructieve voorstellen heeft,
dan zijn wij bereid te trachten op
deze basis een accoord tot stand te
brengen, zonder constructieve mede
werking van Duitschland is dit even
wel zoo goed als onmogelijk.
Eden zegt vervolgens, dat Frankrijk en
België eerst eischten, dat de Duitsche
troepen zouden worden teruggetrokken
uit het Rijnland en dreigden met sancties.
Hij wijst dan op de constructieve taak van
Engeland om de internationale wet te doen
zegevieren.
Ten aanzien van de voorstellen van de
Locarno-mogendheden zeide Eden:
.De voorstellen zijn alléén voorstellen,
zij zijn geen ultimatum".
Ten aanzien van paragraaf 3 van het
Witboek verklaart Eden:
De verplichtingen zijn streng be
perkt en nauwkeurig omschreven. De
besprekingen van de generale staven
worden gevoerd in het kader van de
verplichtingen van Locarno en hebben
een zuiver technisch karakter. Zij
zullen in niets onze politieke verplich
tingen vermeerderen."
Een groot onderscheid moet worden ge
maakt tusschen de besprekingen van de
generale staven van voor 1914 en de
huidige besprekingen. Het is voor Engeland
van groot belang, dat de integriteit van
Frankrijk en België wordt beschermd en
dat geen vijandelijke legers over de gren
zen dringen. De politiek van Engeland
wordt gedicteerd door het Verdrag van
Locamo en het lidmaatschap van den
Volkenbond.
Ten aanzien van de verdragen van
wederkeerigen bijstand, voorzien in het
Verdrag van Vier, verklaarde Eden, dat
deze open staan voor alle onderteekenaars
van het verdrag van Locamo. ook Duitsch
land. Hij acht het evenwel redelijk, dat
men rekening houdt met de mogelijkheid
van mislukken, zoodat men de belangheb
benden niet onbeschermd mag laten. Eden
hoopt, dat werkelijke bijstand niet noodig
zal zijn en hij is ervan overtuigt, dat dit
te minder noodzakelijk zal zijn, als Enge
land onomwonden zijn houding uiteenzet.
„Indien een van de buurstaten van
Engeland in een twist geraakt, waarbij
wij niet betrokken zijn, heeft Engeland
geen verplichtingen. Wij zijn trouw
aan onze verplichtingen, doch willen
hierbij geen nieuwe voegen, tenzij op
het gebied, dat reeds is gedekt door
Locarno."
Eden verklaart verder geen verplichtin
gen, vervat in het Witboek, te betreuren.
Dit. is opgesteld in een tijd, zoo ernstig als
sedert den wereldoorlog niet is gezien.
„Dldien de Duitsche regeering zou
toestemmen in het niet versterken van
de Rijnzóne, dan zou dit voor ons een
aansporing zijn de pogingen voort te
zetten, doch wij vernamen dat de
Duitsche regcering zelfs deze verplich
ting niet op zich wil nemen."
Eden vestigt er vervolgens de aandacht
op, dat de gedemilitariseerde zóne een
latent gevaar in zich bergt. Hij besluit
zijn rede met een oproep tot het volk om
ten aanzien van de huidige problemen de
partij-geschillen te laten rusten.
In zijn rede zeide Eden nog:
„Ik zou tot Frankrijk willen zeggen:
wij kunnen geen vrede verzekeren, in
dien de Fransche regeering niet bereid
is met een open geest te naderen tot
de problemen, welke Frankrijk nog
van Duitschland scheiden. En tot
Duitschland zou ik willen zeggen: hoe
kunnen wij hopen met succes onder
handelingen te openen, indien gij niet
bereid zijt iets te doen om de angst
in Europa te verminderen, welke gij
hebt geschapen.?"
Toen Eden opstond om zijn rede te hou
den, was de zittingszaal van het Lagerhuis
meer dan vol. Op de tribune bemerkte
men verschillende ambassadeurs en ge
zanten.
Voor de rede was het Huis eenigszins
zenuwachtig, doch de rede werkte gerust
stellend.
Het debat.
Na de rede van Eden nam de Labour-
afgevaardigde Hugh Dalton het woord en
zette de oppositie van zijn partij tegen
verscheidene punten van het Witboek uit
een. Hij verwierp 'n internationale macht
in de neutrale zone en de besprekingen
van de generale staven. Dit wekte den
indruk, dat Engeland, ver van Genève,
manoeuvreert naar een Fransch-Britsche
alliantie. Een dergelijke alliantie zou de
Labour nooit goedkeuren. Zij zal daaren
tegen een organisatie van collectieve vei
ligheid door den Volkenbond steunen. In
dien Duitschland weigert aan een derge
lijke organisatie mee te werken, dan moe
ten de anderen dit doen zonder Duitsch
land.
De liberaal Archibald Sinclair zeide.dat
Duitschland thans het juk heeft afge
schud, waarvan Engeland het reeds lang
had moeten verlossen. Spreker erkende
evenwel, dat de voorstellen van Hitier zoo
als deze thans zijn, niet kunnen worden
aanvaard. Ook Sinclair is verontrust dooi
de besprekingen van de generale staven.
Na Sinclair sprak afgevaardigde Harold
Nicolson (Nat. Labour), die de regeering
vroeg een duidelijke houding aan te ne
men. Wij moeten direct een nauwkeurig
omlijnd accoord met Frankrijk sluiten,
waarbij moet worden overeengekomen, dat
onze hulpverleening slechts op het Wes
ten betrekking kan hebben, aldus spr.
Lloyd George, die vervolgens aan het
woord kwam, verklaarde zich tegen een
militaire conventie. Hij vroeg of maat
regelen tot bijstand toegepast zouden wor
den in geval van een niet-geprovoceerden
aanval of in 't eenvoudige geval van een
mislukking der onderhandelingen.
Austen Chamberlain bracht hulde aan
Eden en critiseerde vervolgens de door
Lloyd George uitgesproken redevoering
Spr. herinnert er aan. dat Lpcarno door
Duitschland vrijelijk werd aanvaard. De
schending van Locarno is niet een een
voudig Fransch-Duitsch geschil, omdat
ook België, Italië en Engeland verdrag
sluitende partijen zijn geweest. Baldwin
heeft indertijd verklaard, dat onze grens
aan den Rijn ligt. Deze uitlating vat vijf
eeuwen van onze geschiedenis samen.
Cahmberlain zeide, dat Hitier dikwijls
geruststellende woorden spreekt, maar dat
geruststellende daden uitblijven. Ten aan
zien van het aanbod van Hitier 25 jaar
vrede te garandeeren zeide Chamberlain:
zelfs om dit twijfelachtig voordeel te ver
krijgen, zou Groot Brittannië nieuwe con
cessies moeten doen en zou het koloniale
vraagstuk binnenkort aan de orde worden
gesteld. Duitschland is het terrein van
rasvervolgingen en op de Duitsche scholen
wordt de oorlog verheerlijkt. De Duitsche
methoden herinneren te zeer aan die van
1914 dan dat Groot Brittannië niet zou
moeten vreezen. dat zij tot een nieuwen
oorlog zullen leiden.
Chamberlain werd door de leden van
het Huis luide toegejuicht.
Winston Churchill sprak o.m. het vol
gende: Waar gaat Duitschland thans naar
toe: Naar Oostenrijk, Memel? Churchill
herinnerde er aan, dat Engeland Frank
rijk heeft gevraagd het te volgen in de
politiek der sancties tegenover Italië,
zulks ondanks de Fransch-Italiaansche
vriendschap, welke van vitaal belang is
voor de verdediging en de veiligheid van
iederen Franschen haard. Churchill prijst
zich gelukkig, dat de regeering zich ten
slotte bewust is van het gevaar der Duit
sche herbewapening. „Alle staten, welke
gealarmeerd zijn door de ontwikkeling der
bewapening van het Duitsche Rijk zouden
zich moeten vereenigen door pacten van
bijstand, welke door den Volkenbond zou
den moeten worden goedgekeurd. Een om
singeling van Duitschland voor een oorlog
zou onduldbaar zijn, defensieve omsinge
ling voor den vrede zou wel eens onver
mijdelijk kunnen zijn".
Na Churchill sprak majoor Attlee na
mens de Labour-oppositie, die uitdrukking
gaf aan zijn bezorgdheid over de bespre
kingen der generale staven van Frankrijk,
Engeland en België.
Ten slotte sprak Neville Chamber
lain namens de regeering. Hij ver
klaarde. dat het Lagerhuis zich thans
duidelijker bewust is, dat de bezorgd
heid. welke in de landen, welke aan
den Rijn grenzen, wordt veroorzaakt
door de Duitsche schending van het
verdrag van Locarno. De vrede in
Europa is ondeelbaar en onder het re
gime van den Volkenbor» hebber, wij
evenveel belang bij zijn handhaving
in het Oosten als in het Westen. On
danks het feit, dat vele malen een be
roep op het Rijk is gedaan, heeft het
geen enkele bijdrage geleverd aan het
werk, dat wij ons voor oogen stelden.
Het onderhoud tusschen Baldwin
en Von Ribbentrop.
De bijzonderheden over het onderhoud
tusschen Baldwin en von Ribbentrop wor
den geheim gehouden. In Duitsche krin
gen zegt men. dat het gesprek een harte
lijk karakter droeg. Men ontkent officieel,
dat Baldwin, von Ribbentrop een bood
schap voor Hitier heeft gegeven. Zonder
twijfel, zoo verklaart men, heeft Baldwin
sterk het beroep van Eden, dat de Duit
sche tegenvoorstellen eenige suggesties
zouden bevatten, die een toenadering tus
schen Frankrijk en Duitschland mogelijk
Dc Italianen trekken op langs de
grens van den Soedan.
De Italiaansche colonnes trekken lang
zaam voort langs de grens van Egyptisch
Soedan, in de richting van Gondar (God-
zjam). De luchtmacht vergemakkelijkt den
opmarsch door krachtig alle Abessijnsche
formaties, welke worden opgemerkt, te
bombardeeren.
Ook in Ogaden worden de bombarde
menten voortgezet.
In Abessijnsche kringen te Addis Abeba
zijn berichten ontvangen, waarin melding
werd gemaakt van een Italiaanschen op
marsch op groote schaal in de richting
van Sasa Baneh. Er is evenwel nog geen
enkel officieel bericht, ontvangen, dat be
vestigt. dat deze stad door de Italianen
zou zijn genomen.
De correspondent van Reuter-A.N.P. te
Addis Abeba seint, dat verscheidene Ita
liaansche vliegtuigen boven Harrar ver
kenningsvluchten hebben gemaakt. Het
bericht van de nadering der vliegtuigen
werd ter kennis van de bewoners der stad
gebracht, die in alle richtingen vluchtten.
Italiaansche vliegtuigen hebben ook nog
verkenningen verricht boven Boerkot, dat
bij Harrar is gelegen, terwijl, naar men
ten slotte nog verneemt, Italiaansche
vliegtuigen Fiyambaro hebben gebombar
deerd, dat tusschen Harrar en Dzjidzjiga
is gelegen. Bij deze gelegenheid zijn zes
personen gedood en een aantal anderen
gewond. De Abessijnen verwachten, dat
Harrar opnieuw zal worden gebombardeerd.
De bewoners, die te Dzjidzjiga zijn ge
bleven, zijn in voortdurenden „alarmtoe
stand". Zij zouden ieder oogenblik de stad
kunnen verlaten, zooals zij deze week reeds
vier malen hebben moeten doen.
Het enthousiasme der Abessijnsche vrou
wen voor de vervaardiging van gasmaskers
neemt nog voortdurend toe. Zelfs hebben
schoolmeisjes den wensch te kennen ge
geven aan deze taak medewerking te mo
gen verleenen. De gasmaskers zijn gepro
beerd in een met gifgassen gevuld vertrek
en hoewel de maskers van een primitief
soort zijn, hebben de proeven toch hun
doelmatigheid aangetoond.
Het vertrek van de Prinses van
Piemont.
De Prinses van Piemont is gisteravond
om zeven uur van Napels naar Oost-Afrika
vertrokken aan boord van het hospitaal
schip Cesarea. Zij werd naar de haven be
geleid door de Koningin, den Prins van
Piemont en de hertogin van Aosta, de
moeder van de algemeene inspectrice der
vrijwillige ziekenverplegingen, benevens
door tal van hooggeplaatste autoriteiten.
De Prinses zal te Massaoea aan land
gaan. Vervolgens gaat zij naar Asmara
waar zij eenige dagen zal blijven om dan
de ambulance te bezoeken aan het Noor
delijk front. Daarna zal zij te Massaoea
scheep gaan naar Mogadiscio om het
Zuidelijk front te bezoeken.
Enkele cijfers.
Generaal Baistrocchi, de ondersecretaris
van oorlog, heeft in een uiteenzetting be
treffende debegl'fótjng van zijn ministe
rie o.m. gezegde „enkele gegevens zullen
voldoende zijn, om een idee te geven van
de door het Italiaansche leger in Óost-
Afrika tot stand gebrachte inspanningen.
Tot op dit oogenblik is er twee millioen
ton oorlogsmateriaal verplaatst, waarvan
een millioen in Napels ingescheept werd,
waarheen het eerst was gebracht in 7500
treinen met tezamen 55.000 wagons.
Het transport van troepen en materiaal
naar Oost-Afrika werd ten uitvoer gelegd
in 470 scheepsreizen. Alleen in de maand
September heeft men naar Eritrea drie
divisies gebracht en eveneens drie naar
Libye, d. w. z. een vervoer van ruim hon
derdduizend man met 260 kanonnen. 6660
muilezels en 2300 auto's.
In totaal bestaat het verzonden oorlogs
materiaal uit 450.000 geweren, 11.500 mi
trailleurs, 800 kanonnen. 300 tanks, 80.000
viervoeters, 13.500 vrachtauto's, 100.000
K M. telefoondraad, 1800 draadlooze sta
tions.
Door onwetendheid of kwade trouw is
in het buitenland de dwaling verspreid, dat
deze enorme inspanning de macht van het
Italiaansche leger zou hebben verzwakt.
Integendeel kan men constateeren, dat de
oorlog en de sancties van het Italiaansche
volk een blok hebben gevormd rondom
Mussolini en zijn vindingrijkheid hebben
gescherpt ten gunste van een oplossing
der zeer belangrijke problemen der pro
ductie. terwijl aan den anderen kant in
geenerlei opzicht de militaire macht werd
aangetast.
In het moederland beschikt Italië over
1.250.000 volkomen geoefende mannen, van
kader voorzien en gereed voor alle even
tualiteiten. Hieraan moeten nog de zwart-
hemden toegevoegd worden van de fascisti
sche militie.
Ondanks de inspanning dus. die Italië
zich reeds getroost heeft, is het land meer
dan ooit in staat, zijn belangen van groote
mogendheid te verdedigen.
zullen maken, alvorens men met de on
derhandelingen over de voorstellen van
Hitier zal kunnen beginnen, gesteund.
Vermoedelijk zal von Ribbentrop mor
gen naar Berlijn terugkeeren.
Von Ribbentrop vraagt opheldering.
Naar vernomen wordt zou von Ribben
trop verzocht hebben heden door minister
Eden te worden ontvangen, teneinde eeni
ge nadere opheldering te verkrijgen aan
gaande Eden's rede in het Lagerhuis.
De indruk van Eden's rede in
Frankrijk.
De door Eden in het Lagerhuis uitge
sproken rede heeft een zeer bemoedigen
den indruk gemaakt. Vooral voor het feit,
dat nog eens bevestigd werd dat Groot-
Brittannië garant van het Verdrag van
Locarno is, alsmede voor Eden's woorden,
niet de eerste minister van Buitenlandsche
Zaken in Engeland te willen zijn, die op
een verdrag terugkomt, betoonde men
zich zeer gevoelig.
Het essentieele punt uit Eden's rede was
schijnbaar de constateering, dat Duitsch
land geen constructieve bijdrage heeft ge
leverd. die noodzakelijk was voor het aan
gaan van de onderhandelingen. Daar
Eden verder verklaard heeft vernomen te
hebben, dat het Duitschland niet mogelijk
was de verzekering te geven, dat de vroe
gere gedemilitariseerde zone niet versterkt
zou worden, meent men, dat deze verze
kering misschien de constructieve bijdrage
zou kunnen vormen, waarop Eden doelde.
Nu eet hij weer alles met smaak.
Een ellendig gevoel, wanneer gij onder het eten
reeds weet, dat gij straks weer last zult hebben van
die branderige pijnen in maag en slokdarm, die zure
oprispingen en dat benauwende gevoel van opge
blazenheid. Maar een vreugde te weten, dat er een
zoo uiterst eenvoudig en prettig te nemen middel
is dat deze klachten radicaal zal voorkomen. Digestif
Rennie Pastilles bestrijden het overtollig maagzuur
langs chemischen en physicalischen weg. Zij redu-
ceeren het door de hydroxyden en carbonaten, die
zij bevatten en bestrijden het tevens door het aan
de colloïdale kaolin te binden, dat in deze pastilles
voorkomt. Verdere bestanddeelen der Digestif Rennie
Pastilles zijn o.a, pancreatine en pepsine, die de
spijsvertering sterk bevorderen.
Digestif Rennie Pastilles zijn zeer smakelijk en
daardoor prettig te nemen - geen poeder - geen
glas water. Al wat men heeft te doen is na den
maaltijd één of twee dezer pastilles langzaam op de
tong te laten smelten. Iedere pastille is op zichzelf
verpakt, zoodat ge ze gemakkelijk bij U kunt steken.
Digestif Rennie Pastilles zijn verkrijgbaar bij alle
apothekers en erkende drogisten f 0.35 per pakje
en f 1.05 per groot pak, omzetbelasting inbegrepen*
Imp. Rowntree Handels Mij., Hcerengr. 209, A'dam.
1036
(Ingez. Med.)
ui.
Verleden jaar, ongeveer in Maart hield
de toenmalige minister van oorlog, gene
raal Hayashi een toespraak tot een aantal
generaals en hoofdofficieren. Hij sprak
over dienstzaken, doch plotseling stond een
kolonel op, die juist uit Duitschland, waar
hij militair attaché geweest was. terug
was gekomen en viel den minister in de
rede.
.,Wat praten jullie hier over militaire
dingen", zoo zeide hij „praat liever niet,
maar handel en doe wat voor de arme
boeren die verrekken van den honger".
Hij werd onmiddellijk daarop geschorst,
doch iedereen wist, dat een groot gedeelte
van het officierscorps met hem sympathi
seerde. De officieren komen immers voor
het grootste gedeelte uit den boerenstand
voort. Hen moet het lot van hun verwanten
aan het hart gaan en dat lot is heel tra
gisch. Practisch leven de boeren van den
verkoop hunner dochters aan de bordeelen
ir, de steden. Duizenden meisjes worden
er jaarlijks volgens de officieele statistie
ken verkwanseld.
Het leger leest veel. of het alles begrijpt
is een andere zaak Men is anti-marxis
tisch. doch voor het vaak slecht begrepen
fascisme voelt men heel veel. Het eigen
verleden met de autarkie der Tokugawa's
ligt immers nog maar zoo kort terug. Men
droomt weer van Shogoens als waagt nog
niemand het woord hardop uit te spreken.
De weelde en rijkdom die de Mitsui en
andere groote koopliedengeslachten ten
toon spreiden, is het soberlevend officiers
corps een doorn in het oog. Daarom is
men anti-kapitalistisch, gelijk men ook
van het parlementarisme niets wil weten.
Dat men bij al dat gepolitiseer volkomen
negatief is. dat niemand zich een juist
denkbeeld weet te vormen van den idealen
toekomststaat, doet er in dit verband niets
toe. Men wil verandering koste wat het
koste.
De tegenstand van de bankiers en fi
nanciers tegen de tot het ondragelijke toe
opgevoerde lasten voor oorlog en marine,
is allen een doorn in het oog, daarom was
ook de oude minister van financiën Taka-
hashi een der meest gehate mannen in
het leger. Dat een leger, wil het niet aan
gevechtskracht inboeten, zich niet met
politiek moet inlaten, wordt in Japan niet
begrepen
Toevallig ontmoette ik den bovenge-
noemden hoofdofficier nog niet zoo heel
lang geleden op een diner. Hij gaf toen ten
beste, dat de Spanjaarden geen goede sol
daten waren, omdat ze te veel aan politiek
deden. Ik vroeg hem toen: en de Japan-
sche officieren dan? Hij keek me toen
verbaasd aan en meende, dat men in Ja
pan als officier niet aan politiek deed.
Men beschouwt de actie der officieren
als een zuivering, dat is in hun oogen geen
politiek. Weinig dacht ik toen. dat men het
Spaansche voorbeeld tot In het pronun-
ciamento zou navolgen.
Kort na de boven geschetste scène be
sloot generaal Hayashi aan het gepoliti
seer een einde te maken. Vermoedelijk
heeft de zeer bekwame generaal Nagata
daarbij een hand in het spel gehad. Hoe
het ook zij, men zette een zuiveringsactie
op touw en als eerste slachtoffer moest
de inspecteur van het Militair Onderwijs,
generaal Mazaki. het veld ruimen. Hij werd
van zijn functie ontheven, natuurlijk op
de meest eervolle wijze, en benoemd tot
lid van den Hoogen Militairen Raad des
Keizers, waarin hij naast zijn vriend en
medestander Araki plaats nam Generaal
Watanabe volgde hem als inspecteur op.
Dat was in Juli 1935, een maand later
werd generaal Nagata op zijn bureau in
het ministerie door den luitenant kolonel
Aizawa vermoord.
Generaal Hayashi moest daarop zijn
ambt neerleggen, want hij had volgens Ja-
pansche opvattingen zijn gezicht verloren.
Generaal Mazaki verklaarde echter in een
interview, dat de vermoorde zijn lot meer
dan verdiend had. Dat interview was een
verkapte bedreiging.
Aizawa kwam nu eenige weken geleden
voor zijn rechters. Het werd een farce. Dag
in dag uit trokken de verdedigers, een
overste en een advocaat op de meest bru
tale wijze tegen de regeering van leer. Het
kabinet werd openlijk van corruptie be
schuldigd. al de raadslieden van den keizer
werden aan kruisverhooren onderworpen.
Men deed alles om te bewijzen, dat de
moordenaar niets dan zijn plicht gedaan,
door een medewerker van dergelijke lieden
uit den weg te ruimen.
Dagelijks brachten de kranten kolom
men met aantijgingen van de verdedigers
tegen het bestaande stelsel, tegen de re
gcering. tegen de naaste omgeving des
keizers.
Een tweetal weken geleden besloot de
regeering het derde regiment naar Man-
choekwo te zenden. Het zou op 27 Febr.
moeten vertrekken.
Dinsdag 25 Februari, vraagt een der
rechters in het proces tegen overste Aiza
wa. aan generaal Mazaki. die als getuige
voorgeroepen was. of hij iets weet van
het dagboek van den moordenaar, waar
in vermeld staat, dat hij. Mazaki van het
plan op de hoogte was. De generaal staat
woedend op en verlaat de gerechtszaal.
Den volgenden morgen rukken de com
pagnieën van 't derde regiment uit en
beginnen hun Putsch. Niemand in Japan,
die er niet van overuigd is dat generaal
Mazaki de hand in het spel gehad heeft.
Wie het niet wil gelooven, leze maar eens
wat hij bij den dood van Nagata gezegd
heeft. De heele zaak was per slot van re
kening van een uiterst onbeholpen, men
zou haast zeggen, naieven opzet. Zoo ma
ken generaals die niets van politiek begrij
pen, revoluties. Zoo deed Ludenhoff het
met zijn vriend Kapp in 1921.
Men vergat ditmaal de radio te be
zetten. Niets bleek voorbereid, alleen de
moorden, waren van te voren gerepeteerd.
Zoo moest het misloopen, maar wie zal
zeggen, dat de overgave der rebellen geen
reculer pour mieux sauter is.
Het officierscorps is niet met een slag
anti-fascistisch en proliberaal geworden
Komt. er een eerste minister, die de mi
litaire leidei-s niet aanstaat, dan zal zich
het drama binnenkort herhalen
Met maatregelen van bovenaf is deze
kwestie niet op te lossen, daarvoor is het
vraagstuk te ingewikkeld en heeft het te
veel aspecten. De zaak is dan ook lang
nog niet afgedaan.
J. FABIUS.