Prinses Juliana in Amsterdam - Het versieepen van de Atlantique
DIE HOUTEN KLAAS
77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
AuqonkFcmky
Naar het Engelsch
van CHARLOTTE M. YONGE
door J. I. en E. A. H.
22)
„Nu, ik vind, dat je grof-ondankbaar
bent," zei Constance met tranen in de
oogen. „Ze zijn toch zoo goed voor ons,
oom en tante, allebei!"
Och, ze doen, wat ze kunnen, maar, ze
kunnen 't niet! Dat ts de kwestie, anders
zou oom Frank zich toch wel schamen, mij
zoo'n ongelukkig, klein zakgeld te geven?
Het is dus z'n eigen schuld, als ik weer bij
hem moet aankloppen. Hij is er zeker
achter gekomen, dat ik gewed heb op dat
veulen, de Merel. Wat een pech toch
ook!.... Maar geld moet.ik hebben, op
welke manier dan ook!Nu ga ik aller
eerst die Witvleugel met de post verzen
den, om Stanhope te overtuigen en hem
een toontje lager te laten .zingen. En dan
moet ik toch nog oom eens te spreken
krijgen."
„Ik denk niet, dat je dit vanavond luk
ken zal. Hij heeft vreeselijke hoofdpijn en
tante Mary heeft dokter Trotman laten
halen."
„Dat is een leelijk dingJij hebt bij
geval niet wat voor mij te leen, Con?"
„Ik heb vijftien shilling en daar wilde
lkMaar je mag ze gerust hebben,
hoor, Bertie, als je oom dan maar niet
lastig valt."
„Vijftien shilling geeft maar zoo weinig,
meisje-lief! Neen, dank je wel, hoor! Maar
ik moet zien, wat ik bij oom of bij haar
ladyschap kan loskrijgen is het van
daag niet, dan toch morgen. Als ze weten,
dat ik op de race ben geweest, dan is de
zaak al half gewonnen!Maar van die
ongelukkige Witte moeten ze nu niet af
weten. Was die Stanhope toch ook maar
niet zoo gemeen geweest!"
Op dat oogenblik, te onverwacht om
haar nog te kunnen ontloopen, kwam
lady Northmoor, met bleek en bezorgd ge
laat, het pad op en trad op hen toe.
„Oom slaapt nu," begon zij en toen
schrikkend: O, Conny! Die arme Witvleu
gel! Heb je ze gevonden?"
Cohstance liet het hoofdje hangen en
zei niets, maar tante Mary begreep het
ineens
„Herbert, je hebt ze toch zeker bij ver
gissing geschoten? Het zal oom zoo leed
doen!"
Herbert kon het toch niet over zich ver
krijgen er om te liegen en mompelde:
„D'r was er een, die mij niet gelooven
wilde, dus moest ik hem wel overtuigen."
Innig bedroefd keek Mary naar hem en
zei:
„Ik had niet van je gedacht, dat je dit
tegenover je oom had willen doen."
De jongen had er nu oprecht berouw
van en prevelde zoo iets van: „Ik dacht
niet, dat hij er zooveel om gaf!"
Mary schudde het hoofd, in plaats van
te zeggen, dat dit niet waar was, en, daar
hij dit stil verwijt niet dragen kon, wend
de hij zich af met de raaf bij zich en
schopte de steentjes op het pad voort, ter
wijl hij al zijn best deed, om boos in plaats
van verdrietig te zijn. Juist werd Lady
Northmoor geroepen met de waarschu
wing, dat de dokter er was.
Toch was Herbert Morton in zijn hart
beter, dan hij op dat oogenblik leek; zijn
fouten waren hoofdzakelijk het gevolg
daarvan, dat hij het noblesse oblige (adel
verplicht) op een andere wijze opvatte
dan zijn oom. Bovendien zou het beter
zijn geweest voor hem, als zijn gouverneur
een eind van Northmoor had afgewoond,
waardoor hij niet de opmerkingen had ge
hoord van de moeders van de andere leer
lingen over zijn oom en tante, te meer
daar de geaardheid van de jongens zeiven
ook wel wat ruw was. Als hij had gehoord,
wat de vaders zeiden, dan zou hij van die
vernomen hebben, dat lord Northmoor het
algemeen vertrouwen en de hoogachting
genoot. Hij kon nu misschien niet zoo
goed praten en moest zich zoo schijnbaar
dus dikwijls gewonnen geven voor den
luidruchtigen Squire, maar hij schoot
geenszins te kort in zijn taak als land
heer. De bisschop en de voorzitter van de
districtsvergadermgen noodigden hem in
de commissies, niet alleen om zijn hoogen
rang, maar ook om der wille van zijn ijver
voor het werk, dat hieraan verbonden was.
Over het geheel mochten lord en lady
Northmoor dan al niet zoo heel levendig
zijn, niet zulk een groote aanwinst voor
het gezellig verkeer in hun kringen, tóch
kon niemand hen beschuldigen van onop-
gevóedheid of een te kort aan de goede
vormen.
Dit alles kostte lord Northmoor, hetzij
dan meer of minder bewust. een groote
inspanning, omdat hij toch niet geboren
was in dien stand. Het beheer van het
eenigszins verarmde en zwaar met hypo
theken belaste goed. de onmogelijkheid
om jegens zijn pachters zóó te handelen
als een landheer dit volgens zijn nauw
gezetheid van geweten was verplicht; zijn
onvermogen om ook voor de kerk te kun
nen doen wat wenschelijk was en de
voortdurende kwelling, dat zijn schoon
zuster niet kon sparen, dit alles vergde
veel meer van zijn krachten dan zijn
vroeger kantoorwerk en ondanks de
kalme, gelukkige uren, die hij met Mary
doorbracht, en haar liefderijke en kracht
dadige hulp, waar zij kon, leed hij den
laatsten tijd aan zware zenuwhoofdpijnen,
die zijn gestel ondermijnden en die dus
verholpen moésten worden, wilde hij niet
ongeschikt zijn voor eenigen geestelijken
arbeid.
HOOFDSTUK XVI.
Rust en niets dan rust!
„Rust en niets dan rust en warme ba
den, daarin ligt zijn herstel," zeide lady
Northmoor tot Constance, die in de groot
ste spanning op de uitspraak van den
dokter had gewacht. „Frank is overwerkt,
neen kindje, je hoeft je waarlijk niet
ongerust te maken. We moeten enkel zor
gen, dat hij zich in het geheel niet met
zaken bemoeit, gedurende enkele weken."
Constance was nu totaal van streek en
was in tranen uitgebarsten.
„O, wat ben ik blij!" zei ze met innige
sympathie.
„Ze zult je Zaterdagen en Zondagen wel
missen, kindjé," ging tante Mary voort,
„want we zullen naar het buitenland moe
ten gaan. om alle werk voor oom te ont
loopen."
„O, voor mij komt het er niets op aan,
tante, als oom maar weer beter wordt!
Blijft u lang weg?"
„Dat weet ik nog niet. Oom spreekt van
zes weken, maar dokter Smith van drie
maanden. Het moet opwekkende, verster
kende lucht zijn; hoogstwaarschijnlijk zal
het dus Zwitserland worden."
„O, hoe heerlijk! Wat zult u er van ge
nieten
..Het is altijd mijn illusie geweest, maar
eigenaardig, hè, nu diei misschien in ver
vulling gaat, voel ik er mij toch zoo ge
drukt onder."
„O, maar oom zal er vast beter wor
den!"
„Konden wij je maar meenemen, Conny!
Weet je ook, waar Herbert is?"
..Neen, tante. Het spijt mij toch zoo
van Witvleugel! Maar ik geloof nooit, dat
Bertie het gedaan had, als de anderen hem
niet geplaagd hadden."
„Misschien niet; maar het doet mij
leed: dat is waar. En niet alleen ter wille
van die arme Witte, maar ook omdat hij
't over zich heeft kunnen verkrijgen, om
Oom, juist nü, zoo'n verdriet te doen! Mo
gelijk begrijpt hij ook niet. hoe ziek Frank
de heele week is geweest. Ik vrees, dat die
jonge Stanhope geen best gezelschap voor
hem is."
„Neen, dat geloof ik ook. Ik denk, dat
die hem verleidt tot dat wedden en hem
ook wijs maakt, dat het niets geeft, of hij
nu door zijn examen komt of niet, zooda't
Bertie zich in het geheel niet inspant."
Herbert was niet te vinden, ook niet
later, op den tijd van het diner. Het bleek,
dat hij uit den stal had genomen het
paard, dat hij berijden mocht en dat hij
naar Stanhope was gegaan, om dien het
slachtoffer te laten zien en vervolgens
naar den man, die den vogel zou opzetten.
Op de een of andere wijze had 'hij een
maal gekregen en hij was eerst laat thuis
gekomen en naar bed gestommeld
Zoo was hij voor dien Zaterdag dus aan
een onderhoud met zijn oom ontkomen.
(Wordt vervolgd).
fttt -
TOONSTELLING IN A M STERDAM waar zij we rid rondgeleid door dr. H. D. van
Broekhuizen, gezant-van de Unie van Zuid-Afrika.
DE LAATSTE TOCHT VAN DE ,,L' ATLANTIQUE", HET TOTAAL UITGEBRANDE
FRANSCHE STOOMSCHIP. Het wordt door Hollandsche sleepbooten naar Glasgow
gebracht, waar het gesloopt zal worden.
GROOTE SCHOONMAAKOOK IN DEN DIEREN
TUIN. Het uitwendige reinigen van de giraffe, gebeurt
met een' bezem.
EEN MODEL VAN DE LANG NIET KLEINE LAARS
VAN HENDRIK IV welke op een schoenen-
tentoonstelling te Detroit is uitgestald.
H.K.H. PRINSES JULIANA BRACHT EEN BEZOEK AAN DE ZUID-AFRIKA ANSCHE TEN-
WEER VERHUIZERS OP KASTEEL NIJENRODE. Het
veelbesproken kasteel Nijenrodo te Breukelen wordt in- en
uitwendig opgeknapt, teneinde ook dit seizoen weer vele
toeristen te kunnen ontvangen. De meubileering wordt
ingedragen en de schilders zijn in actie.,
DE IERSCHE STAATS-PRESIDENT DE
VALERA bevindt zich momenteel te Ziirich
om aldaar een oogoperatie te ondergaan. De
Valera met zijn twee detectives
voor de oogkliniek.