DE FINANCIEELE POLITIEK VAN DUITSCHLAND. IT5EN»"" WITTE kO Gladys Swarthout en John Boles „LIEBESLIED' 778le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 27 Maart 1936 Vierde Blad No. 23315 Achter de coulissen van het officieele betalingsverkeer Door Georg Bernhard. Georg Bernhard. vroeger hoofdredac teur van de thans opgeheven „Vos- slsche Zeltung" en financieel expert van Internationale bekendheid, be handelt In dit artikel de maatrege len van dr. Schacht, voor zoover zij zich achter de coulissen van het Dultsche flnancleele tooneel afspe len. De schrijver concludeert, dat ln Duitschland een toestand van zui vere Inflatie heerscht. De leer der economie leek vroeger een droog wetenschappelijk gebied, van wel ker studie vele jonge studenten, die een hooger ideaal zochten, zich dikwijls al na de eerste academische examens afwend den. Den laatsten tijd echter schijnen Mystiek en Kabbala het wetenschappelijk gebied veroverd te hebben. Het typische wonderland der economie Is sedert drie jaar het Duitsche Rijk, waar inderdaad tusschen hemel en aarde veel dingen gebeuren, waarvan pnze school wijsheid voordien niet gedroomd had. De groote heksenmeester is daar dr. Hjalmar Schacht, die als president de Duitsche Rijksbank leidt en tegelijkertijd als opper machtig bevelhebber van de Duitsche staathuishoudkunde fungeert. Aan zijn tooverkunst is het te danken, dat de Duit sche rijksmark tot op den huidigen dag den hoogsten koers van alle valuta ter wereld aanwijst, ofschoon de biljetten van de Rijksbank met niet veel meer dan twee procent in goud gedekt zijn. Dat „Duitsche wonder nummer 1" laat zich niet gemakkelijk langs rationeelen weg verklaren. Want er is een behoorlijke mate practische en theoretische kennis van de algemeene economie, de valuta- politiek en het geldwezen voor noodig om eenigszins te kunnen begrijpen, hoe het in Duitschland aangewende gecompliceerde systeem van verordeningen functionneert bij het verbod van in- en uitvoer van bankbiljetten, contingenteering van devie zen en het verhinderen of opschorten van schuldbetalingen in het buitenland en hoe één-en-dezelfde mark in ongeveer twee dozijn vormen voor totaal verschil lende waarden bruikbaar gemaakt kon worden. En wanneer iemand er tenslotte achter gekomen is, hoe het apparaat in elkaar zit en hoe het werkt, dan zal hij, meer nog dan over dit resultaat, verwon derd zijn over het feit, dat de Duitsche autoriteiten zelve er „überhaupt" kans toe zien uit de slingerpaden van het mone taire doolhof wijs te worden. Het buiten land kan dat allang niet meer. De tweede, nog veel zonderlinger erva ring, welke diegenen opdoen, die zich uit nieuwsgierigheid, belangstelling of zake- lijken dwang met de eigenaardigheden van het Duitsche economische leven be zighouden, is, dat blijkbaar de hoeveelheid van het in het Derde Rijk in omloop zijnd geld niet overeenstemt met de in werke lijkheid aan den dag tredende behoeften der Duitsche staathuishoudkunde. Er zijn over deze behoeften sinds eenigen tijd ln alle deelen van de wereld berichten en statistieken in omloop, waarvan de juist heid ook in Duitschland zelf niet meer bestreden wordt. Zij hebben betrekking op den kant der uitgaven van het Duitsche budget. De Duitsche rijksuitgaven bedroegen in het „Brueningsche" deflatietijdvak rond acht milliard mark. Zij zijn in het begrootings- jaar 1934/1935 tot 107; milliard gestegen. Een raming voor het jaar 1935/1936 is tot nogtoe niet bekend gemaakt. Men kan uit dit feit alleen al opmaken, tot welke hoogte de uitgaven inmiddels gestegen moeten zijn. Verder weten wij, dat de openbare schuld van het Duitsche Rijk op 't oogen- blik bijna de 30 milliard Mark beloopt. Daarvan zijn slechts 10,6 milliard Mark geconsolideerd. 17,4 milliard mark is als vlottende schuld in omloop. Het Rijk spreekt officieel altijd van een vlottende schuld van drie milliard, doch ontkent anderzijds niet, dat voor de overige 14'/; milliard mark werkverschaffingswissels, wissels van alle staatslichamen, die met de bewapening te maken hebben, en wis sels van alle andere mogelijke openbare instanties, in het bijzonder gemeenten en provinciën, in omloop zijn. Aan de hand van deze cijfers kan men in de eerste plaats met betrekking tot de Duitsche staathuishoudkunde het vol gende feit constateerenAls koopkracht fungeert op het oogenblik in Duitschland niet alleen het normale volksinkomen, maar bovendien een bedrag van ongeveer 17 milliard mark, dat door de openbare lichamen kunstmatig geschapen wordt. Daaruit vloeit onmiddellijk een belangrijk economisch feit voort: In Duitschland worden de openbare schulden niet meer gefinancierd uit de belastingen en de lee ningen, die aan den spaarzin van het Duitsche volk haar ontstaan danken, maar door middel van wissels en regeerings- lichamen, gemeenten en provinciën, welke overal geaccepteerd worden, daar de Rijksbank zich verplicht heeft de koopers van die staatswissels en schatkistbiljetten daarop te allen tijde de noodige kapitalen te leenen en de gewenschte betaalmidde len voor te schieten. De geleerden zijn het er niet over eens, of men een dergelijken toestand, dien men vroeger zonder verdere overweging als inflatie bestempeld zou hebben, thans ook nog zoo mag noemen. Maar een zeer zonderling verschijnsel, dat ik nu zal be spreken, is veel belangrijker dan deze naamskwestie. Vroeger placht de kunst matige prikkel, die met een zoo sterke uitbreiding van de toegevoegde koopkracht door middel van credieten aan een staats huishouding werd gegeven,, min of meer rechtstreeks twee bank- en geldtechni- sche verschijnselen op te roepen. In de eerste plaats stegen de omzetten der banken en de cijfers der bij haar gede poneerde gelden ongeveer tot het bedrag der toegevoegde milliarden. En verder is de toeneming der biljettencirculatie merk baar bij de centrale bank en wel tot die hoogte als de banken en de zakenwereld ter voltooiing hunner betaalmiddelencir culatie de hulp dezer bank inriepen. En hier is nu het punt, waar het „Duit sche wonder nummer 2" begint. Want bij de deposito's en de crediteuren der Duit sche bankinstellingen valt geen enkele be langrijke verandering op te merken. En bij de Duitsche Rijksbank is' de biljetten- circulatie, vergeleken bij het vorige jaar, nauwelijks met 500 millioen mark toege nomen. De toeneming van haar overige dagelijks vervallende verplichtingen ech ter schommelt slechts tusschen de 200 en 400 millioen. Hoe is het nu te verklaren, dat van de meer dan 17 milliard aan vlottende rijks schuld nog niet eens een milliard in de geldcirculatie te bespeuren valt? Om het te begrijpen moet de beschouwer van dit fenoneem zich niet met het geloof aan wonderen vertrouwd maken en evenmin de meening zijn toegedaan, dat de na tuurlijke kapitaalkrachten van de Duit sche staatshuishouding sterk genoeg zijn om op natuurlijke wijze de behoeften van de Duitsche bewapening en het groote werkverschaffingssysteem te bevredigen. In werkelijkheid is hier evenmin sprake van een wonder als van een aanboring van verborgen economische bronnen. Veel eer der wordt hier door Duitschland's heksen meester precies dezelfde methode gevolgd als die, waarvan de groote en kleine goo chelaars uit alle deelen van de wereld zich tot verbazing van hun publiek bedienen; hij leidt de aandacht van het publiek van het belangrijke punt af en precies zooals in het variété-nummer, niemand merkt, dat het „doorgezaagde weesmeisje" in het geheel niet door de haar bedreigende zaak aangeraakt wordt, zoo zien ook de nauw lettende waarnemers van het Duitsche geldwezen niet, dat de bij de Rijksbank en de gewone banken afwezige wonderen, welke de uitbreiding der geldcirculatie en de toeneming van het Geldersatz ten gevolge hebben, volstrekt niet ontbreken, maar zich op andere, voor hun blik ver borgen plaatsen afspelen. Van de vele. milliarden der werkver- schaffings- en bewapeningswissels ligt ongeveer drie-en-een-half milliard in de portefeuille van de Ryksbank. Hebben de koopers van het overige dan nooit geld noodig? O ja, ze kunnen het best gebrui ken. Maar er is voor gezorgd, dat zij met hun nooden niet bij de Rijksbank komen. En voor dit doel heeft dr. Schacht een klein en een groot middel bedacht. Het kleine bestaat hierin, dat bij de afwik keling van zaken tusschen de banken en de groot-industrie en tusschen de belang rijkste industrieele ondernemingen onder ling reeds lang bepaalde strooken van de door het Rijk uitgegeven schatkistbiljet ten als betaalmiddel gebruikt worden. Daardoor is de in een normale staathuis houding natuurlijke omweg via de bank uitgeschakeld en de Duitsche Rijksbank geeft daarom al sinds geruimen tijd nieuwe biljetten van boven de 1000 mark zoo goed als niet meer uit. Het tweede, het groote middel, is echter de oprichting van speciale discontobu- reaux. Wanneer de industrieelen, aan wie de meeste leveringen in werkverschaf- fings- en bewapeningswissels betaald wor den, deze wissels hunnerzijds weer voor betalingsdoeleinden willen gebruiken, dan kunnen zij die noch bij de Rijksbank noch bij hun eigen bank aanbieden, doch moe ten zij ze naar de bedoelde disconto- bureaux brengen fwelke niet als banken beschouwd worden en daarom haar ba lansen niet maandelijks behoeven te pu- bliceeren). Over dat tegoed kunnen zij slechts in zooverre beschikken, dat zij ten laste daarvan overschrijvingen kunnen laten verrichten op de rekeningen van andere industrieelen op hetzelfde disconto bureau. Zoo voltrekt zich dus achter de cou lissen een in vele milliarden loopend officieus betalingsverkeer, waarover geen officieele gegevens bestaan. En dit verborgen betalingsverkeer toont de ware kenmerken van de in Duitsch land heerschende inflatie aan. Wanneer men de cijfers eenigszins nauwkeurig kende, zou men ook de hoogte van de Duitsche inflatie precies kunnen bepalen. Door deze „vrucht van den boom der kennis" zou de economische toovertuin echter onmiddellijk beroofd worden van het aureool van een paradijs, waarin de menschen door wonderen gevoed worden, terwijl zij overal elders in het zweet huns aanschijns tegen de crisis moeten vechten. (Nadruk verboden) MOEDER WAS INVALIDE. ARMEN ONBRUIKBAAR DOOR RHEUMATIEK. Nu alle pijnen verdwenen. Haar armen waren door rheumatische pijnen niet meer te bewegen. Men raadde haar aan rust te houden, maar met de zorg voor haar huishouding en twee kleine kinderen was dit onmogelijk. Zij schreef ons: „Ik leed aan hevige pijnen in mijn armen, die ik niet meer kon oplichten. Men raadde mij' aan rust te houden, maar dat was met het oog op mijn huis houden en mijn twee kleine kinderen onmogelijk. Toen las ik in één uwer Kru- schen Salts-advertenies een brief van een dankbaren gebruiker en ik besloot ook zelf eens een proef met Kruschen Salts te nemen. Mijn pijlen namen geleidelijk af. en zijn nu gehee' verdwenen. Ook voel ik mij veel beter wel 10 jaar jonger. In- plaats van een invalide ben ik weer een gelukkige móeder en vrouw." Mevr. R. L. H. Rheumatische pijnen hebben bijna steeds dezelfde reden: afvalstoffen die zich in het lichaam hebben opgehoopt en uw bloed vergiftigen. De oorzaak is onvoldoend wer kende afvoerorganen. De zes zouten, waaruit Kruschen Salts is samengesteld, sporen ingewanden, nieren en lever aan tot krachtiger werking, waardoor de afval stoffen geleidelijk en volkomen worden verwijderd, Frisch bloed zal weer door uw aderen stroomen, de pijnen verdwijnen en ge voelt u oneindig veel energieker en gezonder. 1034 Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en erkende dro gisten a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon, omzet belasting inbegrepen. Stralende gezond heid voor 1 cent per dag.- Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Han dels Maatschappij Amsterdam, voorkomt. (Tngez. Med.) Illllltlllllllllllllllllllllliillllllllllllllllillll Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hier~rede dient gij Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid. iiiimiiiiiiiiiRiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiii Bovenstaand plaatje lijkt wel een aanbeveling voor een tandpastafabriek. Het zijn Gladys Swarthout en John Boles in de film ,J0e Roos van de Rancho", die bin nenkort ook hier te zien zal zijn. Wij vermeldden reeds eerder, dat Gladys Swart hout, die ln Amerika triomfen viert als opera-zangeres, van Hollandschen bloede is. Haar prachtige steni, die sinds jaren schittert in de Metropolitan-Opera te New York, zal nu ook ons komen verrukken. John Boles kent men uit verschillende films en handhaaft ook in deze zijn reputatie. EEN OLIFANTEN-FILM. Robert Flaterty, de man. die tezamen met Murnau „Taboe" maakte, en die later veel succes verwierf met „Men of Aran", is thans in Britsch-Inddë bezig met het vervaardigen van de film „Elephant-Boy", die door Korda's Londen Films en United Artists zal worden uitgebracht. Een van de imponeerendste scènes uit deze film wordt een opname van 80 wilde olifanten, die uit de wildernis losbreken. Het was een kunst apart om deze tach tig olifanten bij elkaar te brengen maar nog moeilijker bleek hetom ze bijeen te houden. Een stuk grond in cir kelvorm, met een diameter van zeven mijl, werd daartoe afgezet met palissaden, tou wen etc., sterk genoeg om de olifanten- kracht te weerstaan. Met duizend inlanders. 36 „mahouts" met hun tamme olifanten (die als lokdie- ren dienst deden), 200 drijvers, 10 hout vesters en 40 soldaten gelukte het om in acht dagen de olifanten in dit afgezette gebied bijeen te drijven. Men had daarbij het geluk tweemaal op een groote kudde te stuiten, waardoor het gewenschte aan tal vrij spoedig 'bereikt werd. De opnamen voor „Elephant-Boy" vin den voornamelijk plaats in Mysore, in Britsoh-Indië. FILM EN HISTORIE. De film „Hearts Divided", beoogt een episode uit de 19e eeuw tot nieuw leven te brengen. Het jaar 1803 is gekozen als tijd van handeling, waarin groote gebeur tenissen in de Vereenigde Staten van Amerika en ook in de oude-wereld, zich voltrokken op politiek gebied. De perso nen, die hierbij een rol van beteekenis hebben gespeeld en die in de film ..Hearts Divided" moeten worden uitgebeeld, naar hun aard, karakter en leeftijd, laten wij hier volgen. Thomas Jefferson, president van de Vereenigde Staten van 18011809, was 60 jaren oud in 1803. Alexander Hamilton, werkzaam bij het Departement van Financiën was ongeveer 47 jaar oud, toen hij in een duel met Aaron Burr (laatstgenoemde werd kort daarna, op 48-jarigen leeftijd tot vice- president der Vereenigde Staten gekozen), werd gedood. John Marshall, officier bij het Hoogge rechtshof van 18011835 was 49 jaar oud in 1803; James Madison, Staats-secretaris van 1801—1809 was 53 jaar in 1803. James Monroe. Brit-sch gezant in Amerika van 1803—1807, die als vijfde President van de natie gekozen werd in 1806, was 46 jaren oud. en Albert Gallatin, secretaris der schatkist van 18011813 was in 1803 43 jaren oud. Tenslotte noemen wij nog de belang rijkste figuur Napoleon, die te dien tijde tot Keizer van Frankrijk werd gekroond. Al deze personen, die een meerdere of mindere beteekenisvolle rol hebben ge speeld in het politieke leven van het jaar 1803, worden op de film tot nieuw leven gewekt. In de studio's snuffelde men dagen lang in geschiedkundige werken, archieven en prenten-kabinetten, teneinde portretten op te sporen van bovengenoemde perso nen, wier karakters moesten worden uit gebeeld op de film naar hun leeftijd in 1803 De research-afdeeling van Warner Bros beschikt overigens over reproducties van geschilderde portretten van menig beroemde persoonlijkheid uit 't jaar 1803. De „cast" werd natuurlijk met de meeste nauwkeurigheid samengesteld. Tot dusver heeft men beslag weten te leggen op een aantal artisten, die de karakters in deze film zullen uitbeelden. Miss Davies is ge plaatst in dé rol van Betsy Patterson. Dick Powell is haar tegenspeler. Hij ver tolkt de rol van Jerome Bonaparte, Na poleons broer, die als Ambassadeur van cien Staat Louisiana handelsbetrekkingen onderhield met Amerika en die verliefd werd op Betsy Patterson. Arthur Treacher, Charlie Ruggles, Edw. Everett Horton en Henry Stephenson (Betsy's vader), Walther Kingsford, Etien- ne Girardot, Clara Blandick, Clarence Muse, John Larkin en Claude Rains, in de rol van Napoleon, maken deel uit van de rolbezetting. „Hearts Divided" is door Laird Doyle en Carey Robinson voor de film bewerkt, naar het origineel van Rida Johnson Young. De regie is in handen van Frank Borzage. De costuums zijn ontwor pen door Orry-Kelly. Warner Bros zal deze film uitbrengen. CLAUDE RAINS LEERDE ZIJN VAK GRONDIG. Als er iemand geweest is, die de ver schillende phases van 'het theaterbedrijf grondig doorloopen heeft, dan is het zeker wel Claude Rains, wiens opeenvolgende functies een aaneenschakeling van. werk zaamheid is geweest in dit bedrijf. In het Majesty Theatre te Londen begon hij zijn carrière als jongste bediende. Bij ditzelfde theater bekleedde hij achtereenvolgens de functies van timmerman, chef-operateur, electricien, kassier, eigenaar en manager. Na zeven jaar werkzaam te zijn geweest bij Sir Herbert Beerbolm Tree, zien wij hem voor het eerst op de planken in „The God of the Mountain". Ook maakte hij deel uit van een gezelschap, dat eenigen tijd later naar Australië vertrok met Maeter linck's „The Bluebirds". Het Was op dit tournée, dat Claude te Sydney zijn eerste groote succes boekte in „You never can tell". Na zijn terugkeer in Engeland, ver scheen Rains in „Golden Doom" en „Typhoon", waarna hij als gevolmachtigde van Granville Barker naar Amerika ver trok. Zijn Amerikaansohe debuut maakte hij in „Androcles and the Lion" te Hart ford, Conn. De wereldoorlog riep hem naar Europa terug en Claude nam als vrij- Alessandro Ziliani, de beroemde tenor der Italiaansche opera, debuteerde in de film met „Liebeslied" voor de U.F.A. Carola Höhn is zijn vrouwelijke partner: beiden ziet men hierboven. Hij aan den vlcUgei, zij in de spiegel: een aardig moment uit deze productie, die uitmunt door schoonen zang en amusante tafreeltjes. Voor lief hebbers van operamelodieën valt hier heel wat te genieten! williger dienst bij het beroemde Schotsche regiment te Londen. Hij maakte al spoe- die kennis met de verschrikkingen van den oorlog, werd gewond en overgeplaatst naar het Bedfordshire-regimënt om ver volgens als kapitein uit den wereldoorlog naar Amerika terug te keeren. De periode, die nu volgt is een aaneenschakeling van successen geweest in vertolkingen van rollen in „Reparation". „Julius Ceasar" „Polly with a Past", „A Bill of Divorce ment", „The Doctor's Dilemna" en ,,A Man of Destiny", in welk laatstgenoemde stuk hij de rol van Napoleon vertolkt. „The Constant Nymph" bracht het toppunt van zijn roem en werd aanleiding voor zijn erkenning door „The Theatre Guild" als een der grootste karakterspelers. Vervolgens trad hij nog op in: „The Game of Love and Death", „The Apple Oart", „Miracle at Verdun", „He" en „The Moon in the Yellow. River", waarna de filmmaatschappijen beslag op hem legden. Hij vertrok naer Hollywood en trad in „The Invisible Man", Crime without Passion" en in „The Last Outpost' steeds meer op den voorgrond. Zijn belangrijk ste en ongetwijfeld zijn mooiste rol tot nu toe is die van Don Luis in de Warner Bros film „De Kleine Madonna" (Anthony Adverse), welke ondèr regie van Mervyn Le Roy in productie is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 13