LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 19 Maart 1936 BINNENLAND. Hoog bezoek bij de K XVIII. r RECHTZAKEN. KONINGIN EN PRINSES ZEER INGENOMEN MET DEN ARBEID VAN DEN HEER WYTEMA. HARE MAJESTEIT VOOR DE EERSTE MAAL IN EEN BIOSCOOP. In aansluiting aan het bericnt betref fende het bezoek van H.M. de Koningin, vergezeld van Prinses Juliana en de Groothertogin van Oldenburg, aan het Capltol-theater te Den Haag, ter bijwo ning van een vertooning der K XVIII- fllm, kan nog het volgende worden ge meld Het ls voor de eerste maal dat Hare Majesteit een bioscoop-theater bezoekt en voor de eerste maal, dat zij de vertooning van een Nederlandsche geluidsfilm heeft bijgewoond. Voor de Filmfabriek Poly goon, die de film van de wereldreis van H.M.'s onderzeeboot K XVIII „Twintig duizend mijlen over zee" heeft uitge bracht, is dit een groote voldoening, dat dit nationale filmwerk deze eer te beurt is gevallen. Precies 11 uur verscheen de auto met de Koninklijke Standaard voor het Ca pltol-theater, waar reeds tevoren het ge volg van H.M. was gearriveerd, hetwelk •bestond uit generaal De Jonge van der Halen, freule van Tets, kapitein- luitenant ter zee N. Rost van Tonnin gen en den ordonnance-offlcier jhr. van Kinschot. Ter begroeting waren aan wezig de heer dr. I. Kahn, directeur van het Capitol-theater, de heer B. D. Ochse, directeur van de N.V. Polygoon, Haarlem, ln wiens opdracht de film werd vervaardigd, zoomede de heer M. S. Wytema, de oudste officier aan boord van de K xvm, die de opnamen vervaar digde. Nadat H.M. genoemde heeren aan Zich en Haar gezelschap had laten voorstellen, werd ZIJ door den heer B. D. Ochse, naar den voor Haar bestemden zetel geleld. De heer M. S. Wytema begeleidde Prinses Juliana, terwijl dr. Kahn de Grootherto gin van Oldenburg naar de theaterzaal geleidde. In de smaakvol met Perzische tapijten en planten gearrangeerde loge werden aan de vorstelijke bezoeksters bloemen aangeboden. De heer Ochse dankte H.M. voor de hooge onderscheiding, die hem Juist dezen morgen verleend was. Voor de filmvertooning een aanvang nam. liet H.M. zich door den heer Wytema inlich ten omtrent de wijze, waarop het hem mogelijk geweest was, naast zijn omvang rijke werkzaamheden als oudste officier aan boord van de K XVIII, de filmopna men te vervaardigen. Daarna nam de voorstelling een aanvang. Vol aandacht volgden de vorstelijke gasten de voorstel ling en nadat de laatste tonen van het Wilhelmus door de zaal hadden geklon ken, applaudisseerde de Koningin en com plimenteerde Zij den heer Wytema met de prachtige fotografie en de Interessante opnamen. Het bleek dat H.M. op de hoogte was van het feit. dat de film ln geheel Nederland vertoond wordt en overal volle zalen trekt. Deze Koninklijke belangstelling is voor den heer Wytema zeer zeker de grootste voldoening voor het werk, dat hij heeft mogen vervaar digen. H.M. was over de voorstelling ten zeerste voldaan en nadat Zij den heer dr. Kahn dankte voor de prachtige gelegen heid, die hij geboden had, om de film zoo rustig te kunnen zien, wendde Zij zich tot den heer Ochse en Informeerde zeer belangstellend naar de Filmfabriek Poly goon te Haarlem en hoe de vertooningen verder in het land verliepen. De heer Ochse deelde H.M. mede, dat de film thans gelijktijdig in tien theaters in Ne derland vertoond wordt, dat begin Mei de vertooningen In Indlë zullen aanvangen, waarvoor zeer groote belangstelling be staat en dat ln de herfst de film ver toond zal worden in de hoofdsteden van Europa, zoodat het buitenland opnieuw, thans vanaf het witte doek, de verrich tingen van H.M.'s onderzeeboot K XVIII zal kunnen aanschouwen. Daarna namen de vorstelijke bezoeksters afscheid. o DE NEDERLANDSCHE VLAG OP NED. OORLOGSSCHEPEN. Oranje-Blanjc-BIen in Indië? Het Tweede Kamerlid Schaepman heeft aan den minister Van koloniën, voorzitter van den raad van ministers de volgende vragen gesteld: Is het Juist, dat aan boord van Hr. Ms. kruiser Sumatra en ook aan boord van andere schepen der Konlnklilke Marine bil de overdracht van het commando over de vloot te Soerabaja ln plaats van de Neder landsche vlag een vlag Oranje-Blanie-Bleu etheschen was? Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, wil de minister dan maat regelen treffen, dat aan boord van Neder landsche oorlogsschepen geen andere dan de Nederlandsche vlag geheschen wordt? o HULDIGING VAN JHR. J. LOUDON. Men seint uit Parits aan de N.R.Crt.: Ter gelegenheid van den zeventigsten verjaardag van jhr. J. Loudon onzen ge zant te Parijs, heeft het geiukwenschen geregend aan de legatie. Tegen twaalf uur gistermiddag hebben alle leden van het gezantschap en het consulaat-generaal den chef een intieme hulde gebracht. o ARTILLERIE-INRICHTING TE DELFT. Naar wij vernemen is een gedeelte van de leegstaande gebouwen der Technische Hoogeschool te Delft, staande aan de Jullanalaan. verhuurd aan de artillerie- inrichtingen „Hembrug" te Hembrug. Deze inrichting heeft daar dezer dagen een Messingpersinstallatie doen plaatsen, als mede een aantal motoren, ter vervaardi ging van granaten. De rest der leegstaande gebouwen heeft b°g geen bestemming gevonden en het kan wel uitgesloten worden geacht, dat zij »oit weer in dienst van de Technische doogeschool zullen worden ingericht. OPRUIING TOT MOORD? MR. JOEKES GEEFT UITLEG OVER DE PUBLICATIE IN DE VRIJZ.- DEMOCRAAT, (Van onzen reisredacteur) Het nationaal-sociallstische lid der Eerste Kamer mr. A. J. van Vessem heeft aan de ministers van justitie en van bultenland- sche zaken vragen gesteld over een publi catie in het nummer van 29 Februari van het weekblad De Vrijzinnig-Democraat, betreffende den moord te Davos op den Duitscher Gustloff, waarin opruiing tot moord en opruiing tot aanslag op het leven van het hoofd van een bevrlenden staat zouden zijn vervat. Het door mr. Van Vessem aangehaalde citaat is ln ons blad van gisteren weergegeven. Wij heb ben naar aanleiding hiervan het Tweede Kamerlid mr. A. M. Joekes, die als redac teur van De Vrijzinnig-Democraat ln de bovenbedoelde vragen hier tevens voor wordt verantwoordelijk gesteld, gevraagd om een nadere uiteenzetting. Ik ben blij, dat u er me naar vraagt, zeide ons mr. Joekes, want de vragen van den heer Van Vessem zijn zoo gesteld, dat de oppervlakkige lezer, naar mij reeds is gebleken, denkt, dat ik de geïncrimineer de woorden geschreven heb. Er is echter geen sprake van, dat het bewuste artikel van mij is. Ik heb er niet verder mee te maken dan dat ik het als redacteur van De Vrijzinnig-Democraat heb geplaatst en in zooverre draag ik wel een zekere ver antwoordelijkheid voor den inhoud ervan. De aanleiding tot de publicatie is ge weest een stukje van den secretaris-pen ningmeester mr. L G. van Dam, in De Vrijzinnig-Democraat van 15 Februari, waarin de moord op Gustloff te Davos op de meest scherpe wijze werd afgekeurd. Daartegen is mr. A. Prins Jr. te Alkmaar in zooverre ln het nummer van 22 Fe bruari tegenop gekomen, dat hij verkla rende omstandigheden voor een moord als deze aanvoerde. Mr. Van Dam heeft daar aan weer een onderschrift toegevoegd, waarin hij nogmaals het in de eerste plaats afkeurenswaardige van den moord naar voren bracht. Daarop is weer in het nummer van 29 Februari een tweede stuk van mr. Prins gevolgd, waarin ook hij blijk gaf den moord in geenen deele goed te keuren, In een onderschrift daarop kon mr. Van Dam constateeren, dat hij en mr. Prins ten slotte niet zoo heel ver van elkander af stonden. Er bleek alleen een schakeering in de scherpte van afkeuring van den moord te Davos te bestaan. Mr. Van Dam citeerde verder niemand minder dan dr. Abr. Kuyper, die geschreven heeft, dat er Inderdaad omstandigheden zijn, die een afwijken van den wettigen weg rechtvaar digen. In zijn laatste onderschrift besprak mr. Van Dam ook een brief van een partijge noot, waarin de door mr. Van Vessem in zijn vragen aan de ministers aangehaalde woorden voorkwamen. De strekking van de stukken in De Vrijzinnig-Democraat ls door den vragenstelleer evenwel onjuist weergegeven en daardoor zou een indruk kunnen worden gewekt, als de vragenstel ler bedoelde te geven. Een moord op een polltieken tegenstander, zooals die te Da vos ls voorgevallen, blijft af te keuren, zoo besloot mr. Joekes, en daarover zijn allen het volkomen eens. DE HEFFING OP B-BLOEM. Importeurs verwachten binnenkort verlaging. Naar het „Handelsblad" verneemt, koestert men in importeurskringen ver wachtingen, dat de heffing op B-bloem (waarin geen 35 pet. inlandsche tarwe behoeft te zijn vermalen) binnenkort zal worden verlaagd. Zooals bekend is, heeft Nederland ln het per 1 Februari van kracht geworden handelsverdrag met de Vereenigde Staten de verplichting op zich genomen, ten zinste een hoeveelheid van 30 millioen kilo Amerlkaansche bloem te zullen Im porteeren. In 1935 werd nog slechts 9 mil lioen kilo geïmporteerd uit de V. S.. hoe wel er véél meer ongemengde bloem in Nederland mocht worden geplaatst (5 pet. van hun omzet voor de bakkers, enz.). De oorzaak daarvan was, dat de heffing te hoog was, n.l. f. 7 per 100 kg., waardoor de Importeurs redelijkerwijze niet konden concurreeren met het product, dat de in landsche fabrikanten maalden van on vermengde bultenlandsche tarwe. Toen het Amerlkaansche handelsver drag ln werking trad, werd de heffing dan ook per 3 Februari verlaagd van f. 7 tot f. 6.25, teneinde den bij verdrag ver plichten import van 30.000 tons mogelijk te maken. Op dezen weg is men thans nog verder gegaan. In de eerste plaats is vorige week een commissie ingesteld, bestaande uit twee importeurs, twee meelfabrikanten en den directeur der Meelcentrale ais voorzitter: deze commissie zal een nieuwe berekening maken van de vooral vóór 3 Februari steeds onbillijk hoog gehou den heffing welke bijna een prohibitief karakter had, tot nadeel der importeurs en ten faveure der fabrikanten (zonder dat daardoor de werkgelegenheid werd beïnvloed) In de tweede plaats is om den invoer der verplichte 30.000 tons inderdaad mo gelijk t? maken bovendien een produc- tie-contingenteering ook van B-bloem door de fabrikanten op zich genomen, op verzoek der Centrale. De verwachtingen ln importeurskringen wat betreft verdere heffingsverlaging met één of twee kwartjes per 100 kilo inge voerde bloem zijn op het hierboven ver melde gebaseerd. o MINISTER COLIJN OP DE JAARBEURS. Gistermiddag heeft Minister Colijn, ver gezeld van zijne echtgenoote, mevrouw Colijn, en zijn particulieren secretaris, den heer Reyslger, een bezoek gebracht aan de Jaarbeurs te Utrecht, waar het gezel schap werd rondgeleid door de heeren Graadt van Roggen, Terpstra en Roelof- sen, resp. secretaris-generaal, ingenieur en lid van den Raad van Beheer der Jaar beurs. Later op den middag bracht ook de Amerikaansche gezant een bezoek aan de beurs. DE INVOER VAN KOFFIE GECONTINGENTEERD. Gedurende drie maanden met ingang van heden. De Staatscourant van gisteravond be vat het Kon. besluit, waarbij, met ingang van heden en eindigende 18 Juni de in voer uit ieder land verboden is van: a. ongebrande koffie (Nederlandsch-In- dische, Braziliaansche en andere Amerl kaansche. Afrikaansche en alle andere soorten) b. afval van ongebrande koffie (w.o. veegsel) c. gebrande koffie; telkens voor zoover deze meer bedraagt dan 100 ten honderd van het bruto-ge- wicht, hetwelk gemiddeld per 3 maanden ln het jaar 1935 uit dat land is ingevoerd. De minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart is bevoegd boven deze con tingenten bijzondere contingenten vast te stellen voor den invoer uit nader door hem aan te wijzen landen. Het verbod van invoer zal niet gelden: a. voor goederen, welke ingevolge een der artikelen 15, 16, 17 of 22 der Tariefwet 1934, No. 381, met geheele of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrecht worden inge voerd b. voor goederen, welke niet aan invoer recht zijn onderworpen en welke worden ingevoerd met vrijstelling van het sta- tistlekrecht ingevolge artikel 3, Tetter a, b, c. d. e, g. j of k. van de Wet op het Sta- tistiekrecht 1932, Staatsblad No. 231. Van officieele zijde deelt men ons mede, dat het hier een tijdelijke maatregel geldt, welke verband houdt met de plannen tot steunverleening aan de Indische koffie cultuur, welke thans met mr. G, H. C. Hart, directeur van Economische Zaken, tijdens zijn verblijf in Nederland worden besproken. Het ls niet uitgesloten, dat deze contln- genteering aanvankelijk eenig ongerief voor den handel met zich zal brengen; dit zal echter van zeer korten duur zijn, ter wijl verwacht kan worden, dat de contin- genteering -zelve binnen betrekkelijk kor ten tijd kan worden opgeheven. o BEROEP OP DE NEDERLANDSCHE WERKG EVERS. Het hoofdbestuur der Kon Nat. Vereen, tot steun aan Miliciens schrijft ons: Met het oog op den Internationalen toestand heeft de Nederlandsche Regee- ring besloten ongeveer vierduizend dienst plichtigen. die op 14 Maart j.l. naar huis zouden zijn gegaan, voorloopig in dienst te houden Men heeft kunnen vernemen, dat zulks noodzakelijk werd geacht, omdat er an ders de eerste maanden een gemis aan geoefende infanteristen en wielrijders in werkelijken dienst zou bestaan. Om dit „vacuum" on te heffen, heeft de Regee ring den bovenomschreven voorzorgs maatregel genomen Op allen, die niet voor deze taak zijn aangewezen, rust een mo- reele plicht tegenover hen. die momen teel de bedoelde ongewenschte leegte moeten overbruggen. De Kon, Nat. Ver- eeniglng tot Steun aan Miliciens (Stamil) doet daarom langs dezen weg een beroep en aller medewerking om te voorkomen, dat de dienstplichtigen van thans straks werkloozen worden. Vooral doet zij een krachtig beroep op de Nederlandsche werkgevers, bij wie een of meer groot-verlofgangers deze week in dienst zouden zijn teruggekeerd, een zoo danige oplossing te vinden, dat deze jon gelieden eerlang toch de hun toegedachte plaatsen nog zullen kunnen innemen. In dat vooruitzicht zullen de miliciens, die zco onverwacht hun diensttijd hebben zien verlengd, stellig met blijmoedigheid het supnlemcntaire offer brengen, hetwelk thans de Staat, ter wille van ons aller veiligheid, van hen verlangt! ■o- ONDERZOEK NAAR HERKOMST VAN KISTEN CITROENEN. De inspecteur van de Invoerrechten en Accijnzen te Rotterdam stelt een onder zoek in naar de herkomst van 900 kisten, elk inhoudende 300 citroenen. Deze partij ls door Itallaansche handelaren op de Zuidvruchtenveiling ln het verkooplokaal alhier te koop aangeboden, voorzien van Syrische papieren. Vermoed wordt echter, dat de citroenen uit Italië afkomstig zijn, hetgeen In strijd zou zijn met de sanctie maatregelen. o UITBREIDING DER SIMPLEX- FABRIEKEN. De Simplex-rtiwielfabrieken te Amster dam hebben een belangrijke uitbreiding ondergaan. Aan den Overtoom is nu een complex ontstaan met een facade-breedte van 30 M.. een diepte van 130 M. en een hoogte van 4 tot 6 verdiepingen. De nieuwe bouw is uitgevoerd door de architecten J. F. van Erven Dorens en lr. G M. Leeuwenberg. Aannemers waren gebr. Terlingen. De totale oppervlakte van werkplaatsen, nuttige magazijn ruimte en kantoor is on geveer 6000 M2. Er staan 190 machines in bedrijf, aangedreven door 54 electro- motoren met een j aarlij ksch verbruik van 250.000 K.W.U De Simplex-fabriek maakt rijwielen en als de voornaamste bijzonderheden het Cycloïde rijwiel en de Simplex trommel naaf. Verder worden gemaakt lichte mo toren. transport-driewielers mét en zonder motor. Weinig bekend bij het publiek ls de speciale afdeeline van snoorrliwielen en railauto's: deze machines, die dienen voor inspectie en licht transport, werden geleverd aan alle spoorwegen in Nederland en Ned. Indië aan de Janansche en de Sovjet-Spoorwegen, in Zuid-Amerlka en in honderdtallen aan Diantaees en onder nemingen in Ned. Indië. Deze tak van bedrijf van Simplex ls door de crisis tijdelijk zeer ingekrompen, maar men ziet de laatste dagen weer orders. RECLAME. 507 VERSPREIDE BERICHTEN. De gewone audiëntie van den Minis ter van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen zal op Maandag 23 en 30 Maart en die van den Minister van Landbouw en VLsscherij op Maandag 23 Maart' a.s. niet plaats hebben. o UIT NED. OOST-INDIK. SCHADE DOOR HEVIGE REGENS. PADANG, 19 Maart. (Aneta). In den nacht van 15 op 16 dezer zijn te Tanah Datai hevige regens gevalen. De rivier Soengei Djamboe begon te bandjiren. Vele Sawahs, vlschvijvers. watermolens, bede huizen en twee bruggen zijn verwoest. Eenige personen zijn verdronken. Door een bandjir van de Malana-rivier zijn verschillende kamponhuizen vernield. 7 inwoners zijn verdronken. Sedert hon derd jaar is een dergelijke bandjir niet voorgekomen. OPLICHTING VAN EEN ONGEVALLEN- VERZEKERINSMAATSCHAPPIJ. Voor de rechtbank te Leeuwarden stond gistermiddag terecht M. B voorheen vee houder, thans zonder beroep te Bolsward, wegens oplichting van de Algemeene Maatschappij van Verzekering tegen On gelukken en Wettelijke Aansprakelijkheid „Zurich", door deze maatschappij te be wegen tot afgite van een bedrag van ongeveer f. 18.000.Verdachte heeft deze maatschappij een formulier doen toeko men, waarin hij kennis gaf, dat hem ln 1931 te Burgwerd een ongeval was over komen door met een scherpe zeis te vallen, waardoor hij zijn borst bezeerde en zijn iinker duim geheel afsneed Doordat ver dachte in moeilijkheden verkeerde, was hij bezweken voor de verleiding, die hem. naar hij beweerde, werd ingeblazen door D. J. B., administrateur te Amersfoort, des- lij ds ln Friesland directeur van een vee- bank. met welke instelling verdachte in relatie stond. Op een Zaterdagochtend kapte B. zijn duim met een bijl af, ten einde de ver- zekërlngsuitkeering te verkrijgen. De Officier van Justitie te Leeuwarden eischte tegen den verdachte een jaar en zes maanden gevangenisstraf. Vervolgens stond als medeplichtige te recht de administrateur, die van de f. 18.00 meer dan f. 8000.heeft betaald gekregen voor achterstallige schulden. De Officier flschte tegen hem twee jaar gevangenis straf. met last tot onmiddellijke gevan genneming. D" rechtbank stond dit laatste niet toe en bepaalde de uitspraak over veertien dagen. AANVARING IN 'T NOORDZEEKANAA*» Tusschen een stoomschip en de logger KW 91. De Raad voor de Scheepvaart heeft gis termiddag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de aanvaring, welke op 8 November van het vorig jaar ln 't Noord zeekanaal heeft plaats gehad tusschen het ruim 3600 bruto reg. ton metend stoom- vrachtschip „Helder" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij. en den motorlogger „Alida" KW 91. De gezagvoerder van de „Helder" werd er door den voorzitter opmerkzaam op ge maakt, dat het onderzoek mede zou loo- pen over de vraag of het gebeurde te wij ten is aan een daad of nalatigheid zijner zijds. Betrokkene deelde mede, dat bij het opstoomen in het Noordzeekanaal naar IJmuiden de KW 91 vóór de „Helder" uit voer. De loods gaf het voorgeschreven sig naal van twee lange stooten om te pas- seeren en daar er geen antwoord kwam, werd het verantwoord geacht den logger voorbij te varen. Te 13.50 uur stoomde de KW 91 dwars van het achterschip van de „Helder"; de roerganger van den logger draaide zijn roer van bak- naar stuur boord, zoodat hij steeds met zijn schip heen en weer gierde. Instede van vaart te minderen, bleef de KW 91 steeds volle kracht doorvaren; toen de logger naar bakboord uitscheerde kwam zijn bak boordboeg tegen het stuurboordachter schip van de „Helder". Van den logger werden de verschansing aan den bak- boordvoorkant ingedrukt en eenige ver- schansingshutten verbogen. De „Helder" kreeg geen schade. De kapitein verklaarde, gedacht te heb ben dat de logger minder dan twee meter diep lag. Het gebeurt geregeld dat in het kanaal varende loggers gepasseerd wor- dèn, bovendien had hij den indruk dat de roerganger zijn attentiesein begrepen had omdat de KW 91 het middenvaarwater verliet en meer den wal opzocht. Betrok kene weet, dat het passeeren in 't Noord- zeekanaal van meer dan twee meter diep liggende vaartuigen niet wordt toege staan; volgens hem ls het echter onbe gonnen werk om een schipper van 'n vis- schersvaartüig te verzoeken, vast te ma ken; aangezien zij daaraan nooit gevolg geven. Het voorbijvaren geschiedde, nadat de Hembrug was gepasseerd. Er was op den logger niemand aan dek, eerst na de aanvaring kwam er iemand uit de motor kamer te voorschijn. Volgens de ter zitting voorgelezen ver klaring van den schipper der KW 91 heeft deze geen fluitseinen van de „Helder" ge hoord. De „Helder" kwam vrij snel oploo- pen. De loods van de „Helder", die mede werd gehoord, verklaarde dat vaartuigen als de KW 91 in den regel gepasseerd worden, tenzij men weet dat zij dieper dan twee meter liggen. Getuige had den Indruk ge kregen, dat de KW 91 opzettelijk dichter bij was gekomen om van de zuiging van de „Helder" te proflteeren. De inspecteur-generaal voor de Scheep vaart, de gewezen vice-admiraal C. Fock, weet de schuld van de aanvaring aan de overtreding van 't Noordzeekanaal-regle ment, al is aan boord van den logger de fout gemaakt dat er geen vaart is vermin derd. Dat in den regel dergelijke visschera vaartuigen worden opgeloopen en voorbij- gevaren, kan spr. niet aannemen; van de zijde van den Rijkswaterstaat zou, indien dit gebleken ware, zeker zijn ingegrepen. Uitspraak volgt later. DE OSSCHE STRAFZAKEN IN HOOGER BEROEP. (Vervolg van gisteren). Nadat om halfvier de zitting heropend was, las de president, Jhr. Mr. van Meeu wen het arrest voor, dat het Hof in de zaak tegen P. W. had gewezen en waarin overwogen werd, dat volgens de Wet op Invoering van het Wetboek van Strafvor dering van 1921 het oude Wetboek in deze zaak diende te worden toegepast, daar rechtsingang met gevangenneming van verscheidene verdachten onder de oude wetgeving ln 1925 reeds was geschied; dat immers verdachte reeds in 1925 voor den Officier van Justitie was gedagvaard voor hetzelfde feit, waarvoor hij op 9 October 1935 weer gedagvaard werd; dat wegens het niet inachtnemen van de bepalingen van het vorige Wetboek van Strafvorde ring deze dagvaarding van rechtswege nietig is. De zaak ls hiermede ten einde tenzij tegen dit arrest beroep in cassatie wordt gedaan. Terecht stond hierna de 43-jarige assu radeur A. Snabel uit Nijmegen, die door de Rechtbank tot vijf Jaren gevangenis straf was veroordeeld wegens medeplich tigheid aan diefstal. De opgeiegde straf was volgens den advocaat-generaal niet evenredig aan het gepleegde misdrijf. Hij eischte bevestiging van het vonnis met verhooging van de gevangenisstraf tot zeven jaren. Uitspraak over 14 dagen. SPORTVLIEGER VEROORDEELD. De Haarl. Rechtbank heeft heden uit spraak gedaan in de zaak tegen den 31- jarigen sportvlieger F. J. J. M. ten B., ge boren te Almelo, thans wonende te Lon den. die in 2de instantie door den Haarl. kantonrechter was veroordeeld tot 1 maand hechtenis. 6 maanden intrekking van zijn vliegbrevet en f. 50 boete, omdat hij op 19 Mei van het vorige jaar, toen hij onder den invloed van sterken drank verkeerde, op een gevaarlijke manier met een vliegtuig over het vliegveld Schiphol was getaxied en niet dadelijk had voldaan aan het bevel van den plaatsvervangen- den havenmeester om de motor van zijn toestel stop te zetten De rechtbank vernietigde op formeeie gronden het vonnis van den kantonrech ter en veroordeelde den vlieger tot 3 we ken hechtenis en 6 maanden intrekking van zijn vliegbrevet. 3S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 11