Uitden Leidschen Raad. Die "Maartsche buien" neem n "AKKERTJE" LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 17 Maart 1936 De agenda weer eens niet afgedaan. èchle GRIEP-verdrijvers RECHTZAKEN. —O RECLAME. 38» zijn dikwijls oorzaak dat men koud en rillerig thuis komt, met het gevoel dat men heeft kou gevat. Meestal wordt men dan 's nachts door 'n Griep overvallen! Meer dan ooit moet men nu zorgen een kokertje "AKKERTJES" in huis te hebben, want dan kan men in zoo'n geval voor het naar bed gaan een "AKKERTJE" nemen en daarmede stuit men het gevaar in den aanvang, want "AKKERTJES" zijn die dadelijk afleidend en koortswerend werken. De samenstelling is een gelukkige vinding van Apotheker Dumonl en ze zijn onschadelijk. Hart, maag of nieren worden niet aangetast. Men went er niet aan en ze zijn prettig in te nemen. Verrassend snel verdrijven "AKKERTJES" Hoofdpijn, Migraine, Onbehaaglijkheid, Kies pijn, Vrouwenpijnen, Lendenpijn, Spil in den rug, Rheumatische pijnen, Neuralgische pijnen. Prijs per koker van 12 stuks 52 cent. Metalen zakdoosje met 3 stuks 20 cent. Bij Apothekers en Drogisten verkrijgbaar. 18e, Voorstel tot wijziging van de ver ordening, regelende de heffing van belas tingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis. (45) De heer BERGERS wijst er op, hoe hij a'.s lid der commissie van beheer alleen is meegegaan uit vrees, dat de fabriek anders wel eens zou kunnen worden ge sloten waardoor de werkloosheid nog zou toenemen. Andere redenen zitn er niet om dit voorstel te aanvaarden. Feitelijk behoorden de tarieven ee'ükeliik te wor den verlaagd en daarvoor vraagt hit nog eens de aandacht. Conform wordt daaroD besloten. i Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplaag). DE VEE- EN ZUrVELTENTOONSTELLING. 19e. Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden wegens deelneming ln het garantiefonds voor de in September 1935 gehouden vee- en zuivelten toonstelling b. tot verhooging van het bij Raads besluit van 27 Mei 1935 beschikbaar ge stelde bedrag voor het in gereedheid doen brengen van een gedeelte van de veemarkt tot tentoonstellingsterrein. (20) Wethouder VERWEIJ stelt nader voor In sub b de hoogere bijdrage te brengen van f. 600 op f. 1333.90. De heer GOSLINGA trekt zijn amende ment daarop thans in. De heer WILBRINK kwalificeert als onjuist, dat de inrichting van het terrein duurder is gekomen tot dit bedrag. Een garantie van f. 3000 was z.i. a'. royaal en heette niet noodig. 't Is waar. dat er slecht weer is geweest doch was juist daar voor het garantie-bedrag niet bestemd? Z.i. is men uitgegaan bij den opzet, dat de garantie ten volle kon worden bienut. Spr. geeft becijferingen daaromtrent. Z.i. is niet voldoende rekening gehouden met de financiën der gemeente, bij wie direct werd aangeklopt, zonder dat het bestuur zich moeite gaf tot andere dekking. De secretaris was tevens leverancier van het drukwerk: de rekening van f. 2400 werd door de commissie teruggebracht tot f. 1500. Dat wijst op geen zuivere verhou dingen. Dat er geen vergoeding is uit getrokken voor administratie, behoeft toch niet nader naar voren te worden gebracht, dat is heel gewoon en behoort toch ook zoo. Maar f. 500 is bestemd voor hulp aan secretaris en penningmeester! In eigen kring had men in de eerste plaats moeten zoeken naar dekking en zulke cijfers achterwege moeten laten. Het getuigt van weinig verantwoordelijk heidsgevoel Een man. die altijd zoo voor de gemeente-financiën Dennning-zestien was. die altijd de gemeentekas bewaakte, de heer Goslinga, stelde niettemin voor een hoogere subsidie van f. 2300, maar dit is nu teruggenomen. Voor dit voorstel tot verhooging kan spr. niet stemmen. De heer BERGERS zegt. dat de opzet zoo was. dat alles gedekt heeten mocht. De storm heeft echter alles tot een chaos gemaakt en schatten gevraagd. De heer WILBRINK: f.600! De heer BERGERS: direct ja. doch In direct zeker het driedubbele! En dan een dag bezoek minder etc. Spr. hoopt, dat het voorstel zal worden aanvaard om de markt alhier in stand te houden en te blijven animeeren. De heer GOSLINGA. wijst er op. hoe hij niet f. 2300 meer voorstelde, maar f. 700, doch na de besprekingen in de markt- commissie is hij daarop teruggekomen. Het ging niet goed met de Leidsche markt en ieder zal moeten toejuichen, dat er noz ngen werden gedaan om het bezoek te animeeren. Het idee der tentoonstel ling werd grif door B. en W. toegejuicht en volgaarne is het comité met B. en W.'s hulp gevormd gesteund. De post van f. 1000 voor inrichting is met f. 1333.90 overschreden, ook voor an dere doeleinden dan eerst was aange geven. doch dit was noodig gebleken door den toevoer van inzendingen etc. Bij goed weer zouden er duizenden bezoekers zijn geweest en had de zaak zich nogal be dropen. De storm echter en direct de plaatjes in de kranten etc. hebben de tentoonstelling genekt. Niet geld is het hoogste, doch goede trouw en goede trouw tegenover de com missie vraagt om haar tegemoet te komen tot genoemd bedrag. De commissie er voor te laten zitten, is z.i. onfatsoenlijk. Dat de comissie van plan was de garanties te gebruiken, is door niets bewezen en alles is gedaan om het deficit zoo laag mogelijk te houden en vandaar het terugbrengen van vele rekeningen w.o. ook een van f. 2400 tot f1500. Volledig neemt spr. het voorstel voor zijn rekening. De heer VALLENTGOED voelt wel eenige bezwaren van den heer Wilbrink mede doch anderzijds erkent lui toch ook dat hier force majeure in het spel was en daarom zal hii meegaan. Wethouder VERWEIJ zegt, dat ieder toch wel eens de ervaring opdoet, dat ge schatte begrootingen onvoldoende blijken. Het is onaangenaam, doch niet anders. De omstandigheden der organisatie waren zoo ongunstig mogelijk en hebben uitgaven en inkomsten beïnvloed. De storm-uit- gaven zijn f.600, doch de inkomsten wer den er ook door gedrukt. Groote gemeente belangen waren verbonden aan deze ten toonstelling en z.i. zuilen wij in het be lang onzer markt ook ïn de toekomst deze moeten organiseeren. Op steun der betrok kenen moet men kunnen rekenen en hii ontkent, dat de commissie roekeloos met geld heeft gegooid. Storm en stemming hebben echter gemaakt, dat niet alle zorg aan de financiën kon worden be stemd als anders het geval zou zijn ge weest. Trots dit voorstel blijft het bestuur toch nog met f. 900 tekort zitten, om zelf aan te vullen. De heer WILBRINK erkent het belang ven zulke tentoonstellingen vandaar ook c> garantie Doch deze was begrensd en daarmede dient toch rekening te worden gehouden! Spr. blijft er bii dat het bedrag voor terrein-inrichting serieus was begroot en voldoende was. Alleen: er is uitgegeven voor andere doeleinden! Best. doch dan moest het bestuur ook de gevolgen dra gen. Men geeft z.i. f. 1333.90 extra- subsidie. Met voldoening zag spr. wethouder Ver- weü het opnemen voor deze commissie van part. initiatief, waartegen de S.D.A.P. anders nog al eens in 't geweer kwam. al bracht deze commissie het er nu eens slecht af! Nog volgen korte replieken van den heer Goslinga en den wethouder. De heer v. WELZEN meent, dat er zeker niets is gebleken van kwade trouw of iets dergelijks, doch aan den anderen kant was de heele opzet toch z.i. zoo, dat op min of meer lichtvaardige wijze ls omge sprongen met de plannen en dus ook met de kosten. De storm was niet te voorzien, doch de hoogere kosten worden daardoor alleen niet verantwoord. Hij zal tegen stemmen. De heer DE REEDE wijst er op, hoe geen subsidie is gegeven doch een garantie. Deze tentoonstelling is op bijzonder zon derlinge manier geregeld. Men heeft geen oog gehad voor de financiën. Spr. is er principieel op tegen particulieren te laten putten uit de gemeentekas. Particulieren moeten zich houden aan gegeven garan ties en daarmede volstaan. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen met 26 tegen 7 stemmen. Tegen de heeren v. Rosmalen, v. d. Kwaak. Lombert, v. d. Reyden, v. Weizen, Wilbrink en De Reede. DE BRANDWEER. 20e. Voorstel: a. tot intrekking, met ingang van een nader door B. en W. te bepalen datum, van de verordening ran 29 April 1909 i Gemeenteblad No. 6) op de brandweer, zooals deze sedert is gewijzigd: b. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de uitbreiding van het brand- weennaterieel: c. om B. en W. te machtigen aan H.M. de Koningin te verzoeken de jaarwedde van den Commissaris van Politie, in ver band met het onderbrengen van de brand weer bij de politie, te verhoogen met f. 500, zulks gerekend te zijn ingegaan op 1 Juni 1935: d. om den burgemeester te machtigen een regeling vast te stellen, betreffende het toekennen van belooningen aan het politiepersoneel, dat bij brand heeft dienst gedaan. (31) De heer ROMIJN stelt voor het tracte- ment der inspecteurs van politie te ver hoogen. De VOORZITTER stelt, voor dit te be handelen nadat bekend is de houding van den minister inzake de salarissen der agenten. De heer ROMIJN is van meening. dat het inspecteerend personeel ook recht op verhooging heeft, r.u de salarissen van de politie-agenten en den commissaris zijn of worden verhoogd, met het oog op de sa menvoeging met de brandweer, of wat de agenten betreft minder verlaagd dan voor het overige gemeentepersoneel. Wachten ls z.i. onnoodig, het is toch een gevolg van een genomen raadsbesluit. De VOORZITTER ontkent, dat de sa menvoeging van politie en brandweer al leen het motief was de politie minder te korten. Laat men nu afwachten, hoe de minister daarop reageert. Daarop kan toch best gewacht worden, zoo lang zal het niet duren. En de raad kan toch niet opeens nu de cijfers van deze tractemen- ten gaan beoordeelen. De heer ROMIJN vraagt dan praeadvies tezijnertijd, daarmede kan hij genoegen nemen. De VOORZITTER zegt dit toe. De heer VAN DER VOORT stelt voor het toekennen van belooningen door den raad te doen regelen. Niet uit wantrouwen jegens den voorzitter, doch waar de raad alle toelagen regelt. De VOORZITTER ontkent dit laatste. Wat het voorstel zelf betreft, iaat de heer v. d. Voort wachten tot spr. een regeling meedeelt in deze materie. De heer v. d. VOORT vraagt dan prae advies. Dit wordt toegezegd. De heer COSTER stelt eenige vragen. De heer KUIPERS vraagt of nu die ééne brandwacht 6 van de 8 worden over genomen en 1 op wachtgeld gesteld! niet is over te nemen in politie-dienst? Spr. en een deel zijner fractie zullen niet meegaan met sub c. f. 6000. zooals de commissaris op 1 Juli van dit jaar zal ge nieten, is h.i. voldoende. De heer BERGERS juicht toe de salaris- verhooging van den commissaris ln plaats van een gratificatie. De heer DE VRIES vindt het vreemd, dat voor den commissaris als motief door B. en W. wordt gebruikt, wat zij afkeur den voor de politie-agenten. De heer ELKERBOUT oordeelt een be drag van f. 500 voor extra-belooningen al zeer laag. Ook spr. neemt het op voor den niet overgenomen brandwacht De heer v. ECK meent, dat als men de zaak op zich zelf beziet, er reden is voor verhooging van het salaris van den com missaris, doch uit algemeen standpunt en in verband met den geest des tijds oor deelt hij verhooging van zoo'n salaris niet gewenscht. Vergrooting van het verschil tusschen de laagste salarissen en de hoo gere. toch reeds vaak zoo schrijnend, mag in deze tijden z.i. niet worden aanvaard. Dit zonder iets te kort te doen aan de waardeering voor den betrokkene. De heer TOBÉ sluit zich aan bij den heer v. Eek. Laat men volstaan met een „symbolische" verhooging. De heer JONGELEEN maakt eenige op merkingen over het voorgestelde mate riaal. De heer MANDERS oordeelt verhooging van het salaris van den commissaris bil lijk, waar verzwaring van arbeid toch steeds gepaard ging met salarisverhoo- ging. En deze verhooging is niet overdre ven. gezien wat elders wordt gegeven. De heer WILBRINK steunt eveneens het voorstel tot verhooging van salaris, waar de taak van den commissaris zeer is uit gebreid. Hoog of laag salaris, bij uitbrei ding van werkzaamheden behoort ook meer te worden betaald, dat is rechtvaar dig. De heer v. d. REYDEN steunt den heer v. Eek, gelet op de algemeene salarisver lagingen en de moeite, de begrooting slui tend te maken. De VOORZITTER beantwoordt eerst de vragen van den heer Coster en de techni sche opmerkingen van den heer Jonge- leen. Wat de eene brandwacht betreft, voor den polltle-dienst is hij niet geschikt. Misschien is hij echter bij andere takken van dienst onderdak te brengen, hij zal nog eens een beroep doen op de wethou ders. De taak van den, commissaris van poli tie. wordt zeer verzwaard door de samen voeging van politie en brandweer, veel meer dan voor de agenten. Wat hier op gaat, deed het niet voor de agenten, vol gens B. en W. Het bedrag van f. 500 voor premies is aan de practijk van vorige ja ren ontleend. Voorgesteld wordt voor com missaris geen salaris-verhooging doch een jaarlijksche premie voor bijzondere werk zaamheden. De commissaris wordt niet benoemd door den raad, zijn salaris wordt niet ln den raad bepaald, dat vergete men niet. De taak van den commissaris is toch al zeer uitgebreid door tal van nieuwe wetten etc. De brandweerregeling ver zwaart zijn werkzaamheden echter al zeer beduidend. En dan is er studie noodig. Heeft de raad het recht den commissaris deze taak op te leggen? Over die vraag is nooit gedacht of gesprokenMaar mag de raad zooveel werk elschen voor niets? Mag dan op hetzelfde enthousiasme worden gerekend? De belooning is laag gehouden, zooals trouwens zijn salaris hier aan den lagen kant is. Repllceerend wijst de heer v. ECK nog op het onwenschelijke van samenvoeging van functies, die zooveel vragen, terwijl er zoovelen werkloos rondloopen. Was dan niet beter een deel van zijn taak over te dragen aan een ander? De heer BEEKENKAMP oordeelt zeer overdreven, hetgeen de heer v. Eek op merkte en zal met B. en W. meegaan, te meer. waar de raad den commissaris niets kan opdragen, goed beschouwd. Ook de heer GOSLINGA zal meegaan, evenals de heer v. ROSMALEN, die door het debat van tegenstander tot voorstander is ge worden. Sub a wordt z.h.st. goedgekeurd, even als sub b. Sub c (toelage commissaris! wordt ver worpen met 17—16 stemmen. Tegen de heeren Schüller, Jongeleen, Snel. v. d. Voort, Vallentgoed, Kuipers, v. d. Kwaak. Carton, Sehoneveld, Hessing, Groeneveld, v. d. Reyden, v. Weizen, v. Eek, Tobé en de dames Braggaar en De Cler. Sub d wordt z.h.st. aanvaard. Hierna schorsing. AVONDZITTING. RECHTSTOESTAND ONDERWIJZEND PERSONEEL. 21e. Voorstel tot vaststelling van een verordening, houdende regeling van den rechtstoestand van het onderwijzend per soneel, verbonden aan de openbare in richtingen van onderwijs der gemeente Leiden en in verband daarmede, tot wijzi ging van verschillende verordeningen be trekking hebbende op het openbaar on derwijs in deze gemeente. (237 van 1935 en 10) De heeren v. d. VOORT en GOSLINGA spreken een kort inleidend woord bij de algemeene beschouwingen, waarbij de laatste aanraadt zoo weinig mogelijk te wijzigen, 't Zou alleen de firma Groen maar ten goede komen! De heer DE VRIES wil inzake revolu tionaire kwesties scheeper bepalingen. Beter dan maatregelen voor ontslag is het treffen van maatregelen tegen be noeming! De heeren HESSING en GROENEVELD komen daar tegen op. De laatste wijst er op, hoe „revolutionair" zoo weinig zegt. Wat is dat? Spr. noemt Nationaal Herstel b.v. revolutionair. Wethouder TEPE constateert met vol doening, dat Leiden de 2e plaats is. waar zoo'n regeling tot stand komt. Bussum was voor, dank zij het uitstel hier. En zij zijn hier gemakkelijker begrijpbaar! Z.i. is „revolutionaire gezindheid" niet zoo moeilijk te definieeren in de practijk en geeft het weinig reden tot onzekerheid. Bij benoeming kan daarmede toch altijd rekening worden gehouden, los van de verordening? Bij de replieken, waaraan deelnemen de heeren v. cl. Voort, de Vries en Groene veld wordt druk gepolemiseerd over het begrip revolutionair Ook de heer v. Wei zen geeft daarover nog zijn lezing. Na dupliek van den wethouder over het zelfde onderwerp worden de alg. beschou wingen gesloten. Bij de artikelen bepleit de heer Groe neveld het aanstellen van onderwijzeres sen aan de openb. bewaarscholen in den raad te brengen. De heer Eikerbout oordeelt een voor dracht van 2 personen als regel noodig, niet „zoo mogelijk", zooals er nu staat. De heer Wilmer is over 't algemeen voor benoeming door den raad. doch er zijn uitzonderingen, specieal dan als de raad niet voldoende kennis of geen ge schiktheid heeft. Dit laatste geldt ook voor het onderwijs. Daarom steunt hij hier benoeming door B. en W voor zoover de wet dit niet belet. De heer Goslinga wijst er op, dat al sinds 1841 de benoeming van deze leer krachten van liet bewaarschool-onderwijs aan B. en W. was en 't is altijd goed ge gaan! Wethouder Tepe zou het liefst alle enderwijs-benoemingen aan B. en W. zien overgelaten, doch de wet schrijft anders voor. De ervaring rechtvaardigt dit. Daar om ls hij tegen het voorstel Groeneveld. Blijkbaar vertrouwt de heer Groeneveld B en W. niet inzake benoeming van Leidsche ingezetenen, doch die verdenking is onjuist. Bij B. en W. beslist alleen de geschiktheid, anders niets, en boven dien het belang van het onderwijs. Het voorstel Eikerbout oordeelt spr. over bodig en ongewenscht. De heer de Reede steunt den wethouder. Het voorstel Eikerbout wordt verworpen met 294 stemmen. Voor de heeren Eikerbout, Beekenkamp, Sehoneveld, Goslinga. Het voorstel Groeneveld wordt verwor pen met 1815 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heer v. Weizen. Een voorstel v. d. Voort om binnen 14 dagen voor te schrijven, in plaats van 7 dagen voor herkeuring, wordt na be strijding door den wethouder teruggeno men, terwij 1 de wethouder op instigatie van den heer Romljn toezegt, de zaak nog eens te onderzoeken. Een voorstel Groeneveld, toe te voegen „Geen machtiging wordt verleend tot het geven van privaatlessen aan eigen leer lingen" wordt gesteund door den heer De Vries, doch na bestrijding door den heer Bergers, den wethouder, den heer Goslin ga. den heer Wilmer, den heer De Reede teruggenomen. De wethouder begrijpt het motief van het voorstel alle hoofden van middel baar onderwijs en vooral hooger onderwijs erkennen dit! doch een imperatief ver bod gaat toch te ver. Daarom wil hij wel zoo wijzigen dat privaat-les aan eigen leerlingen alléén mogelijk is met permis sie van B. en W. De raad gaat daarmede accoord. De heer v. d. Voort heeft een wijzigings voorstel betreffende het verleenen van buitengewoon verlof met behoud van be zoldiging. Het gaat om eenige uitbreiding. Na bestrijding door den heer Goslinga en den wethouder, die er op wijst, dat er toch zeker geen reden is om vrijgeviger te zijn voor onderwijspersoneel, dan voor ander gemeente-personeel, gelet op de vacanties, wordt het voorstel verworpen met 2013 stemmen Voor de S.D.A.P, (behalve de wethouders) en de heer v. Weizen. Dan volgt een voorstel v. d. Voort inzake verhoor bij strafoplegging binnen 4 x 24 uur en het opmaken van proces-verbaal bij mondelinge verantwoording, zoo noo dig met steun yan anderen bij het ver- KANTONGERECHT TE LEIDEN. P J. E., student uit Haarlem, moest gisteren terechtstaan omdat hij op den nieuwen Rijksweg onder Oegstgeest met zijn auto de veiligheid van het verkeer ernstig in gevaar had gebracht, doordat hij, waar het weggedeelte zich splitst, on voorzichtig een hoek was omgeslagen, waardoor de heer Groothuizen-Kemper uit Amsterdam die hierop niet bedacht was, in botsing kwam met de auto van ver dachte. Door den hevigen schok kwam de auto van den heer Groothuizen-Kemper ondersteboven ln de berm terecht en kreeg ernstige schade. Nadat verschillende ge tuigen waren gehoord, kreeg het O.M. het woord. Spr. achtte de overtreding van art. 22a motor- en rijwielwet wettig en overtuigend bewezen en eischte f. 10 boete of 8 dagen hechtenis. De kantonrechter was het niet met den eisch van het O.M. eens en veroordeelde verdachte tot f. 25 boete of 10 dagen hechtenis. o TANDPASTA ONDER DEN PRIJS VERKOCHT. Eisch tot verbod afgewezen. Twee „bokserwinkels" te Amsterdam verkoopen Amerlkaansche Colgate tand pasta tegen lagere prijzen dan officieel zijn vastgesteld. De officleele importeur eischte in kort geding voor den president van de Amsterdamsche rechtbank mr. J. W. Huysinga, verbod van verkoop door deze beide zaken en oplegging van een dwangsom bij eventueele overtreding. De importeur had het merk gedepo neerd en was van meening, dat daaruit voortvloeide, dat slechts door hem in Ne derland aan den kleinhandel verstrekte Colgate mag worden verkocht. Mr. J. Hartogh de Vries, optredende voor den eigenaar van de winkelzaken, voerde aan, dat hier geen sprake is van een serieus gedeponeerd handelsmerk; dit zou in 't onderhavige geval met zich me debrengen, dat de importeur iedere wille keurige tandpasta in de Colgate-verpak- king ln den handel zou kunnen brengen. Colgate is een fabrieksmerk en kan alleen worden overgenomen en gedeponeerd wan neer de fabriek erbij wordt overgenomen. De president was het met dit verweer eens en wees de vordering af. RECLAME. 7653 hoor. Z.i. wordt de rechtszekerheid daar door grooter. De wethouder betwist dat. Ook de heer Goslinga oordeelt door het voorstel v. d. Voort de rechtszekerheid zelfs kleiner. Het voorstel wordt verworpen met 20 tegen 13 stemmen. Voor de SU.A.P. (be halve de wethouders) en de heer v. Weizen, De heer v. Eek stelt voor de verdere be handeling tc schorsen. Dit wordt aange nomen met 1914 stemmen. De heer Goslinga stelt daarop zijn ver melde vragen. Volgende zitting zullen deze worden be antwoord. RONDVRAAG. De heer BEEKENKAMP, hoewel wetend, dat hij op terrein komt, dat niet is des raads, wijst er op, hoe onlangs in de bus sen der burgerij is gekomen een pamflet van zekere partij, waartegen elders pro ces-verbaal is opgemaakt. Hij vraagt ook hier scherp toezicht! De VOORZITTER zal daarop niet ant woorden. Te hlalf twaalf yolgt dan sluiting. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 10