Uitden Leidschen Raad.
Die "Maartsche buien"
neem
n "AKKERTJE"
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Dinsdag 17 Maart 1936
De agenda weer eens niet afgedaan.
èchle GRIEP-verdrijvers
RECHTZAKEN.
—O
RECLAME.
38»
zijn dikwijls oorzaak dat men koud en
rillerig thuis komt, met het gevoel dat
men heeft kou gevat. Meestal wordt men
dan 's nachts door 'n Griep overvallen!
Meer dan ooit moet men nu zorgen een kokertje
"AKKERTJES" in huis te hebben, want dan kan
men in zoo'n geval voor het naar bed gaan een
"AKKERTJE" nemen en daarmede stuit men het
gevaar in den aanvang, want "AKKERTJES" zijn
die dadelijk afleidend en koortswerend werken.
De samenstelling is een gelukkige vinding van
Apotheker Dumonl en ze zijn onschadelijk.
Hart, maag of nieren worden niet aangetast. Men
went er niet aan en ze zijn prettig in te nemen.
Verrassend snel verdrijven "AKKERTJES"
Hoofdpijn, Migraine, Onbehaaglijkheid, Kies
pijn, Vrouwenpijnen, Lendenpijn, Spil in den
rug, Rheumatische pijnen, Neuralgische pijnen.
Prijs per koker van 12 stuks 52 cent. Metalen zakdoosje met
3 stuks 20 cent. Bij Apothekers en Drogisten verkrijgbaar.
18e, Voorstel tot wijziging van de ver
ordening, regelende de heffing van belas
tingen voor het gebruik van het Openbaar
Slachthuis. (45)
De heer BERGERS wijst er op, hoe hij
a'.s lid der commissie van beheer alleen
is meegegaan uit vrees, dat de fabriek
anders wel eens zou kunnen worden ge
sloten waardoor de werkloosheid nog zou
toenemen. Andere redenen zitn er niet
om dit voorstel te aanvaarden. Feitelijk
behoorden de tarieven ee'ükeliik te wor
den verlaagd en daarvoor vraagt hit nog
eens de aandacht.
Conform wordt daaroD besloten.
i Reeds geplaatst in een deel onzer
vorige oplaag).
DE VEE- EN ZUrVELTENTOONSTELLING.
19e. Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden
wegens deelneming ln het garantiefonds
voor de in September 1935 gehouden vee-
en zuivelten toonstelling
b. tot verhooging van het bij Raads
besluit van 27 Mei 1935 beschikbaar ge
stelde bedrag voor het in gereedheid doen
brengen van een gedeelte van de veemarkt
tot tentoonstellingsterrein. (20)
Wethouder VERWEIJ stelt nader voor
In sub b de hoogere bijdrage te brengen
van f. 600 op f. 1333.90.
De heer GOSLINGA trekt zijn amende
ment daarop thans in.
De heer WILBRINK kwalificeert als
onjuist, dat de inrichting van het terrein
duurder is gekomen tot dit bedrag. Een
garantie van f. 3000 was z.i. a'. royaal en
heette niet noodig. 't Is waar. dat er
slecht weer is geweest doch was juist daar
voor het garantie-bedrag niet bestemd?
Z.i. is men uitgegaan bij den opzet, dat
de garantie ten volle kon worden bienut.
Spr. geeft becijferingen daaromtrent. Z.i.
is niet voldoende rekening gehouden met
de financiën der gemeente, bij wie direct
werd aangeklopt, zonder dat het bestuur
zich moeite gaf tot andere dekking. De
secretaris was tevens leverancier van het
drukwerk: de rekening van f. 2400 werd
door de commissie teruggebracht tot
f. 1500. Dat wijst op geen zuivere verhou
dingen. Dat er geen vergoeding is uit
getrokken voor administratie, behoeft
toch niet nader naar voren te worden
gebracht, dat is heel gewoon en behoort
toch ook zoo. Maar f. 500 is bestemd voor
hulp aan secretaris en penningmeester!
In eigen kring had men in de eerste
plaats moeten zoeken naar dekking en
zulke cijfers achterwege moeten laten.
Het getuigt van weinig verantwoordelijk
heidsgevoel Een man. die altijd zoo voor
de gemeente-financiën Dennning-zestien
was. die altijd de gemeentekas bewaakte,
de heer Goslinga, stelde niettemin
voor een hoogere subsidie van f. 2300,
maar dit is nu teruggenomen.
Voor dit voorstel tot verhooging kan
spr. niet stemmen.
De heer BERGERS zegt. dat de opzet
zoo was. dat alles gedekt heeten mocht.
De storm heeft echter alles tot een chaos
gemaakt en schatten gevraagd.
De heer WILBRINK: f.600!
De heer BERGERS: direct ja. doch In
direct zeker het driedubbele! En dan een
dag bezoek minder etc. Spr. hoopt, dat
het voorstel zal worden aanvaard om de
markt alhier in stand te houden en te
blijven animeeren.
De heer GOSLINGA. wijst er op. hoe hij
niet f. 2300 meer voorstelde, maar f. 700,
doch na de besprekingen in de markt-
commissie is hij daarop teruggekomen.
Het ging niet goed met de Leidsche markt
en ieder zal moeten toejuichen, dat er
noz ngen werden gedaan om het bezoek
te animeeren. Het idee der tentoonstel
ling werd grif door B. en W. toegejuicht
en volgaarne is het comité met B. en
W.'s hulp gevormd gesteund.
De post van f. 1000 voor inrichting is
met f. 1333.90 overschreden, ook voor an
dere doeleinden dan eerst was aange
geven. doch dit was noodig gebleken door
den toevoer van inzendingen etc. Bij goed
weer zouden er duizenden bezoekers zijn
geweest en had de zaak zich nogal be
dropen. De storm echter en direct de
plaatjes in de kranten etc. hebben de
tentoonstelling genekt.
Niet geld is het hoogste, doch goede
trouw en goede trouw tegenover de com
missie vraagt om haar tegemoet te komen
tot genoemd bedrag. De commissie er voor
te laten zitten, is z.i. onfatsoenlijk. Dat de
comissie van plan was de garanties te
gebruiken, is door niets bewezen en alles
is gedaan om het deficit zoo laag mogelijk
te houden en vandaar het terugbrengen
van vele rekeningen w.o. ook een van
f. 2400 tot f1500. Volledig neemt spr. het
voorstel voor zijn rekening.
De heer VALLENTGOED voelt wel
eenige bezwaren van den heer Wilbrink
mede doch anderzijds erkent lui toch ook
dat hier force majeure in het spel was en
daarom zal hii meegaan.
Wethouder VERWEIJ zegt, dat ieder
toch wel eens de ervaring opdoet, dat ge
schatte begrootingen onvoldoende blijken.
Het is onaangenaam, doch niet anders. De
omstandigheden der organisatie waren zoo
ongunstig mogelijk en hebben uitgaven
en inkomsten beïnvloed. De storm-uit-
gaven zijn f.600, doch de inkomsten wer
den er ook door gedrukt. Groote gemeente
belangen waren verbonden aan deze ten
toonstelling en z.i. zuilen wij in het be
lang onzer markt ook ïn de toekomst deze
moeten organiseeren. Op steun der betrok
kenen moet men kunnen rekenen en hii
ontkent, dat de commissie roekeloos met
geld heeft gegooid. Storm en stemming
hebben echter gemaakt, dat niet alle
zorg aan de financiën kon worden be
stemd als anders het geval zou zijn ge
weest. Trots dit voorstel blijft het bestuur
toch nog met f. 900 tekort zitten, om zelf
aan te vullen.
De heer WILBRINK erkent het belang
ven zulke tentoonstellingen vandaar ook
c> garantie Doch deze was begrensd en
daarmede dient toch rekening te worden
gehouden! Spr. blijft er bii dat het bedrag
voor terrein-inrichting serieus was begroot
en voldoende was. Alleen: er is uitgegeven
voor andere doeleinden! Best. doch dan
moest het bestuur ook de gevolgen dra
gen. Men geeft z.i. f. 1333.90 extra-
subsidie.
Met voldoening zag spr. wethouder Ver-
weü het opnemen voor deze commissie
van part. initiatief, waartegen de S.D.A.P.
anders nog al eens in 't geweer kwam. al
bracht deze commissie het er nu eens
slecht af!
Nog volgen korte replieken van den heer
Goslinga en den wethouder.
De heer v. WELZEN meent, dat er zeker
niets is gebleken van kwade trouw of iets
dergelijks, doch aan den anderen kant
was de heele opzet toch z.i. zoo, dat op
min of meer lichtvaardige wijze ls omge
sprongen met de plannen en dus ook met
de kosten. De storm was niet te voorzien,
doch de hoogere kosten worden daardoor
alleen niet verantwoord. Hij zal tegen
stemmen.
De heer DE REEDE wijst er op, hoe geen
subsidie is gegeven doch een garantie.
Deze tentoonstelling is op bijzonder zon
derlinge manier geregeld. Men heeft geen
oog gehad voor de financiën. Spr. is er
principieel op tegen particulieren te laten
putten uit de gemeentekas. Particulieren
moeten zich houden aan gegeven garan
ties en daarmede volstaan.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 26 tegen 7 stemmen.
Tegen de heeren v. Rosmalen, v. d.
Kwaak. Lombert, v. d. Reyden, v. Weizen,
Wilbrink en De Reede.
DE BRANDWEER.
20e. Voorstel:
a. tot intrekking, met ingang van een
nader door B. en W. te bepalen datum,
van de verordening ran 29 April 1909
i Gemeenteblad No. 6) op de brandweer,
zooals deze sedert is gewijzigd:
b. tot beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van de uitbreiding van het brand-
weennaterieel:
c. om B. en W. te machtigen aan H.M.
de Koningin te verzoeken de jaarwedde
van den Commissaris van Politie, in ver
band met het onderbrengen van de brand
weer bij de politie, te verhoogen met f. 500,
zulks gerekend te zijn ingegaan op 1 Juni
1935:
d. om den burgemeester te machtigen
een regeling vast te stellen, betreffende
het toekennen van belooningen aan het
politiepersoneel, dat bij brand heeft dienst
gedaan. (31)
De heer ROMIJN stelt voor het tracte-
ment der inspecteurs van politie te ver
hoogen.
De VOORZITTER stelt, voor dit te be
handelen nadat bekend is de houding van
den minister inzake de salarissen der
agenten.
De heer ROMIJN is van meening. dat
het inspecteerend personeel ook recht op
verhooging heeft, r.u de salarissen van de
politie-agenten en den commissaris zijn of
worden verhoogd, met het oog op de sa
menvoeging met de brandweer, of wat de
agenten betreft minder verlaagd dan voor
het overige gemeentepersoneel. Wachten ls
z.i. onnoodig, het is toch een gevolg van
een genomen raadsbesluit.
De VOORZITTER ontkent, dat de sa
menvoeging van politie en brandweer al
leen het motief was de politie minder te
korten. Laat men nu afwachten, hoe de
minister daarop reageert. Daarop kan
toch best gewacht worden, zoo lang zal
het niet duren. En de raad kan toch niet
opeens nu de cijfers van deze tractemen-
ten gaan beoordeelen.
De heer ROMIJN vraagt dan praeadvies
tezijnertijd, daarmede kan hij genoegen
nemen.
De VOORZITTER zegt dit toe.
De heer VAN DER VOORT stelt voor
het toekennen van belooningen door den
raad te doen regelen. Niet uit wantrouwen
jegens den voorzitter, doch waar de raad
alle toelagen regelt.
De VOORZITTER ontkent dit laatste.
Wat het voorstel zelf betreft, iaat de heer
v. d. Voort wachten tot spr. een regeling
meedeelt in deze materie.
De heer v. d. VOORT vraagt dan prae
advies.
Dit wordt toegezegd.
De heer COSTER stelt eenige vragen.
De heer KUIPERS vraagt of nu die ééne
brandwacht 6 van de 8 worden over
genomen en 1 op wachtgeld gesteld!
niet is over te nemen in politie-dienst?
Spr. en een deel zijner fractie zullen
niet meegaan met sub c. f. 6000. zooals de
commissaris op 1 Juli van dit jaar zal ge
nieten, is h.i. voldoende.
De heer BERGERS juicht toe de salaris-
verhooging van den commissaris ln plaats
van een gratificatie.
De heer DE VRIES vindt het vreemd,
dat voor den commissaris als motief door
B. en W. wordt gebruikt, wat zij afkeur
den voor de politie-agenten.
De heer ELKERBOUT oordeelt een be
drag van f. 500 voor extra-belooningen al
zeer laag. Ook spr. neemt het op voor den
niet overgenomen brandwacht
De heer v. ECK meent, dat als men de
zaak op zich zelf beziet, er reden is voor
verhooging van het salaris van den com
missaris, doch uit algemeen standpunt en
in verband met den geest des tijds oor
deelt hij verhooging van zoo'n salaris niet
gewenscht. Vergrooting van het verschil
tusschen de laagste salarissen en de hoo
gere. toch reeds vaak zoo schrijnend, mag
in deze tijden z.i. niet worden aanvaard.
Dit zonder iets te kort te doen aan de
waardeering voor den betrokkene.
De heer TOBÉ sluit zich aan bij den
heer v. Eek. Laat men volstaan met een
„symbolische" verhooging.
De heer JONGELEEN maakt eenige op
merkingen over het voorgestelde mate
riaal.
De heer MANDERS oordeelt verhooging
van het salaris van den commissaris bil
lijk, waar verzwaring van arbeid toch
steeds gepaard ging met salarisverhoo-
ging. En deze verhooging is niet overdre
ven. gezien wat elders wordt gegeven.
De heer WILBRINK steunt eveneens het
voorstel tot verhooging van salaris, waar
de taak van den commissaris zeer is uit
gebreid. Hoog of laag salaris, bij uitbrei
ding van werkzaamheden behoort ook
meer te worden betaald, dat is rechtvaar
dig.
De heer v. d. REYDEN steunt den heer
v. Eek, gelet op de algemeene salarisver
lagingen en de moeite, de begrooting slui
tend te maken.
De VOORZITTER beantwoordt eerst de
vragen van den heer Coster en de techni
sche opmerkingen van den heer Jonge-
leen. Wat de eene brandwacht betreft,
voor den polltle-dienst is hij niet geschikt.
Misschien is hij echter bij andere takken
van dienst onderdak te brengen, hij zal
nog eens een beroep doen op de wethou
ders.
De taak van den, commissaris van poli
tie. wordt zeer verzwaard door de samen
voeging van politie en brandweer, veel
meer dan voor de agenten. Wat hier op
gaat, deed het niet voor de agenten, vol
gens B. en W. Het bedrag van f. 500 voor
premies is aan de practijk van vorige ja
ren ontleend. Voorgesteld wordt voor com
missaris geen salaris-verhooging doch een
jaarlijksche premie voor bijzondere werk
zaamheden. De commissaris wordt niet
benoemd door den raad, zijn salaris wordt
niet ln den raad bepaald, dat vergete men
niet. De taak van den commissaris is toch
al zeer uitgebreid door tal van nieuwe
wetten etc. De brandweerregeling ver
zwaart zijn werkzaamheden echter al zeer
beduidend. En dan is er studie noodig.
Heeft de raad het recht den commissaris
deze taak op te leggen? Over die vraag is
nooit gedacht of gesprokenMaar mag de
raad zooveel werk elschen voor niets? Mag
dan op hetzelfde enthousiasme worden
gerekend?
De belooning is laag gehouden, zooals
trouwens zijn salaris hier aan den lagen
kant is.
Repllceerend wijst de heer v. ECK nog
op het onwenschelijke van samenvoeging
van functies, die zooveel vragen, terwijl
er zoovelen werkloos rondloopen. Was dan
niet beter een deel van zijn taak over te
dragen aan een ander?
De heer BEEKENKAMP oordeelt zeer
overdreven, hetgeen de heer v. Eek op
merkte en zal met B. en W. meegaan, te
meer. waar de raad den commissaris niets
kan opdragen, goed beschouwd. Ook de
heer GOSLINGA zal meegaan, evenals de
heer v. ROSMALEN, die door het debat
van tegenstander tot voorstander is ge
worden.
Sub a wordt z.h.st. goedgekeurd, even
als sub b.
Sub c (toelage commissaris! wordt ver
worpen met 17—16 stemmen.
Tegen de heeren Schüller, Jongeleen,
Snel. v. d. Voort, Vallentgoed, Kuipers, v.
d. Kwaak. Carton, Sehoneveld, Hessing,
Groeneveld, v. d. Reyden, v. Weizen, v.
Eek, Tobé en de dames Braggaar en De
Cler.
Sub d wordt z.h.st. aanvaard.
Hierna schorsing.
AVONDZITTING.
RECHTSTOESTAND ONDERWIJZEND
PERSONEEL.
21e. Voorstel tot vaststelling van een
verordening, houdende regeling van den
rechtstoestand van het onderwijzend per
soneel, verbonden aan de openbare in
richtingen van onderwijs der gemeente
Leiden en in verband daarmede, tot wijzi
ging van verschillende verordeningen be
trekking hebbende op het openbaar on
derwijs in deze gemeente.
(237 van 1935 en 10)
De heeren v. d. VOORT en GOSLINGA
spreken een kort inleidend woord bij de
algemeene beschouwingen, waarbij de
laatste aanraadt zoo weinig mogelijk te
wijzigen, 't Zou alleen de firma Groen
maar ten goede komen!
De heer DE VRIES wil inzake revolu
tionaire kwesties scheeper bepalingen.
Beter dan maatregelen voor ontslag is
het treffen van maatregelen tegen be
noeming!
De heeren HESSING en GROENEVELD
komen daar tegen op. De laatste wijst er
op, hoe „revolutionair" zoo weinig zegt.
Wat is dat? Spr. noemt Nationaal Herstel
b.v. revolutionair.
Wethouder TEPE constateert met vol
doening, dat Leiden de 2e plaats is. waar
zoo'n regeling tot stand komt. Bussum
was voor, dank zij het uitstel hier. En zij
zijn hier gemakkelijker begrijpbaar!
Z.i. is „revolutionaire gezindheid" niet
zoo moeilijk te definieeren in de practijk
en geeft het weinig reden tot onzekerheid.
Bij benoeming kan daarmede toch altijd
rekening worden gehouden, los van de
verordening?
Bij de replieken, waaraan deelnemen de
heeren v. cl. Voort, de Vries en Groene
veld wordt druk gepolemiseerd over het
begrip revolutionair Ook de heer v. Wei
zen geeft daarover nog zijn lezing.
Na dupliek van den wethouder over het
zelfde onderwerp worden de alg. beschou
wingen gesloten.
Bij de artikelen bepleit de heer Groe
neveld het aanstellen van onderwijzeres
sen aan de openb. bewaarscholen in den
raad te brengen.
De heer Eikerbout oordeelt een voor
dracht van 2 personen als regel noodig,
niet „zoo mogelijk", zooals er nu staat.
De heer Wilmer is over 't algemeen
voor benoeming door den raad. doch er
zijn uitzonderingen, specieal dan als de
raad niet voldoende kennis of geen ge
schiktheid heeft. Dit laatste geldt ook
voor het onderwijs. Daarom steunt hij
hier benoeming door B. en W voor zoover
de wet dit niet belet.
De heer Goslinga wijst er op, dat al
sinds 1841 de benoeming van deze leer
krachten van liet bewaarschool-onderwijs
aan B. en W. was en 't is altijd goed ge
gaan!
Wethouder Tepe zou het liefst alle
enderwijs-benoemingen aan B. en W. zien
overgelaten, doch de wet schrijft anders
voor. De ervaring rechtvaardigt dit. Daar
om ls hij tegen het voorstel Groeneveld.
Blijkbaar vertrouwt de heer Groeneveld
B en W. niet inzake benoeming van
Leidsche ingezetenen, doch die verdenking
is onjuist. Bij B. en W. beslist alleen de
geschiktheid, anders niets, en boven
dien het belang van het onderwijs. Het
voorstel Eikerbout oordeelt spr. over
bodig en ongewenscht.
De heer de Reede steunt den wethouder.
Het voorstel Eikerbout wordt verworpen
met 294 stemmen.
Voor de heeren Eikerbout, Beekenkamp,
Sehoneveld, Goslinga.
Het voorstel Groeneveld wordt verwor
pen met 1815 stemmen.
Voor de S.D.A.P. en de heer v. Weizen.
Een voorstel v. d. Voort om binnen 14
dagen voor te schrijven, in plaats van
7 dagen voor herkeuring, wordt na be
strijding door den wethouder teruggeno
men, terwij 1 de wethouder op instigatie
van den heer Romljn toezegt, de zaak nog
eens te onderzoeken.
Een voorstel Groeneveld, toe te voegen
„Geen machtiging wordt verleend tot het
geven van privaatlessen aan eigen leer
lingen" wordt gesteund door den heer De
Vries, doch na bestrijding door den heer
Bergers, den wethouder, den heer Goslin
ga. den heer Wilmer, den heer De Reede
teruggenomen.
De wethouder begrijpt het motief van
het voorstel alle hoofden van middel
baar onderwijs en vooral hooger onderwijs
erkennen dit! doch een imperatief ver
bod gaat toch te ver. Daarom wil hij wel
zoo wijzigen dat privaat-les aan eigen
leerlingen alléén mogelijk is met permis
sie van B. en W. De raad gaat daarmede
accoord.
De heer v. d. Voort heeft een wijzigings
voorstel betreffende het verleenen van
buitengewoon verlof met behoud van be
zoldiging. Het gaat om eenige uitbreiding.
Na bestrijding door den heer Goslinga en
den wethouder, die er op wijst, dat er toch
zeker geen reden is om vrijgeviger te zijn
voor onderwijspersoneel, dan voor ander
gemeente-personeel, gelet op de vacanties,
wordt het voorstel verworpen met 2013
stemmen Voor de S.D.A.P, (behalve de
wethouders) en de heer v. Weizen.
Dan volgt een voorstel v. d. Voort inzake
verhoor bij strafoplegging binnen 4 x 24
uur en het opmaken van proces-verbaal
bij mondelinge verantwoording, zoo noo
dig met steun yan anderen bij het ver-
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
P J. E., student uit Haarlem, moest
gisteren terechtstaan omdat hij op den
nieuwen Rijksweg onder Oegstgeest met
zijn auto de veiligheid van het verkeer
ernstig in gevaar had gebracht, doordat
hij, waar het weggedeelte zich splitst, on
voorzichtig een hoek was omgeslagen,
waardoor de heer Groothuizen-Kemper uit
Amsterdam die hierop niet bedacht was,
in botsing kwam met de auto van ver
dachte. Door den hevigen schok kwam de
auto van den heer Groothuizen-Kemper
ondersteboven ln de berm terecht en kreeg
ernstige schade. Nadat verschillende ge
tuigen waren gehoord, kreeg het O.M. het
woord. Spr. achtte de overtreding van
art. 22a motor- en rijwielwet wettig en
overtuigend bewezen en eischte f. 10 boete
of 8 dagen hechtenis. De kantonrechter
was het niet met den eisch van het O.M.
eens en veroordeelde verdachte tot f. 25
boete of 10 dagen hechtenis.
o
TANDPASTA ONDER DEN PRIJS
VERKOCHT.
Eisch tot verbod afgewezen.
Twee „bokserwinkels" te Amsterdam
verkoopen Amerlkaansche Colgate tand
pasta tegen lagere prijzen dan officieel
zijn vastgesteld. De officleele importeur
eischte in kort geding voor den president
van de Amsterdamsche rechtbank mr. J.
W. Huysinga, verbod van verkoop door
deze beide zaken en oplegging van een
dwangsom bij eventueele overtreding.
De importeur had het merk gedepo
neerd en was van meening, dat daaruit
voortvloeide, dat slechts door hem in Ne
derland aan den kleinhandel verstrekte
Colgate mag worden verkocht.
Mr. J. Hartogh de Vries, optredende
voor den eigenaar van de winkelzaken,
voerde aan, dat hier geen sprake is van
een serieus gedeponeerd handelsmerk; dit
zou in 't onderhavige geval met zich me
debrengen, dat de importeur iedere wille
keurige tandpasta in de Colgate-verpak-
king ln den handel zou kunnen brengen.
Colgate is een fabrieksmerk en kan alleen
worden overgenomen en gedeponeerd wan
neer de fabriek erbij wordt overgenomen.
De president was het met dit verweer
eens en wees de vordering af.
RECLAME. 7653
hoor. Z.i. wordt de rechtszekerheid daar
door grooter. De wethouder betwist dat.
Ook de heer Goslinga oordeelt door het
voorstel v. d. Voort de rechtszekerheid
zelfs kleiner.
Het voorstel wordt verworpen met 20
tegen 13 stemmen. Voor de SU.A.P. (be
halve de wethouders) en de heer v. Weizen,
De heer v. Eek stelt voor de verdere be
handeling tc schorsen. Dit wordt aange
nomen met 1914 stemmen.
De heer Goslinga stelt daarop zijn ver
melde vragen.
Volgende zitting zullen deze worden be
antwoord.
RONDVRAAG.
De heer BEEKENKAMP, hoewel wetend,
dat hij op terrein komt, dat niet is des
raads, wijst er op, hoe onlangs in de bus
sen der burgerij is gekomen een pamflet
van zekere partij, waartegen elders pro
ces-verbaal is opgemaakt. Hij vraagt ook
hier scherp toezicht!
De VOORZITTER zal daarop niet ant
woorden.
Te hlalf twaalf yolgt dan sluiting.
2—3