De besprekingen te Londen. JAARBE BRUSSEL LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Zaterdag 14 Maart 1936 Heden de Volkenbondsraadszitting. van llot 15 VISSCHERI JBERiCHTEN. PARLEMENTAIR OVERZICHT STANDAARDS VOLKORENBROOD AGENDA. De eerste bijeenkomst van de Locarno- commlssie eindigde te 1.35 uur gistermid dag. na een zitting van een uur en drie kwartier. De Locarno-conferentie van 's middags begon om halt 6 en heeft geduurd tot kwart over zes. In het uitgegeven communiqué wordt ge zegd, dat het kleine comité van vertegen woordigers van de drie mogendheden, die het verdrag van Locarno hebben onder teekend, gedurende den dag zijn onderzoek van den toestand heeft voortgezet. Naar mate de besprekingen vorderden, heeft men met voldoening waargenomen, dat een nauwere toenadering der opvattingen naar voren kwam. De eerstvolgende zitting van het comité zal vanmiddag om 5 uur gehouden wor den. De Duitsche ambassadeur, von Hoesch, begaf zich om 5 uur naar het. Foreign Office en verliet dit weer om 5.35 uur, na daar een onderhoud te hebben gehad met een Juridisch adviseur van het ministerie. Natuurlijk werden aan dit laatste bezoek vele commentaren vastgeknoopt, doch deze zijn blijkbaar alle onjuist. Van Duitsche zijde is geen enkele nieuwe stap in het conflict gedaan. Geheel opgehelderd is de toestand aller minst. Tusschen de Locarno-mogendheden is nog geen overeenstemming bereikt. Mag men de Fransche berichten gelooven, dan houden de Franschen nog steeds vast aan sanctie, doch van Engelsche zijde blijft men mededeelen, dat de Franschen bereid zijn te praten, zoo een symbolische ont ruiming zou plaats hebben. In ieder geval schijnt de Engelsche opvatting de Fran sche meer te zijn genaderd, ook waar con servatieven als Churchill Austen Chamber lain. Hoare en Horner den band met Frankrijk willen zien gehandhaafd. Men meent, dat Eden den Duitschen ambassadeur heeft medegedeeld, dat de Britsche regeering de voorstellen aan Duitschland handhaaft, welke Woensdag avond werden gedaan, om door een spon tane geste bij te dragen tot een regeling. Inmiddels hebben de vertegenwoordigers van de Volkenbondsraad-staten heden reeksen besprekingen gevoerd. Men gelooft, dat in den loop hunner vergadering de vertegenwootdigers der Kleine Entente het eens geworden zijn om de gegrondheid der Fransche stelling te erkennen en te meenen, dat de eerbiedi ging van de verdragen en verplichtingen van het Pact de gedragslijn der te Lon den vergaderde mogendheden moet aan geven. Vijf en dertig vereenigingen in Grie kenland hebben volgende oproep gericht tot het secretariaat van den Volkenbond: De pacifistische vereenigingen. jeugd organisaties en vrouwenbonden van Grie kenland verklaren pijnlijk verrast te zijn door het oorlogsgebaar van Duitschland, waaruit een nieuwe slachting der jeugd zou kunnen voortkomen. Zij doen een be roep op den Volkenbond, die den vredes wil van de wereld vertegenwoordigt om het probleem van het Rijnland onmiddellijk in behandeling te nemen in den geest van het Volkenbondsstatuut en met het oog op de belangen der menschelijkheid. De zitting van den Volkenbondsraad. Voor de zitting van den Volkenbonds raad die heden elf uur begint is de Queen Anne zaal in het St. James Palace in ge reedheid gebracht. De Koning heeft de vertrekken, welke hieraan grenzen, afge staan voor de gedelegeerden en hun as sistenten. Men heeft al het mogelijke gedaan om te zorgen, dat de afgevaardigden te Lon den van evenveel gemakken omringd zul len zijn als te Geneve. Naar men meent te weten, zal de eer ste zitting van den Volkenbondsraad ge wijd worden aan een exposé van de Fran sche en Belgische standpunten. Verder zal de raad een verklaring aanhooren van ieder ander lid, dat zijn standpunt inzake de Duitsche verdragsschending zou wen- schen uiteen te zetten. De raad zal daarna a s. Maandag op nieuw bijeenkomen en alsdan een rappor teur benoemen. Een andere bijeenkomst is voorzien te gen het einde van de volgende week. Deze zal zeer waarschijnlijk eveneens te Londen worden gehouden, na een bezoek van Flandin aan Parijs, waar hij met zijn col lega's zal beraadslagen over den verderen gang van zaken. Het is waarschijnlijk dat de Franschen en Belgen bij de uiteenzetting van hun standpunt duidelijk zullen vaststellen, dat de onderteekenaars van het Locarno- verdrag geen oorlogszuchtige maatregelen van welken aard dan ook willen overwe gen. doch dat men in de naaste toekomst andere maatregelen zal moeten bestudee- ren, die zoo noodig getroffen kunnen wor den en die niet het karakter van vijandige daden zouden hebben, aldus de Engelsche Zienswijze. De Volkenbondsraad zal, naar men ver wacht, werkelijk constateeren, dat de on derteekenaars van Locarno het er over eens zijn, dat Duitschland het verdrag geschonden heeft en deze overeenstem ming der Locarno-mogendheden dan sanc- tlonneeren. Volgens de Fransche berichtgeving zal de delegatie er op aandringen, dat sanc ties zullen worden voorgesteld door de Locarno-mogendheden en door den Vol ken bondsraad. Frankrijk is bereid, zoo ver te gaan, als de Locarno-mogendheden in gemeenschap pelijk overleg zullen besluiten en de Vol kenbondsraad zal aanbevelen te doen. De houding van Italië. Het agentschap Stefani meldt, dat po litieke kringen te Rome doen opmerken, dat de verklaring van Qrandi in de Lo carno-conferentie niet wil zeggen, dat de Itallaansche houding van reserve negatief is. De door den Italiaanschen vertegen woordiger gemaakte reserve is van moree- len aard en is afhankelijk van het feit, dat Italië onderworpen is aan sancties. Het Italiaansche volk wil dit feit niet voorbijzien. Besprekingen te Parijs, Minister-president Sarraut heeft heden een onderhoud gehad met Herriot over de diplomatieke besprekingen, die op het oogenblik in Londen worden gevoerd. De secretaris-generaal van het minis terie van buitenlandsdhe zaken, Léger, werd in den loop van het onderhoud bin nengeleid. Overigens werd Léger door den minister president belast met de taak, aan de Fransche delegatie een bepaald aantal voorstellen voor te leggen. Tn antwoord op verschillende vragen verklaarde Herriot aan de pers, dat zijn houding ten opzichte van de Duitsche geste niet veranderd was en dat hij zijn standpunt had vastgelegd in een artikel in de „Ere Nouvelle", waarin (hij verklaart: „Men moet de nuance weten te vinden tusschen krachtig optreden en onvoorzich tigheid". Vermelding verdient nog, dat Herriot een langdurige bespreking heeft gehad met Paul Boncour, die gisteren in den namiddag naar Londen vertrok, waar hij aan de loopende onderhandelingen moet deelnemen Incident in het Lagerhuis. Gistermiddag heeft in de zitting van het Lagerhuis een incident plaats gehad. Van de publieke tribune af riep een vrouw; „Houdt den oorlog tegen". Vóór de deurwaarders haar hadden kun nen verwijderen, wierp zij pamfletten in de zaal. Op het oogenblik, dat de deur waarders haar de deur uitzetten, keerde zij ziah om en riep: „Gij zijt erger dan de struisvogels, gij hebt in liet geheel geen verstand". De bezetting van Rijnland. De „Deutsche Diplomatlsch-Politische Korrespondenz" Schrijft over het denk beeld, dat Duitschland om onderhande lingen mogelijk te maken, zou afzien van het bouwen van fortificaties in de tot dus verre gedemilitariseerde Rijnland-zóne o.m. dat Frankrijk langs zijn geheele Oostgrens ontzaggelijke versterkingen heeft gebouwd en dat Duitschland daar aan geen aanstoot neemt, omdat het geen vijandige voornemens heeft en alle terri toriale kwesties met Frankrijk geregeld zijn. De Duitschers zouden het echter evenmin begrijpen, wanneer Duitschland een zoo groot deel van zijn gebied zonder bescherming aan toevallen blootgesteld zou laten. Duitschland zal nooit afzien van rechtsgelijkheid. De weerstandslinies, die Duitschland zich moet voorbehouden, vormen een uitsluitend defensief plan aan de Duitsche Westgrens. Bovendien worden fortificaties niet van vandaag op morgen gebouwd. De Duitsche grensversterking zal in het Westen ook nooit zoo zwaar worden als de Fransche. Frankrijk heeft tot dusverre daarvoor reeds meer dan 8 milliard francs uitgegeven. Dat kan Duitschland niet opbrengen. Er zijn dus grenzen gesteld aan de toekom stige fortificaties in het Westen, welke Frankrijk nog altijd een geweldig over wicht zullen geven. Het systeem der Fransche grensversterkingen heeft vol gens het oordeel van alle vaklieden het voordeel van absolute veiligheid. Duitsch land is de laatste, die Frankrijk zijn vei ligheid niet gunt. Des te meer kan het eischen, dat Duitschland van geen enkelen kant de eisch en de eer wordt ontzegd ter uitoefening van zijn souvereinitedt voor de bescherming van Duitschland te zorgen. Het totaal der militaire en half-militaire organisaties in het Rijnland zou volgens den diplomatieken redacteur van de „Dai ly Telegraph" 248.000 man bedragen. De samenstelling is als volgt: geregelde troe pen 30.000, militaire politie die bij het leger wordt ingelijfd 30.000, het op militaire leest geschoeide arbeldscorps 30.000, storm troepen en half-militaire organisaties 150.000, Oostenrijksch legioen 8 a 10.000. BIJ deze cijfers moeten, aldus het blad, nog bepaalde gemotoriseerde eenheden worden gevoegd. RECLAME. 8788 G*O0 r'oN„ 'E «AS,, mot"0 gr°°u He^luk ve»ujf. S"JGf„ s°*srs DE TREILVISSCHERIJ. (Van onzen Visscherij-medewerker). De daling in de vischprijzen, die reeds in het laatst der vorige week een aanvang nam, bleef aanhouden en ze liepen lederen dag wat verder terug. De tongprijzen zijn met 50°/i> omlaag ge gaan en met de andere vischsoorten was het al even treurig gesteld. Alleen de groo- tere scholsoorten bleven op prijs, doch hiervan werd hoegenaamd niets aange voerd. Met de besommingen was het dan ook allertreurigst gesteld. De gewone motor- loggers maakten reizen van f300 tot f. 500. Een logger, die f. 800 besomde, was een uitzondering; voor de groote motor- loggers en de kustbooten was het in ver houding even slecht. Het is tot nu toe voor de treilschepen wel een uiterst droevig jaar. De beste maanden, Januari en Februari, zijn thans achter den rug; zij leverden voor de mo- torloggers weekbesommlngen op tusschen de f. 300 en f. 400, wat reeds veel te. weinig TWEEDE KAMER. DE VOORZORGSMAATREGEL DER REGEERING. De heeren Aalberse en Vliegen hebben het ln-dienst-houden van den winterploeg '35 ter tafel gebracht. Niet de maatregel zelf. Daarop viel in hun vragen geen critlek. De heer Vliegen had zelfs in één zijner vragen de verkla ring ingelascht, dat het in-dienst-houden door hem „gerechtvaardigd wordt geacht". Maar zij wenschten twee dingen te weten. In de eerste plaats, of de Regeering niet van oordeel wasi dat de maatregel de in diening van een;, wetsontwerp had ver- elscht. In de tweede plaats, waarom de Minister-President zijn mededeeiingen per radio heeft gedaan en niet in het parle ment. Zij vroegen: De heer Aalberse ir.k.i 1. Is de regeering bereid mede te dee- len, welke redenen haar gemotiveerd heb ben om op Woensdagavond 11 Maart, dus op een dag, dat de beide Kamers der Sta- ten-Generaal vergaderden, met voorbij gaan van de volksvertegenwoordiging, per radio aan het Nederlandsche volk mede te deelen, dat zij besloten had de dienst plichtigen, die op 14 Maart met groot ver lof zouden gaan. onder de wapenen te doen blijven? 2. Is de regeering van meening, dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 187 van de Grondwet onverwijld een voor stel van wet aan de Staten-Generaal moet worden gedaan, om het onder de wapenen blijven der dienstplichtigen zooveel noodig te bepalen; en zoo neen, waarop steunt dan de meening van de regeering en welke gedragslijn denkt zij in deze te volgen? De heer Vliegen s.d.) 1. Is de Regeering niet van oordeel, dat het bepaalde in art. 1. vierde lid der Dienst plichtwet, hetwelk het in dienst houden van dienstplichtigen uitdrukkelijk gelijk stelt met het roepen in werkelijken dienst, verplicht tot het onverwijld indienen van een voorstel van wet, als bedoeld in art. 187 der Grondwet, in gevallen, waarin dienstplichtigen, wier eerste oefentijd is verstreken, in dienst worden gehouden? 2. Waarom heeft de Regeering, nu zij een dergelijken maatregel welke op dit oogenblik ook door mij gerechtvaardigd wordt geacht heeft genomen, niet aan die grondwettelijke bepaling voldaan? 3. Acht de regeering het een juiste in achtneming van de verhouding tusschen regeering en volksvertegenwoordiging, dat zij van een door haar, met het oog op buitengewone internationale omstandig heden genomen belangrijken maatregel als het in dienst houden van dienstplichtigen na het verstrijken van hun normalen wet- telijken oefentijd, genomen bovendien op een dag, dat de Tweede Kamer der Staten- Generaal in vergadering bijeen was, enkel door middel van de radio haar besluit ter publieke kennis bracht? 4. Ware het niet meer in overeenstem ming geweest met goede constltutloneele opvattingen als zij voor deze bekendmaking allereerst haar spreekplaats in de verga dering van de Tweetje Kamer der Staten- Generaal had gebri ANTWQC COLIJN. RECLAME. 6448 HET VOEDSEL JONG EN OUD VAN MINISTER Op de vragen van den heer Aalberse antwoordde Minister Colijn: 1) Naar het oordeel der Regeering zou een mededeeling in een vergadering van een of van beide Kamers der Staten-Ge neraal, met onderbreking van den ge wonen arbeid, aan den onderwerpelijken maatregel naar buiten een grootere be- teekenis hebben verleend dan met de wer kelijkheid in overeenstemming zou zijn. De Regeering heeft aanvankelijk overwo gen den maatregel zonder meer te ne men. Zij vreesde echter, dat dit aanleiding zou kunnen geven tot allerlei ongewenscht en ongegrond commentaar. Zij besloot daarom tot een bekendmaking per radio, omdat deze naar haar meening de beste gelegenheid bood om tegelijk met de aan kondiging van den maatregel de beteeke- nis ervan voor het Nederlandsche volk in het juiste licht tc stellen, hetgeen wen- schelijk werd geoordeeld om geen onnoo- dige onrust in het land te verwekken. 2> De Regeering is van oordeel, dat art. 187 der Grondwet voor dit geval de on verwijlde indiening van een voorstel van wet niet voorschrijft. Het doet zulks toch alleen voor het geval, dat dienstplichtigen, die niet in werkelijken dienst zijn, door is. Thans komen de voorjaarsmaanden, die elk jaar nog minder zijn dan de eerste maanden van het jaar; de vooruitzichten voor de treilvisscherij zijn dan ook niet erg moedgevend. De IJmuidensche vischhandel protesteert tegen het overvoeren van de markt op Maandag. Niet minder dan 42 Katwijksche motorloggers waren dien dag aan de markt; terwijl er tevens een groot aantal stoomtrellers was. De bedrijvigheid op zoo'n dag is enorm en er moet heel wat werk verzet worden alvorens alle schepen gelost hebben en de visch verkocht ls. Een dergelijk groot aantal schepen kan niet tegelijk lossen en men moet dan zijn beurt afwachten; hierdoor wordt de verkoop op gehouden en het was Maandag dan ook ruim 12 uur eer de laatste visch ver kocht was. Om aan dezen ongewenschten toestand een einde te maken hebben de besturen van de IJmuider Vischhandelvereeniging en de Zeevisch-Groothandelvereeniglng een dringend telegram aan de Nederlandsche Vischerljcentrale gezonden, waarin met ernst werd gewezen op den onregelmatigen vlschaanvoer door de motortreilloggers. Ons inziens zal het echter uiterst moei lijk zijn aan dezen ongewenschten toe stand een einde te maken. Een typisch ver schijnsel is. dat niettegenstaande den steeds op Maandag bijzonder grooten aan voer, de prijzen dien dag meestentijds het best zijn. De afgeloopen week toonde dit nog weer eens zeer duidelijk aan, Maandag was nog de beste dag van de week. Wan neer hierin eenlge verandering gebracht kon worden, gelooven wij zeer zeker, dat het binnenloopen voor de Maandagmarkt zeer sterk af zou nemen. Thans profiteeren de zeelieden van een Zondag thuis met de kans op de beste markt van de week. Worden echter in het midden van de week de beste prijzen be taald, dan zal een groot aantal reederijen besluiten, in ieder geval een gedeelte van hun schepen op die dagen te laten markten. MAREDIJK 46-48 TEL.2507 den Koning buitengewoon onder de wa penen worden geroepen. Zulks heeft in casu, waar het besluit alleen betrekking had op dienstplichtigen, die in werkelijken dienst zijn, niet plaats gehad. Wel zal waarschijnlijk binnenkort bij suppletoire begrooting een verhooging moeten worden voorgesteld van eenige posten der De- fensle-begrootlng voor 1936. gebaseerd op een beperkten tijdsduur van het onder de wapenen houden van de betrokken dienst plichtigen, omdat te verwachten valt, dat sommige posten dier begrooting ontoerei kend zullen zijn, wanneer een deel der lichting langer onder de wapenen zal moe ten verblijven dan bij de indiening der be grooting was te voorzien. Op de vragen van den heer Vliegen antwoordde de Minister: 1) De Regeering is van oordeel, dat het bepaalde In art. 1, 4de lid der Dienstplicht wet het onder de wapenen houden van dienstplichtigen wel administratief gelijk stelt met het oproepen van niet ln wer kelijken dienst zijnde dienstplichtigen, doch dat daaruit niet voortvloeit dat het imperatieve voorschrift van art. 187 der Grondwet daardoor toepasselijk wordt op een geval waarvan in die Grondwetsbe paling niet gerept wordt. Zij meent dat uitsluitend de tekst van de Grondwet zelf hier beslissend is. 2i Afgezien van de omstandigheid, dat de indiening bij de Staten-Generaal van een ontwerp als in deze vraag bedoeld meer tijd eischt dan verloopen is tus schen het nemen van het besluit der Re geering en het tijdstip, waarop de vraag werd gesteld, ligt het antwoord op de tweede vraag opgesloten in het antwoord cp de eerste. 3) In het antwoord op de eerste vraag van den heer Aalberse heeft de Regeering reeds medegedeeld, dat zij. door een ver klaring, ln een of in beide Kamers der Staten-Generaal afgelegd, aan den geno men maatregel grootere beteekenls zou hebben gegeven dan met de werkelijkheid overeenkwam. De bekendmaking per radio schonk haar de besj denkbare gelegenheid om de gevallen beslissing tbc te lichten op een wijze, die het wekken van onnoo- dige ongerustheid in het land zou kunnen voorkomen. 4) Gelet op de overwegingen, die de Regeering bij de keuze van den te volgen weg geleid hebben moet het antwoord op de 4de vraag in dit geval ontkennend luiden. Hierna had nog een korte gedachten- wisseling plaats, waarbij de heeren Aal berse en Vliegen op de indiening van een ontwerp bleven aandringen. De Minister antwoordde, dat hij in ieder geval credie- ten moest vragen. GEEN INTERPELLATIE. De heer De Visser, die de Regeering wilde interpelleeren over de genomen en nog te nemen maatregelen in verband met den internationalen toestand en de staatkundige spanningen, heeft daartoe geen verlof gekregen. De Voorzitter deed daartoe het voorstel, omdat, zooals hij zeide, de Regeering zelf op dit oogenblik nog nauwelijks gelegenheid heeft gehad haar standpunt ten aanzien van vraag stukken, uit den internationalen toestand voortvloeiend, te bepalen. Dit motief werd door den heer Vliegen gedeeld (de Regee ring weet zelf niet zei hij wat ze misschien over enkele dagen zal doen), maar hij drong er bij de Regeering op aan, vooral nu de Kamer eenige weken naar huis ging, zich te herinneren, dat er een Commissie voor Buitenlandsche Zaken be staat. Natuurlijk was de heer De Visser niet content met dat voorzitterlijke voor stel, en de heeren Sneevliet en Wijnkoop waren het ook niet, maar de Kamer was het wel en besliste met 80 tegen 3 stem men, dat de heer De Visser niet zou In terpelleeren. De heer De Visser was ook niet te spre ken over het feit, dat de Kamer tot 1 April met vacantie zal gaan, ln deze dagen van internationale spanning, maar de Voor zitter wees hem er op, dat hij zelf (d.w.z. de President) ten allen tijde gerechtigd is de Kamer bijeen te roepen en dat 10 leden dit eveneens kunnen doen. ALLERLEI ANDERE WERKZAAMHEDEN. De Kamer heeft gisteren nog een vrij kort programma afgewerkt. Zij heeft allereerst het wetsontwerp in zake den versnelden bruggenbouw (ver hooging van het recht op benzine) met 65 tegen 20 stemmen aangenomen. De staatkundig-gereformeerden waren er tegen, en de revolutionairen, mitsgaders 9 katholieken, 2 anti-revolutlonalren en de heeren Weitkamp (chr.-hist.), Arts (kath. dem.) en Westerman (wild). Verworpen daarentegen, met 81 tegen 4 stemmen (onder die 4 was nog één ver- gisser) heeft de Kamer de motie-De Vis ser, om de pluimveehouders vrij te stellen van betaling der graanrechten Bij de wetsontwerpen tot herziening van de bestuursregellng van Suriname en Curacao heeft minister Colljn, ln ant woord op verschillende opmerkingen, ver klaard, dat met deze revisie de eindpaal nog niet is bereikt. Voor bepaalde bevol kingsgroepen zal nog een rechtsherzie- ning volgen. Overigens verdedigde de Mi nister het systeem, waarbij één-derde van de leden der Staten door den Gouverneur wordt benoemd, met de opmerking, dat HEDEN: Zomerlust: Uitvoering „Het Nieuwer Tooneel"; 81/» uur nam. Zondag. Morschweg 59: Stadsevangelisatie te' 8 uur nam. Trianon-Theater: I. v. A. O. Haagsch Arb. Symphonie-orkest. 10 nur voorm. Vrüe Evang. Gem.: Samenkomsten te 10 uur voorm. en 7 uur nam. DIVERSEN. Woensdag Inst. v. Praeventleve Genees kunde. Medisch Opvoedkundig Bureau (Boerhaavestraat 21). Half drie tot halfvier Inenting tegen diphterle 45 uur nam. Woensdags: Inst Praeventleve Ge neeskunde. Consultatiebureau voor Alco holisten 8 uur nam. VrJldags: Inst. v. Praeventleve Genees kunde. Consultatiebureau voor Beroeps keuze. 45 uur nam. DAGELIJKS. Lakenhal: Sohilderljenten toonstelling Gerard Hordijk. 104 uur; 's Zondags 1—4 uur (tot 24 Maart). BIOSCOPEN. Luxor-Theater, Stationsweg. 8 uur nam. „Zwarte rozen". Woensd., Donderd. en Zaterd. nam. 2 u. Zondag nam. 2 uur, 4 uur 30 en 8 uur. Trlanon-Theater, Breestraat, 8 uur nam. „Zou Zou". Woensdag en Zaterdag nam. 2 uur. Zondag nam. doorloopend van 27'/i en vervolgens om 8 uur. Casino-theater Hoogewoerd 49. 8 u. n.m. „Vleermuizen", Zondag nam. 4 uur en 8 uur. Lldo-Theater Steenstraat 39. 8 1/4 u. n.m. „Kermisgasten". Woensdag- en Zaterdagnam. 2'/« uur. Zondag nam. 2 uur, 4'/> uur en 8 u. 15. Het Nieuwe Roxy, Haarl.str., 7 uur nam. „Mannen ln 't wit", lederen middag 2>/i u. Zondag v.at 2 u. De apotheek Hooigracht 48 ls dag en nacht geopend voor leden v. h. ziekenfonds „Tot Hulp der Menschheld" echter van nam. 8 uur tot v.m. 8 uur alleen voor spoedrecepten. De avond-, nacht, en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag 9 tot en met Zondag 15 Maart a.s waargenomen door de apotheken: M. Boekwijt, Visch- martk 4, telef. 552 en C. van Zijp, Wilhel- minapark 8, Oegstgeest, telef. 274. De geneeskundige Zondagsdienst te Leiden wordt van Zaterdagavond 8 uur tot Maandagmorgen 8 uur waargenomen door de doctoren Bruins Slot, De Bruijne, Kortmann, Niemer en Starck. Te Oegstgeest wordt deze dienst dan waargenomen door dr. Hugenholtz, tele foon 390. dit Inderdaad bedoeld is als een eventueele correctie op de verkiezing uit het volk. I Wat het vrouwenkiesrecht betreft ver- I klaarde de Minister zich bereid om, als de Kamer dit zou wenschen, de invoering van het passieve kiesrecht (verkiesbaar heid van de vrouw) voor te bereiden, maar tegen het actieve kiesrecht (stemrecht voor de vrouw) bleef hij zich verzetten, omdat dit de overheersching van een be paalde groep zou beteekenen. Verschillende amendementen, die ver worpen werden, zullen wij maar onver meld laten. Maar wél vermelding verdient, dat het passieve kiesrecht voor de vrouw, waar over wij het zoo-even hadden, inderdaad in de bestuursregeling voor Suriname werd opgenomen, want bij zitten en opstaan aanvaardde de Kamer een desbetreffend amendement van mevr. BakkerNort. De wetsontwerpen gingen er door. Even als een aantal andere. En toen scheiddo de Kamer tot 1 April. Tenzij Maar neen, laat ons hopen, dat de in ternationale omstandigheden haar vroe gere bijeenroeping niet noodzakelijk zullen maken. EERSTE KAMER. BEGROOTING VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Ook de Ondcrwijsbegrooting bracht na tuurlijk veel (te veel!) sprekers in het veld. Valt het te verbazen, dat de spelling een ruim aandeel had in de discussie? Wij zullen er, evenals over de andere punten, weinig van zeggen, en maar liever wach ten op de rede van den Minister. Als de heer Van Cltters echter gelijk heeft, gaat het er gezellig uitzien. Deze afgevaardigde namelijk, constateerende dat we met de spelling zijn vastgeloopen, profeteerde, dat de strijd nu eigenlijk pas recht begonnen is. Keurig! Meer dan één spreker, in het bijzonder ook de heer Lohman, heeft zijn hart tegen de nieuwe spelling nog eens gelucht. Deze afgevaardigde meende zelfs, dat na de jongste Memorie van Antwoord, de spelling-Marchant een verloren zaak is, en hij vroeg om een ietwat talrijke commissie, teneinde het spelling-vraagstuk weer eens te onderzoeken. Er ls veel bedorven! riep de heer Serrarens uit, en hij noemde het niet ten onrechte merk waardig, dat de Regeering, die eerst ach ter minister Marchant stond, nu achter zijn opvolger staat. Ook de positie der openbare school kwam (natuurlijk) weer in het debat, en in verband hiermee de vraag van het Bij- belsch onderwijs. Men bleek er zich reken schap van te geven, dat aan dit probleem eigenaardige en delicate moeilijkheden zitten. De heer De Marchant vond dat de school de Jeugd meer tot staatsburgers dient op te voeden, en de heer Lohman was van oordeel, dat het nationaal ka rakter der openbare school niet overal even sterk wordt gehandhaafd, met name niet wat het volkslied betreft; hij vroeg deswege een krachtig beleid van den Minister. De Minister was 's middags kwart over vier aan de beurt. Maar toen verdaagde de voorzitter de vergadering tot Dinsdag. HAGENAAR. 2—f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 6