De besprekingen te Londen.
JAARBE
BRUSSEL
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Zaterdag 14 Maart 1936
Heden de Volkenbondsraadszitting.
van llot 15
VISSCHERI JBERiCHTEN.
PARLEMENTAIR OVERZICHT
STANDAARDS
VOLKORENBROOD
AGENDA.
De eerste bijeenkomst van de Locarno-
commlssie eindigde te 1.35 uur gistermid
dag. na een zitting van een uur en drie
kwartier.
De Locarno-conferentie van 's middags
begon om halt 6 en heeft geduurd tot
kwart over zes.
In het uitgegeven communiqué wordt ge
zegd, dat het kleine comité van vertegen
woordigers van de drie mogendheden, die
het verdrag van Locarno hebben onder
teekend, gedurende den dag zijn onderzoek
van den toestand heeft voortgezet. Naar
mate de besprekingen vorderden, heeft
men met voldoening waargenomen, dat een
nauwere toenadering der opvattingen naar
voren kwam.
De eerstvolgende zitting van het comité
zal vanmiddag om 5 uur gehouden wor
den.
De Duitsche ambassadeur, von Hoesch,
begaf zich om 5 uur naar het. Foreign
Office en verliet dit weer om 5.35 uur, na
daar een onderhoud te hebben gehad met
een Juridisch adviseur van het ministerie.
Natuurlijk werden aan dit laatste bezoek
vele commentaren vastgeknoopt, doch deze
zijn blijkbaar alle onjuist. Van Duitsche
zijde is geen enkele nieuwe stap in het
conflict gedaan.
Geheel opgehelderd is de toestand aller
minst. Tusschen de Locarno-mogendheden
is nog geen overeenstemming bereikt. Mag
men de Fransche berichten gelooven, dan
houden de Franschen nog steeds vast aan
sanctie, doch van Engelsche zijde blijft
men mededeelen, dat de Franschen bereid
zijn te praten, zoo een symbolische ont
ruiming zou plaats hebben. In ieder geval
schijnt de Engelsche opvatting de Fran
sche meer te zijn genaderd, ook waar con
servatieven als Churchill Austen Chamber
lain. Hoare en Horner den band met
Frankrijk willen zien gehandhaafd.
Men meent, dat Eden den Duitschen
ambassadeur heeft medegedeeld, dat de
Britsche regeering de voorstellen aan
Duitschland handhaaft, welke Woensdag
avond werden gedaan, om door een spon
tane geste bij te dragen tot een regeling.
Inmiddels hebben de vertegenwoordigers
van de Volkenbondsraad-staten heden
reeksen besprekingen gevoerd.
Men gelooft, dat in den loop hunner
vergadering de vertegenwootdigers der
Kleine Entente het eens geworden zijn om
de gegrondheid der Fransche stelling te
erkennen en te meenen, dat de eerbiedi
ging van de verdragen en verplichtingen
van het Pact de gedragslijn der te Lon
den vergaderde mogendheden moet aan
geven.
Vijf en dertig vereenigingen in Grie
kenland hebben volgende oproep gericht
tot het secretariaat van den Volkenbond:
De pacifistische vereenigingen. jeugd
organisaties en vrouwenbonden van Grie
kenland verklaren pijnlijk verrast te zijn
door het oorlogsgebaar van Duitschland,
waaruit een nieuwe slachting der jeugd
zou kunnen voortkomen. Zij doen een be
roep op den Volkenbond, die den vredes
wil van de wereld vertegenwoordigt om het
probleem van het Rijnland onmiddellijk in
behandeling te nemen in den geest van
het Volkenbondsstatuut en met het oog op
de belangen der menschelijkheid.
De zitting van den Volkenbondsraad.
Voor de zitting van den Volkenbonds
raad die heden elf uur begint is de Queen
Anne zaal in het St. James Palace in ge
reedheid gebracht. De Koning heeft de
vertrekken, welke hieraan grenzen, afge
staan voor de gedelegeerden en hun as
sistenten.
Men heeft al het mogelijke gedaan om
te zorgen, dat de afgevaardigden te Lon
den van evenveel gemakken omringd zul
len zijn als te Geneve.
Naar men meent te weten, zal de eer
ste zitting van den Volkenbondsraad ge
wijd worden aan een exposé van de Fran
sche en Belgische standpunten. Verder
zal de raad een verklaring aanhooren van
ieder ander lid, dat zijn standpunt inzake
de Duitsche verdragsschending zou wen-
schen uiteen te zetten.
De raad zal daarna a s. Maandag op
nieuw bijeenkomen en alsdan een rappor
teur benoemen.
Een andere bijeenkomst is voorzien te
gen het einde van de volgende week. Deze
zal zeer waarschijnlijk eveneens te Londen
worden gehouden, na een bezoek van
Flandin aan Parijs, waar hij met zijn col
lega's zal beraadslagen over den verderen
gang van zaken.
Het is waarschijnlijk dat de Franschen
en Belgen bij de uiteenzetting van hun
standpunt duidelijk zullen vaststellen, dat
de onderteekenaars van het Locarno-
verdrag geen oorlogszuchtige maatregelen
van welken aard dan ook willen overwe
gen. doch dat men in de naaste toekomst
andere maatregelen zal moeten bestudee-
ren, die zoo noodig getroffen kunnen wor
den en die niet het karakter van vijandige
daden zouden hebben, aldus de Engelsche
Zienswijze.
De Volkenbondsraad zal, naar men ver
wacht, werkelijk constateeren, dat de on
derteekenaars van Locarno het er over
eens zijn, dat Duitschland het verdrag
geschonden heeft en deze overeenstem
ming der Locarno-mogendheden dan sanc-
tlonneeren.
Volgens de Fransche berichtgeving zal
de delegatie er op aandringen, dat sanc
ties zullen worden voorgesteld door de
Locarno-mogendheden en door den Vol
ken bondsraad.
Frankrijk is bereid, zoo ver te gaan, als
de Locarno-mogendheden in gemeenschap
pelijk overleg zullen besluiten en de Vol
kenbondsraad zal aanbevelen te doen.
De houding van Italië.
Het agentschap Stefani meldt, dat po
litieke kringen te Rome doen opmerken,
dat de verklaring van Qrandi in de Lo
carno-conferentie niet wil zeggen, dat de
Itallaansche houding van reserve negatief
is. De door den Italiaanschen vertegen
woordiger gemaakte reserve is van moree-
len aard en is afhankelijk van het feit,
dat Italië onderworpen is aan sancties.
Het Italiaansche volk wil dit feit niet
voorbijzien.
Besprekingen te Parijs,
Minister-president Sarraut heeft heden
een onderhoud gehad met Herriot over de
diplomatieke besprekingen, die op het
oogenblik in Londen worden gevoerd.
De secretaris-generaal van het minis
terie van buitenlandsdhe zaken, Léger,
werd in den loop van het onderhoud bin
nengeleid.
Overigens werd Léger door den minister
president belast met de taak, aan de
Fransche delegatie een bepaald aantal
voorstellen voor te leggen.
Tn antwoord op verschillende vragen
verklaarde Herriot aan de pers, dat zijn
houding ten opzichte van de Duitsche
geste niet veranderd was en dat hij zijn
standpunt had vastgelegd in een artikel
in de „Ere Nouvelle", waarin (hij verklaart:
„Men moet de nuance weten te vinden
tusschen krachtig optreden en onvoorzich
tigheid".
Vermelding verdient nog, dat Herriot
een langdurige bespreking heeft gehad
met Paul Boncour, die gisteren in den
namiddag naar Londen vertrok, waar hij
aan de loopende onderhandelingen moet
deelnemen
Incident in het Lagerhuis.
Gistermiddag heeft in de zitting van
het Lagerhuis een incident plaats gehad.
Van de publieke tribune af riep een vrouw;
„Houdt den oorlog tegen".
Vóór de deurwaarders haar hadden kun
nen verwijderen, wierp zij pamfletten in
de zaal. Op het oogenblik, dat de deur
waarders haar de deur uitzetten, keerde zij
ziah om en riep: „Gij zijt erger dan de
struisvogels, gij hebt in liet geheel geen
verstand".
De bezetting van Rijnland.
De „Deutsche Diplomatlsch-Politische
Korrespondenz" Schrijft over het denk
beeld, dat Duitschland om onderhande
lingen mogelijk te maken, zou afzien van
het bouwen van fortificaties in de tot dus
verre gedemilitariseerde Rijnland-zóne
o.m. dat Frankrijk langs zijn geheele
Oostgrens ontzaggelijke versterkingen
heeft gebouwd en dat Duitschland daar
aan geen aanstoot neemt, omdat het geen
vijandige voornemens heeft en alle terri
toriale kwesties met Frankrijk geregeld
zijn. De Duitschers zouden het echter
evenmin begrijpen, wanneer Duitschland
een zoo groot deel van zijn gebied zonder
bescherming aan toevallen blootgesteld
zou laten. Duitschland zal nooit afzien
van rechtsgelijkheid. De weerstandslinies,
die Duitschland zich moet voorbehouden,
vormen een uitsluitend defensief plan aan
de Duitsche Westgrens.
Bovendien worden fortificaties niet van
vandaag op morgen gebouwd. De Duitsche
grensversterking zal in het Westen ook
nooit zoo zwaar worden als de Fransche.
Frankrijk heeft tot dusverre daarvoor reeds
meer dan 8 milliard francs uitgegeven.
Dat kan Duitschland niet opbrengen. Er
zijn dus grenzen gesteld aan de toekom
stige fortificaties in het Westen, welke
Frankrijk nog altijd een geweldig over
wicht zullen geven. Het systeem der
Fransche grensversterkingen heeft vol
gens het oordeel van alle vaklieden het
voordeel van absolute veiligheid. Duitsch
land is de laatste, die Frankrijk zijn vei
ligheid niet gunt. Des te meer kan het
eischen, dat Duitschland van geen enkelen
kant de eisch en de eer wordt ontzegd ter
uitoefening van zijn souvereinitedt voor de
bescherming van Duitschland te zorgen.
Het totaal der militaire en half-militaire
organisaties in het Rijnland zou volgens
den diplomatieken redacteur van de „Dai
ly Telegraph" 248.000 man bedragen. De
samenstelling is als volgt: geregelde troe
pen 30.000, militaire politie die bij het leger
wordt ingelijfd 30.000, het op militaire
leest geschoeide arbeldscorps 30.000, storm
troepen en half-militaire organisaties
150.000, Oostenrijksch legioen 8 a 10.000.
BIJ deze cijfers moeten, aldus het blad, nog
bepaalde gemotoriseerde eenheden worden
gevoegd.
RECLAME.
8788
G*O0
r'oN„
'E «AS,,
mot"0
gr°°u
He^luk
ve»ujf.
S"JGf„
s°*srs
DE TREILVISSCHERIJ.
(Van onzen Visscherij-medewerker).
De daling in de vischprijzen, die reeds
in het laatst der vorige week een aanvang
nam, bleef aanhouden en ze liepen lederen
dag wat verder terug.
De tongprijzen zijn met 50°/i> omlaag ge
gaan en met de andere vischsoorten was
het al even treurig gesteld. Alleen de groo-
tere scholsoorten bleven op prijs, doch
hiervan werd hoegenaamd niets aange
voerd.
Met de besommingen was het dan ook
allertreurigst gesteld. De gewone motor-
loggers maakten reizen van f300 tot
f. 500. Een logger, die f. 800 besomde, was
een uitzondering; voor de groote motor-
loggers en de kustbooten was het in ver
houding even slecht.
Het is tot nu toe voor de treilschepen
wel een uiterst droevig jaar. De beste
maanden, Januari en Februari, zijn thans
achter den rug; zij leverden voor de mo-
torloggers weekbesommlngen op tusschen
de f. 300 en f. 400, wat reeds veel te. weinig
TWEEDE KAMER.
DE VOORZORGSMAATREGEL
DER REGEERING.
De heeren Aalberse en Vliegen hebben
het ln-dienst-houden van den winterploeg
'35 ter tafel gebracht.
Niet de maatregel zelf. Daarop viel in
hun vragen geen critlek. De heer Vliegen
had zelfs in één zijner vragen de verkla
ring ingelascht, dat het in-dienst-houden
door hem „gerechtvaardigd wordt geacht".
Maar zij wenschten twee dingen te weten.
In de eerste plaats, of de Regeering niet
van oordeel wasi dat de maatregel de in
diening van een;, wetsontwerp had ver-
elscht. In de tweede plaats, waarom de
Minister-President zijn mededeeiingen per
radio heeft gedaan en niet in het parle
ment.
Zij vroegen:
De heer Aalberse ir.k.i
1. Is de regeering bereid mede te dee-
len, welke redenen haar gemotiveerd heb
ben om op Woensdagavond 11 Maart, dus
op een dag, dat de beide Kamers der Sta-
ten-Generaal vergaderden, met voorbij
gaan van de volksvertegenwoordiging, per
radio aan het Nederlandsche volk mede te
deelen, dat zij besloten had de dienst
plichtigen, die op 14 Maart met groot ver
lof zouden gaan. onder de wapenen te
doen blijven?
2. Is de regeering van meening, dat
overeenkomstig het bepaalde in artikel 187
van de Grondwet onverwijld een voor
stel van wet aan de Staten-Generaal moet
worden gedaan, om het onder de wapenen
blijven der dienstplichtigen zooveel noodig
te bepalen; en zoo neen, waarop steunt
dan de meening van de regeering en welke
gedragslijn denkt zij in deze te volgen?
De heer Vliegen s.d.)
1. Is de Regeering niet van oordeel, dat
het bepaalde in art. 1. vierde lid der Dienst
plichtwet, hetwelk het in dienst houden
van dienstplichtigen uitdrukkelijk gelijk
stelt met het roepen in werkelijken dienst,
verplicht tot het onverwijld indienen van
een voorstel van wet, als bedoeld in art.
187 der Grondwet, in gevallen, waarin
dienstplichtigen, wier eerste oefentijd is
verstreken, in dienst worden gehouden?
2. Waarom heeft de Regeering, nu zij
een dergelijken maatregel welke op dit
oogenblik ook door mij gerechtvaardigd
wordt geacht heeft genomen, niet aan
die grondwettelijke bepaling voldaan?
3. Acht de regeering het een juiste in
achtneming van de verhouding tusschen
regeering en volksvertegenwoordiging, dat
zij van een door haar, met het oog op
buitengewone internationale omstandig
heden genomen belangrijken maatregel als
het in dienst houden van dienstplichtigen
na het verstrijken van hun normalen wet-
telijken oefentijd, genomen bovendien op
een dag, dat de Tweede Kamer der Staten-
Generaal in vergadering bijeen was, enkel
door middel van de radio haar besluit ter
publieke kennis bracht?
4. Ware het niet meer in overeenstem
ming geweest met goede constltutloneele
opvattingen als zij voor deze bekendmaking
allereerst haar spreekplaats in de verga
dering van de Tweetje Kamer der Staten-
Generaal had gebri
ANTWQC
COLIJN.
RECLAME.
6448
HET VOEDSEL
JONG EN OUD
VAN MINISTER
Op de vragen van den heer Aalberse
antwoordde Minister Colijn:
1) Naar het oordeel der Regeering zou
een mededeeling in een vergadering van
een of van beide Kamers der Staten-Ge
neraal, met onderbreking van den ge
wonen arbeid, aan den onderwerpelijken
maatregel naar buiten een grootere be-
teekenis hebben verleend dan met de wer
kelijkheid in overeenstemming zou zijn.
De Regeering heeft aanvankelijk overwo
gen den maatregel zonder meer te ne
men. Zij vreesde echter, dat dit aanleiding
zou kunnen geven tot allerlei ongewenscht
en ongegrond commentaar. Zij besloot
daarom tot een bekendmaking per radio,
omdat deze naar haar meening de beste
gelegenheid bood om tegelijk met de aan
kondiging van den maatregel de beteeke-
nis ervan voor het Nederlandsche volk in
het juiste licht tc stellen, hetgeen wen-
schelijk werd geoordeeld om geen onnoo-
dige onrust in het land te verwekken.
2> De Regeering is van oordeel, dat art.
187 der Grondwet voor dit geval de on
verwijlde indiening van een voorstel van
wet niet voorschrijft. Het doet zulks toch
alleen voor het geval, dat dienstplichtigen,
die niet in werkelijken dienst zijn, door
is. Thans komen de voorjaarsmaanden, die
elk jaar nog minder zijn dan de eerste
maanden van het jaar; de vooruitzichten
voor de treilvisscherij zijn dan ook niet
erg moedgevend.
De IJmuidensche vischhandel protesteert
tegen het overvoeren van de markt op
Maandag. Niet minder dan 42 Katwijksche
motorloggers waren dien dag aan de
markt; terwijl er tevens een groot aantal
stoomtrellers was. De bedrijvigheid op
zoo'n dag is enorm en er moet heel wat
werk verzet worden alvorens alle schepen
gelost hebben en de visch verkocht ls. Een
dergelijk groot aantal schepen kan niet
tegelijk lossen en men moet dan zijn beurt
afwachten; hierdoor wordt de verkoop op
gehouden en het was Maandag dan ook
ruim 12 uur eer de laatste visch ver
kocht was.
Om aan dezen ongewenschten toestand
een einde te maken hebben de besturen
van de IJmuider Vischhandelvereeniging
en de Zeevisch-Groothandelvereeniglng een
dringend telegram aan de Nederlandsche
Vischerljcentrale gezonden, waarin met
ernst werd gewezen op den onregelmatigen
vlschaanvoer door de motortreilloggers.
Ons inziens zal het echter uiterst moei
lijk zijn aan dezen ongewenschten toe
stand een einde te maken. Een typisch ver
schijnsel is. dat niettegenstaande den
steeds op Maandag bijzonder grooten aan
voer, de prijzen dien dag meestentijds het
best zijn. De afgeloopen week toonde dit
nog weer eens zeer duidelijk aan, Maandag
was nog de beste dag van de week. Wan
neer hierin eenlge verandering gebracht
kon worden, gelooven wij zeer zeker, dat
het binnenloopen voor de Maandagmarkt
zeer sterk af zou nemen.
Thans profiteeren de zeelieden van een
Zondag thuis met de kans op de beste
markt van de week. Worden echter in het
midden van de week de beste prijzen be
taald, dan zal een groot aantal reederijen
besluiten, in ieder geval een gedeelte van
hun schepen op die dagen te laten
markten.
MAREDIJK 46-48 TEL.2507
den Koning buitengewoon onder de wa
penen worden geroepen. Zulks heeft in
casu, waar het besluit alleen betrekking
had op dienstplichtigen, die in werkelijken
dienst zijn, niet plaats gehad. Wel zal
waarschijnlijk binnenkort bij suppletoire
begrooting een verhooging moeten worden
voorgesteld van eenige posten der De-
fensle-begrootlng voor 1936. gebaseerd op
een beperkten tijdsduur van het onder de
wapenen houden van de betrokken dienst
plichtigen, omdat te verwachten valt, dat
sommige posten dier begrooting ontoerei
kend zullen zijn, wanneer een deel der
lichting langer onder de wapenen zal moe
ten verblijven dan bij de indiening der be
grooting was te voorzien.
Op de vragen van den heer Vliegen
antwoordde de Minister:
1) De Regeering is van oordeel, dat het
bepaalde In art. 1, 4de lid der Dienstplicht
wet het onder de wapenen houden van
dienstplichtigen wel administratief gelijk
stelt met het oproepen van niet ln wer
kelijken dienst zijnde dienstplichtigen,
doch dat daaruit niet voortvloeit dat het
imperatieve voorschrift van art. 187 der
Grondwet daardoor toepasselijk wordt op
een geval waarvan in die Grondwetsbe
paling niet gerept wordt. Zij meent dat
uitsluitend de tekst van de Grondwet zelf
hier beslissend is.
2i Afgezien van de omstandigheid, dat
de indiening bij de Staten-Generaal van
een ontwerp als in deze vraag bedoeld
meer tijd eischt dan verloopen is tus
schen het nemen van het besluit der Re
geering en het tijdstip, waarop de vraag
werd gesteld, ligt het antwoord op de
tweede vraag opgesloten in het antwoord
cp de eerste.
3) In het antwoord op de eerste vraag
van den heer Aalberse heeft de Regeering
reeds medegedeeld, dat zij. door een ver
klaring, ln een of in beide Kamers der
Staten-Generaal afgelegd, aan den geno
men maatregel grootere beteekenls zou
hebben gegeven dan met de werkelijkheid
overeenkwam. De bekendmaking per radio
schonk haar de besj denkbare gelegenheid
om de gevallen beslissing tbc te lichten
op een wijze, die het wekken van onnoo-
dige ongerustheid in het land zou kunnen
voorkomen.
4) Gelet op de overwegingen, die de
Regeering bij de keuze van den te volgen
weg geleid hebben moet het antwoord op
de 4de vraag in dit geval ontkennend
luiden.
Hierna had nog een korte gedachten-
wisseling plaats, waarbij de heeren Aal
berse en Vliegen op de indiening van een
ontwerp bleven aandringen. De Minister
antwoordde, dat hij in ieder geval credie-
ten moest vragen.
GEEN INTERPELLATIE.
De heer De Visser, die de Regeering
wilde interpelleeren over de genomen en
nog te nemen maatregelen in verband
met den internationalen toestand en de
staatkundige spanningen, heeft daartoe
geen verlof gekregen. De Voorzitter deed
daartoe het voorstel, omdat, zooals hij
zeide, de Regeering zelf op dit oogenblik
nog nauwelijks gelegenheid heeft gehad
haar standpunt ten aanzien van vraag
stukken, uit den internationalen toestand
voortvloeiend, te bepalen. Dit motief werd
door den heer Vliegen gedeeld (de Regee
ring weet zelf niet zei hij wat ze
misschien over enkele dagen zal doen),
maar hij drong er bij de Regeering op aan,
vooral nu de Kamer eenige weken naar
huis ging, zich te herinneren, dat er een
Commissie voor Buitenlandsche Zaken be
staat. Natuurlijk was de heer De Visser
niet content met dat voorzitterlijke voor
stel, en de heeren Sneevliet en Wijnkoop
waren het ook niet, maar de Kamer was
het wel en besliste met 80 tegen 3 stem
men, dat de heer De Visser niet zou In
terpelleeren.
De heer De Visser was ook niet te spre
ken over het feit, dat de Kamer tot 1 April
met vacantie zal gaan, ln deze dagen van
internationale spanning, maar de Voor
zitter wees hem er op, dat hij zelf (d.w.z.
de President) ten allen tijde gerechtigd
is de Kamer bijeen te roepen en dat 10
leden dit eveneens kunnen doen.
ALLERLEI ANDERE
WERKZAAMHEDEN.
De Kamer heeft gisteren nog een vrij
kort programma afgewerkt.
Zij heeft allereerst het wetsontwerp in
zake den versnelden bruggenbouw (ver
hooging van het recht op benzine) met
65 tegen 20 stemmen aangenomen. De
staatkundig-gereformeerden waren er
tegen, en de revolutionairen, mitsgaders 9
katholieken, 2 anti-revolutlonalren en de
heeren Weitkamp (chr.-hist.), Arts (kath.
dem.) en Westerman (wild).
Verworpen daarentegen, met 81 tegen 4
stemmen (onder die 4 was nog één ver-
gisser) heeft de Kamer de motie-De Vis
ser, om de pluimveehouders vrij te stellen
van betaling der graanrechten
Bij de wetsontwerpen tot herziening van
de bestuursregellng van Suriname en
Curacao heeft minister Colljn, ln ant
woord op verschillende opmerkingen, ver
klaard, dat met deze revisie de eindpaal
nog niet is bereikt. Voor bepaalde bevol
kingsgroepen zal nog een rechtsherzie-
ning volgen. Overigens verdedigde de Mi
nister het systeem, waarbij één-derde van
de leden der Staten door den Gouverneur
wordt benoemd, met de opmerking, dat
HEDEN:
Zomerlust: Uitvoering „Het Nieuwer
Tooneel"; 81/» uur nam.
Zondag.
Morschweg 59: Stadsevangelisatie te'
8 uur nam.
Trianon-Theater: I. v. A. O. Haagsch
Arb. Symphonie-orkest. 10 nur voorm.
Vrüe Evang. Gem.: Samenkomsten te
10 uur voorm. en 7 uur nam.
DIVERSEN.
Woensdag Inst. v. Praeventleve Genees
kunde. Medisch Opvoedkundig Bureau
(Boerhaavestraat 21). Half drie tot halfvier
Inenting tegen diphterle 45 uur nam.
Woensdags: Inst Praeventleve Ge
neeskunde. Consultatiebureau voor Alco
holisten 8 uur nam.
VrJldags: Inst. v. Praeventleve Genees
kunde. Consultatiebureau voor Beroeps
keuze. 45 uur nam.
DAGELIJKS.
Lakenhal: Sohilderljenten toonstelling
Gerard Hordijk. 104 uur; 's Zondags 1—4
uur (tot 24 Maart).
BIOSCOPEN.
Luxor-Theater, Stationsweg. 8 uur nam.
„Zwarte rozen".
Woensd., Donderd. en Zaterd. nam. 2 u.
Zondag nam. 2 uur, 4 uur 30 en 8 uur.
Trlanon-Theater, Breestraat, 8 uur nam.
„Zou Zou".
Woensdag en Zaterdag nam. 2 uur.
Zondag nam. doorloopend van 27'/i en
vervolgens om 8 uur.
Casino-theater Hoogewoerd 49. 8 u. n.m.
„Vleermuizen",
Zondag nam. 4 uur en 8 uur.
Lldo-Theater Steenstraat 39. 8 1/4 u. n.m.
„Kermisgasten".
Woensdag- en Zaterdagnam. 2'/« uur.
Zondag nam. 2 uur, 4'/> uur en 8 u. 15.
Het Nieuwe Roxy, Haarl.str., 7 uur nam.
„Mannen ln 't wit",
lederen middag 2>/i u. Zondag v.at 2 u.
De apotheek Hooigracht 48 ls dag en
nacht geopend voor leden v. h. ziekenfonds
„Tot Hulp der Menschheld" echter van
nam. 8 uur tot v.m. 8 uur alleen voor
spoedrecepten.
De avond-, nacht, en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 9 tot en
met Zondag 15 Maart a.s waargenomen
door de apotheken: M. Boekwijt, Visch-
martk 4, telef. 552 en C. van Zijp, Wilhel-
minapark 8, Oegstgeest, telef. 274.
De geneeskundige Zondagsdienst te
Leiden wordt van Zaterdagavond 8 uur
tot Maandagmorgen 8 uur waargenomen
door de doctoren Bruins Slot, De Bruijne,
Kortmann, Niemer en Starck.
Te Oegstgeest wordt deze dienst dan
waargenomen door dr. Hugenholtz, tele
foon 390.
dit Inderdaad bedoeld is als een eventueele
correctie op de verkiezing uit het volk.
I Wat het vrouwenkiesrecht betreft ver-
I klaarde de Minister zich bereid om, als de
Kamer dit zou wenschen, de invoering
van het passieve kiesrecht (verkiesbaar
heid van de vrouw) voor te bereiden, maar
tegen het actieve kiesrecht (stemrecht
voor de vrouw) bleef hij zich verzetten,
omdat dit de overheersching van een be
paalde groep zou beteekenen.
Verschillende amendementen, die ver
worpen werden, zullen wij maar onver
meld laten.
Maar wél vermelding verdient, dat het
passieve kiesrecht voor de vrouw, waar
over wij het zoo-even hadden, inderdaad
in de bestuursregeling voor Suriname werd
opgenomen, want bij zitten en opstaan
aanvaardde de Kamer een desbetreffend
amendement van mevr. BakkerNort.
De wetsontwerpen gingen er door. Even
als een aantal andere. En toen scheiddo
de Kamer tot 1 April.
Tenzij
Maar neen, laat ons hopen, dat de in
ternationale omstandigheden haar vroe
gere bijeenroeping niet noodzakelijk zullen
maken.
EERSTE KAMER.
BEGROOTING VAN ONDERWIJS,
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
Ook de Ondcrwijsbegrooting bracht na
tuurlijk veel (te veel!) sprekers in het
veld.
Valt het te verbazen, dat de spelling een
ruim aandeel had in de discussie? Wij
zullen er, evenals over de andere punten,
weinig van zeggen, en maar liever wach
ten op de rede van den Minister. Als de
heer Van Cltters echter gelijk heeft, gaat
het er gezellig uitzien. Deze afgevaardigde
namelijk, constateerende dat we met de
spelling zijn vastgeloopen, profeteerde, dat
de strijd nu eigenlijk pas recht begonnen
is. Keurig! Meer dan één spreker, in het
bijzonder ook de heer Lohman, heeft zijn
hart tegen de nieuwe spelling nog eens
gelucht. Deze afgevaardigde meende zelfs,
dat na de jongste Memorie van Antwoord,
de spelling-Marchant een verloren zaak
is, en hij vroeg om een ietwat talrijke
commissie, teneinde het spelling-vraagstuk
weer eens te onderzoeken. Er ls veel
bedorven! riep de heer Serrarens uit, en
hij noemde het niet ten onrechte merk
waardig, dat de Regeering, die eerst ach
ter minister Marchant stond, nu achter
zijn opvolger staat.
Ook de positie der openbare school
kwam (natuurlijk) weer in het debat, en
in verband hiermee de vraag van het Bij-
belsch onderwijs. Men bleek er zich reken
schap van te geven, dat aan dit probleem
eigenaardige en delicate moeilijkheden
zitten. De heer De Marchant vond dat de
school de Jeugd meer tot staatsburgers
dient op te voeden, en de heer Lohman
was van oordeel, dat het nationaal ka
rakter der openbare school niet overal
even sterk wordt gehandhaafd, met name
niet wat het volkslied betreft; hij vroeg
deswege een krachtig beleid van den
Minister.
De Minister was 's middags kwart over
vier aan de beurt. Maar toen verdaagde
de voorzitter de vergadering tot Dinsdag.
HAGENAAR.
2—f