De Locarno-mogendheden zullen te Londen verder vergaderen. j/u PEPSODENT TANDPASTA in 10% GROOTERE tubes 77$le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Maart 1936 Derde Blad No. 23301 Frankrijk houdt voet bij stuk. „45 c»s. en 70 PARLEMENTAIR OVERZICHT voor dezelfde lage prijzen SPREEKCEL. ADMIRAAL BEATTY OVERLEDEN. o Ook de Volkenbondsraad komt naar de Engelsche hoofdstad. o- Gisteravond had tc Parijs een nieuwe bijeenkomst van de vertegenwoordigers der Loearno-mogendheden plaats. Eden en Halifax vertrekken hedenochtend per vliegtuig naar Londen, om daar verder de raken met de Britsche regeering te be spreken, in aansluiting op de bijeenkomst van gisteravond. De tweede bijeenkomst der Locarno- mogendheden heeft tot 8.15 uur gister avond geduurd. Na de zitting werd het volgende communiqué verstrekt: „Op het ministerie van buitenlandsche zaken is een nieuwe bijeenkomst der Locarno-mogendheden gehouden. Een stemmig werd besloten, dat de bespre kingen na Donderdag te Londen zullen worden voortgezet. De Britsche regeering heeft den presi dent van den Volkenbondsraad verder uitgenoodigd, de eerstvolgende zitting van den raad, die aansluit op de bijeenkomst der Locarno-mogendheen, eveneens te Londen t« doen houden". In verband met dit besluit, is de zitting der raadscommissie van dertien uitgesteld tot na de zitting van den Volkenbondsraad. De zitting van den Volkenbondsraad op Zaterdag a.s. zal worden gehouden in de conferentiezaal van St. James Palace. Rede van Sarraut. In de regeeringsverklaring, die door Sarraut in de Kamer, en door Flandin in den Senaat is voorgelezen, wordt o.a. het volgende gezegd: „Er heeft zich een gebeurtenis voor gedaan, waarvan gij reeds den ernst uit internationaal oogpunt en de gevolgen voor de veiligheid van Frankrijk hebt kunnen beoordeelen." Na eraan te hebben herinnerd, dat Duitschland als motief voor zijn geste heeft aangevoerd, dat Frankrijk een ver drag heeft gesloten, dat onvereenigbaar zou zijn met het Rijnpact van Locarno, gaat Sarraut door met nogmaals op de bekende wijze de verschillende argumen ten te weerleggen, die door Duitschland tegen het Fransch-Russisohe pact inge bracht zijn. Sarraut betoogt, dat Frankrijk on danks alle teleurstellingen trouw is ge bleven aan het Volkenbondspact. en dat het voorts geen gelegenheid heeft laten voorbijgaan, om te trachten toenadering tot Duitschland tot stand te brengen. „Frankrijk", verklaart Sarraut dan, .stelt zich niet op het standpunt van ge kwetste eigenliefde of van waarborgen voor eigen veiligheid, die verloren zijn. Het stelt het benauwende probleem van de kracht van het recht tegen het recht van den sterkste. Het is duidelijk, dat de schending van de gedemilitariseerde zóne onze eigen veiligheid raakt, doch zij doet nog veel ernstiger de toekomst van den Europee- schen vrede, de organisatie van de collec tieve veiligheid en den Volkenbond gevaar loopen." Sarraut vraagt zich dan af, wie ook nog maar het minste vertrouwen in het nut van verdragen zou behouden, indien voor de vernietiging hiervan de wensch van den sterkste voldoende zou zijn. In dit geval zou tot het systeem dér militaire bondgenootschappen moeten worden te ruggekeerd. „Wat ons betreft", verklaart Sarraut dan verder, „zullen wij alle mate- rieele en moreele krachten ter beschik king van den Volkenbond stellen, alleen op voorwaarde, dat wij in den strijd voor den vrede terzijde gestaan worden door hen, die zich formeel krachtens het Rijn pact hebben verbonden." Na erop te hebben gewezen, dat Frankrijk er niet het minste voordeel bij heeft, het Duitschè volk in de ellende te sleepen, stelt Sarraut aan Duitschland de vraag, in hoeverre de remilitarisatie van het Rijngebied bij kan dragen tot de op lossing der problemen, waarvoor Duitsch land zich geplaatst ziet. Hij zet uiteen, dat het vertrouwen in Duitschland. dat voor nieuwe onderhandelingen noodig is, verloren is gegaan. „De Fransche regee ring wijst geen onderhandelingen van de hand, die den toekomstigen vrede kun nen waarborgen, en de Fransch-Duitsche betrekkingen kunnen verbeteren, doch zij kan niet onderhandelen onder den in vloed van geweld en ongedaanmaking van vrijwillig geplaatste handteekeningen." Na te hebben verklaard, dat een beroep is gedaan op den Volkenbondsraad en over ig wordt gepleegd met de mogendheden, die het Locarnopact waarborgen ver klaart Sarraut tenslotte, dat Frankrijk bereid blijft, met Duitschland te onder handelen. zoodra de eerbiediging der in ternationale wetten opnieuw zal zijn ver zekerd. Britsch commentaar. In gezaghebbende Britsche kringen wor den de beslissingen, welke genomen zijn, als volgt uitgelegd: Het resultaat der besprekingen te Parijs was, dat het ernstig karakter van den toestand en de gevaren, door de Duitsche Locarno-schending en de herbezetting der Rijn-zone in het leven geroepen, duidelijk naar voren kwamen. Eden was naar Parijs gekomen, om zich nauwkeurig rekenschap te geven van den toestand en de positie der Fransche re geering maar hij was tevoren geenszins zan plan, eenigerlel beslissing te nemen. Men spreekt in Britsche kringen for meel tegen, dat de regeering te Londen reeds stelling zou genomen hebben ten opzichte van de eenzijdige geste van Duitschland en vooral, dat dit stelling ne men in strijd zou zijn met de houding van Frankrijk Het doel van Eden was, de Fransche re geering gerust te stellen, maar. gezien de ontwikkeling van den toestand en de po sitie, door de Fransche regeering ingeno- RECLAME. 86 men, achtte hij het noodzakelijk, naar Londen terug te keeren, om bij zijn re geering een soort geruststelling te ver krijgen en aldus in staat te zijn, een definitief antwoord aan het Fransche ka binet te geven. In dezelfde kringen wordt hieraan toe gevoegd, dat het Fransche standpunt vol komen begrepen werd, en dat men het zich duidelijk realiseert. Het oordeel in Britsche kringen over het Duitsche initiatief is streng. De opzeg ging van Locarno en de Rijnland-bezetting vormen voor België een even ernstige be dreiging als voor Frankrijk. Fransch commentaar. In de bespreking van de Docarno me- gendheden zou Flandin uiteen gezet heb ben dat de Fransche regeering bereid is met Duitschland te onderhandelen, maar slechts op voorwaarde, dat het Volken recht wordt hersteld, d.w.z. dat de Duit sche troepen, die ten onrechte de Rijn- zone zijn binnengetrokken, dit gebied eerst weer ontruimen. Flandin heeft geen dwangmaatregelen geëischt, die wellicht in de vergadering van den Volkenbondsraad zullen worden voorgesteld. Hij heeft er niet op gestaan dat deze zouden voorafgaan aan bespre kingen met Duitschland. In de vergade ring van den Volkenbondsraad zal hier omtrent beslist worden. Van Zeeland heeft in de vergadering het Belgische standpunt uiteengezet. Hij heeft evenals Flandin in werking treding van de bepalingen betreffende de verlee ning van bijstand, uit het verdrag van Locarno geëischt. Het schijnt dat de Bel gische regeering voor het oogenblik niet verder wil gaan. Men zou kunnen zeggen dat Van Zeeland tusschen Eden en Flan din staat. Eden zou meer een nauwkeurige om schrijving van het Fransche standpunt hebben verlangd, dan dat hij wenschte zelf met een uiteenzeting van de meening van de Engelsche regeering te komen. De Italiaansche gedelegeerde heeft de rol van waarnemer vervuld. Men betwij felt niet dat Italië zijn verplichtingen als garant van Locarno zal nakomen, maar Italië bevindt zich in een delicate positie in geval van sancties tegen Duitschland. Daarom is er naar de opvatting van de Fransche regeering een nauw verband tusschen de houding, in te nemen tegen de schending door Duitschland van de verdragen en een regeling van het Ita- liaansch-Abessijnsche conflict. Verklaring der Belgische regeering. In de Belgische Kamer heeft de plaats vervangend-? minister-president, Vander- velde, een korte verklaring afgelegd naar aanleiding van de jongste gebeurtenissen op internationaal gebied. Hij herinnerde aan de rede, die Eden in het Engelsche Lagerhuis heeft gehouden, en zeide, dat België van de Britsche ver klaring kennis neemt. België weet, dat het in de loyauteit van Engeland steeds ver trouwen kan hebben. Vandervelde zeide verder: „Het respect voor de verdragen is de grondslag der internationale orde en tevens de onmis bare waarborg voor de veiligheid der kleine staten. Aan dit hoogste beginsel is Belgie altijd trouw gebleven. De gebeurtenissen van het oogenblik eischen kalmte en vast beradenheid. De regeering is zich bewust van haar verantwoordelijkheid. Zij weet, dat zij kan rekenen op den eendrachtigen steun van het land. De Kamer betuigde luide haar bijval, toen Vandervelde had geëindigd. Minister-president Van Zeeland zal Maandag a.s. in het parlement een ver klaring afleggen. Gesprek met Hitier. „Mijn voorstel tot het sluiten van non- agressiepacten ten Oosten en ten Westen van Duitschland, moet worden opgevat als een algemeen voorstel. Het legt geen enkele uitzondering op en is eveneens van toepassing op Tsjecho-Slowakije en Oos tenrijk." Zoo verklaarde Hitler in een interview dat hij Maandagavond den specialen ver tegenwoordiger van de Daily Mail. Ward Price, toestond. In antwoord op versohillende punten, verklaarde Hitier „Mijne meening is dat over het sluiten van non-agressiepacten, zooals deze door de Duitsche regeering werden voorgesteld, het beste zal kunnen worden onderhandeld door directe besprekingen tusschen de belanghebbende regeeringen. Het zal mis schien wenschelijk zijn. dat de mogend heden die uit de veiligheidspacten tus schen Duitschland aan de eene zijde en Frankrijk. België en misschien Nederland aan de andere zijde, garantie moeten put ten allereerst de quaestie met de toekom stige garantiemogendheden bespreken. Duitschland zal echter zeer tevreden zijn, indien eenige andere mogendheid, Engeland b.v„ de rol van eerlijk bemidde laar zou spelen met practische voorstellen voor de oplossing der quaesties." Met betrekking tot het voorstel dat hij Zaterdag heeft gedaan, zeide Hitier nog: „Wij hebben geen enkele reden daar voor een tijdlimiet te stellen. Indien ech ter deze voorstellen evenals zoovele andere voorafgaande, opnieuw zouden worden verworpen of indien men er eenvoudigweg geen rekening mede zou houden, zal de Duitsche regeering Europa niet meer met voorstellen lastig vallen." Hitier verklaarde nog, dat de garnizoe nen in de gedemilitairiseerde zóne op vredessterkte werden hersteld: juist als in het overige gedeelte van het land en niet meer en niet minder". Ward Price verklaarde uit dit gesprek de overtuiging te hebben, dat Hitler vast besloten is zich te houden aan wat hij heeft vastgesteld'. cis. per tube. De Fransche oud-strijders en Locarno. De Nationale Unie van oud-strijders, waarvan meer dan 800,000 oud-strijders lid zijn, heeft een communiqué gepubliceerd, waarin staat, dat de unie met kalmte en koelbloedigheid, de situatie, zooals die door de opzegging van het pact van Locarno door Duitschland geschapen is, onder het oog ziet. Zij stelt de volgende maatregelen voor: Een hervorming van het kabinet, ten einde een regeering van de Fransche ver zoening en nationale defensie in het leven te roepen. De uitnoodiging tot de pers en tot de politieke partijen te richten om weder alle polemiek te staken. De komende verkiezingen uit te stellen. Onmiddellijk de legersterkte uit te brei den, daarbij inbegrepen het oproepen van de laatst naar huis gezonden jaarklassen. Aan alle mede-onderteekenaren van Lo carno te verzoeken maatregelen van ge lijken aard te nemen. Een delegatie van de Federale Unie van oud-strijders, die bijna een millioen leden heeft, heeft Sarraut een adres overhan digd met betrekking tot de Duitsche stap, waarin gezegd wordt: Wij hopen dat de regeering met behoud van het diploma tiek contact met de Duitsche regeering en door tusschenkomst van den Volken bond, in besprekingen volledige satisfactie van de Duitsche regeering zal krijgen en dat deze besprekingen de kwesties tusschen Duitschland en de andere onderteekenaren van het pact van Locarno uit den weg zul len ruimen. Verder spreekt men de hoop uit dat er een volledige samenwerking in Frankrijk zal zijn met betrekking tot deze aangele genheid. Een Russische stap te Londen. Men meent te weten, dat de Russische gezant op het departement van buiten landsche zaken te Londen de houding van Moskou in verband met de Europeesche crisis heeft verduidelijkt. De gezant isdoor Cranbourne, den onder-staatssecretaris van buitenlandsche zaken ontvangen. De gezant deelde mede, dat Rusland zich krachtig keerde tegen elke onderhande ling met Duitschland, zoolang de onwet tige bezetting van den Rijnzóne aan houdt. De gezant voegde aan zijn mede- deeling toe, dat de Russische regeering bereid is aan elke actie deel te nemen, tot welke de Volkenbond mocht besluiten, teneinde wijziging in den huidigen toe stand te brengen. Toch nog een gedemilitari seerde zone? Een speciale correspondent van de „Daily Telegraph" seint uit Kehl aan de Duitsche züde van de Rijngrens bij Straatsburg, dat Duitschland heeft be sloten een vrijwillige gedemilitariseerde zone te handhaven, van ongeveer 8 mijl langs de geheele grens, bijwijze van vriendschappelijk gebaar jegens het Fran sche volk. Het nieuwe Duitsche leger heeft nergens kazernes binnen een strook van 8 tot 10 mijl van de grens. Luchtbasis en artillerie worden ook buiten deze zóne gehouden. Het is den soldaten verboden zich bin nen die zóne te begeven. Bij Kehl. dat slechts 1 mijl van Straats. burg ligt, zijn geen troepen aanwezig. Het dichtsbijzijnde garnizoen ligt op 10 mijl afstand. De bezetting wordt met de uiterste nauwkeurigheid uitgevoerd. Ei- bevinden zich thans ongeveer 15.000 officieren en manschappen in het gebied tusschen Karlsruhe en Straatsburg. Dit bericht is echter door niets be vestigd! (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplaag). TWEEDE KAMER. Thans is Pcpsodent in 10°/0 grootere tubes ver krijgbaar. U krijgt meer tandpasta voor dezelfde lage prijzen. Pepsodent 'is de beste tandpasta, die de moderne wetenschap kan voortbrengen. Pepsodent is be kend als ..de tandpasta die tandfilm verwijdert"# Totdat er nieuwe ontdekkingen zulleD worden gedaan, weet de Pepsodent Co. geen enkele ma nier om haar beroemde tandpasta of het speciaal onschadelijk polijstende materiaal dat zij bevat, te verbeteren. Maar nu geeft Pepsodent U een groote besparing. Koopt dus de nieuwe grootere tube. ONTSIERENDE GEMEENTEGROND. Een lezer vestigt de aandacht der auto riteiten op den verwaarloosden staat, waarin het perceel gemeentegrond aan de Lindestraat verkeert en vraagt spoedige maatregelen ter yerbetering. BEGROOTING VAN HET LANDBOUWCRISISFONDS. „Aan een boom, zoo vol geladen, mist men twee. drie pruimen niet". De rede. waarmede Minister Deckers de begrooting van het Landbouwcrisisfonds verdedigde en de tallooze redevoeringen daarover beantwoordde was als een ont zaggelijk-volgeladen boom. En als wii er een bloemlezing uit geven, zullen onze lezers veel meer dan „twee. drie pruimen" moeten missen. Wii vermelden slechts het voornaamste Trouwens, het Vrij lang durige begin der rede was als een boom met veel loof maar zonder vruchten. De Minister heeft, in antwoord op een opmerking van mr. Westerman. nog eens een overzicht gegeven van de bestaande crisis-wetgeving voor den landbouw en uiteengezet wat zij bedoelt en hoe zij de bedrijven steunt. Inzake den landbouw- crisisdienst is zoo betoogde de Minis ter centralisatie onvermijdelijk wan neer men werkelijk het oog wil houden op het product tot den consument toe. Maar hij was er op uit. zooveel mogelijk te ver eenvoudigen: daarom heeft hij inzake enkele producten het regelingsstelsel door een ander vervangen. Voor de aardappelen b.v. werd een vervoer-vergunning ver anderd in een teeltregeling. En zoo is er meer. Wijziging van den tarwe-richtprijs verklaarde de Minister niet noodig te achten: hij vertrouwt er met den thans vastgestelden prijs te zullen komen, maar zal er aandachtig op letten. Evenzeer be loofde hii te zullen letten op den toestand der kleine boeren. Deze vormen een be langrijken stand, wier te-niet-gaan in het belang van ons volk moet worden voor komen. en daarom heeft de Minister de uitkeering aan hen wat verhoogd. Maar dit mag. verklaarde hij met nadruk niet in verband worden gebracht met de ver laging van den tarwe-richtprijs. En hij deelde mede. dat aan zijn departement een speciale dienst voor de kleine boeren in het leven zal worden geroepen. Wat de landarbeiders betreft: als de verlaging van den tarwe-richtprijs zou leiden tot verlaging van hun loonen. dan za] de Regeering haar beschermende hand over hen uitstrekken. De Minister heeft verder in zijn rede nog medegedeeld, dat hij bereid is een proef te nemen met het te-werk-stellen van landarbeiders in bepaalde provincies, hoewel hij in het algemeen loontoeslagen beter acht: dat hij overwegen zal het verbindend-verklaren van loonovi- komsten: dat het inderdaad noodzakelijk is den akkerbouw uit te breiden; dat de mogelijkheden van emigratie dienen te worden voorbereid Aan den eenen kant erkende de Minister dat de landbouw steunmaatregelen nog steeds noodzakelijk zijn; aan den anderen kant echter wees hij er op, dat 't op dezen voet niet zonder meer kan doorgaan. Er moeten vereen voudigingen plaats hebben, en daarvoor is de bekende commissie ingesteld. Met een woord van hoop en vertrouwen ein digde de Minister: er zullen na deze moeilijke ook wel weer betere jaren komen, en daarom moet ook ons geloovig landvolk het uitzicht daarop niet verliezen. Bij de replieken heeft daarop de heer Wijnkoop een motie voorgesteld, welke uitsprak dat kleine boeren en tuinders, met financieeie hulp der Regeering. in het eigen bedrijf te werk dienen te worden gesteld, een aangelegenheid echter, die naar de Minister opmerkte, bii het De partement van Sociale Zaken thuis hoort, waarop de Kamer de motie met 49 tegen 27 stemmen verwierp Vóór stemden de socialisten, de communisten, de vrijzinnig- democraten. de christen-democraat van Houten en de plattelander Vervoorn. Bij enkele afdeelingen der begrooting is het debat opnieuw opgelaaid. Zoo kwamen bii ..Akkerbouw en Vee teelt" talrijke wenschen wederom als een mozaïek naar boven. Het was de heer Louwes. die klaagde over veel te veel administratieven omslag voor de boeren, aandrong op een wijziging in de regeling voor de peulvruchten, en de vraag stelde, waarom in ons land de broodprijs zoo veel hooger moest zijn dan elders. Het was de heer LTsselmuiden die een nieuw bacon- contract bepleitte en belangstellend in formeerde. of het waar is dat een 100.000 Nederlandsche melkkoetjes naar Rusland zullen worden uitgevoerd. Het was de heer van der Weiiden. die klaagde over de richtprijs-verlaging voor den tarwe, waar na de heer Ebels optrad als kampioen voor een goede peulvruchten-regeling; de heer van Voorst tot Voorst bepleitte een zeker percentage aardappelmeel in ons dagelijksch brood te mengen en de heer Schilthuis bezwaren opperde tegen den invoer van mais uit Argentinië. Zoo heeft iedereen ziin stokpaardje en wii zullen vandaag wel weer van den Min. hooren, hoe hij over dat alles denkt. Dan kunnen wii het exposé nog wat aan vullen ook. EERSTE KAMER. BEGROOTING VAN HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEP VAART. Over de begrooting van Koloniën en de ordonnantie inzake het uitvoerrecht op rubber, sprak de Kamer geen woord. Zij werden goedgekeurd. Met de begrooting van Handel, Nijver heid en Scheepvaart ging het. begrijpelijk, niet van zulk een leien dakje. Evenals bij Sociale Zaken kwamen ook hier verschei dene crisis-onderwerpen ter sprake en voelden tal van afgevaardigden zich ge roepen daarover te getuigen. Zoo de heer de la Bella, die aan contingenteeringen de voorkeur gaf boven invoerrechten, om dat ze veel sterker een tijdelijk karakter dragen, en die trachtte aan te toonen. dat loonsverlaging niet het ge?chikte mid del is. om tot verlaging van productie kosten te komen. Hii klaagde over te veel winkels, en wie. die om zich heen ziet, zal hem daarin ongelijk geven? De heer de la Bella was hèt eerste schaap, dat over den dam 'dezer begroo- ADMIRAAL BEATTY IS OP 65-JARIGEN LEEFTIJD OVERLEDEN. Wijlen admiraal Beatty. De Britsche vlootadmiraal David Beatty werd op 17 Januari 1871 geboren als twee den zoon van captain David Longfield Beatty in het graafschap Wexford (Zuid- Ierland). Op 13-jarigen leeftijd kwam David Beatty als adelborst bij de marine. Hij werd opgeleid aan boord van de Britannia Als jong officier deed hij van 1896'98 dienst bij de vloot in Egypte en den Soe dan. Hij onderscheidde zich en werd spoe dig bevorderd tot „commander". Als zoo danig deed hij in 1900 dienst tijdens den Boxer-opstand in China, waar hij zich wederom onderscheidde, zoodat hij reeds op 29-jarigen leeftijd den rang van kapi tein bekleedde. In 1911, hij was toen schout-bij-nacht, werd hij secretaris van den toenmaligen minister van Marine. Winston ChurchilL Tot 1913 bekleedde Beatty deze functie. In laatstgenoemd jaar werd hij benoemd tot commandant van het eskader slag kruisers. Spoedig na het uitbreken van den oorlog, in Augustus 1914, ondernamen de onder zijn bevel staande oorlogsbodems een „raid" op Helgoland. Drie kruisers en een torpedojager werden daar tot zinken gebracht. Een paar maanden later hield zijn vloot- groep het Duitsche eskader onder bevel van admiraal von Hipper tegen, dat een derde poging wilde ondernemen de Engel sche kustplaatsen te bombardeeren. Bij dezen zeeslag werd de Duitsche slag kruiser Blücher door het vuur uit de Brit sche kanonnen tot zinken gebracht. Het vlaggeschip Lion geraakte toen in moeilijkheden. Door een misverstand werd de slag toen niet voortgezet. Deze slag is bekend als die bij Doggersbank. Op 30 Mei 1916 geraakten de vlootgroe- pen onder bevel van Beatty en von Hipper opnieuw slaags. Hoewel Beatty over meer schepen beschikte dan zijn tegenstander, was het Britsche eskader toch niet opge wassen tegen het hevige vuur uit de Duit sche batterijen. De Indefatigable. Queen Mary en Invincible werden tot zinken ge bracht. Het vijfde eskader slagschepen slaagde er niet in Beatty te hulp te ko men. Niettemin slaagde Beatty er in de Duitsche Hochsee-vloot naar het Noorden terug te drijven. Hij werd daarbij door de onder bevel van admiraal Jellicoe staan de Britsche Groote Vloot, die ter assisten tie was toegesneld, krachtig geholpen. In December 1916, toen Jellicoe minister van Marine werd. werd Beatty opperbevelheb ber van de Groote Vloot. Als zoodanig moesten na den oorlog de meeste Duitsche oorlogsbodems aan hem worden uitgele verd. Van 1919 tot 1927 was Beatty minister van Marine. In 1921 woonde hij als Britsch gedelegeerde de vlootconferentie van Washington bij. Tal van onderscheidingen vielen Beatty in zijn schitterende vloot- carrière ten deel. In 1919 werd hij in den adelstand verheven. Hij nam den titel aan van Graaf Beatty. burggraaf Borodale of Borodale, baron Beatty of the North Sea and of Brooksby, terwijl hem een bedrag van 100.000 p.st. werd uitgekeerd voor zijn tijdens den oorlog bewezen diensten. In Mei 1901 trad Beatty in het huwelijk met mej. Ethel Field uit Chicago. Uit dit huwelijk zijn twee zoons gesproten. Zijn oudste zoon. de tegenwoordige burggraaf David Field Beatty Borodale die op 22 Februari 1905 werd geboren en luitenant ter zee is geweest, erft den titel. ting ging en daarna volgden er nog heel wat meer. De contingenteering vormde ook verder een punt in het debat. maar. welke be zwaren men er ook tegen had. meer dan één afgevaardigde vond dit middel beter dan verhooging van invoerrechten. Alleen de heer Gelderman scheen zich nog al definitief tegen contingenteering uit te spreken. Een andere zaak. die verschillende sprekers behandelden (de heeren ter Haar. Knottenbelt. Kropman) over de even redige vrachtverdeeling. waartegen blijk baar hoe langer hoe meer oppositie begint te groeien. Men gaf in overweging de regeling maar in te trekken. Voor de be langen onzer zeehavens hebben de heeren Nivard en Kropman gepleit: zij vragen om maatregelen, die onze havens beter tn staat zouden stellen tot concurreeren met buitenlandsche. En zoo waren er nog an dere onderwerpen, die ter sprake kwamen. Hierbij worde nog vermeld, dat de hee ren de la Bella en Andriessen het opnamen voor de vakbeweging, die in de stukken nog al was aangevallen. Het was de heer de Marchant et d'An- sembourg die de politieke noot in het debat bracht De Minister is een knap man erkende hii maar hii hoort in dit door de nartii-polit.ick knohtelocze kabinet niet thuis en daarom advi-gr-rte hii Zijn Excellentie, het voorbeeld van ziin ambtsvoorganger te volgen, en heen te gaan. Heden voortzetting. HAGENAAR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9